← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 144/2019 du 17 octobre 2019 Numéro du rôle : 6936 En cause :
la question préjudicielle relative à l'article 1476quater du Code civil, posée par le Tribunal de première
instance de Flandre orientale, division Gand. La composée des
présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges J.-P. Snappe, T. Merckx-Van Goey, T. Giet(...)"
Extrait de l'arrêt n° 144/2019 du 17 octobre 2019 Numéro du rôle : 6936 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1476quater du Code civil, posée par le Tribunal de première instance de Flandre orientale, division Gand. La composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges J.-P. Snappe, T. Merckx-Van Goey, T. Giet(...) | Uittreksel uit arrest nr. 144/2019 van 17 oktober 2019 Rolnummer 6936 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1476quater van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent. He samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters J.-P. Snappe, T. Merckx-Van Goe(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 144/2019 du 17 octobre 2019 | Uittreksel uit arrest nr. 144/2019 van 17 oktober 2019 |
Numéro du rôle : 6936 | Rolnummer 6936 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1476quater | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1476quater van het |
du Code civil, posée par le Tribunal de première instance de Flandre | Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg |
orientale, division Gand. | Oost-Vlaanderen, afdeling Gent. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges J.-P. | samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters |
Snappe, T. Merckx-Van Goey, T. Giet, R. Leysen et M. Pâques, assistée | J.-P. Snappe, T. Merckx-Van Goey, T. Giet, R. Leysen en M. Pâques, |
du greffier F. Meersschaut, présidée par le président A. Alen, | bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 17 mai 2018, dont l'expédition est parvenue au greffe | Bij vonnis van 17 mei 2018, waarvan de expeditie ter griffie van het |
de la Cour le 29 mai 2018, le Tribunal de première instance de Flandre | Hof is ingekomen op 29 mei 2018, heeft de Rechtbank van eerste aanleg |
orientale, division Gand, a posé la question préjudicielle suivante : | Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 1476quater, dernier alinéa, du Code civil viole-t-il les | « Schendt artikel 1476quater, laatste lid van het Burgerlijk Wetboek |
articles 10 et 11 de la Constitution, | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet : |
- en ce qu'il ne permet pas que le délai de ' recours ' soit prorogé | - voor zover het geen verlenging van de termijn van ' beroep ' |
lorsque ce délai prend cours et expire pendant les vacances | toestaat wanneer die termijn binnen de gerechtelijke vakantie begint |
judiciaires, | te lopen en ook verstrijkt, |
- alors que l'article 50, alinéa 2, du Code judiciaire dispose que, si | - terwijl artikel 50, tweede lid van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt |
le délai d'appel prévu aux articles 1051 et 1253quater, c) et d), du | dat, indien de termijn van hoger beroep, voorzien in de artikelen 1051 |
Code judiciaire prend cours et expire pendant les vacances | en 1253quater, c) en d) van het Gerechtelijk Wetboek binnen de |
judiciaires, il est prorogé jusqu'au quinzième jour de l'année | gerechtelijke vakantie begint te lopen en ook verstrijkt, verlengd |
judiciaire nouvelle ? ». | wordt tot de vijftiende dag van het nieuw gerechtelijk jaar ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. Le juge a quo demande si l'article 1476quater, alinéa 5, du | B.1.1. De verwijzende rechter wenst te vernemen of artikel 1476quater, |
vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen | |
Code civil est compatible avec les articles 10 et 11 de la | 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de termijn om beroep aan te |
Constitution, dans la mesure où le délai pour introduire devant le | |
tribunal de la famille un recours dirigé contre le refus de l'officier | tekenen bij de familierechtbank tegen de weigering van de ambtenaar |
de l'état civil d'acter la déclaration de cohabitation légale, | van de burgerlijke stand om van de verklaring van wettelijke |
lorsqu'il prend cours et expire pendant les vacances judiciaires, | samenwoning melding te maken, die binnen de gerechtelijke vakantie |
n'est pas prorogé jusqu'au quinzième jour de l'année judiciaire | begint te lopen en ook verstrijkt, niet verlengd wordt tot de |
nouvelle, alors que l'article 50, alinéa 2, du Code judiciaire prévoit | vijftiende dag van het nieuw gerechtelijk jaar, terwijl artikel 50, |
tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek wel voorziet in een | |
dergelijke verlenging voor de termijn van hoger beroep bedoeld in de | |
une telle prorogation pour le délai d'appel visé aux articles 1051 et | artikelen 1051 en 1253quater, c) en d), van het Gerechtelijk Wetboek. |
1253quater, c) et d), du Code judiciaire. | |
B.1.2. Il ressort de la décision de renvoi que la question soumise à | B.1.2. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat de voorliggende vraag |
la Cour porte uniquement sur la prorogation du délai d'appel visé aux | enkel betrekking heeft op de verlenging van de termijn van hoger |
articles 1051 et 1253quater, d), du Code judiciaire, et non sur la | beroep bedoeld in de artikelen 1051 en 1253quater, d), van het |
Gerechtelijk Wetboek, en niet op de verlenging voor de termijn van | |
prorogation du délai d'opposition visé aux articles 1048 et | verzet bedoeld in de artikelen 1048 en 1253quater, c), van het |
1253quater, c), du Code judiciaire. | Gerechtelijk Wetboek. |
B.2.1. L'article 1476quater du Code civil dispose : | B.2.1. Artikel 1476quater van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : |
« L'officier de l'état civil refuse d'acter la déclaration de | « De ambtenaar van de burgerlijke stand weigert melding te maken van |
cohabitation légale lorsqu'il constate que la déclaration se rapporte | de verklaring van wettelijke samenwoning indien hij vaststelt dat de |
à une situation telle que visée aux articles 1476bis et 1476ter. | verklaring betrekking heeft op een in de artikelen 1476bis en 1476ter |
bedoelde situatie. | |
S'il existe une présomption sérieuse que la déclaration se rapporte à | Indien er een ernstig vermoeden bestaat dat de verklaring betrekking |
une situation telle que visée aux articles 1476bis et 1476ter, | heeft op een in de artikelen 1476bis en 1476ter bedoelde situatie, kan |
l'officier de l'état civil peut surseoir à acter la déclaration de | de ambtenaar van de burgerlijke stand, de melding van de verklaring |
cohabitation légale, éventuellement après avoir recueilli l'avis du | van wettelijke samenwoning uitstellen, na eventueel het advies van de |
procureur du Roi de l'arrondissement judiciaire dans lequel les parties ont l'intention de remettre la déclaration de cohabitation légale, pendant un délai de deux mois au plus à partir de la délivrance du récépissé visé à l'article 1476, § 1er, afin de procéder à une enquête complémentaire. Le procureur du Roi peut prolonger ce délai de trois mois au maximum. Dans ce cas, il en informe l'officier de l'état civil qui en informe les parties intéressées. S'il n'a pas pris de décision définitive dans le délai prévu à l'alinéa 2, l'officier de l'état civil est tenu d'acter sans délai la déclaration de cohabitation légale dans le registre de la population. Dans le cas d'un refus visé à l'alinéa 1er, l'officier de l'état civil notifie sans délai sa décision motivée aux parties intéressées. Une copie de celle-ci, accompagnée d'une copie de tous documents utiles, est, en même temps, transmise au procureur du Roi de l'arrondissement judiciaire dans lequel la décision de refus a été prise et à l'Office des étrangers. | procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement waarin de partijen voornemens zijn de verklaring van wettelijke samenwoning af te leggen, te hebben ingewonnen, gedurende ten hoogste twee maanden vanaf de afgifte van het in artikel 1476, § 1 bedoelde ontvangstbewijs, teneinde bijkomend onderzoek te verrichten. De procureur des Konings kan deze termijn verlengen met hoogstens drie maanden. In dat geval, geeft hij van zijn beslissing kennis aan de ambtenaar van de burgerlijke stand die de belanghebbende partijen ervan in kennis stelt. Indien de ambtenaar van de burgerlijke stand binnen de in het tweede lid bepaalde termijn geen definitieve beslissing heeft genomen, dient hij onverwijld melding van de verklaring van wettelijke samenwoning te maken in het bevolkingsregister. In geval van een in het eerste lid bedoelde weigering, brengt de ambtenaar van de burgerlijke stand, zijn met redenen omklede beslissing onverwijld ter kennis van de belanghebbende partijen. Terzelfdertijd wordt een afschrift hiervan, samen met een kopie van alle nuttige documenten, verzonden naar de procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement waarin de beslissing tot weigering genomen werd en aan de Dienst Vreemdelingenzaken. |
Le refus de l'officier de l'état civil d'acter la déclaration de | Tegen de weigering door de ambtenaar van de burgerlijke stand om van |
cohabitation légale est susceptible de recours par les parties | de verklaring van wettelijke samenwoning melding te maken, kan door de |
intéressées devant le tribunal de la famille dans le mois suivant la | belanghebbende partijen binnen de maand na de kennisgeving van deze |
notification de sa décision ». | beslissing beroep worden aangetekend bij de familierechtbank ». |
B.2.2. Conformément à la disposition précitée, l'officier de l'état | B.2.2. Overeenkomstig de voormelde bepaling weigert de ambtenaar van |
civil refuse d'acter la déclaration de cohabitation légale s'il | de burgerlijke stand melding te maken van de verklaring van wettelijke |
constate qu'il s'agit d'une cohabitation légale de complaisance ou | samenwoning indien hij vaststelt dat er sprake is van een schijn- of |
forcée. Les parties intéressées peuvent introduire un recours dirigé | gedwongen wettelijke samenwoning. Tegen die weigering kan door de |
contre ce refus devant le tribunal de la famille dans le mois suivant | belanghebbende partijen binnen de maand na kennisgeving van die |
la notification de cette décision. | beslissing beroep worden aangetekend bij de familierechtbank. |
B.3.1. L'article 50 du Code judiciaire dispose : | B.3.1. Artikel 50 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : |
« Les délais établis à peine de déchéance ne peuvent être abrégés, ni | « De termijnen, op straffe van verval gesteld, mogen niet worden |
prorogés, même de l'accord des parties, à moins que cette déchéance | verkort of verlengd, zelfs met instemming van partijen, tenzij dat |
n'ait été couverte dans les conditions prévues par la loi. | verval gedekt is onder de omstandigheden bij de wet bepaald. |
Néanmoins, si le délai d'appel ou d'opposition prévu aux articles | Indien de termijn van hoger beroep of verzet voorzien in de artikelen |
1048, 1051 et 1253quater, c) et d) prend cours et expire pendant les | 1048, 1051 en 1253quater, c) en d) binnen de gerechtelijke vakantie |
vacances judiciaires, il est prorogé jusqu'au quinzième jour de | begint te lopen en ook verstrijkt, wordt hij verlengd tot de |
l'année judiciaire nouvelle ». | vijftiende dag van het nieuw gerechtelijk jaar ». |
B.3.2. L'article 50, alinéa 2, du Code judiciaire, qui prévoit une | B.3.2. Artikel 50, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, dat |
prorogation du délai d'appel et d'opposition lorsque celui-ci prend | voorziet in een verlenging van de termijn voor hoger beroep en verzet |
cours après le début des vacances judiciaires, a été justifié par la | wanneer die ingaat na het begin van de gerechtelijke vakantie, werd |
crainte qu'une signification faite pendant cette période n'ait pas un | verantwoord door de vrees dat er geen voldoende bekendheid zou zijn |
caractère de notoriété suffisant (Doc. parl., Sénat, 1969-1970, n° | nopens de tijdens die periode gedane betekening (Parl. St., Senaat, |
138, p. 2). L'on redoutait également que certains avocats signifient | 1969-1970, nr. 138, p. 2). Ook werd gevreesd dat sommige advocaten op |
systématiquement des jugements pendant la période des vacances (Doc. | systematische wijze vonnissen tijdens de vakantieperiode zouden |
parl., Sénat, 1964-1965, n° 170, p. 36). Le législateur a estimé | betekenen (Parl. St., Senaat, 1964-1965, nr. 170, p. 36). De wetgever |
qu'une prorogation du délai pour cause de vacances judiciaires n'était | achtte een verlenging van de termijn wegens gerechtelijke vakantie |
nécessaire qu'en ce qui concerne les cas visés à l'article 50 du Code | enkel noodzakelijk voor de in artikel 50 van het Gerechtelijk Wetboek |
judiciaire. | beoogde gevallen. |
B.3.3. Comme le constate le juge a quo, l'article 50, alinéa 2, du | B.3.3. Zoals de verwijzende rechter vaststelt, is artikel 50, tweede |
Code judiciaire ne s'applique pas au délai, prévu par l'article | lid, van het Gerechtelijk Wetboek niet van toepassing op de termijn |
1476quater, alinéa 5, du Code judiciaire, dans lequel les parties | waarbinnen belanghebbende partijen beroep kunnen aantekenen tegen de |
intéressées peuvent introduire un recours contre le refus de | weigering door de ambtenaar van de burgerlijke stand om van de |
l'officier de l'état civil d'acter la déclaration de cohabitation | verklaring van wettelijke samenwoning melding te maken, waarin is |
voorzien in artikel 1476quater, vijfde lid, van het Gerechtelijk | |
légale. | Wetboek. |
B.4.1. Il existe une différence fondamentale entre un recours | B.4.1. Tussen een beroep dat wordt ingesteld tegen een beslissing van |
introduit contre une décision de l'officier de l'état civil sur la | de ambtenaar van de burgerlijke stand op grond van artikel 1476quater, |
base de l'article 1476quater, alinéa 5, du Code civil et l'appel visé | vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek en het hoger beroep bedoeld in |
à l'article 50 du Code judiciaire, en ce que, dans le premier cas, il | artikel 50 van het Gerechtelijk Wetboek bestaat een fundamenteel |
s'agit d'un recours dirigé contre une décision administrative, alors | verschil, doordat het in het eerste geval gaat om een beroep tegen een |
que, dans le second cas, il s'agit de la mise en oeuvre d'une voie de | administratieve beslissing, terwijl het in het tweede geval gaat om de |
recours contre une décision judiciaire. | aanwending van een rechtsmiddel tegen een rechterlijke beslissing. |
B.4.2. La différence de traitement entre certaines catégories de | B.4.2. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van |
personnes qui découle de l'application de règles procédurales | personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende |
différentes dans des circonstances différentes n'est pas | procedureregels in verschillende omstandigheden houdt op zich geen |
discriminatoire en soi. Il ne pourrait être question de discrimination | discriminatie in. Van discriminatie zou slechts sprake zijn indien het |
que si la différence de traitement qui découle de l'application de ces | verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van die |
règles de procédure entraînait une limitation disproportionnée des | procedureregels een onevenredige beperking van de rechten van de |
droits des personnes concernées. | daarbij betrokken personen met zich zou meebrengen. |
B.5.1. L'article 1476quater du Code civil définit les circonstances | B.5.1. Artikel 1476quater van het Burgerlijk Wetboek bepaalt in welke |
dans lesquelles l'officier de l'état civil peut refuser d'acter une | omstandigheden de ambtenaar van de burgerlijke stand kan weigeren een |
verklaring van wettelijke samenwoning te registreren. | |
déclaration de cohabitation légale. | Indien er een ernstig vermoeden bestaat dat de verklaring betrekking |
S'il existe une présomption sérieuse que la déclaration se rapporte à | heeft op een schijn- of gedwongen wettelijke samenwoning, kan de |
une cohabitation légale de complaisance ou forcée, l'officier de | ambtenaar van de burgerlijke stand, de melding van de verklaring van |
l'état civil peut surseoir à acter la déclaration de cohabitation | wettelijke samenwoning uitstellen, na eventueel het advies van de |
légale, éventuellement après avoir recueilli l'avis du procureur du | procureur des Konings te hebben ingewonnen, gedurende ten hoogste twee |
Roi pendant un délai de deux mois au plus à partir de la délivrance du | maanden vanaf de afgifte van het ontvangstbewijs van de verklaring, |
récépissé de la déclaration, en vue de procéder à une enquête complémentaire (article 1476quater, alinéa 2, du Code civil). Le procureur du Roi peut prolonger ce délai de trois mois au maximum. Dans ce cas, il en informe l'officier de l'état civil qui en informe les parties intéressées (article 1476quater, alinéa 2, du Code civil). Si l'officier de l'état civil n'a pas pris de décision définitive dans le délai de deux mois, éventuellement prolongé de trois mois au maximum, il est tenu d'acter sans délai la déclaration de cohabitation | teneinde bijkomend onderzoek te verrichten (artikel 1476quater, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek). De procureur des Konings kan die termijn verlengen met hoogstens drie maanden. In dat geval geeft hij van zijn beslissing kennis aan de ambtenaar van de burgerlijke stand, die de belanghebbende partijen ervan in kennis stelt (artikel 1476quater, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek). Indien de ambtenaar van de burgerlijke stand binnen twee maanden, eventueel verlengd met hoogstens drie maanden, geen definitieve beslissing heeft genomen, dient hij onverwijld melding te maken van de verklaring van wettelijke samenwoning in het bevolkingsregister |
légale dans le registre de la population (article 1476quater, alinéa | (artikel 1476quater, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek). Indien de |
3, du Code civil). Si l'officier de l'état civil refuse d'acter la | ambtenaar van de burgerlijke stand binnen de voorgeschreven termijn |
déclaration de cohabitation légale dans le délai prévu, il notifie | weigert melding te maken van de verklaring van wettelijke samenwoning, |
sans délai sa décision motivée aux parties intéressées (article | brengt hij zijn met redenen omklede beslissing onverwijld ter kennis |
1476quater, alinéa 4, du Code civil). | van de belanghebbende partijen (artikel 1476quater, vierde lid, van |
het Burgerlijk Wetboek). | |
B.5.2. L'article 1476quater du Code civil prescrit donc dans des | B.5.2. Aldus schrijft artikel 1476quater van het Burgerlijk Wetboek in |
termes très clairs dans quels délais l'officier de l'état civil est | duidelijke bewoordingen voor binnen welke termijnen de ambtenaar van |
tenu de statuer sur l'enregistrement de la déclaration de cohabitation | de burgerlijke stand ertoe gehouden is een beslissing te nemen over de |
légale. | registratie van de verklaring van wettelijke samenwoning. |
Il ressort de la genèse de la disposition en cause qu'en imposant des | Uit de totstandkoming van de in het geding zijnde bepaling blijkt dat |
délais aussi stricts à l'officier de l'état civil, le législateur a | de wetgever, door dergelijke strikte termijnen op te leggen aan de |
voulu offrir davantage de sécurité juridique aux personnes qui | ambtenaar van de burgerlijke stand, meer rechtszekerheid heeft willen |
souhaitent faire acter une déclaration de cohabitation légale (Doc. | bieden aan de personen die een verklaring van wettelijke samenwoning |
parl., Chambre, 2012-2013, DOC 53-2673/001, p. 5; Doc. parl., Chambre, | willen laten registreren (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC |
2012-2013, DOC 53-2673/007, p. 28). | 53-2673/001, p. 5; Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2673/007, p. |
B.6.1. L'on peut raisonnablement attendre des parties intéressées qui | 28). B.6.1. Van de belanghebbende partijen die een verklaring van |
ont demandé à l'officier de l'état civil d'acter leur déclaration de | wettelijke samenwoning ter registratie hebben aangeboden aan de |
cohabitation légale qu'elles montrent qu'elles se sentent étroitement | ambtenaar van de burgerlijke stand mag redelijkerwijze worden verwacht |
impliquées dans son enquête. Compte tenu de ce qui est dit en B.5, | dat zij blijk geven van een nauwe betrokkenheid bij het onderzoek van |
elles sont en mesure de prévoir quand elles peuvent escompter la | de ambtenaar van de burgerlijke stand. Rekening houdend met hetgeen is |
décision de cet officier. Cela leur offre la possibilité de préserver | vermeld in B.5, kunnen zij voorzien wanneer zij de beslissing van die |
leurs droits et d'introduire un recours à temps lorsqu'une décision de | ambtenaar kunnen verwachten. Dit biedt hun de mogelijkheid om hun |
refus leur est notifiée, y compris lorsque cette notification a lieu | rechten te vrijwaren en om tijdig beroep in te stellen wanneer hun een |
weigeringsbeslissing wordt betekend, ook wanneer dit het geval is | |
pendant les vacances judiciaires. Du reste, le délai de trente jours | binnen de gerechtelijke vakantie. Overigens gaat de termijn van dertig |
prévu pour former un recours ne prend cours qu'après que les parties | dagen om beroep in te stellen pas in na de kennisneming van de |
intéressées ont pris connaissance de la décision de l'officier de | beslissing van de ambtenaar van de burgerlijke stand. |
l'état civil. B.6.2. En outre, il convient de relever qu'un recours introduit contre | B.6.2. Voorts dient erop te worden gewezen dat een beroep tegen een |
une telle décision de refus est réputé urgent et est introduit et | dergelijke weigeringsbeslissing wordt geacht spoedeisend te zijn en |
instruit par le tribunal de la famille comme en référé (article | wordt ingeleid en behandeld door de familierechtbank zoals in kort |
1253ter/4, § 2, alinéa 1er, 6°, du Code judiciaire). Le législateur a | geding (artikel 1253ter/4, § 2, eerste lid, 6°, van het Gerechtelijk |
pu, pour le même motif, raisonnablement considérer qu'une prorogation | Wetboek). De wetgever vermocht ook om die reden te oordelen dat een |
du délai pour cause de vacances judiciaires n'était pas souhaitable, | verlenging van de termijn wegens de gerechtelijke vakantie niet |
vu le retard qu'une telle prorogation entraînerait pour les parties | wenselijk is, gelet op de vertraging die een dergelijke verlenging met |
intéressées. | zich mee zou brengen voor de belanghebbenden. |
B.6.3. Il résulte de ce qui précède que les droits des parties | B.6.3. Uit het voorgaande vloeit voort dat de rechten van de |
intéressées qui souhaitent introduire un recours devant le tribunal de | belanghebbende partijen die tegen de weigering door de ambtenaar van |
la famille contre le refus de l'officier de l'état civil d'acter la | de burgerlijke stand om van de verklaring van wettelijke samenwoning |
déclaration de cohabitation légale ne sont pas restreints de manière | melding te maken, beroep wensen aan te tekenen bij de |
disproportionnée. | familierechtbank, niet op onevenredige wijze worden beperkt. |
B.7. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.7. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 1476quater, alinéa 5, du Code civil ne viole pas les | Artikel 1476quater, vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek schendt de |
articles 10 et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 17 octobre 2019. | op 17 oktober 2019. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
A. Alen | A. Alen |