Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 191/2019 du 28 novembre 2019 Numéro du rôle : 6996 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 220, § 2, du décret flamand du 27 mars 2009 « relatif à la radiodiffusion et à la télévision », posée par La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges J.-P. Moerm(...)"
Extrait de l'arrêt n° 191/2019 du 28 novembre 2019 Numéro du rôle : 6996 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 220, § 2, du décret flamand du 27 mars 2009 « relatif à la radiodiffusion et à la télévision », posée par La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges J.-P. Moerm(...) Uittreksel uit arrest nr. 191/2019 van 28 november 2019 Rolnummer 6996 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 220, § 2, van het Vlaamse decreet van 27 maart 2009 « betreffende radio-omroep en televisie », gesteld door de Raad van S Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters J.-P(...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 191/2019 du 28 novembre 2019 Uittreksel uit arrest nr. 191/2019 van 28 november 2019
Numéro du rôle : 6996 Rolnummer 6996
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 220, § 2, du In zake : de prejudiciële vraag over artikel 220, § 2, van het Vlaamse
décret flamand du 27 mars 2009 « relatif à la radiodiffusion et à la decreet van 27 maart 2009 « betreffende radio-omroep en televisie »,
télévision », posée par le Conseil d'Etat. gesteld door de Raad van State.
La Cour constitutionnelle, Het Grondwettelijk Hof,
composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges J.-P. samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters
Moerman, T. Merckx-Van Goey, T. Giet, R. Leysen et M. Pâques, assistée J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, T. Giet, R. Leysen en M. Pâques,
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par l'arrêt n° 242.152 du 27 juillet 2018, dont l'expédition est Bij arrest nr. 242.152 van 27 juli 2018, waarvan de expeditie ter
parvenue au greffe de la Cour le 10 août 2018, le Conseil d'Etat a griffie van het Hof is ingekomen op 10 augustus 2018, heeft de Raad
posé la question préjudicielle suivante : van State de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 220, § 2, du décret du 27 mars 2009 relatif à la « Schendt artikel 220, § 2, van het decreet van 27 maart 2009 '
radiodiffusion et à la télévision viole-t-il les articles 10 et 11 de betreffende radio-omroep en televisie ' de artikelen 10 en 11 van de
la Constitution en ce que la chambre pour l'impartialité et la Grondwet omdat de kamer voor onpartijdigheid en bescherming van
protection des mineurs du ' Vlaamse Regulator voor de Media ' minderjarigen van de Vlaamse Regulator voor de Media enkel uitspraak
(Régulateur flamand des médias) peut uniquement se prononcer sur le
respect de l'article 39 du décret précité concernant une prétendue mag doen over de naleving van artikel 39 van voormeld decreet met
discrimination dans la programmation à la demande du Gouvernement betrekking tot een vermeende discriminatie in het programma-aanbod op
flamand et non à la suite d'une plainte déposée par des personnes verzoek van de Vlaamse regering en niet naar aanleiding van een klacht
physiques ou morales, alors que ces dernières peuvent, quant à elles, die wordt aangebracht door natuurlijke personen of rechtspersonen,
introduire une plainte à la suite de la diffusion d'un programme terwijl laatstgenoemde personen wel een klacht mogen indienen naar
spécifique ? ». aanleiding van de uitzending van een specifiek programma ? ».
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
La Cour constate que la question préjudicielle a été posée par le Het Hof stelt vast dat de prejudiciële vraag werd gesteld door de Raad
Conseil d'Etat dans l'affaire inscrite sous le numéro de rôle van State in de zaak met rolnummer A.222.697/IX-9098. Die zaak heeft
A.222.697/IX-9098. Cette affaire a fait l'objet d'un désistement het voorwerp uitgemaakt van een afstand ingewilligd bij het arrest van
décrété par l'arrêt du Conseil d'Etat n° 244.717 du 6 juin 2019. de Raad van State nr. 244.717 van 6 juni 2019.
En vertu de l'article 99 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Krachtens artikel 99 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
Cour constitutionnelle, ce désistement met fin à la procédure devant Grondwettelijk Hof komt met die afstand een einde aan de rechtspleging
la Cour dans l'affaire n° 6996. voor het Hof.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
constate que la procédure a pris fin. stelt vast dat aan de rechtspleging een einde is gekomen.
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof,
la Cour constitutionnelle, le 28 novembre 2019. op 28 november 2019.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
Le président, De voorzitter,
A. Alen A. Alen
^