← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 81/2019 du 23 mai 2019 Numéro du rôle : 7083 En cause : les
questions préjudicielles relatives à l'article 6, § 1 er , de la loi du 22 mars
2001 instituant la garantie de revenus aux personnes âgées, posées La
Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges L. Lavrysen(...)"
Extrait de l'arrêt n° 81/2019 du 23 mai 2019 Numéro du rôle : 7083 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 6, § 1 er , de la loi du 22 mars 2001 instituant la garantie de revenus aux personnes âgées, posées La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges L. Lavrysen(...) | Uittreksel uit arrest nr. 81/2019 van 23 mei 2019 Rolnummer 7083 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 6, § 1, van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen, gesteld door het Arbeidshof Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. L(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 81/2019 du 23 mai 2019 | Uittreksel uit arrest nr. 81/2019 van 23 mei 2019 |
Numéro du rôle : 7083 | Rolnummer 7083 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 6, § 1er, | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 6, § 1, van de |
de la loi du 22 mars 2001 instituant la garantie de revenus aux | wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor |
personnes âgées, posées par la Cour du travail de Bruxelles. | ouderen, gesteld door het Arbeidshof te Brussel. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges L. Lavrysen, | samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. |
J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier | Lavrysen, J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan |
P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen, | door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par arrêt du 13 décembre 2018 en cause du Service fédéral des Pensions | Bij arrest van 13 december 2018 in zake de Federale Pensioendienst |
tegen M.S., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen | |
contre M.S., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 21 | op 21 december 2018, heeft het Arbeidshof te Brussel de volgende |
décembre 2018, la Cour du travail de Bruxelles a posé les questions | |
préjudicielles suivantes : | prejudiciële vragen gesteld : |
« L'article 6, § 1er, de la loi du 22 mars 2001 instituant la garantie | « Schendt artikel 6, § 1 van de wet van 22 maart 2001 tot instelling |
de revenus aux personnes âgées, tel qu'il a été modifié par la loi du | van een inkomensgarantie voor ouderen, zoals gewijzigd door de wet van |
8 décembre 2013, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, | 8 december 2013, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de |
dans l'interprétation selon laquelle il établit une présomption | interpretatie dat het een onweerlegbaar vermoeden of een materiële |
irréfragable ou une règle de droit matériel en vertu de laquelle le | rechtsregel vastlegt, die inhoudt dat de gerechtigde op de |
bénéficiaire de la garantie de revenus peut toujours seulement | inkomensgarantie steeds enkel aanspraak kan maken op het minimumbedrag |
prétendre au montant minimum de l'allocation (et non au montant | van de uitkering (en niet op het verhoogde bedrag), wanneer deze |
majoré) lorsqu'il est domicilié à une adresse à laquelle une autre | gedomicilieerd is op een adres waarop nog een andere persoon |
personne est également domiciliée, alors qu'une telle limitation | gedomicilieerd is, terwijl in alle of de meeste andere sociale |
n'existe pas dans tous les autres ou dans la plupart des autres | zekerheidsregelingen of residuaire stelsels, een dergelijke beperking |
régimes de sécurité sociale ou régimes résiduels ? »; | niet bestaat ? »; |
« Subsidiairement : La même disposition viole-t-elle l'article 23 de | « Subsidiair : Schendt dezelfde bepaling artikel 23 van de Grondwet, |
la Constitution, en ce qu'à partir du 1er janvier 2014, certaines | doordat het recht op een inkomensgarantie voor ouderen als |
catégories de bénéficiaires sont privées du droit à une garantie de | alleenstaande vanaf 1 januari 2014 ontnomen wordt aan bepaalde |
revenus aux personnes âgées en tant que personnes isolées sur la base | categorieën van gerechtigden op grond van het enkele feit dat andere |
du seul fait que d'autres personnes sont domiciliées à la même | personen op hetzelfde adres gedomicilieerd zijn, zonder dat nog de |
adresse, sans qu'existe encore la possibilité de démontrer qu'aucune | mogelijkheid bestaat om aan te tonen dat aan deze domiciliëring geen |
forme de cohabitation de fait ou de ménage de fait ne correspond à | enkele vorm van feitelijke samenwoning of feitelijk gezin beantwoordt |
cette domiciliation ? ». | ? ». |
Le 16 janvier 2019, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la | Op 16 januari 2019 hebben de rechters-verslaggevers L. Lavrysen en |
J.-P. Snappe, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de | |
loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les | bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, het Hof |
juges-rapporteurs L. Lavrysen et J.-P. Snappe ont informé la Cour | ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht |
qu'ils pourraient être amenés à proposer de mettre fin à l'examen de | voor te stellen het onderzoek van de zaak af te doen met een arrest |
l'affaire par un arrêt rendu sur procédure préliminaire. | gewezen op voorafgaande rechtspleging. |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Les questions préjudicielles portent sur la présomption légale, | B.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op het wettelijk |
contenue dans l'article 6, § 1er, de la loi du 22 mars 2001 instituant | vermoeden, vervat in artikel 6, § 1, van de wet van 22 maart 2001 tot |
la garantie de revenus aux personnes âgées, selon laquelle les | instelling van een inkomensgarantie voor ouderen, dat personen die |
personnes qui partagent le même lieu de résidence principale font | dezelfde hoofdverblijfplaats delen een gemeenschappelijk huishouden |
ménage commun. Ces personnes ne peuvent prétendre au taux isolé | hebben. Die personen kunnen geen aanspraak maken op het verhoogde |
majoré, elles n'ont droit qu'au montant de base de la garantie de | tarief voor alleenstaanden, maar hebben enkel recht op het basisbedrag |
revenus. | van de inkomensgarantie. |
B.2. L'article 6, § 1er, de la loi du 22 mars 2001 instituant la | B.2. Artikel 6, § 1, van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van |
garantie de revenus aux personnes âgées, tel qu'il a été remplacé par | een inkomensgarantie voor ouderen, zoals vervangen bij artikel 4 van |
l'article 4 de la loi du 8 décembre 2013, avec effet au 1er janvier 2014, dispose : | de wet van 8 december 2013, bepaalt, met ingang van 1 januari 2014 : |
« Le montant annuel de la garantie de revenus s'élève au maximum à [8 | « Het bedrag van de inkomensgarantie beloopt ten hoogste [8 420,61 |
420,61 euros (montant indexé)]. | euro (geïndexeerd)] per jaar. |
Sans préjudice de l'application de la section 2 du présent chapitre, | Onverminderd de toepassing van afdeling 2 van dit hoofdstuk wordt dit |
ce montant est octroyé à l'intéressé qui satisfait aux conditions d'âge prévues aux articles 3 et 17 et qui partage la même résidence principale avec une ou plusieurs autres personnes. Sont censés partager la même résidence principale, le demandeur et toute autre personne qui réside habituellement avec lui au même endroit. La résidence habituelle ressort de l'inscription dans les registres de la population de la commune du lieu de résidence ». B.3. Le juge a quo soumet cette disposition à la Cour, dans l'interprétation selon laquelle la domiciliation d'une personne à une | bedrag toegekend aan de betrokkene die aan de in artikelen 3 en 17 bedoelde leeftijdsvoorwaarden voldoet en dezelfde hoofdverblijfplaats deelt met één of meerdere andere personen. Worden geacht dezelfde hoofdverblijfplaats te delen, de aanvrager en elke andere persoon die gewoonlijk met hem op dezelfde plaats verblijft. Het gewoonlijk verblijf blijkt uit de inschrijving in de bevolkingsregisters van de gemeente waar de verblijfplaats is gevestigd ». B.3. De verwijzende rechter legt die bepaling aan het Hof voor in de interpretatie dat de domiciliëring van een persoon op een adres waar |
adresse à laquelle d'autres personnes sont également domiciliées fait | nog andere personen gedomicilieerd zijn, een onweerlegbaar vermoeden |
naître une présomption irréfragable de ménage commun. | van gemeenschappelijk huishouden doet ontstaan. |
Par la première question préjudicielle, il est demandé à la Cour si | De eerste prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of |
cette présomption irréfragable viole les articles 10 et 11 de la | dat onweerlegbaar vermoeden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
Constitution, en ce que « la plupart des autres régimes de sécurité | schendt, doordat « de meeste andere sociale zekerheidsregelingen of |
sociale ou régimes résiduels » prévoient la possibilité de renverser | residuaire stelsels » in de mogelijkheid voorzien om het vermoeden van |
une présomption de ménage commun. | een gemeenschappelijk huishouden te weerleggen. |
La seconde question préjudicielle concerne la compatibilité de la même | De tweede prejudiciële vraag betreft de verenigbaarheid van hetzelfde |
présomption avec l'article 23 de la Constitution, en ce qu'à partir du | vermoeden met artikel 23 van de Grondwet, doordat vanaf 1 januari 2014 |
1er janvier 2014, les bénéficiaires de la garantie de revenus aux | voor de gerechtigden van de inkomensgarantie voor ouderen niet langer |
personnes âgées n'ont plus la possibilité de démontrer « qu'aucune | de mogelijkheid bestaat om aan te tonen dat aan hun domiciliëring « |
forme de cohabitation de fait ou de ménage de fait ne correspond » à | geen enkele vorm van feitelijke samenwoning of feitelijk gezin |
leur domiciliation. | beantwoordt ». |
B.4.1. La loi du 22 mars 2001 remplace la loi du 1er avril 1969 | B.4.1. De wet van 22 maart 2001 vervangt de wet van 1 april 1969 tot |
instituant un revenu garanti aux personnes âgées. Tout comme cette | instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden. Zoals die wet, |
loi, qui accordait une allocation aux « personnes âgées qui se | die een toelage verleende aan « noodlijdende ouden van dagen » (Parl. |
trouvent dans le besoin » (Doc. parl., Chambre, S.E. 1968, n° 134/1, | St., Kamer, B.Z. 1968, nr. 134/1, p. 3), beoogt de wet van 22 maart |
p. 3), la loi du 22 mars 2001 vise à « offrir aux personnes âgées une | 2001 « een bescherming [te] bieden tegen armoede bij ouderen » (Parl. |
protection contre la pauvreté » (Doc. parl., Sénat, 2000-2001, n° | St., Senaat, 2000-2001, nr. 2-636/3, p. 2). Daartoe wordt een |
2-636/3, p. 2). A cette fin, une aide financière est accordée aux | financiële hulp toegekend aan ouderen die niet over voldoende |
personnes âgées qui ne disposent pas de ressources suffisantes. | bestaansmiddelen beschikken. |
B.4.2. Le régime de la garantie de revenus aux personnes âgées, à la | B.4.2. In tegenstelling tot het stelsel van de pensioenen, is het |
différence de celui des pensions, constitue un régime résiduel qui | stelsel van de inkomensgarantie voor ouderen een residuair stelsel, |
assure un revenu minimum lorsque les ressources de l'intéressé | dat een minimuminkomen waarborgt indien de bestaansmiddelen van de |
s'avèrent insuffisantes. Eu égard à cet objectif, il est tenu compte, | betrokkene onvoldoende blijken te zijn. Gelet op die doelstelling |
pour le calcul de la garantie de revenus, d'une part, d'un montant | wordt bij de berekening van de inkomensgarantie rekening gehouden, |
annuel maximum de la garantie, qui est déterminé en fonction de la | enerzijds, met een jaarlijks maximumbedrag van de garantie dat wordt |
situation du bénéficiaire, selon qu'il partage ou non sa résidence | bepaald op basis van de situatie van de gerechtigde, naargelang hij al |
principale avec une ou plusieurs autres personnes et, d'autre part, | dan niet zijn hoofdverblijfplaats deelt met een of meerdere andere |
des ressources de l'intéressé. Ces éléments déterminent en effet | personen en, anderzijds, met de bestaansmiddelen van de betrokkene. |
l'état de besoin de l'intéressé. | Die elementen bepalen immers de staat van behoeftigheid van de |
B.4.3. L'objectif de la loi du 22 mars 2001 consiste à individualiser | betrokkene. B.4.3. Het doel van de wet van 22 maart 2001 bestaat erin de |
la garantie de revenus aux personnes âgées pour « tenir compte de la | inkomensgarantie voor ouderen te individualiseren, teneinde « rekening |
réalité sociale et introduire dans les règles de calcul - | [te] houden met de maatschappelijke realiteit en in de |
indépendamment de l'état civil - une égalité de traitement, sans ici | berekeningsregels - los van de burgerlijke staat - een gelijke |
nuire au modèle familial classique » (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, | behandeling [in te voeren], zonder hierbij het klassieke gezinspatroon |
DOC 50-0934/001, p. 6). | te benadelen » (Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC 50-0934/001, p. 6). |
En ce qui concerne l'individualisation des droits, il faut, selon le | Wat de individualisering van de rechten betreft, dient, volgens de |
ministre des Affaires sociales et des Pensions, établir une | minister van Sociale Zaken en Pensioenen, een onderscheid te worden |
distinction entre, d'une part, l'individualisation dans les régimes | gemaakt tussen, enerzijds, de individualisering op het vlak van de |
résiduels d'aide sociale, comme la garantie de revenus aux personnes | residuaire socialebijstandsregelingen zoals de inkomensgarantie voor |
âgées, et, d'autre part, l'individualisation en matière de sécurité | ouderen en, anderzijds, de individualisering inzake de sociale |
sociale et de fiscalité (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, DOC | zekerheid en de belastingen (Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC |
50-0934/003, p. 21). Le ministre a déclaré à ce sujet : | 50-0934/003, p. 21). De minister verklaarde daaromtrent : |
« [Dans] le secteur de la sécurité sociale, les droits sont en | « [In] de sociale zekerheid worden de rechten in principe |
principe attribués de manière inconditionnelle. Leur attribution n'est | onvoorwaardelijk toegekend, de toekenning hangt niet af van een |
donc pas subordonnée aux résultats d'une enquête sur les ressources, | onderzoek naar de bestaansmiddelen, maar wel van de bijdragen die men |
mais fonction des cotisations de sécurité sociale qui ont été versées | in het verleden tot diezelfde sociale zekerheid heeft bijgedragen. Het |
dans le passé. Le débat sur l'individualisation concerne en l'espèce | individualiseringsdebat heeft hier betrekking op rechten die men de |
les droits que l'on entend attribuer aux intéressés sur la base des | |
cotisations versées dans le passé, d'une part, et la fixation de la | betrokken individuen wil toekennen op basis van hun bijdragen uit het |
base d'attribution, d'autre part. [...] | verleden en op het bepalen van de toekenningsbasis. [...] |
L'individualisation dans le cadre des régimes d'aide sociale | De individualisering in het kader van de residuaire sociale |
résiduaires se situe à un autre niveau. Avant de verser une telle | bijstandsregeling situeert zich op een ander niveau. Vooraleer deze |
aide, on réalise une enquête sur les autres ressources de la personne | bijstand aan een persoon wordt uitgekeerd worden de andere |
qui en bénéficierait, pour vérifier si elle répondrait bien à une | bestaansmiddelen onderzocht om de noodzaak van deze bijstand te |
nécessité » (Doc. parl., Sénat, 2000-2001, n° 2-636/3, p. 6). | achterhalen » (Parl. St., Senaat, 2000-2001, nr. 2-636/3, p. 6). |
Le droit à la garantie de revenus est individualisé, de sorte qu'il | Het recht op een inkomensgarantie wordt geïndividualiseerd, zodat niet |
n'est pas prévu de montant pour un couple. Le cas échéant, si deux | in een bedrag wordt voorzien voor een koppel. In voorkomend geval |
personnes partageant la même résidence principale satisfont aux | verkrijgen twee personen die dezelfde hoofdverblijfplaats delen, |
conditions pour être bénéficiaires de la garantie de revenus, elles | indien zij voldoen aan de voorwaarden om een inkomensgarantie te |
obtiennent chacune « deux montants de base individuels identiques » | genieten, « twee gelijkwaardige individuele basisbedragen » (Parl. |
(Doc. parl., Chambre, 2000-2001, DOC 50-0934/001, p. 6). | St., Kamer, 2000-2001, DOC 50-0934/001, p. 6). |
B.5.1. L'article 6 de la loi du 22 mars 2001 distingue deux catégories | B.5.1. Artikel 6 van de wet van 22 maart 2001 onderscheidt twee |
de bénéficiaires de la garantie de revenus aux personnes âgées : d'une | categorieën van rechthebbenden op een inkomensgarantie voor ouderen : |
part, ceux qui partagent leur résidence principale avec une ou | zij die hun hoofdverblijfplaats delen met één of meer andere personen, |
plusieurs autres personnes et, d'autre part, ceux qui ne partagent pas | enerzijds, en zij die hun hoofdverblijfplaats niet delen met één of |
leur résidence principale avec une ou plusieurs autres personnes. Pour | meer andere personen, anderzijds. Voor de eerste categorie voorziet |
la première catégorie, l'article 6, § 1er, prévoit un montant de base | artikel 6, § 1, in een basisbedrag van de inkomensgarantie voor |
de la garantie de revenus aux personnes âgées; pour la seconde | |
catégorie, l'article 6, § 2, précise qu'un coefficient de 1,50 est | ouderen, voor de tweede categorie bepaalt artikel 6, § 2, dat een |
appliqué au montant de base précité, de sorte que cette catégorie | coëfficiënt 1,50 wordt toegepast op het voormelde basisbedrag, zodat |
bénéficie d'un montant de base majoré. | voor die categorie een verhoogd basisbedrag geldt. |
B.5.2. Comme la Cour l'a déjà constaté par son arrêt n° 103/2018 du 19 | B.5.2. Zoals het Hof reeds bij zijn arrest nr. 103/2018 van 19 juli |
2018 heeft vastgesteld, is de in het geding zijnde bepaling, in | |
juillet 2018, en établissant des montants annuels maximum différents | zoverre zij een verschillend jaarlijks maximumbedrag vaststelt |
selon que le bénéficiaire de la garantie de revenus cohabite ou non | naargelang de gerechtigde van de inkomensgarantie al dan niet |
avec une autre personne, la disposition en cause est justifiée par le | samenwoont met een andere persoon, verantwoord door het feit dat de |
fait que le bénéficiaire qui cohabite avec une autre personne est | gerechtigde die samenwoont met een andere persoon geacht wordt een |
présumé retirer un avantage économico-financier du partage de la | economisch-financieel voordeel te halen uit het delen van de |
résidence principale et ne supporte donc plus à lui seul tous les coûts fixes. | hoofdverblijfplaats en dus niet meer alleen alle vaste kosten draagt. |
En considérant que les personnes cohabitant en fait « constituent | Vanuit de overweging dat feitelijk samenwonenden « een |
[...] une communauté de vie et [...] se trouvent dans un état de | levensgemeenschap vormen en zich in een staat van onderlinge |
dépendance économique réciproque », la cohabitation de fait étant « | economische afhankelijkheid bevinden », waarbij de feitelijke |
une communauté affective partageant les frais » (Doc. parl., Chambre, | samenwoning « een affectieve kostendelende gemeenschap » is (Parl. |
2012-2013, DOC 53-2953/001, p. 12), le législateur a établi une | St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2953/001, p. 12), heeft de wetgever een |
présomption qui découle généralement de la cohabitation. Les personnes | vermoeden ingesteld dat over het algemeen voortvloeit uit de |
cohabitant en fait peuvent effectivement réaliser un certain nombre | samenwoning. Feitelijk samenwonenden kunnen daadwerkelijk een aantal |
d'économies d'échelle en partageant la résidence principale avec une | schaalvoordelen halen uit het delen van de hoofdverblijfplaats met een |
autre personne et voient en conséquence leur situation financière | andere persoon en hun financiële situatie bijgevolg verbeterd zien |
améliorée par la présence de cette autre personne, soit parce qu'elles | door de aanwezigheid van die laatste, hetzij doordat zij bepaalde |
peuvent partager certains frais, soit parce qu'elles bénéficient de | kosten kunnen delen, hetzij doordat zij bepaalde materiële voordelen |
certains avantages matériels. | genieten. |
B.5.3. En vertu de l'article 6, § 1er, alinéa 3, de la loi du 22 mars | B.5.3. Krachtens artikel 6, § 1, derde lid, van de wet van 22 maart |
2001, le demandeur et toute autre personne qui réside habituellement | 2001 worden de aanvrager en elke andere persoon die gewoonlijk met hem |
avec lui à la même adresse sont en principe censés partager la même | op dezelfde plaats verblijft, in beginsel geacht dezelfde |
résidence principale. La résidence habituelle ressort, en vertu de | hoofdverblijfplaats te delen. Het gewoonlijk verblijf blijkt, |
l'article 6, § 1er, alinéa 4, de l'inscription dans les registres de | krachtens artikel 6, § 1, vierde lid, uit de inschrijving in de |
la population de la commune du lieu de résidence. | bevolkingsregisters van de gemeente waar de verblijfplaats is |
B.5.4. Avant la modification par la loi du 8 décembre 2013 modifiant | gevestigd. B.5.4. Vóór de wijziging bij de wet van 8 december 2013 tot wijziging |
la loi du 22 mars 2001 instituant la garantie de revenus aux personnes | van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie |
âgées, la résidence habituelle pouvait également être prouvée par « | voor ouderen, kon het gewoonlijk verblijf ook blijken uit « ieder |
tout document officiel ou administratif attestant la réalité d'une | ambtelijk of administratief stuk dat op een werkelijk verblijf op |
résidence commune ». A compter du 1er janvier 2014, la résidence | eenzelfde adres duidt ». Met ingang van 1 januari 2014 kan het |
habituelle ne peut plus être attestée que par l'inscription dans les | gewoonlijk verblijf enkel nog blijken uit de inschrijving in de |
registres de la population de la commune du lieu de résidence. | bevolkingsregisters van de gemeente waar de verblijfplaats is gevestigd. |
B.6. La loi précitée du 8 décembre 2013 avait pour objectif « de | B.6. De voormelde wet van 8 december 2013 had als doel « de regels |
simplifier considérablement les règles relatives à l'examen des | voor het bestaansmiddelenonderzoek dat in het kader van een procedure |
ressources qui doit être mené dans le cadre d'une procédure d'octroi | voor de toekenning van een inkomensgarantie voor ouderen (IGO) moet |
de la garantie de revenus aux personnes âgées (GRAPA) » (Doc. parl., | worden gevoerd verregaand te vereenvoudigen » (Parl. St., Kamer, |
Chambre, 2012-2013, DOC 53-2953/001, p. 4). L'instauration d'une présomption légale, qui est irréfragable dans l'interprétation du juge a quo, relève du large pouvoir d'appréciation dont le législateur dispose dans les matières socio-économiques. Le principe d'égalité et de non-discrimination ne le contraint pas à prévoir le même régime de preuve pour tous les régimes de sécurité sociale ou régimes résiduels. En outre, l'instauration de la présomption ne saurait être réputée avoir considérablement réduit le niveau de protection qui était offert avant le 1er janvier 2014. B.7. Les questions préjudicielles appellent une réponse négative. Par ces motifs, la Cour | 2012-2013, DOC 53-2953/001, p. 4). De invoering van een wettelijk vermoeden, dat in de interpretatie van de verwijzende rechter onweerlegbaar is, valt onder de ruime beoordelingsbevoegdheid waarover de wetgever in sociaaleconomische aangelegenheden beschikt. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie verplicht hem niet om voor alle socialezekerheidsregelingen of residuaire stelsels in dezelfde bewijsregeling te voorzien. Bovendien kan de invoering van het vermoeden niet worden geacht het beschermingsniveau dat vóór 1 januari 2014 werd geboden, in aanzienlijke mate te hebben verminderd. B.7. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 6, § 1er, de la loi du 22 mars 2001 instituant la garantie | Artikel 6, § 1, van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een |
de revenus aux personnes âgées, tel qu'il a été remplacé par l'article | inkomensgarantie voor ouderen, zoals vervangen bij artikel 4 van de |
4 de la loi du 8 décembre 2013 modifiant la loi du 22 mars 2001 | wet van 8 december 2013 tot wijziging van de wet van 22 maart 2001 tot |
instituant la garantie de revenus aux personnes âgées, ne viole pas | instelling van een inkomensgarantie voor ouderen, schendt de artikelen |
les articles 10, 11 et 23 de la Constitution. | 10, 11 en 23 van de Grondwet niet. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 23 mai 2019. | op 23 mei 2019. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
A. Alen | A. Alen |