← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 77/2019 du 23 mai 2019 Numéros du rôle : 6892 et 6994 En cause
: les questions préjudicielles relatives à l'article 14, § 1 er ter et §
3, de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis La Cour constitutionnelle, composée
des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges L. Lavrysen(...)"
Extrait de l'arrêt n° 77/2019 du 23 mai 2019 Numéros du rôle : 6892 et 6994 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 14, § 1 er ter et § 3, de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges L. Lavrysen(...) | Uittreksel uit arrest nr. 77/2019 van 23 mei 2019 Rolnummers 6892 en 6994 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 14, § 1ter en § 3, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, gesteld d Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. L(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 77/2019 du 23 mai 2019 | Uittreksel uit arrest nr. 77/2019 van 23 mei 2019 |
Numéros du rôle : 6892 et 6994 | Rolnummers 6892 en 6994 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 14, § 1erter | In zake : de prejudiciële vragen over artikel 14, § 1ter en § 3, van |
et § 3, de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis | de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de |
et la probation, posées par le Tribunal de police de Flandre | probatie, gesteld door de Politierechtbank West-Vlaanderen, afdeling |
occidentale, division Furnes. | Veurne. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges L. Lavrysen, | samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. |
J.-P. Moerman, P. Nihoul, T. Giet et J. Moerman, assistée du greffier | Lavrysen, J.-P. Moerman, P. Nihoul, T. Giet en J. Moerman, bijgestaan |
P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen, | door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par deux jugements du 19 mars 2018 en cause du ministère public | Bij twee vonnissen van 19 maart 2018 in zake het openbaar ministerie |
contre, d'une part, A.P. et, d'autre part, D.G., dont les expéditions | tegen, enerzijds, A.P. en, anderzijds, D.G., waarvan de expedities ter |
sont parvenues au greffe de la Cour le 4 avril 2018 et le 10 août | griffie van het Hof zijn ingekomen op 4 april 2018 en 10 augustus |
2018, le Tribunal de police de Flandre occidentale, division Furnes, a | 2018, heeft de Politierechtbank West-Vlaanderen, afdeling Veurne, de |
posé les questions préjudicielles identiques suivantes : | volgende identieke prejudiciële vragen gesteld : |
« 1) L'article 14, § 1erter, de la loi du 29 juin 1964 concernant la | « 1) Schendt het artikel 14 § 1ter van de Wet van 29 juni 1964 |
suspension, le sursis et la probation viole-t-il les articles 10 et 11 | betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, de artikelen |
de la Constitution, en ce qu'il prévoit que le sursis simple et le | 10 en 11 van de Grondwet, in die zin dat in dit artikel 14 § 1ter |
sursis probatoire peuvent être révoqués si la personne qui fait | bepaald wordt dat het gewoon uitstel en het probatie-uitstel kunnen |
l'objet de cette mesure du chef (1) d'une infraction à la loi du 16 | herroepen worden indien diegene voor wie de maatregel is genomen |
mars 1968 relative à la police de la circulation routière ou à ses | wegens (1) een overtreding van de wet van 16 maart 1968 betreffende de |
arrêtés d'exécution ou (2) en même temps du chef d'une infraction à la | politie over het wegverkeer of van haar uitvoeringsbesluiten of (2) |
loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière ou | tegelijkertijd wegens een overtreding van de wet van 16 maart 1968 |
betreffende de politie over het wegverkeer of van haar | |
à ses arrêtés d'exécution et du chef d'une infraction aux articles 419 | uitvoeringsbesluiten en wegens een overtreding van de artikelen 419 of |
ou 420 du Code pénal, a, pendant le délai d'épreuve, commis une | 420 van het Strafwetboek, gedurende de proeftijd een nieuw misdrijf |
nouvelle infraction ayant entraîné une condamnation en vertu de la loi | |
du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière, et ce | heeft gepleegd dat veroordeling krachtens de wet van 16 maart 1968 |
sans la moindre distinction quant à la nature de l'infraction ou à la | betreffende de politie over het wegverkeer tot gevolg heeft gehad, en |
dit zonder enig onderscheid wat betreft de aard van het misdrijf of de | |
gravité de la condamnation, alors que, si la mesure a été prise du | zwaarte van de veroordeling, terwijl in het geval dat de maatregel |
chef d'autres infractions que celles mentionnées à l'article 14, § 1erter, | genomen is wegens andere misdrijven dan deze vermeld in artikel 14 § |
de la loi du 29 juin 1964, le sursis ne peut être révoqué conformément | 1ter van de Wet van 29 juni 1964, het uitstel overeenkomstig artikel |
à l'article 14, § 1erbis, de cette loi que si, pendant le délai | 14 § 1bis van deze Wet pas kan herroepen worden indien gedurende de |
d'épreuve, il a été commis une nouvelle infraction ayant entraîné une | proeftijd een nieuw misdrijf gepleegd is dat veroordeling tot een |
effectieve hoofdgevangenisstraf van ten minste één maand en ten | |
condamnation à un emprisonnement principal effectif d'un mois au moins | hoogste zes maanden of tot een gelijkwaardige straf die in aanmerking |
et de six mois au plus, ou à une peine équivalente prise en compte | genomen wordt overeenkomstig artikel 99bis van het Strafwetboek, ten |
conformément à l'article 99bis du Code pénal ? | gevolge heeft gehad ? |
2) L'article 14, § 3, de la loi du 29 juin 1964 concernant la | 2) Schendt het artikel 14 § 3 van de Wet van 29 juni 1964 betreffende |
suspension, le sursis et la probation viole-t-il les articles 10 et 11 | de opschorting, het uitstel en de probatie, de artikelen 10 en 11 van |
de la Constitution, en ce qu'il prévoit que l'action en révocation du | de Grondwet, in die zin dat in dit artikel 14 § 3 bepaald wordt dat de |
sursis pour inobservation des conditions imposées doit être intentée | vordering tot herroeping van het uitstel wegens niet-naleving van de |
au plus tard dans l'année qui suit l'expiration du délai visé à | opgelegde voorwaarden moet worden ingesteld uiterlijk binnen een jaar |
l'article 8 de cette loi, alors qu'en cas de révocation du sursis | na het verstrijken van de termijn bepaald in artikel 8 van deze wet, |
simple ou du sursis probatoire du chef d'une nouvelle infraction | terwijl in het geval van herroeping van het gewoon uitstel of het |
probatie-uitstel wegens het plegen van een nieuw misdrijf gedurende de | |
commise pendant le délai d'épreuve conformément à l'article 14, § 1erter, | proeftijd overeenkomstig artikel 14 § 1ter van deze wet, deze |
de cette loi, ce délai (de déchéance) d'un an prévu à l'article 14, § | (verval-)termijn van 1 jaar bepaald in artikel 14 § 3 van deze wet |
3, de cette loi n'est pas applicable ? ». | niet geldt ? ». |
Ces affaires, inscrites sous les numéros 6892 et 6994 du rôle de la | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6892 en 6994 van de rol van |
Cour, ont été jointes. | het Hof, werden samengevoegd. |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la disposition en cause et à son contexte | Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling en haar context |
B.1. Les questions préjudicielles portent sur l'article 14, § 1erter | B.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op artikel 14, § 1ter en |
et § 3, de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis | § 3, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het |
et la probation (ci-après : la loi du 29 juin 1964). | uitstel en de probatie (hierna : de wet van 29 juni 1964). |
Les affaires soumises au juge a quo concernent des condamnations à des | De zaken voor de verwijzende rechter houden verband met veroordelingen |
peines assorties d'un sursis et la révocation de ce sursis en matière | tot straffen met uitstel en de herroeping ervan in verkeerszaken. |
de circulation routière. | B.2. Met het uitstel van de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke |
B.2. Par le sursis, total ou partiel, à l'exécution de condamnations | veroordelingen, geheel of gedeeltelijk, laat de wetgever de rechter |
pénales, le législateur permet au juge de différencier la peine qu'il | toe om de straf die hij wil opleggen, te differentiëren, rekening |
veut infliger, compte tenu de la personnalité de l'auteur et de son | houdend met de persoonlijkheid van de dader en zijn verleden, de aard |
passé, de la nature des faits, des risques de récidive de la part de | van de feiten, de kans dat de dader zou hervallen en de mogelijk |
l'auteur et des éventuels effets désocialisants d'une exécution de la | desocialiserende gevolgen van een tenuitvoerlegging. Het uitstel laat |
peine. Le sursis permet en particulier d'espérer que l'auteur ne | inzonderheid verhopen dat de dader niet zal recidiveren omdat hij |
récidivera pas parce que, dans le cas contraire, il court le risque | anders het risico loopt dat het uitstel zou worden herroepen. |
que le sursis soit révoqué. | |
B.3.1. Une condamnation assortie d'un sursis suppose que la peine ne | B.3.1. Een veroordeling met uitstel impliceert dat de straf gedurende |
peut pas être exécutée durant une période déterminée par le juge | een door de rechter bepaalde termijn niet ten uitvoer kan worden |
(article 8 de la loi du 29 juin 1964). Eu égard à cet obstacle légal, | gelegd (artikel 8 van de wet van 29 juni 1964). De verjaring van de |
la prescription de la peine infligée est suspendue durant le délai | opgelegde straf is, gelet op dit wettelijk beletsel, tijdens de |
d'épreuve. | proeftijd geschorst. |
Si le délai d'épreuve du condamné s'est déroulé favorablement, le | Indien de proeftijd van de veroordeelde gunstig is verlopen, is na |
droit de faire exécuter les peines prononcées expire définitivement à | afloop ervan het recht om de uitgesproken straffen ten uitvoer te |
l'issue de ce délai et le condamné est réputé avoir subi la peine. En | leggen definitief vervallen en wordt de veroordeelde geacht de straf |
revanche, en cas de déroulement défavorable du délai d'épreuve (en cas | te hebben ondergaan. Indien de proeftijd daarentegen ongunstig is |
d'inobservation des conditions probatoires ou de condamnation pour | verlopen (de niet-naleving van de probatievoorwaarden of een |
nouvelle infraction), la peine assortie d'un sursis peut encore être | veroordeling voor het plegen van een nieuw misdrijf), kan mits |
exécutée, moyennant révocation du sursis par le juge sur réquisition | herroeping door de rechter op vordering van het openbaar ministerie |
du ministère public (article 14, § 1erbis à § 2, de la loi du 29 juin | (artikel 14, § 1bis tot § 2, van de wet van 29 juni 1964) de |
1964). | uitgestelde straf alsnog worden ten uitvoer gelegd. |
B.3.2. L'article 14, § 1erbis, de la loi du 29 juin 1964 dispose : | B.3.2. Artikel 14, § 1bis, van de wet van 29 juni 1964 bepaalt : |
« Le sursis peut être révoqué si une nouvelle infraction commise | « Het uitstel kan worden herroepen indien gedurende de proeftijd een |
pendant le délai d'épreuve a entraîné une condamnation à un | nieuw misdrijf gepleegd is dat veroordeling tot een effectieve |
emprisonnement principal effectif d'un mois au moins et de six mois au | hoofdgevangenisstraf van ten minste één maand en ten hoogste zes |
plus, ou à une peine équivalente prise en compte conformément à | maanden of tot een gelijkwaardige straf die in aanmerking genomen |
l'article 99bis du Code pénal. | wordt overeenkomstig artikel 99bis van het Strafwetboek, ten gevolge heeft gehad. |
Dans ce cas, la procédure prévue au § 2, alinéas 2 et 3, est | In dat geval is de procedure bepaald in § 2, tweede en derde lid, van |
d'application ». | toepassing ». |
B.3.3. L'article 14, § 1erter, de la loi du 29 juin 1964 dispose : | B.3.3. Artikel 14, § 1ter, van de wet van 29 juni 1964 bepaalt : |
« Le sursis simple et le sursis probatoire peuvent aussi être révoqués | « Het gewoon uitstel en het probatieuitstel kunnen ook worden |
si la personne qui fait l'objet de cette mesure du chef d'une | herroepen indien diegene voor wie de maatregel is genomen wegens een |
infraction à la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la | overtreding van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over |
circulation routière ou à ses arrêtés d'exécution a commis une | het wegverkeer of van haar uitvoeringsbesluiten, gedurende de |
nouvelle infraction pendant le délai d'épreuve et ayant entraîné à une | proeftijd een nieuw misdrijf heeft gepleegd dat veroordeling krachtens |
condamnation en vertu de la loi du 16 mars 1968 relative à la police | de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer |
de la circulation routière. | tot gevolg heeft gehad. |
L'alinéa 1er vaut également si la mesure est prise en même temps pour | Het eerste lid geldt eveneens indien de maatregel tegelijkertijd is |
une infraction à la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière ou à ses arrêtés d'exécution et pour une infraction aux articles 419 ou 420 du Code pénal. Dans ce cas aussi, la procédure prévue au § 2, alinéas 2 et 3, est d'application ». Cette cause particulière de révocation du sursis en matière de circulation routière est soumise à deux conditions. La première suppose qu'une personne condamnée pour avoir commis des infractions de roulage se soit vu octroyer un sursis. La seconde implique que le condamné précité ait commis durant son délai d'épreuve une nouvelle infraction qui a entraîné une condamnation en vertu de la loi relative | genomen wegens een overtreding van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer of van haar uitvoeringsbesluiten en wegens een overtreding van de artikelen 419 of 420 van het Strafwetboek. Ook in dat geval is de procedure bepaald in § 2, tweede en derde lid, van toepassing ». Die bijzondere grond tot herroeping van het uitstel in verkeerszaken is onderworpen aan voorwaarden. De eerste houdt in dat aan een veroordeelde wegens verkeersinbreuken een uitstel werd toegekend. De |
à la police de la circulation routière, coordonnée par l'arrêté royal | tweede houdt in dat de voormelde veroordeelde tijdens zijn proeftijd |
du 16 mars 1968. | een nieuw misdrijf heeft gepleegd, dat op basis van de wet van 16 |
L'objectif du législateur était de mettre en place une règle | maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, tot een |
spécifique de révocation en matière de circulation routière afin de | veroordeling heeft geleid. De wetgever beoogde een specifieke herroepingsregeling voor |
réduire le nombre de morts sur les routes (Doc. parl., Chambre, | verkeerszaken in te stellen om het aantal verkeersdoden terug te |
2012-2013, DOC 53-2880/001, p. 3). Cette règle de révocation | dringen (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2880/001, p. 3). Deze |
particulière et étendue fait l'objet du commentaire suivant : | bijzondere en ruime herroepingsregeling is nader toegelicht als volgt : |
« On est conscient que de cette manière, une large possibilité de | « Men is er zich van bewust dat hierdoor voor verkeerszaken een ruime |
révocation est créée pour les affaires en matière de circulation. Le | mogelijkheid tot herroeping wordt gecreëerd. Het openbaar ministerie |
Ministère public décidera toutefois en première instance s'il y a lieu | zal echter als eerste instantie oordelen of het passend is om te |
d'assigner en vue de la révocation. Dans l'affirmative, le juge peut | dagvaarden met het oog op de herroeping. In positief geval kan de |
statuer sur l'opportunité d'une révocation éventuelle, compte tenu des | rechter oordelen over de opportuniteit van een eventuele herroeping, |
circonstances du dossier. | rekening houdend met de omstandigheden van het dossier. |
En effet, la révocation n'est actuellement possible qu'en cas de | De herroeping is momenteel slechts mogelijk in geval van een nieuwe |
nouvelle condamnation à une peine criminelle ou une peine | veroordeling tot een criminele straf of een hoofdgevangenisstraf van |
d'emprisonnement principal d'au moins un mois. Or, les cas de peines | ten minste één maand. De gevallen waarin gevangenisstraffen zijn |
d'emprisonnement prévus dans la loi relative à la police de la | voorzien in de wegverkeerswet zijn echter zeldzaam waardoor de |
réglementation routière sont rares et rendent par conséquent la | herroeping van het uitstel of de opschorting bijgevolg een eerder |
révocation de la suspension du prononcé fort théorique » (Doc. parl., | theoretische kwestie is » (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC |
Chambre, 2012-2013, DOC 53-2880/001, p. 14). | 53-2880/001, p. 14). |
B.3.4. L'article 14, § 2, de la loi du 29 juin 1964 dispose : | B.3.4. Artikel 14, § 2, van de wet van 29 juni 1964 bepaalt : |
« Le sursis probatoire peut être révoqué si la personne qui fait | « Het probatieuitstel kan worden herroepen indien degene voor wie die |
l'objet de cette mesure n'observe pas les conditions imposées. | maatregel is genomen, de opgelegde voorwaarden niet naleeft. |
Dans ce cas, le ministère public, sur rapport de la commission tendant | In dat geval dagvaardt het openbaar ministerie, op verslag van de |
à la révocation, cite l'intéressé aux fins de révocation du sursis | commissie dat strekt tot herroeping, de betrokkene, ten einde het |
devant le tribunal de première instance de sa résidence ou, dans le | uitstel te doen herroepen, voor de rechtbank van eerste aanleg van |
cas prévu au § 1erter, devant le tribunal de police du lieu de | zijn verblijfplaats of, in het geval bepaald in § 1ter, voor de |
l'infraction, dans les mêmes délai, conditions et formes qu'en matière | politierechtbank van de plaats van het misdrijf binnen dezelfde |
correctionnelle. Il en est ainsi même s'il s'agit de la révocation | termijn, onder dezelfde voorwaarden en in dezelfde vormen als in |
d'un sursis prononcé par la Cour d'assises. Si la juridiction de | correctionele zaken. Dit geldt zelfs bij herroeping van een uitstel |
jugement ne révoque pas le sursis, elle peut assortir de nouvelles | dat door het Hof van assisen is uitgesproken. Herroept het |
conditions le sursis probatoire ordonné lors de la première | vonnisgerecht het uitstel niet, dan kan het nieuwe voorwaarden |
condamnation. Ces décisions sont susceptibles des voies de recours prévues au Code | verbinden aan het probatie-uitstel, gelast bij de eerste veroordeling. |
Tegen deze beslissingen kan worden opgekomen met alle rechtsmiddelen | |
d'instruction criminelle ». | waarin het Wetboek van strafvordering voorziet ». |
B.3.5. L'article 14, § 3, de la loi du 29 juin 1964 dispose : | B.3.5. Artikel 14, § 3, van de wet van 29 juni 1964 bepaalt : |
« L'action en révocation pour inobservation des conditions imposées | « De vordering tot herroeping wegens niet-naleving van de opgelegde |
doit être intentée au plus tard dans l'année qui suit l'expiration du | voorwaarden moet worden ingesteld uiterlijk binnen een jaar na het |
délai visé à l'article 8. Elle est prescrite après une année révolue à | verstrijken van de termijn bepaald in artikel 8. Zij verjaart een vol |
compter du jour où la juridiction compétente en a été saisie ». | jaar na de dag waarop zij bij het bevoegde gerecht is aangebracht ». |
Cette disposition soumet l'action en révocation du sursis probatoire | Die bepaling onderwerpt de vordering tot herroeping van het |
pour inobservation des conditions imposées à deux délais successifs. | probatie-uitstel wegens de niet-naleving van de opgelegde voorwaarden |
aan twee opeenvolgende termijnen. De eerste termijn is de | |
Le premier est le délai de prescription dont le ministère public | vervaltermijn waarover het openbaar ministerie beschikt om de |
dispose pour intenter l'action et le second s'impose à la juridiction | vordering in te stellen, de tweede is opgelegd aan het gerecht dat |
qui doit juger celle-ci. | daarover uitspraak moet doen. |
B.3.6. Afin de ne pas faire obstacle à l'action en révocation, des | B.3.6. Teneinde de vordering tot herroeping niet te beletten, zijn |
règles particulières ont été fixées en matière de prescription de la | inzake de verjaring van de straf bijzondere regels bepaald. Na afloop |
peine. A l'issue du délai d'épreuve, la prescription de la peine reste | van de proeftijd blijft de verjaring van de straf geschorst gedurende |
suspendue pendant la durée nécessaire pour révoquer le sursis en cas | de tijd die nodig is om de herroeping wegens niet-naleving van de |
d'inobservation des conditions imposées (article 18, § 2, de la loi du | opgelegde voorwaarden tot stand te brengen (artikel 18, § 2, van de |
29 juin 1964). | wet van 29 juni 1964). |
De tijd waarin die herroeping mogelijk is, werd kort gehouden door het | |
En soumettant l'introduction de l'action en révocation en application | instellen van de vordering tot herroeping met toepassing van artikel |
de l'article 14, § 2, de la loi du 29 juin 1964 à un délai de | 14, § 2, van de wet van 29 juni 1964 te onderwerpen aan een |
prescription d'un an après l'expiration du délai d'épreuve (article | vervaltermijn van één jaar na het verstrijken van de proeftijd |
14, § 3, de la loi du 29 juin 1964), le législateur a fait en sorte que la durée au cours de laquelle cette révocation est possible soit brève. Aucune disposition spécifique ne règle en revanche la prescription de la peine assortie d'un sursis lorsque celui-ci peut être révoqué en raison d'une nouvelle condamnation pour une infraction de roulage commise durant le délai d'épreuve. Il y a lieu de considérer, notamment à la lumière de ce qui est exposé en B.3.1, que la révocation survenue après la période d'épreuve fixée par le juge, en raison d'une nouvelle infraction commise au cours de cette période, a pour effet de faire débuter le délai de prescription de la peine qui était initialement assortie du sursis révoqué à la fin du délai d'épreuve. Par ailleurs, aucun délai particulier n'a été prévu pour l'introduction de l'action en révocation fondée sur une condamnation pour nouvelle infraction de roulage. Quant à la première question préjudicielle | (artikel 14, § 3, van de wet van 29 juni 1964). Geen enkele specifieke bepaling regelt daarentegen de verjaring van de straf met uitstel wanneer dat laatste kan worden herroepen wegens een nieuwe veroordeling voor een verkeersmisdrijf dat tijdens de proeftijd is gepleegd. Met name in het licht van hetgeen is uiteengezet in B.3.1 dient te worden aangenomen dat de herroeping na de door de rechter vastgestelde proefperiode wegens een nieuw misdrijf dat tijdens die periode is gepleegd, ertoe heeft geleid de verjaringstermijn van de straf die oorspronkelijk gepaard ging met het herroepen uitstel, te doen aanvangen op het einde van de proeftijd. Voor het instellen van de vordering tot herroeping op grond van een veroordeling voor een nieuw verkeersmisdrijf werd overigens geen bijzondere termijn bepaald. Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag |
B.4. La première question préjudicielle porte sur la compatibilité de | B.4. De eerste prejudiciële vraag heeft betrekking op de |
l'article 14, § 1erter, de la loi du 29 juin 1964 avec les articles 10 | bestaanbaarheid van artikel 14, § 1ter, van de wet van 29 juni 1964 |
et 11 de la Constitution, en ce qu'il ne subordonne pas, en matière de | met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het de mogelijkheid |
circulation routière, la possibilité de révoquer l'octroi d'un sursis | tot herroeping van een verleend uitstel in verkeerszaken niet |
à un seuil concernant la peine infligée en cas de condamnation pour | afhankelijk stelt van een ondergrens inzake de straf bij een |
une nouvelle infraction de roulage commise durant le délai d'épreuve, | veroordeling voor een nieuw tijdens de proeftijd gepleegd |
alors qu'en cas de condamnation pour une nouvelle infraction commise | verkeersmisdrijf terwijl de facultatieve herroeping van een verleend |
durant le délai d'épreuve dans d'autres matières que le roulage, la | uitstel wegens een veroordeling voor het plegen van een nieuw misdrijf |
révocation facultative d'un sursis qui a été octroyé est, quant à | |
elle, subordonnée à un tel seuil de la peine (article 14, § 1erbis, de | tijdens de proeftijd in andere dan verkeerszaken wel afhankelijk is |
la loi du 29 juin 1964). | van zulke ondergrens (artikel 14, § 1bis, van de wet van 29 juni |
B.5. La politique répressive, qui englobe l'appréciation de la gravité | 1964). B.5. Het repressieve beleid waaronder de vaststelling van de ernst van |
d'un manquement et la sévérité avec laquelle il peut être puni, y | een tekortkoming en de zwaarwichtigheid waarmee zij kan worden |
compris les possibilités d'individualisation de la peine et les effets | bestraft, met inbegrip van de mogelijkheden tot individualisering van |
et actions qui y sont attachés, relève du pouvoir d'appréciation du | de straf en de daaraan verbonden gevolgen en vorderingen, behoort tot |
législateur. Il peut aussi se montrer sévère dans des matières où les | de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever. Hij vermag zich ook streng |
infractions peuvent porter gravement atteinte aux droits fondamentaux | op te stellen in aangelegenheden waar de inbreuken de grondrechten van |
des individus et aux intérêts de la collectivité. | de burgers en de belangen van de gemeenschap ernstig kunnen aantasten. |
B.6. Le législateur pouvait partir du principe que les infractions de | B.6. De wetgever vermocht er vanuit te gaan dat verkeersmisdrijven, |
ongeacht de zwaarte van de opgelegde straf, steeds een ernstig gevaar | |
roulage, quelle que soit la sévérité de la peine infligée, comportent | voor de algemene verkeersveiligheid met zich meebrengen en dat |
toujours un grave danger pour la sécurité routière dans son ensemble | straffeloosheid in verkeerszaken dient te worden tegengegaan. De |
et qu'il y a lieu de lutter contre l'impunité dans ce domaine. Compte | wetgever vermocht, rekening houdend met hetgeen in B.5 is vermeld, |
tenu de ce qui est dit en B.5, le législateur pouvait dès lors estimer | derhalve te oordelen dat een bijzondere, ruime herroepingsregeling in |
qu'une règle de révocation particulière et étendue en matière de | verkeerszaken kon worden ingesteld waarbij, wat de grondslag voor de |
circulation routière pouvait être instaurée sans que soit fixé, en ce | herroeping betreft, geen ondergrens inzake de opgelegde straf voor het |
qui concerne la cause de la révocation, un seuil quant à la peine | nieuw gepleegde verkeersmisdrijf werd bepaald. |
infligée pour une nouvelle infraction de roulage. | Bovendien heeft de in het geding zijnde bepaling geen herroeping van |
En outre, la disposition en cause n'entraîne pas de plein droit la | het uitstel van rechtswege tot gevolg doordat het openbaar ministerie |
révocation du sursis, dès lors que le ministère public décide de | oordeelt over de opportuniteit van het instellen van een vordering tot |
l'opportunité d'intenter une action en révocation et que le juge | herroeping en de rechter finaal oordeelt over het al dan niet |
décide en définitive de révoquer ou non le sursis octroyé, sur la base | herroepen van het verleende uitstel op basis van alle elementen van |
de tous les éléments du dossier. | het dossier. |
Partant, l'article 14, § 1erter, de la loi du 29 juin 1964 n'est pas | Artikel 14, § 1ter, van de wet van 29 juni 1964 is derhalve niet |
sans justification raisonnable. | zonder redelijke verantwoording. |
B.7. La première question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.7. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Quant à la seconde question préjudicielle | Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag |
B.8. La seconde question préjudicielle porte sur la compatibilité de | B.8. De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op de |
l'article 14, § 3, de la loi du 29 juin 1964 avec les articles 10 et | bestaanbaarheid van artikel 14, § 3, van de wet van 29 juni 1964 met |
11 de la Constitution, en ce que le délai d'un an qu'il prévoit pour | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de termijn van één |
l'introduction, par le ministère public, de l'action en révocation du | jaar waarin het voorziet voor het instellen, door het openbaar |
sursis n'est applicable qu'à l'action en révocation du sursis | ministerie, van de vordering tot herroeping van het uitstel alleen van |
probatoire pour cause d'inobservation des conditions imposées (article | toepassing is op de vordering tot herroeping van het probatie-uitstel |
14, § 2 de la loi du 29 juin 1964) et non à l'action en révocation du | wegens het niet-naleven van de opgelegde voorwaarden (artikel 14, § 2, |
sursis en raison d'une nouvelle condamnation pour une infraction de | van de wet van 29 juni 1964) en niet op de vordering tot herroeping |
van het uitstel wegens een nieuwe veroordeling voor een | |
roulage commise durant le délai d'épreuve (article 14, § 1erter de la | verkeersmisdrijf dat is gepleegd tijdens de proeftijd (artikel 14, § |
même loi). | 1ter, van dezelfde wet). |
B.9. La personne qui a été condamnée à une peine assortie d'un sursis | B.9. De persoon die is veroordeeld tot een straf met probatie-uitstel |
probatoire et qui ne satisfait pas aux conditions qui lui ont été | en die niet voldoet aan de voorwaarden die hem zijn opgelegd tijdens |
imposées durant le délai d'épreuve ne peut se voir citée aux fins de | de proeftijd, kan enkel worden gedagvaard teneinde het uitstel te |
la révocation du sursis que durant une période d'un an au plus après | herroepen uiterlijk binnen één jaar na het einde van de proeftijd. De |
la fin du délai d'épreuve. En revanche, la personne qui a été | persoon die is veroordeeld tot een straf met probatie-uitstel en die |
condamnée à une peine assortie d'un sursis probatoire et qui est | is veroordeeld voor een nieuw misdrijf dat is gepleegd tijdens de |
condamnée pour une nouvelle infraction commise durant le délai | proeftijd, kan daarentegen worden gedagvaard teneinde het uitstel te |
d'épreuve peut se voir citée aux fins de la révocation du sursis tant | herroepen zolang de uitvoering van de straf die aanvankelijk gepaard |
que l'exécution de la peine initialement assortie du sursis n'est pas | ging met het uitstel, niet is verjaard. Zoals in B.3.6 is vermeld, |
prescrite. Comme il est dit en B.3.6., en l'absence de dispositions | dient, bij ontstentenis van bijzondere bepalingen, ervan te worden |
spécifiques, il faut considérer que la prescription de cette peine | uitgegaan dat de verjaring van die straf begint te lopen op het einde |
débute au terme du délai d'épreuve, de sorte que la possibilité qu'a | van de proeftijd, zodat de mogelijkheid waarover het openbaar |
le ministère public de demander la révocation du sursis pour cause de | ministerie beschikt om de herroeping van het uitstel wegens een nieuw |
nouvelle infraction commise au cours du délai d'épreuve n'est pas non | misdrijf gepleegd tijdens de proeftijd te vorderen, evenmin in de tijd |
plus illimitée dans le temps. | onbeperkt is. |
B.10. Cette différence en ce qui concerne le délai de prescription | B.10. Dat verschil in verjaringstermijn berust op een objectief |
repose sur un critère objectif, à savoir le motif pour lequel le | criterium, namelijk de reden waarom het openbaar ministerie de |
ministère public cite l'intéressé en révocation du sursis. Il relève | betrokkene dagvaardt teneinde het uitstel te herroepen. Het behoort |
du pouvoir d'appréciation du législateur de fixer les différents | tot de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever om de verschillende |
délais de prescription. Il ne pourrait y avoir de discrimination que | verjaringstermijnen vast te stellen. Van discriminatie zou slechts |
sprake kunnen zijn indien het verschil in behandeling dat voortvloeit | |
si la différence de traitement résultant de l'application de ces | uit de toepassing van die verschillende verjaringstermijnen, gepaard |
différents délais de prescription allait de pair avec une limitation | zou gaan met een onevenredige beperking van de rechten van de daarbij |
disproportionnée des droits des parties concernées. | betrokken partijen. |
En l'espèce, le législateur a pu estimer qu'il y avait lieu de prévoir | Te dezen vermocht de wetgever te oordelen dat de vordering tot |
un délai de prescription court en ce qui concerne l'action en | herroeping van het probatie-uitstel wegens de niet-naleving van de |
révocation du sursis probatoire pour non-respect des conditions | voorwaarden met betrekking tot het uitstel, diende gepaard te gaan met |
relatives au sursis. Compte tenu du large pouvoir d'appréciation dont | een korte verjaringstermijn. Gelet op de ruime beoordelingsmarge |
il dispose en la matière, la circonstance qu'il n'a pas prévu le même | waarover hij ter zake beschikt, houdt de omstandigheid dat hij niet in |
délai pour l'introduction de l'action en révocation du sursis pour | dezelfde termijn heeft voorzien voor het instellen van de vordering |
cause de nouvelle condamnation sanctionnant une infraction commise | tot herroeping van het uitstel wegens een nieuwe veroordeling tot |
dans le délai d'épreuve n'est pas, en soi, constitutive de | bestraffing van een binnen de proeftijd gepleegd misdrijf, op zich |
discrimination. En effet, le délai durant lequel le ministère public | geen discriminatie in. De termijn waarbinnen het openbaar ministerie |
peut, dans cette hypothèse, introduire l'action en révocation, qui | in die hypothese de vordering tot herroeping kan instellen, die |
coïncide avec le délai de prescription de l'exécution de la peine | overeenstemt met de verjaringstermijn van de uitvoering van de |
initiale, ne saurait en effet être jugé déraisonnable, d'autant que le | oorspronkelijke straf, kan immers niet onredelijk worden geacht, |
législateur a voulu prévoir un effet plus dissuasif à l'égard de | temeer omdat de wetgever heeft willen voorzien in een sterker |
nouvelles infractions de roulage. | ontradend effect ten aanzien van nieuwe verkeersmisdrijven. |
B.11. La seconde question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.11. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 14, § 1erter et § 3, de la loi du 29 juin 1964 concernant la | Artikel 14, § 1ter en § 3, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de |
suspension, le sursis et la probation ne viole pas les articles 10 et | opschorting, het uitstel en de probatie schendt de artikelen 10 en 11 |
11 de la Constitution. | van de Grondwet niet. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 23 mai 2019. | op 23 mei 2019. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
A. Alen | A. Alen |