← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 55/2019 du 8 mai 2019 Numéro du rôle : 6738 En cause : les questions
préjudicielles relatives à l'article 1675/19, § 3, du Code judiciaire, posées par la Cour du travail
de Mons. La Cour constitutionnelle, com après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant
: I. Objet des questions préjudicielles et procédu(...)"
Extrait de l'arrêt n° 55/2019 du 8 mai 2019 Numéro du rôle : 6738 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 1675/19, § 3, du Code judiciaire, posées par la Cour du travail de Mons. La Cour constitutionnelle, com après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet des questions préjudicielles et procédu(...) | Uittreksel uit arrest nr. 55/2019 van 8 mei 2019 Rolnummer 6738 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 1675/19, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Bergen. Het Grondwettelijk Hof, samenge wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 55/2019 du 8 mai 2019 | Uittreksel uit arrest nr. 55/2019 van 8 mei 2019 |
Numéro du rôle : 6738 | Rolnummer 6738 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 1675/19, | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 1675/19, § 3, van |
§ 3, du Code judiciaire, posées par la Cour du travail de Mons. | het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Bergen. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges J.-P. | samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters |
Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, R. Leysen et M. Pâques, assistée du | J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, R. Leysen en M. Pâques, |
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président F. Daoût, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par arrêt du 3 octobre 2017 en cause de Séverine Vandekerkove, | Bij arrest van 3 oktober 2017 in zake Séverine Vandekerkove, |
médiatrice de dettes, en présence de A.P. et de divers créanciers, | schuldbemiddelaar, in aanwezigheid van A.P. en diverse schuldeisers, |
dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 9 octobre 2017, | waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 oktober |
la Cour du travail de Mons a posé les questions préjudicielles | 2017, heeft het Arbeidshof te Bergen de volgende prejudiciële vragen |
suivantes : | gesteld : |
« 1. L'article 1675/19, § 3, du Code judiciaire, selon lequel la | « 1. Voert artikel 1675/19, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, volgens |
décision par laquelle le juge, sur requête du médiateur de dettes, | hetwelk de beschikking waarbij de rechter, op verzoek van de |
délivre un titre exécutoire pour la provision qu'il détermine ou pour | schuldbemiddelaar, een bevel tot tenuitvoerlegging geeft voor het |
voorschot dat hij bepaalt of ten belope van het bedrag van de | |
le montant des honoraires, émoluments et frais qu'il fixe, n'est | erelonen, emolumenten en kosten dat hij vaststelt, niet vatbaar is |
susceptible ni d'opposition ni d'appel, ne crée pas une | voor verzet of hoger beroep, geen discriminatie in in het licht van de |
discrimination, au regard des articles 10 et 11 de la Constitution, le | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang |
cas échéant lus en combinaison avec l'article 23, alinéa 3, 1°, de la | gelezen met artikel 23, derde lid, 1°, van de Grondwet, tussen, |
Constitution, entre, d'une part, le médiateur de dettes qui, | enerzijds, de schuldbemiddelaar die, overeenkomstig de lering uit het |
conformément à l'enseignement de l'arrêt n° 85/2010 rendu le 8 juillet | arrest nr. 85/2010 gewezen op 8 juli 2010 door het Grondwettelijk Hof, |
2010 par la Cour constitutionnelle, est admis à interjeter un appel | hoger beroep vermag in te stellen tegen een gecombineerde beschikking |
contre une décision combinée qui impose un plan de règlement | waarbij een gerechtelijke aanzuiveringsregeling wordt opgelegd en |
judiciaire et qui statue sur la demande de taxation des honoraires, | waarin uitspraak wordt gedaan over het verzoek tot begroting van de |
émoluments et frais du médiateur de dettes, d'autre part, le médiateur | erelonen, emolumenten en kosten van de schuldbemiddelaar, en, |
de dettes qui ne serait pas admis à interjeter un appel contre une | anderzijds, de schuldbemiddelaar die geen hoger beroep zou mogen |
décision portant exclusivement sur la question de la taxation des | instellen tegen een beschikking die uitsluitend betrekking heeft op de |
honoraires, émoluments et frais ? | begroting van de erelonen, emolumenten en kosten ? |
2. L'article 1675/19, § 3, du Code judiciaire, selon lequel la | 2. Voert artikel 1675/19, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, volgens |
décision par laquelle le juge, sur requête du médiateur de dettes, | hetwelk de beschikking waarbij de rechter, op verzoek van de |
délivre un titre exécutoire pour la provision qu'il détermine ou pour | schuldbemiddelaar, een bevel tot tenuitvoerlegging geeft voor het |
voorschot dat hij bepaalt of ten belope van het bedrag van de | |
le montant des honoraires, émoluments et frais qu'il fixe, n'est | erelonen, emolumenten en kosten dat hij vaststelt, niet vatbaar is |
susceptible ni d'opposition ni d'appel, ne crée-t-il pas une | voor verzet of hoger beroep, geen discriminatie in in het licht van de |
discrimination, au regard des articles 10 et 11 de la Constitution, le | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang |
cas échéant lus en combinaison avec l'article 23, alinéa 3, 1°, de la | gelezen met artikel 23, derde lid, 1°, van de Grondwet, tussen, |
Constitution, entre, d'une part, l'administrateur de la personne | enerzijds, de bewindvoerder van de beschermde persoon of de |
protégée ou le mandataire de justice - ou l'administrateur provisoire | gerechtelijk lasthebber - of de voorlopige bewindvoerder - aangesteld |
- désigné dans le cadre de la continuité des entreprises qui est admis | in het kader van de continuïteit van de ondernemingen die hoger beroep |
à interjeter un appel contre une décision qui statue sur la demande de | vermag in te stellen tegen een beschikking waarin uitspraak wordt |
taxation de ses honoraires et frais, d'autre part, le médiateur de | gedaan over het verzoek tot begroting van zijn erelonen en kosten, en, |
dettes qui ne serait pas admis à interjeter un appel contre une | anderzijds, de schuldbemiddelaar die geen hoger beroep zou mogen |
décision portant exclusivement sur la question de la taxation des | instellen tegen een beschikking die uitsluitend betrekking heeft op de |
honoraires, émoluments et frais ? ». | begroting van de erelonen, emolumenten en kosten ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. La Cour est invitée à se prononcer sur la compatibilité de | B.1.1. Het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de |
bestaanbaarheid van artikel 1675/19, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek | |
l'article 1675/19, § 3, du Code judiciaire avec les articles 10 et 11, | met de artikelen 10 en 11, al dan niet in samenhang gelezen met |
lus ou non en combinaison avec l'article 23, alinéa 3, 1°, de la | artikel 23, derde lid, 1°, van de Grondwet, in zoverre het een |
Constitution, en ce qu'il ne permet pas au médiateur de dettes | schuldbemiddelaar niet toelaat hoger beroep in te stellen tegen de |
d'interjeter appel de l'ordonnance du juge qui porte exclusivement sur | beschikking van de rechter die uitsluitend betrekking heeft op de |
la taxation de ses honoraires, émoluments et frais. | begroting van zijn erelonen, emolumenten en kosten. |
B.1.2. L'article 1675/19 du Code judiciaire dispose : | B.1.2. Artikel 1675/19 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : |
« § 1er. Les règles et tarifs fixant les honoraires, émoluments et | « § 1. De regels en barema's tot vaststelling van het ereloon, de |
frais du médiateur de dettes sont déterminés par le Roi. Le Roi exerce ses pouvoirs sur la proposition conjointe des ministres ayant la Justice et les Affaires économiques dans leurs attributions. § 2. L'état d'honoraires, émoluments et frais du médiateur de dettes est à charge du débiteur et est payé par préférence. Sans préjudice de l'article 1675/9, § 4, pendant l'élaboration du plan, le médiateur retient sur les actifs du débiteur une réserve pour le paiement des honoraires émoluments et frais. En cas de remise totale de dettes, le juge met à charge du SPF | emolumenten en de kosten van de schuldbemiddelaar worden door de Koning bepaald. De Koning oefent deze bevoegdheden uit op de gezamenlijke voordracht van de ministers tot wier bevoegdheid Justitie en Economische Zaken behoren. § 2. De staat van ereloon, emolumenten en kosten van de schuldbemiddelaar komt ten laste van de schuldenaar en wordt bij voorrang betaald. Onverminderd artikel 1675/9, § 4, houdt de schuldbemiddelaar tijdens de opmaak van de regeling van de baten van het vermogen van de schuldenaar een reserve af voor de betaling van ereloon, emolumenten en kosten. In geval van totale kwijtschelding van schulden legt de rechter de totale of gedeeltelijke onbetaalde honoraria van de schuldbemiddelaar |
Economie visé à l'article 20 de la loi du 5 juillet 1998 relative au | ten laste van de FOD Economie bedoeld in artikel 20 van de wet van 5 |
règlement collectif de dettes et à la possibilité de vente de gré à gré des biens immeubles saisis tout ou partie des honoraires impayés du médiateur. Si le plan prévoit une remise de dettes en capital et seulement dans la mesure où il est justifié de l'impossibilité pour le requérant de payer les honoraires dans un délai raisonnable, le juge peut mettre à charge du SPF Economie tout ou partie des honoraires impayés du médiateur. Dans sa demande, le médiateur indique les raisons pour lesquelles la réserve constituée est insuffisante et pour lesquelles le disponible du débiteur est insuffisant pour payer les honoraires. Le juge indique les raisons qui justifient l'intervention du SPF Economie. Le montant des honoraires et frais du médiateur de dettes ne peut dépasser 1200 euros par dossier, à moins que le juge n'en décide autrement par une décision spécialement motivée. | juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen. Indien de regeling voorziet in een kwijtschelding van schulden in kapitaal en enkel mits wordt gerechtvaardigd dat de verzoeker in de onmogelijkheid verkeert de honoraria binnen een redelijke termijn te betalen, kan de rechter de totale of gedeeltelijke onbetaalde honoraria van de schuldbemiddelaar ten laste leggen van de FOD Economie. De schuldbemiddelaar duidt in zijn verzoek de redenen aan waarom de aangelegde reserve onvoldoende is en waarom de beschikbare middelen van de schuldenaar ontoereikend zijn om het ereloon te betalen. De rechter geeft de redenen aan die de interventie van de FOD Economie rechtvaardigen. Het bedrag van de honoraria en de kosten van de schuldbemiddelaar mag per dossier niet hoger liggen dan 1 200 euro, tenzij de rechter er anders over beslist middels een bijzondere gemotiveerde beslissing. In het ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling, bedoeld in |
Le projet de plan amiable, visé à l'article 1675/10, § 2, et le plan | artikel 1675/10, § 2, en in de gerechtelijke aanzuiveringsregeling |
de règlement judiciaire indiquent la manière dont les honoraires, | wordt aangegeven hoe de vervallen en te vervallen honoraria worden |
échus et à échoir, sont acquittés par le débiteur. | betaald door de schuldenaar. |
§ 3. A moins que ces mesures n'aient été arrêtées par la décision | § 3. Tenzij deze maatregelen getroffen werden door de beschikking |
visée à l'article 1675/10, § 5, à l'article 1675/12 ou à l'article | bedoeld in artikel 1675/10, § 5, in artikel 1675/12 of in artikel |
1675/13, le juge, sur requête du médiateur de dettes, délivre un titre | 1675/13, geeft de rechter, op verzoek van de schuldbemiddelaar, een |
exécutoire pour la provision qu'il détermine ou pour le montant des | bevel tot tenuitvoerlegging voor het voorschot dat hij bepaalt of ten |
honoraires, émoluments et frais qu'il fixe. S'il échet, il entend au | belope van het bedrag van de erelonen, emolumenten en kosten dat hij |
vaststelt. Zo nodig hoort hij voorafgaandelijk in raadkamer de | |
préalable en chambre du conseil, les observations du débiteur, des | opmerkingen van de schuldenaar, van de schuldeisers en van de |
créanciers et du médiateur de dettes. La décision n'est susceptible ni | schuldbemiddelaar. De beschikking is niet vatbaar voor verzet of hoger |
d'opposition ni d'appel. A chaque demande du médiateur de dettes est | beroep. Bij elk verzoek van de schuldbemiddelaar wordt een |
joint un décompte détaillé des prestations à rémunérer et des frais | gedetailleerd overzicht van de te vergoeden prestaties en van de |
exposés ou à exposer ». | gedragen of te dragen kosten gevoegd ». |
Quant à la première question préjudicielle | Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag |
B.2. La première question préjudicielle concerne la différence de | B.2. De eerste prejudiciële vraag heeft betrekking op het verschil in |
traitement qui résulterait de la disposition en cause entre le | behandeling dat uit de in het geding zijnde bepaling zou voortvloeien |
médiateur de dettes qui ne peut interjeter appel de l'ordonnance du | tussen de schuldbemiddelaar die geen hoger beroep kan instellen tegen |
juge portant exclusivement sur la question de la taxation de ses | de beschikking van de rechter die uitsluitend betrekking heeft op de |
kwestie van de begroting van zijn erelonen, emolumenten en kosten, en | |
honoraires, émoluments et frais et le médiateur de dettes qui, | de schuldbemiddelaar die, overeenkomstig het arrest van het Hof nr. |
conformément à l'arrêt de la Cour n° 85/2010 du 8 juillet 2010, serait | 85/2010 van 8 juli 2010, hoger beroep zou mogen instellen tegen een |
gecombineerde beslissing waarbij een gerechtelijke | |
admis à interjeter appel contre une décision combinée qui impose un | aanzuiveringsregeling wordt opgelegd en waarin uitspraak wordt gedaan |
plan de règlement judiciaire et qui statue sur la demande de taxation | over het verzoek tot begroting van de erelonen, emolumenten en kosten |
des honoraires, émoluments et frais du médiateur de dettes. | van de schuldbemiddelaar. |
B.3.1. Par son arrêt n° 85/2010, précité, la Cour a jugé l'article | B.3.1. Bij zijn voormelde arrest nr. 85/2010 heeft het Hof geoordeeld |
1675/19, § 3, troisième phrase, du Code judiciaire compatible avec les | dat artikel 1675/19, § 3, derde zin, van het Gerechtelijk Wetboek |
articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il ne permet pas qu'un | bestaanbaar was met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre |
appel soit interjeté contre une décision relative aux honoraires, | het niet toelaat dat hoger beroep wordt ingesteld tegen een op grond |
émoluments et frais prise sur la base de cette disposition. | van die bepaling genomen beslissing met betrekking tot de erelonen, |
emolumenten en kosten. | |
B.3.2. La Cour a également jugé que, dans l'interprétation selon | B.3.2. Het Hof heeft eveneens geoordeeld dat, in de interpretatie |
laquelle il ne permettrait pas qu'un appel soit interjeté par le | volgens welke het niet zou toelaten dat de schuldbemiddelaar hoger |
médiateur de dettes contre une décision relative aux honoraires, | beroep instelt tegen een beslissing met betrekking tot de erelonen, |
émoluments et frais prise sur la base des articles 1675/12 et 1675/13 | emolumenten en kosten genomen op grond van de artikelen 1675/12 en |
du Code judiciaire, l'article 1675/19, § 3, troisième phrase, du Code | 1675/13 van het Gerechtelijk Wetboek, artikel 1675/19, § 3, derde zin, |
judiciaire violait les articles 10 et 11 de la Constitution, tout en | van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
précisant que, dans l'interprétation selon laquelle, dans cette | schond, waarbij het evenwel heeft gepreciseerd dat, in de |
hypothèse, un appel pourrait être interjeté par le médiateur de | interpretatie volgens welke, in die hypothese, de schuldbemiddelaar |
dettes, il n'y avait pas de violation des dispositions | hoger beroep zou kunnen instellen, de voormelde grondwetsbepalingen |
constitutionnelles précitées. | niet waren geschonden. |
B.3.3. L'article 1675/19, § 3, du Code judiciaire porte sur la | B.3.3. Artikel 1675/19, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek heeft |
fixation des honoraires, émoluments et frais à n'importe quel moment | betrekking op de vaststelling van de erelonen, emolumenten en kosten |
de la procédure, y compris après que le juge a arrêté un plan de | op eender welk ogenblik van de procedure, ook nadat de rechter een |
gerechtelijke aanzuiveringsregeling heeft vastgesteld, waarbij de | |
règlement judiciaire, le médiateur étant chargé par l'article 1675/14, | bemiddelaar op grond van artikel 1675/14, § 1, van het Gerechtelijk |
§ 1er, du Code judiciaire de suivre et de contrôler l'exécution des | Wetboek belast is met de opvolging en controle van de uitvoering van |
mesures prévues par ce plan et pouvant donc se voir attribuer de tels | de maatregelen waarin die regeling voorziet, en dergelijke erelonen, |
honoraires, émoluments et frais postérieurement à l'adoption du plan. | emolumenten en kosten hem dus mogelijk na de aanneming van de regeling |
Les articles 1675/12 et 1675/13 portent en revanche sur la fixation de | kunnen worden toegekend. De artikelen 1675/12 en 1675/13 hebben |
daarentegen betrekking op de vaststelling van die bedragen bij de | |
ces sommes par la décision adoptant le plan de règlement judiciaire | beslissing tot aanneming van de gerechtelijke aanzuiveringsregeling |
lui-même. Dans son arrêt n° 85/2010, du 8 juillet 2010, la Cour a jugé | zelf. Bij zijn arrest nr. 85/2010 van 8 juli 2010 heeft het Hof |
que la différence de traitement reposait sur un critère objectif, à | geoordeeld dat het verschil in behandeling berustte op een objectief |
savoir la phase de la procédure au cours de laquelle le montant des | criterium, namelijk de fase van de procedure waarin het bedrag van de |
sommes en cause est fixé : | in het geding zijnde sommen wordt vastgesteld : |
« B.7. En l'espèce, le législateur qui, au cours des travaux | « B.7. Te dezen heeft de wetgever, die tijdens de parlementaire |
préparatoires de l'article 1675/19 et des dispositions qui l'ont | voorbereiding van artikel 1675/19 en van de bepalingen die het hebben |
modifié, n'a pas indiqué les motifs de son choix (Doc. parl., Chambre, | gewijzigd, zijn keuze niet heeft gemotiveerd (Parl. St., Kamer, |
1996-1997, nos 1073/1 et 1074/1, pp. 53-54; 2003-2004, DOC | 1996-1997, nrs. 1073/1 en 1074/1, pp. 53-54; 2003-2004, DOC |
51-1309/001, p. 25; DOC 51-1309/012, p. 81; 2006-2007, DOC | 51-1309/001, p. 25; DOC 51-1309/012, p. 81; 2006-2007, DOC |
51-2760/001, pp. 29 et suivantes; DOC 51-2760/002, pp. 509-510; DOC | 51-2760/001, pp. 29 en volgende; DOC 51-2760/002, pp. 509-510; DOC |
51-2760/036, pp. 26 et suivantes; Sénat, 2006-2007, n° 3-1988/5, p. | 51-2760/036, pp. 26 en volgende; Senaat, 2006-2007, nr. 3-1988/5, p. |
3), a prévu, dans la disposition en cause, que les règles et tarifs | 3), in de in het geding zijnde bepaling erin voorzien dat de regels en |
fixant les honoraires, émoluments et frais du médiateur de dettes sont | tarieven tot vaststelling van de erelonen, emolumenten en kosten van |
déterminés par le Roi. Les honoraires et les émoluments consistent en | de schuldbemiddelaar door de Koning worden bepaald. De erelonen en |
des indemnités forfaitaires (article 1er de l'arrêté royal du 18 | emolumenten bestaan uit forfaitaire vergoedingen (artikel 1 van het |
décembre 1998 établissant les règles et tarifs relatifs à la fixation | koninklijk besluit van 18 december 1998 houdende vaststelling van de |
des honoraires, des émoluments et des frais du médiateur de dettes) | regels en barema's tot bepaling van het ereloon, de emolumenten en de |
qui ne varient pas en fonction, par exemple, de l'ampleur ou de la | kosten van de schuldbemiddelaar) die niet variëren volgens, |
complexité de l'affaire ou de prestations particulières à l'instar de | bijvoorbeeld, de omvang of het ingewikkelde karakter van de zaak of |
ce que prévoit, en ce qui concerne les curateurs, l'article 33, alinéa | bijzondere prestaties, naar het voorbeeld van wat artikel 33, eerste |
1er, de la loi du 8 août 1997 sur les faillites. | lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997 bepaalt voor de |
B.8. Compte tenu du peu de marge d'appréciation dont dispose le juge | curatoren. B.8. Gelet op de geringe beoordelingsruimte waarover de rechter |
pour fixer, dans le cadre réglementaire qui a été décrit en B.7, les | beschikt om, in het reglementaire kader beschreven in B.7, de bedragen |
montants des sommes en cause et compte tenu de ce qu'hormis en droit | van de in het geding zijnde sommen vast te stellen en ermee rekening |
pénal, il n'existe pas de principe général garantissant un double | houdend dat, behalve in het strafrecht, geen algemeen beginsel bestaat |
degré de juridiction, le législateur a pu s'abstenir de prévoir un | dat een dubbele aanleg waarborgt, vermocht de wetgever zich ervan te |
recours contre les décisions prises sur la base de l'article 1675/19, | onthouden in een rechtsmiddel te voorzien tegen de beslissingen |
§ 3, en cause. | genomen op grond van het in het geding zijnde artikel 1675/19, § 3. |
B.9. Il peut en revanche être admis que la fixation des montants | B.9. Er kan daarentegen worden aangenomen dat de vaststelling van de |
desbetreffende bedragen in het geding kan worden gebracht door de | |
concernés puisse être remise en cause par l'effet des recours exercés | werking van de rechtsmiddelen uitgeoefend tegen de beslissingen tot |
contre les décisions arrêtant un plan de règlement judiciaire visées | vaststelling van een gerechtelijke aanzuiveringsregeling bedoeld in de |
aux articles 1675/12 et 1675/13 du Code judiciaire. Il en va ainsi, | artikelen 1675/12 en 1675/13 van het Gerechtelijk Wetboek. Dat is het |
d'une part, parce que par l'effet dévolutif de l'appel, le juge qui | geval, enerzijds, omdat aan de rechter die zich moet uitspreken, door |
est appelé à se prononcer est saisi de l'ensemble des éléments du | de devolutieve kracht van het hoger beroep, alle elementen van het |
litige et est habilité à réformer l'ensemble de la décision critiquée | geschil zijn voorgelegd en hij ertoe is gemachtigd de voor hem |
bekritiseerde beslissing in haar geheel te hervormen; anderzijds, | |
devant lui, et d'autre part, parce qu'en vertu de l'article 1675/19, § | omdat op grond van artikel 1675/19, § 2, de in het geding zijnde |
2, les sommes en cause sont mises à charge du débiteur et sont payées | bedragen ten laste komen van de schuldenaar en bij voorrang worden |
par préférence, de sorte qu'elles peuvent avoir une incidence sur les mesures que le juge est habilité à prendre. B.10.1. Si l'existence de l'appel peut être justifiée dans l'hypothèse visée en B.9, il reste qu'il ne serait ouvert au médiateur, aux termes de la question préjudicielle, que dans le cadre d'un appel incident, lequel, en vertu de l'article 1054, alinéa 1er, du Code judiciaire, doit émaner d'une partie intimée. Or, selon le juge a quo, le médiateur ne pourrait être régulièrement intimé puisque l'appel principal ne peut être dirigé que contre une partie qui était opposée en première instance à l'appelant. B.10.2. La simple circonstance que le médiateur de dettes ne pourrait être partie intimée ne suffit pas à justifier qu'il ne puisse contester le montant de ses honoraires, émoluments et frais devant le juge d'appel, alors que celui-ci est saisi de l'ensemble du litige par l'effet du caractère dévolutif de l'appel. B.10.3. Dans cette interprétation, la question préjudicielle appelle | betaald, zodat zij gevolgen kunnen hebben voor de maatregelen die de rechter vermag te nemen. B.10.1. Hoewel het bestaan van het hoger beroep kan worden verantwoord in de in B.9 beoogde hypothese, zou het, luidens de prejudiciële vraag, voor de bemiddelaar alleen openstaan in het kader van een incidenteel beroep dat, op grond van artikel 1054, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, moet uitgaan van een geïntimeerde partij. Volgens de verwijzende rechter zou de bemiddelaar echter niet op regelmatige wijze in hoger beroep kunnen worden gedaagd, vermits het hoofdberoep alleen kan worden gericht tegen een partij die in eerste aanleg tegenover de appellant stond. B.10.2. Het gegeven dat de schuldbemiddelaar geen geïntimeerde partij zou kunnen zijn, volstaat op zich niet om te verantwoorden dat hij het bedrag van zijn erelonen, emolumenten en kosten niet kan betwisten voor de rechter in hoger beroep, terwijl die laatste zich moet uitspreken over het geschil in zijn geheel gelet op het devolutieve karakter van het hoger beroep. B.10.3. In die interpretatie dient de prejudiciële vraag bevestigend |
une réponse positive. | te worden beantwoord. |
B.11.1. La Cour constate cependant que la disposition en cause peut | B.11.1. Het Hof stelt evenwel vast dat de in het geding zijnde |
faire l'objet d'une autre interprétation. | bepaling anders kan worden geïnterpreteerd. |
B.11.2. Dans un arrêt du 4 septembre 2003 (Pas., 2003, n° 414) évoqué par le juge a quo, la Cour de cassation a décidé : ' Qu'en cas de règlement collectif de dettes, le médiateur de dettes ne se borne pas à contrôler si les dispositions en la matière sont respectées, à prendre connaissance des déclarations de créances et à recueillir tous renseignements utiles, mais administre et engage également en grande partie le patrimoine du débiteur, perçoit les revenus dus au débiteur et réalise les biens saisissables; Qu'en conséquence, il exerce pratiquement tous les pouvoirs d'administration du patrimoine du débiteur; Attendu qu'il ressort de la nature même de la procédure que lorsque le débiteur fait appel de la révocation de la décision d'admissibilité, le médiateur de dettes doit être intéressé à la procédure en degré d'appel; Que tant qu'il ne dirige son appel qu'à l'égard des créanciers, sans appeler le médiateur de dettes à la cause, le débiteur ne peut obtenir de décision en degré d'appel; '. Il peut être admis qu'en subordonnant la recevabilité de l'appel à une mise à la cause, par l'appelant, du médiateur de dettes, l'arrêt précité fait nécessairement du médiateur de dettes une partie au litige qui, en cette qualité, est recevable à contester devant le juge d'appel la décision relative aux honoraires, émoluments et frais prise par le premier juge. B.11.3. Dans cette interprétation, le juge compétent pour connaître du recours peut être saisi par le débiteur comme par le médiateur de dettes de la fixation des sommes en cause dans la décision prise par le premier juge sur la base des articles 1675/12 et 1675/13. B.11.4. Dans cette interprétation, la question préjudicielle appelle | B.11.2. In een arrest van 4 september 2003 (Arr. Cass., 2003, nr. 414) waaraan de verwijzende rechter refereert, heeft het Hof van Cassatie besloten : ' Dat bij een collectieve schuldenregeling, de schuldbemiddelaar niet alleen toezicht uitoefent op de naleving van de bepalingen inzake de collectieve schuldenregeling, kennis neemt van de aangiften van schuldvordering en inlichtingen inwint, maar ook in belangrijke mate de boedel van de debiteur bestuurt en verbindt, inkomsten bestemd voor de schuldenaar ontvangt en goederen die voor beslag vatbaar zijn te gelde kan maken; Dat de boedel aldus in vergaande mate door de schuldbemiddelaar wordt bestuurd; Overwegende dat uit de aard zelf van de procedure blijkt dat wanneer hoger beroep wordt ingesteld door de schuldenaar die opkomt tegen een beslissing waarbij de herroeping van de beschikking van toelaatbaarheid wordt uitgesproken, de schuldbemiddelaar moet betrokken worden in de rechtspleging in hoger beroep; Dat zolang de schuldenaar zijn hoger beroep alleen richt tegen de schuldeisers zonder [...] de schuldbemiddelaar in de zaak te betrekken, hij geen uitspraak over zijn hoger beroep kan verkrijgen; '. Er kan worden aangenomen dat het voormelde arrest, door de ontvankelijkheid van het hoger beroep ondergeschikt te maken aan het betrekken, door de appellant, van de schuldbemiddelaar in de zaak, van die schuldbemiddelaar noodzakelijkerwijs een partij in het geding maakt die, in die hoedanigheid, de door de eerste rechter genomen beslissing met betrekking tot de erelonen, emolumenten en kosten voor de rechter in hoger beroep kan betwisten. B.11.3. In die interpretatie kunnen zowel de schuldenaar als de schuldbemiddelaar de vaststelling van de bedragen die in het geding zijn in de beslissing die de eerste rechter op grond van de artikelen 1675/12 en 1675/13 heeft genomen, voorleggen aan de rechter die bevoegd is om kennis te nemen van het beroep. B.11.4. In die interpretatie dient de prejudiciële vraag ontkennend te |
une réponse négative ». | worden beantwoord ». |
B.4. La première question préjudicielle posée en l'espèce invite la | B.4. In de in de onderhavige zaak gestelde eerste prejudiciële vraag |
Cour à se prononcer sur une différence de traitement déjà examinée par l'arrêt n° 85/2010, précité. B.5.1. D'après la juridiction a quo, le motif avancé par la Cour dans son arrêt n° 85/2010 selon lequel le juge ne dispose que d'une marge d'appréciation réduite pour la fixation des honoraires, émoluments et frais du médiateur de dettes serait mis à mal par deux éléments : d'une part, l'existence de statistiques qui démontreraient les disparités substantielles dans les montants taxés à ce titre, selon les arrondissements judiciaires, ce qui confirmerait que l'arrêté | wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over een verschil in behandeling dat reeds bij het voormelde arrest nr. 85/2010 is onderzocht. B.5.1. Volgens het verwijzende rechtscollege zou het motief dat het Hof in zijn arrest nr. 85/2010 naar voren heeft gebracht en volgens hetwelk de rechter slechts beschikt over een beperkte beoordelingsmarge voor de vaststelling van de erelonen, emolumenten en kosten van de schuldbemiddelaar, op losse schroeven komen te staan door twee elementen : enerzijds, het bestaan van statistieken die zouden aantonen dat grote verschillen bestaan in de in die zin begrote bedragen, naar gelang van de gerechtelijke arrondissementen, hetgeen |
royal du 18 décembre 1998 « établissant les règles et tarifs relatifs | zou bevestigen dat het koninklijk besluit van 18 december 1998 « |
à la fixation des honoraires, des émoluments et des frais du médiateur | houdende vaststelling van de regels en barema's tot bepaling van het |
de dettes » génère des interprétations divergentes et confère un large | ereloon, de emolumenten en de kosten van de schuldbemiddelaar » |
pouvoir d'appréciation au juge et, d'autre part, le caractère | aanleiding geeft tot uiteenlopende interpretaties en aan de rechter |
lacunaire du même arrêté royal, dans la mesure où celui-ci ne | een ruime beoordelingsbevoegdheid toekent, en, anderzijds, het |
rencontrerait pas de multiples hypothèses dans lesquelles le médiateur | onvolledige karakter van hetzelfde koninklijk besluit, in zoverre dat |
de dettes accomplit des prestations. | laatste tal van hypothesen niet zou dekken waarin de schuldbemiddelaar |
B.5.2. Par ces considérations, la juridiction a quo invite en réalité | prestaties verricht. B.5.2. Op grond van die overwegingen verzoekt het verwijzende |
la Cour à se prononcer sur les divergences d'interprétation de | rechtscollege in werkelijkheid het Hof zich uit te spreken over de |
l'arrêté royal du 18 décembre 1998 qui résultent des applications | uiteenlopende interpretaties van het koninklijk besluit van 18 |
jurisprudentielles de ce dernier ou de lacunes qui y seraient | december 1998 die voortvloeien uit de jurisprudentiële toepassingen |
van dat laatste of uit lacunes die daarin zouden zijn vervat, hetgeen | |
contenues, ce qui ne relève manifestement pas de la compétence de la | kennelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof behoort. |
Cour. B.6.1. La question préjudicielle porte également sur la compatibilité | B.6.1. De prejudiciële vraag heeft ook betrekking op de |
de l'article 1675/19, § 3, du Code judiciaire avec les articles 10 et | bestaanbaarheid van artikel 1675/19, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek |
11 de la Constitution, lus ou non en combinaison avec l'article 23, | met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang |
alinéa 3, 1°, de la Constitution, en ce qu'il garantit le droit à la dignité humaine, en ce compris le droit à une rémunération équitable. B.6.2. La critique porte sur les montants des honoraires, émoluments et frais fixés par l'arrêté royal du 18 décembre 1998, auxquels pourrait prétendre le médiateur de dettes pour les prestations qu'il accomplit. Cette critique est étrangère à la disposition en cause et ne relève pas de la compétence de la Cour. B.7. La première question préjudicielle appelle une réponse négative. Quant à la seconde question préjudicielle B.8. La seconde question préjudicielle porte sur la différence de traitement, qui résulterait de la disposition en cause, entre, d'une part, le médiateur de dettes qui n'est pas admis à interjeter un appel contre une décision statuant sur la demande de taxation de ses honoraires et frais et, d'autre part, l'administrateur d'une personne | gelezen met artikel 23, derde lid, 1°, van de Grondwet, in zoverre daarin het recht op een menswaardig bestaan, met inbegrip van het recht op een billijke vergoeding, is gewaarborgd. B.6.2. De kritiek heeft betrekking op de bedragen van de bij het koninklijk besluit van 18 december 1998 vastgestelde erelonen, emolumenten en kosten waarop de schuldbemiddelaar aanspraak zou kunnen maken voor de prestaties die hij verricht. Die kritiek staat los van de in het geding zijnde bepaling en valt niet onder de bevoegdheid van het Hof. B.7. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag B.8. De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op het verschil in behandeling dat uit de in het geding zijnde bepaling zou voortvloeien tussen, enerzijds, de schuldbemiddelaar die geen hoger beroep vermag in te stellen tegen een beslissing waarbij uitspraak wordt gedaan over het verzoek tot begroting van zijn erelonen en kosten, en, anderzijds, de bewindvoerder over een beschermde persoon, de gerechtelijk |
protégée, le mandataire de justice ou l'administrateur provisoire | lasthebber of de voorlopige bewindvoerder aangesteld in het kader van |
désigné dans le cadre de la continuité des entreprises, tous trois | de continuïteit van de ondernemingen, die alle drie hoger beroep |
admis à interjeter appel contre une décision statuant sur la demande | vermogen in te stellen tegen een beslissing waarbij uitspraak wordt |
de taxation de leurs honoraires et frais. | gedaan over het verzoek tot begroting van hun erelonen en kosten. |
B.9. Comme le précise l'arrêt de renvoi, les honoraires et frais de | B.9. Zoals in het verwijzingsarrest is gepreciseerd, worden de |
l'administrateur d'une personne protégée sont fixés par le juge de | erelonen en kosten van de bewindvoerder over een beschermde persoon |
paix, selon l'article 497/5 du Code civil, tandis que les honoraires | vastgesteld door de vrederechter, volgens artikel 497/5 van het |
et frais des mandataires de justice et des administrateurs provisoires | Burgerlijk Wetboek, terwijl de erelonen en kosten van de gerechtelijk |
désignés dans le cadre d'une procédure de réorganisation judiciaire | lasthebbers en van de voorlopige bewindvoerders die zijn aangesteld in |
het kader van een procedure van gerechtelijke reorganisatie worden | |
sont déterminés par le tribunal, en application de l'article 71 de la | bepaald door de rechtbank, met toepassing van artikel 71 van de wet |
loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des entreprises. | van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen. |
B.10.1. Selon l'article 494 du Code civil, l'administrateur d'une | B.10.1 Volgens artikel 494 van het Burgerlijk Wetboek is de |
personne protégée est chargé d'assister ou de représenter cette | bewindvoerder over een beschermd persoon ermee belast die laatste |
dernière dans l'accomplissement d'actes relatifs à sa personne ou à | persoon bij te staan of te vertegenwoordigen bij het stellen van |
ses biens pour lesquels elle a été déclarée incapable en application | handelingen met betrekking tot zijn persoon of goederen waarvoor hij |
de l'article 492/1 du même Code. | onbekwaam werd verklaard met toepassing van artikel 492/1 van |
hetzelfde Wetboek. | |
B.10.2. La rémunération de l'administrateur est fixée par l'article | B.10.2. De bezoldiging van de bewindvoerder wordt geregeld bij artikel |
497/5 du Code civil, qui disposait, au moment où la Cour a été saisie, | 497/5 van het Burgerlijk Wetboek, dat, op het ogenblik dat de zaak bij |
het Hof aanhangig is gemaakt, dus vóór de wijziging ervan bij artikel | |
soit avant sa modification par l'article 20 de la loi du 21 décembre | 20 van de wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen |
2018 « portant des dispositions diverses en matière de justice » : | betreffende justitie, bepaalde : |
« Par décision spécialement motivée, le juge de paix peut allouer à | « Na de goedkeuring van het verslag bedoeld in de artikelen 498/3, |
l'administrateur, après approbation du rapport visé aux articles | 498/4, 499/14 of 499/17, kan de vrederechter de bewindvoerder, bij een |
498/3, 498/4, 499/14 ou 499/17, une rémunération dont le montant ne | met bijzondere redenen omklede beslissing, een bezoldiging toekennen |
peut pas dépasser trois pour cent des revenus de la personne protégée. | waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan drie procent van de |
Le juge de paix tient compte, pour l'évaluation de la rémunération, de | inkomsten van de beschermde persoon. De vrederechter houdt bij de |
la nature, de la composition et de l'importance du patrimoine géré, | begroting van de bezoldiging rekening met de aard, de samenstelling en |
ainsi que de la nature, de la complexité et de l'importance des | omvang van het beheerde vermogen, alsook met de aard, complexiteit en |
prestations fournies par l'administrateur. Si l'administrateur de la | omvang van de door de bewindvoerder geleverde prestaties. Indien de |
personne n'a pas été désigné en qualité d'administrateur des biens, le | bewindvoerder over de persoon niet werd aangesteld tot bewindvoerder |
juge de paix détermine quelle part de la rémunération revient à chacun | over de goederen bepaalt de vrederechter welk aandeel in de |
d'eux. Le Roi peut déterminer les revenus qui servent de base à | bezoldiging elk van beiden ontvangt. De Koning kan de inkomsten |
l'évaluation de la rémunération. Si le juge de paix constate que l'administrateur faillit à sa mission, il peut, par décision spécialement motivée, refuser d'allouer une rémunération ou allouer une rémunération inférieure. La rémunération est majorée des frais exposés, dûment contrôlés par le juge de paix. Le Roi peut fixer certains frais de manière forfaitaire. Le juge de paix peut allouer à l'administrateur, sur présentation d'états motivés, une indemnité en rapport avec les devoirs exceptionnels accomplis. Par devoirs exceptionnels accomplis, on entend les prestations matérielles et intellectuelles qui ne s'inscrivent pas dans le cadre de la gestion quotidienne du patrimoine | bepalen die als basis dienen voor de begroting van de bezoldiging. Ingeval de vrederechter vaststelt dat de bewindvoerder tekortschiet in de uitoefening van zijn opdracht, kan hij bij een met bijzondere redenen omklede beslissing weigeren een bezoldiging toe te kennen of een lagere bezoldiging toekennen. Naast de bezoldiging worden de gemaakte kosten vergoed, na door de vrederechter behoorlijk te zijn nagezien. De Koning kan bepaalde kosten op forfaitaire wijze begroten. De vrederechter kan de bewindvoerder, na overlegging van met redenen omklede staten, een vergoeding toekennen die in overeenstemming is met de vervulde buitengewone ambtsverrichtingen. Onder buitengewone ambtsverrichtingen worden de materiële en intellectuele prestaties verstaan die niet kaderen in het dagelijks beheer van het vermogen van |
de la personne protégée. Le Roi peut fixer le mode de calcul de | de beschermde persoon. De Koning kan de wijze bepalen waarop de |
l'indemnité relative aux devoirs exceptionnels. | vergoeding voor buitengewone ambtsverrichtingen wordt begroot. |
Sauf dans des circonstances exceptionnelles, le juge de paix ne peut | Behoudens in uitzonderlijke omstandigheden kan de vrederechter geen |
allouer aucune rémunération au parent ou aux parents de la personne | bezoldiging toekennen aan de ouder of de ouders van de beschermde |
protégée qui ont été désignés comme administrateur. | persoon die aangewezen zijn als bewindvoerder. |
L'administrateur ne peut recevoir, en dehors des rémunérations ou | Het is de bewindvoerder verboden, buiten de in het eerste, derde en |
indemnités visées aux alinéas 1er, 3 et 4, aucune rétribution ni aucun | vierde lid vermelde bezoldigingen of vergoedingen, enige bezoldiging |
of voordeel, van welke aard ook of van wie ook, te ontvangen met | |
avantage, de quelque nature ou de qui que ce soit, ayant un rapport | betrekking tot de uitoefening van het gerechtelijk mandaat van |
avec l'exercice du mandat judiciaire d'administrateur ». | bewindvoerder ». |
B.11.1. En ce qui concerne les mandataires de justice désignés dans le | B.11.1. Ten aanzien van de gerechtelijk lasthebbers aangesteld in het |
cadre d'une procédure de réorganisation judiciaire, la loi du 31 | kader van een procedure van gerechtelijke reorganisatie is de wet van |
janvier 2009 relative à la continuité des entreprises, à laquelle | 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, |
renvoie la juridiction a quo, a été abrogée par l'article 71 de la loi | waarnaar het verwijzende rechtscollege verwijst, opgeheven bij artikel |
du 11 août 2017 « portant insertion du Livre XX ' Insolvabilité des | 71 van de wet van 11 augustus 2017 « houdende invoeging van het Boek |
entreprises ', dans le Code de droit économique, et portant insertion | XX ' Insolventie van ondernemingen ', in het Wetboek van economisch |
des définitions propres au livre XX, et des dispositions d'application | recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan Boek XX en |
au Livre XX, dans le Livre I du Code de droit économique », entrée en | van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan Boek XX in het Boek I van |
vigueur le 1er mai 2018. | het Wetboek van economisch recht », in werking getreden op 1 mei 2018. |
B.11.2. Au moment où la Cour a été saisie, l'article 71 de la loi du | B.11.2. Op het ogenblik dat de zaak bij het Hof aanhangig is gemaakt, |
31 janvier 2009 disposait : | bepaalde artikel 71 van de wet van 31 januari 2009 : |
« § 1er. Les mandataires de justice désignés en vertu de la présente | « § 1. De gerechtsmandatarissen, aangewezen krachtens deze wet, worden |
loi sont choisis en fonction de leurs qualités et selon les nécessités | gekozen op grond van hun kwaliteiten en volgens de noodwendigheden van |
de l'espèce. Ils doivent offrir des garanties de compétence, d'expérience, d'indépendance et d'impartialité. Ils peuvent être désignés parmi les personnes habilitées par les organismes publics ou privés désignés ou agréés par l'autorité compétente pour assister les entreprises en difficulté. § 2. Les frais et honoraires des mandataires de justice sont déterminés par le tribunal. Le Roi arrête les règles et barèmes applicables aux mandataires de | de zaak. Ze dienen waarborgen te bieden van bekwaamheid, ervaring, onafhankelijkheid en onpartijdigheid. Ze kunnen aangewezen worden onder de personen die gemachtigd zijn door de overheidsinstellingen of private instellingen die door de bevoegde overheid zijn aangewezen of erkend om ondernemingen in moeilijkheden te begeleiden. § 2. De kosten en erelonen van de gerechtsmandatarissen worden bepaald door de rechtbank. De Koning bepaalt de regels en barema's die van toepassing zijn op de met toepassing van de artikelen 27, 28 en 60 aangewezen gerechtsmandatarissen. Hij kan deze bepalen voor de met toepassing van |
justice désignés en application des articles 27, 28 et 60. Il peut | artikel 28 aangewezen voorlopige bestuurders. |
arrêter celles et ceux applicables aux administrateurs provisoires | |
désignés en application de l'article 28. | |
[...] ». | [...] ». |
B.11.3. L'arrêté royal du 30 septembre 2009 « fixant les règles et | B.11.3. Het koninklijk besluit van 30 september 2009 « houdende |
vaststelling van de regels en barema's betreffende de erelonen en de | |
barèmes relatifs aux honoraires et frais des mandataires de justice et | kosten van de gerechtsmandatarissen en van de voorlopige bestuurders |
des administrateurs provisoires », depuis lors abrogé par l'article 17 | », sindsdien opgeheven bij artikel 17 van het koninklijk besluit van |
de l'arrêté royal du 26 avril 2018 « établissant les règles et barèmes | 26 april 2018 « houdende vaststelling van de regels en barema's tot |
relatifs à la fixation des honoraires et frais des praticiens de | bepaling van de kosten en het ereloon van de |
l'insolvabilité », prévoyait que le mandataire de justice ou | insolventiefunctionarissen », bepaalde dat de gerechtelijk lasthebber |
l'administrateur provisoire dépose au dossier de réorganisation une | of de voorlopige bewindvoerder bij het reorganisatiedossier een |
proposition d'honoraires, calculée sur la base d'une estimation du | voorstel van ereloon voegt, berekend op basis van een raming van het |
nombre d'heures de travail nécessaires à sa mission, en fonction, | aantal werkuren dat noodzakelijk is voor zijn taak, met name rekening |
notamment, de la complexité de celle-ci. La proposition d'honoraires | houdend met het ingewikkelde karakter ervan. Het voorstel voor |
devait mentionner les indemnités et coûts éventuels non compris dans | erelonen moest de mogelijke vergoedingen en kosten vermelden die niet |
le tarif horaire. Un décompte final des honoraires et frais, | in het uurtarief zijn inbegrepen. Een eindafrekening van de erelonen |
comprenant une justification détaillée des heures de travail | en kosten, met een gedetailleerde verantwoording van de verrichte |
effectuées, des prestations auxquelles elles se rapportent, ainsi que | werkuren, van de prestaties waarop zij betrekking hebben, alsook van |
des frais, devait être communiqué au tribunal au terme des missions | de kosten, diende te worden meegedeeld aan de rechtbank op het einde |
accomplies par le mandataire de justice. | van de door de gerechtelijk lasthebber uitgevoerde opdrachten. |
B.12. Comme il ressort des dispositions précitées, les honoraires et | B.12. Zoals blijkt uit de voormelde bepalingen zijn de erelonen en |
frais de l'administrateur d'une personne protégée ou du mandataire de | kosten van de bewindvoerder over een beschermde persoon of van de |
justice désigné dans le cadre d'une procédure de réorganisation | gerechtelijk lasthebber aangesteld in het kader van een procedure van |
judiciaire sont fixés en fonction de l'importance et de la complexité | gerechtelijke reorganisatie vastgesteld volgens het belang en het |
de leur mission, selon les règles fixées par le Roi, qui laissent une importante marge d'appréciation au juge. B.13. Les règles et tarifs fixant les honoraires, émoluments et frais du médiateur de dettes sont également déterminés par le Roi, en vertu de la disposition en cause dans les questions préjudicielles. Les honoraires et les émoluments consistent en des indemnités forfaitaires (article 1er de l'arrêté royal du 18 décembre 1998). Le Roi n'a pas prévu d'indemniser des devoirs exceptionnels. | ingewikkelde karakter van hun opdracht, volgens de door de Koning vastgestelde regels, die een ruime beoordelingsmarge overlaten aan de rechter. B.13. De regels en barema's tot vaststelling van de erelonen, de emolumenten en de kosten van de schuldbemiddelaar worden eveneens door de Koning bepaald op grond van de in de prejudiciële vragen in het geding zijnde bepaling. Het ereloon en de emolumenten bestaan uit forfaitaire vergoedingen (artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 december 1998). De Koning heeft niet voorzien in de vergoeding van buitengewone ambtsverrichtingen. |
B.14.1. La différence de traitement entre certaines catégories de | B.14.1. Het verschil in behandeling tussen sommige categorieën van |
personnes qui découle de l'application de règles procédurales | personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende |
différentes dans des circonstances différentes n'est pas | procedurele regels in verschillende omstandigheden is op zich niet |
discriminatoire en soi. Il ne pourrait être question de discrimination | discriminerend. Van discriminatie zou alleen sprake kunnen zijn indien |
que si la différence de traitement qui découle de l'application de ces | het verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van die |
règles de procédure entraînait une limitation disproportionnée des | procedureregels een onevenredige beperking van de rechten van de |
droits des personnes concernées. | betrokkenen met zich zou meebrengen. |
B.14.2. Hormis en matière pénale, il n'existe pas de principe général | B.14.2. Behalve in strafzaken bestaat geen algemeen beginsel dat een |
garantissant un double degré de juridiction. En outre, le cadre | dubbele aanleg waarborgt. Bovendien laat het in B.13 vermelde |
reglementaire kader slechts weinig of geen beoordelingsruimte over aan | |
réglementaire mentionné en B.13 ne laisse que peu voire pas de marge | de rechter om de erelonen, emolumenten en kosten van de |
d'appréciation au juge pour fixer les honoraires, émoluments et frais | schuldbemiddelaar vast te stellen. Het Hof van Cassatie heeft die |
du médiateur de dettes. La Cour de cassation a confirmé cette absence | ontstentenis van beoordelingsbevoegdheid van de rechter bevestigd bij |
de pouvoir d'appréciation du juge, par un arrêt du 29 février 2008 | een arrest van 29 februari 2008 (C.06.0633.F). |
(C.06.0633.F). | |
B.14.3. L'impossibilité d'interjeter appel de l'ordonnance du juge | B.14.3. De onmogelijkheid om hoger beroep in te stellen tegen de |
n'entraîne pas une limitation disproportionnée des droits des | beschikking van de rechter, leidt niet tot een onevenredige beperking |
médiateurs de dettes. | van de rechten van de schuldbemiddelaars. |
B.15. La seconde question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.15. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 1675/19, § 3, troisième phrase, du Code judiciaire ne viole | Artikel 1675/19, § 3, derde zin, van het Gerechtelijk Wetboek schendt |
pas les articles 10, 11 et 23 de la Constitution en ce qu'il ne permet | niet de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet in zoverre het niet |
pas qu'un appel soit interjeté contre une décision relative aux | toelaat dat hoger beroep wordt ingesteld tegen een op grond van die |
honoraires, émoluments et frais prise sur la base de cette | bepaling genomen beslissing met betrekking tot de erelonen, |
disposition. | emolumenten en kosten. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 8 mai 2019. | op 8 mei 2019. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
F. Daoût | F. Daoût |