← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 26/2019 du 14 février 2019 Numéro du rôle : 6788 En cause :
les questions préjudicielles relatives à l'article 257, § 2, 3°, du Code des impôts sur les revenus
1992, posées par le Tribunal de première instance de Fl La Cour
constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges J.-P. Snapp(...)"
Extrait de l'arrêt n° 26/2019 du 14 février 2019 Numéro du rôle : 6788 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 257, § 2, 3°, du Code des impôts sur les revenus 1992, posées par le Tribunal de première instance de Fl La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges J.-P. Snapp(...) | Uittreksel uit arrest nr. 26/2019 van 14 februari 2019 Rolnummer 6788 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 257, § 2, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Oost-V Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters J.-P(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 26/2019 du 14 février 2019 | Uittreksel uit arrest nr. 26/2019 van 14 februari 2019 |
Numéro du rôle : 6788 | Rolnummer 6788 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 257, § | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 257, § 2, 3°, van |
2, 3°, du Code des impôts sur les revenus 1992, posées par le Tribunal | het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de |
de première instance de Flandre orientale, division Gand. | Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges J.-P. | samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters |
Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, R. Leysen et M. Pâques, assistée du | J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, R. Leysen en M. Pâques, |
greffier F. Meersschaut, présidée par le président A. Alen, | bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par jugement du 20 novembre 2017 en cause de la SA « General Motors | Bij vonnis van 20 november 2017 in zake de nv « General Motors Belgium |
Belgium » contre la Région flamande et le « Vlaamse Belastingdienst », | » tegen het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Belastingdienst waarvan de |
dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 5 décembre | expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 december 2017, |
2017, le Tribunal de première instance de Flandre orientale, division | heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, |
Gand, a posé les questions préjudicielles suivantes : | de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. L'article 257, § 2, 3°, du CIR viole-t-il les articles 10, 11 et | « 1. Schendt artikel 257, § 2, 3° WIB de artikelen 10, 11 en 172 van |
172 de la Constitution si le délai de 90 jours prévu à l'article 15 du | de Grondwet wanneer de termijn van 90 dagen zoals voorzien in artikel |
CIR est interprété en ce sens qu'il doit toujours être question de | 15 WIB zo geïnterpreteerd wordt dat er steeds sprake moet zijn van de |
jours entiers d'improductivité, sans admettre que le critère des ' 90 | gehele dagen improductiviteit, zonder te aanvaarden dat het ' 90-dagen |
jours ' puisse également porter sur une improductivité durant un quart | ' criterium ook betrekking kan hebben op een improductiviteit |
de la productivité normale sur une base annuelle ? La condition qu'il | gedurende één vierde van de normale productiviteit op jaarbasis ? De |
voorwaarde dat er sprake moet zijn van gehele dagen zou een | |
doit s'agir de jours entiers créerait une inégalité entre, d'une part, | ongelijkheid invoeren tussen enerzijds belastingplichtigen waarvan de |
les contribuables qui exercent leur activité normale au cours d'un | normale activiteit plaatsvindt gedurende één shift en anderzijds |
seul ' shift ' et, d'autre part, les contribuables dont l'entreprise | belastingplichtigen waarvan het bedrijf er initieel op gericht is om |
vise initialement à fonctionner continuellement en plusieurs ' shifts '; | continue te draaien in meerdere shiften; |
2. L'article 257, § 2, 3°, du CIR viole-t-il les articles 10, 11 et | 2. Schendt artikel 257, § 2, 3° WIB de artikelen 10, 11 en 172 van de |
172 de la Constitution en ce qu'il est créé une distinction entre, | Grondwet doordat er een onderscheid gecreëerd wordt tussen enerzijds |
d'une part, les contribuables dont le bien immobilier a été | |
improductif durant 90 jours au cours de l'exercice d'imposition (soit | belastingplichtigen waarvan het onroerend goed gedurende 90 dagen |
un quart de l'exercice d'imposition) et, d'autre part, les | improductief was tijdens het aanslagjaar (zijnde één vierde van het |
contribuables dont le bien immobilier n'a pas été improductif durant | aanslagjaar), en anderzijds belastingplichtigen van wie het onroerend |
90 jours entiers au cours de l'exercice d'imposition, mais a généré un | goed gedurende het aanslagjaar niet gedurende de volle 90 dagen |
quart d'output/chiffre d'affaires/bénéfice en moins par rapport à la | improductief was, doch wel één vierde minder output/omzet/winst |
capacité de production maximale du bien immobilier ? Seul le premier | genereerde dan de maximale productiecapaciteit van het onroerend goed |
? Enkel de eerste groep kan genieten van een vermindering van de | |
groupe peut bénéficier d'une réduction du précompte immobilier, sans | onroerende voorheffing, zonder dat er rekening wordt gehouden met een |
qu'il soit tenu compte d'une baisse effective de la production/chiffre | werkelijke daling van de productie/omzet/winst welke het onroerend |
d'affaires/bénéfice que le bien immobilier peut générer ». | goed kan genereren ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 257, § 2, 3°, du | B.1. De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of artikel |
Code des impôts sur les revenus 1992 (ci-après : CIR 1992) viole les | 257, § 2, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna |
articles 10, 11 et 172 de la Constitution si le délai de 90 jours | : WIB 1992) de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet schendt, |
wanneer de termijn van 90 dagen waarin is voorzien bij artikel 15 van | |
prévu à l'article 15 du CIR 1992 est interprété en ce sens qu'il doit | het WIB 1992 zo wordt geïnterpreteerd dat er steeds sprake moet zijn |
toujours être question de jours entiers d'improductivité, ce qui | van gehele dagen van improductiviteit, waardoor er een ongelijkheid |
créerait une inégalité entre les contribuables dont l'activité normale | zou worden ingevoerd tussen belastingplichtigen van wie de normale |
se déroule en un seul « shift » et ceux dont l'activité normale a lieu | activiteit plaatsvindt gedurende één shift en belastingplichtigen van |
wie de normale activiteit plaatsvindt in een continu-stelsel (eerste | |
en régime continu (première question préjudicielle), et entre les | prejudiciële vraag), en tussen belastingplichtigen van wie het |
contribuables dont le bien immobilier a été improductif durant 90 | onroerend goed gedurende het aanslagjaar 90 dagen improductief was en |
jours au cours de l'exercice d'imposition, et ceux dont le bien | belastingplichtigen van wie het onroerend goed niet gedurende de volle |
immobilier n'a pas été improductif durant les 90 jours entiers, mais a | 90 dagen improductief was, doch wel één vierde minder |
généré un quart d'output/chiffre d'affaires/bénéfice en moins | output/omzet/winst genereerde (tweede prejudiciële vraag). |
(deuxième question préjudicielle). | |
Les deux questions préjudicielles portent sur la condition d'une | Beide prejudiciële vragen hebben betrekking op de voorwaarde van een |
improductivité totale de 90 jours, qui ne tient pas compte d'une | volstrekte improductiviteit van 90 dagen, waarbij geen rekening wordt |
réduction d'activité ou d'output/chiffre d'affaires/bénéfice, afin | gehouden met een verminderde activiteit of output/omzet/winst, |
d'obtenir une remise ou une modération du précompte immobilier. Elles | teneinde een kwijtschelding of vermindering van de onroerende |
sont dès lors examinées conjointement. | voorheffing te bekomen. Derhalve worden ze samen behandeld. |
B.2.1. L'article 257, § 2, 3°, du CIR 1992 dispose : | B.2.1. Artikel 257, § 2, 3°, van het WIB 1992 bepaalt : |
« Sur demande de l'intéressé : | « Op aanvraag van de belanghebbende wordt : |
[...] | [...] |
3° une remise ou une réduction proportionnelle du précompte immobilier | 3° kwijtschelding of proportionele vermindering van de onroerende |
[est accordée] dans la mesure où le revenu imposable peut être réduit | voorheffing verleend voor zover het belastbaar inkomen ingevolge |
en vertu de l'article 15; ». | artikel 15 kan worden verminderd; ». |
Le législateur décrétal flamand a entre autres subordonné la remise ou | De Vlaamse decreetgever heeft de kwijtschelding of de proportionele |
la réduction proportionnelle du précompte immobilier à l'exigence que | vermindering van de onroerende voorheffing onder meer afhankelijk |
le revenu cadastral, qui représente le revenu net annuel moyen qui | gesteld van de vereiste dat het kadastraal inkomen, dat het gemiddeld |
jaarlijks netto-huurinkomen, dat onder normale omstandigheden van een | |
peut être tiré d'un immeuble dans des circonstances normales et qui | onroerend goed kan worden verkregen, vertegenwoordigt en dat de |
constitue la base de calcul du précompte immobilier, puisse être | grondslag vormt voor de berekening van de onroerende voorheffing, |
réduit conformément à l'article 15 du CIR 1992. | overeenkomstig artikel 15 van het WIB 1992 kan worden verminderd. |
En vertu de l'article 257, § 2, 3°, en cause, du CIR 1992, il peut dès | Krachtens het in het geding zijnde artikel 257, § 2, 3°, van het WIB |
lors être accordé la remise ou la réduction proportionnelle du | 1992 kan de onroerende voorheffing derhalve worden kwijtgescholden of |
précompte immobilier dans la mesure où le revenu cadastral peut être | proportioneel verminderd in de mate dat het kadastrale inkomen |
réduit conformément à l'article 15 du CIR 1992. La remise ou la | overeenkomstig artikel 15 van het WIB 1992 kan worden verminderd. De |
réduction du précompte immobilier est la conséquence logique de la | kwijtschelding of de vermindering van de onroerende voorheffing is het |
réduction que le revenu cadastral, en tant qu'élément composant le | logische gevolg van de vermindering die het kadastraal inkomen, als |
revenu imposable globalement, a subie dans les circonstances données. | bestanddeel van het gezamenlijk belastbaar inkomen, in de gegeven |
omstandigheden heeft ondergaan. | |
B.2.2. L'article 15, § 1er, du CIR 1992, qui fixe les conditions pour | B.2.2. Artikel 15, § 1, van het WIB 1992, dat de voorwaarden vaststelt |
pouvoir bénéficier d'une réduction du revenu cadastral, dispose : | waaronder het kadastraal inkomen kan worden verminderd, bepaalt : |
« Le revenu cadastral est réduit dans une mesure proportionnelle à la | « Het kadastraal inkomen wordt proportioneel verminderd naar |
durée et à l'importance de l'improductivité, de l'absence de | verhouding tot de duur en de omvang van de onproductiviteit, van het |
jouissance de revenus ou de la perte de ceux-ci : | ontbreken van het genot van inkomsten of van het verlies ervan : |
1° dans le cas où un immeuble bâti, non meublé, est resté totalement | 1° wanneer een niet gemeubileerd gebouwd onroerend goed in de loop van |
inoccupé et improductif de revenus pendant au moins 90 jours dans le | het jaar gedurende ten minste 90 dagen volstrekt niet in gebruik is |
courant de l'année; | genomen en volstrekt geen inkomsten heeft opgebracht; |
2° dans le cas où la totalité du matériel et de l'outillage, ou une | 2° wanneer materieel en outillage geheel, of voor een gedeelte dat ten |
partie de ceux-ci, représentant au moins 25 p.c. de leur revenu | minste 25 pct. van het kadastraal inkomen ervan vertegenwoordigt, in |
cadastral, est restée inactive pendant au moins 90 jours dans le courant de l'année; | het jaar gedurende ten minste 90 dagen buiten werking zijn gebleven; |
3° dans le cas où la totalité soit d'un immeuble, soit du matériel et | 3° wanneer een onroerend goed of materieel en outillage geheel, of |
de l'outillage, ou une partie de ceux-ci représentant au moins 25 p.c. | voor een gedeelte dat ten minste 25 pct. van het kadastraal inkomen |
de leur revenu cadastral respectif, est détruite ». | ervan vertegenwoordigt, zijn vernield ». |
B.3. Les articles 10 et 11 de la Constitution ont une portée générale. | B.3. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet hebben een algemene |
Ils interdisent toute discrimination, quelle qu'en soit l'origine : | draagwijdte. Zij verbieden elke discriminatie, ongeacht de oorsprong |
les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination | ervan : de grondwettelijke regels van de gelijkheid en van de |
sont applicables à l'égard de tous les droits et de toutes les | niet-discriminatie zijn toepasselijk ten aanzien van alle rechten en |
libertés. | alle vrijheden. |
Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas qu'une | Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit dat |
différence de traitement soit établie entre des catégories de | een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt |
personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et | ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust |
qu'elle soit raisonnablement justifiée. | en het redelijk verantwoord is. |
L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de |
et le but visé. | aangewende middelen en het beoogde doel. |
B.4.1. Les travaux préparatoires de la loi du 8 mars 1951 « modifiant, | B.4.1. De parlementaire voorbereiding van de wet van 8 maart 1951 « |
à partir de l'exercice 1951, les lois et arrêtés relatifs aux impôts | waarbij de wetten en besluiten betreffende de inkomstenbelastingen, en |
sur les revenus et à la contribution nationale de crise, coordonnés | de nationale crisisbelasting, samengeordend bij de besluiten van 15 en |
par les arrêtés des 15 et 16 janvier 1948 », qui a introduit le principe de la remise ou réduction proportionnelle, mentionnent : « Dans les cas actuellement plutôt rares où le revenu réel est inférieur au revenu cadastral, le même souci de respecter le caractère forfaitaire du revenu cadastral conduit à n'accorder désormais la remise ou modération de contribution foncière que dans certaines éventualités où la disproportion entre le revenu cadastral et le revenu réel est vraiment trop importante pour que le contribuable puisse équitablement supporter l'impôt total. | 16 januari 1948, met ingang van het dienstjaar 1951 worden gewijzigd », die het principe van de kwijtschelding of proportionele vermindering invoerde, vermeldt : « In de thans zeldzame gevallen waarin het werkelijk inkomen lager is dan het kadastraal inkomen, leidt dezelfde zorg het forfaitair begrip van het kadastraal inkomen te eerbiedigen, er toe voortaan slechts kwijtschelding of vermindering van grondbelasting te verlenen in sommige eventualiteiten waar de wanverhouding tussen het kadastraal inkomen en het werkelijk inkomen waarlijk te aanzienlijk is om de belastingschuldenaar rechtvaardig de volledige belasting te laten dragen. |
[...] | [...] |
[...] la circonstance qu'il s'y trouverait, malgré l'inactivité, des | [...] de omstandigheid, dat er zich, niettegenstaande de inactiviteit, |
machines, ustensiles ou objets mobiliers quelconques en rapport direct | machines, gerief en andere welkdanige roerende voorwerpen in direct |
avec l'exploitation, ne constituera donc pas un obstacle à l'octroi de | verband met de exploitatie zouden bevinden, zal dus geen hindernis |
la remise ou de la modération de l'impôt foncier, pour autant, bien | uitmaken voor het verlenen van kwijtschelding of de vermindering van |
entendu, que l'inactivité dure au moins [...] jours par an » (Doc. | grondbelasting voor zover, wel te verstaan, de inactiviteit ten minste |
parl., Chambre, 1950, n° 215, p. 4). Il apparaît que le législateur a voulu respecter le caractère forfaitaire du revenu cadastral et a donc préféré n'accorder la remise ou la réduction proportionnelle du précompte immobilier que dans les cas où il existe une disproportion trop importante entre le revenu cadastral et le revenu réel. Le législateur a choisi de lier la remise ou la réduction proportionnelle du précompte immobilier à l'absence ou à la perte de revenus locatifs issus de l'immeuble, et non aux revenus réels qui sont le résultat de l'activité économique qui y est exercée. Il y a une telle disproportion lorsque le bien immobilier est | [...] dagen per jaar duurt » (Parl. St., Kamer, 1950, nr. 215, p. 4). Het blijkt dat de wetgever het forfaitaire karakter van het kadastraal inkomen heeft willen in acht nemen en daarom ervoor heeft gekozen enkel dan kwijtschelding of de proportionele vermindering van de onroerende voorheffing te verlenen in die gevallen waarin er een te grote wanverhouding bestaat tussen het kadastraal inkomen en het werkelijk inkomen. De wetgever heeft ervoor geopteerd de kwijtschelding of de proportionele vermindering van de onroerende voorheffing te koppelen aan het ontbreken van of het verlies van huurinkomsten uit het onroerend goed en niet aan de werkelijke inkomsten die het resultaat zijn van de erin uitgeoefende bedrijfsactiviteit. Er is een dergelijke wanverhouding wanneer het onroerend goed volstrekt niet in gebruik wordt genomen en volstrekt geen inkomsten |
totalement inoccupé et improductif de revenus pendant au moins 90 | opbrengt gedurende ten minste 90 dagen, hetgeen betekent dat het |
jours, ce qui implique que le bien immobilier soit non meublé (article | onroerend goed niet gemeubileerd mag zijn (artikel 15, § 1, 1°, van |
15, § 1er, 1°, du CIR 1992). | het WIB 1992). |
B.4.2. Lorsqu'un bien immobilier est utilisé, comme en l'espèce, à des fins industrielles ou commerciales, l'inactivité du bien est assimilée à de l'improductivité (Doc. parl., Chambre, 1950, n° 215, p. 4). Pour pouvoir conclure à l'improductivité d'un bien immobilier, il faut que celui-ci n'ait rapporté aucun revenu et que l'inactivité ait été totale. Le respect du critère « revenus » s'analyse en se référant au revenu cadastral, c'est-à-dire le revenu locatif net annuel moyen qui peut être tiré d'un bien immobilier dans des circonstances normales. Dans certains cas, un immeuble meublé peut quand même être assimilé à un immeuble non meublé et donc entrer en considération pour une réduction du revenu cadastral (article 15, § 1er, 2°, du CIR 1992), en l'occurrence lorsqu'il y a du matériel et de l'outillage dans l'immeuble. Dans ce cas, il est prévu que l'on tienne uniquement compte des périodes d'inactivité réelle et totale d'une partie ou de la totalité de l'outillage qui y a été installé. Pour que l'on puisse | B.4.2. Wanneer, zoals in casu, een onroerend goed voor industriële of handelsdoeleinden wordt gebruikt, wordt de inactiviteit van het goed met improductiviteit gelijkgesteld (Parl. St., Kamer, 1950, nr. 215, p. 4). Om te kunnen besluiten tot improductiviteit van een onroerend goed, is vereist dat het onroerend goed geen inkomsten heeft opgebracht en dat de inactiviteit volledig moet zijn. Voor de invulling van het criterium « inkomsten » wordt teruggegrepen naar het kadastraal inkomen, dit wil zeggen het gemiddelde jaarlijks netto-huurinkomen dat onder normale omstandigheden van een onroerend goed kan worden verkregen. In bepaalde gevallen kan een gemeubileerd onroerend goed toch worden beschouwd als een niet gemeubileerd onroerend goed en dus voor een vermindering van het kadastraal inkomen in aanmerking komen (artikel 15, § 1, 2°, van het WIB 1992), met name wanneer in het onroerend goed materieel en outillage aanwezig zijn. In dat geval wordt bepaald dat alleen de periodes van werkelijke en totale non-activiteit van het geheel of een gedeelte van de outillage die in de gebouwen is geplaatst in aanmerking worden genomen. Opdat tot inactiviteit zou kunnen worden besloten, moet het afwezig zijn van werkelijke |
conclure à l'inactivité, il faut constater l'absence d'activité réelle | activiteit van het materieel en de outillage worden vastgesteld. |
du matériel et de l'outillage. Pendant cette période d'inactivité, les | Gedurende die periode van inactiviteit worden de onroerende goederen |
immeubles ne sont alors pas considérés comme des immeubles meublés. | dan niet als gemeubileerde onroerende goederen beschouwd. |
B.5.1. Il appartient au législateur décrétal d'établir la remise ou la | B.5.1. Het komt de decreetgever toe de kwijtschelding of vermindering |
modération de l'impôt. Il dispose en la matière d'une large marge | van de belasting vast te stellen. Hij beschikt ter zake over een ruime |
beoordelingsbevoegdheid. Fiscale maatregelen maken immers een | |
d'appréciation. En effet, les mesures fiscales constituent un élément | wezenlijk onderdeel uit van het sociaaleconomische beleid. Zij zorgen |
essentiel de la politique socio-économique. Elles assurent non | niet alleen voor een substantieel deel van de inkomsten die de |
seulement une part substantielle des recettes qui doivent permettre la | verwezenlijking van dat beleid mogelijk moeten maken, maar zij laten |
réalisation de cette politique, mais elles permettent également au | de decreetgever ook toe om sturend en corrigerend op te treden en op |
législateur décrétal d'orienter certains comportements et d'adopter | die manier het sociale en economische beleid vorm te geven. |
des mesures correctrices afin de donner corps à la politique sociale | De maatschappelijke keuzen die bij het inzamelen en het inzetten van |
et économique. | |
Les choix sociaux qui doivent être réalisés lors de la collecte et de | middelen moeten worden gemaakt, behoren tot de bevoegdheid van de |
l'affectation des ressources relèvent de la compétence du législateur | decreetgever. Het Hof vermag dergelijke beleidskeuzen, alsook de |
décrétal. La Cour ne peut sanctionner de tels choix politiques ainsi | motieven die daaraan ten grondslag liggen, slechts af te keuren indien |
que les motifs qui les fondent que s'ils reposent sur une erreur | zij op een manifeste vergissing zouden berusten of indien zij |
manifeste ou s'ils sont clairement déraisonnables. | kennelijk onredelijk zouden zijn. |
B.5.2. La différence de traitement repose sur un critère objectif, à savoir l'improductivité totale de l'immeuble d'un contribuable. Le législateur, et plus tard le législateur décrétal, a en effet choisi de lier la remise ou la réduction proportionnelle du précompte immobilier au revenu cadastral de l'immeuble. Par la mesure en cause, le législateur décrétal entendait n'accorder la remise ou la réduction du précompte immobilier que si la disproportion entre le revenu cadastral, qui représente le revenu locatif net annuel moyen qui peut être tiré d'un immeuble dans des circonstances normales, et le revenu réel de l'immeuble est trop importante. B.5.3. Pour déterminer le revenu cadastral d'un immeuble, il n'est pas pertinent de savoir si l'activité économique exercée dans l'immeuble en question sera réalisée dans un régime de travail par équipes et si, ce faisant, l'on atteindra ou non une capacité de production maximale. Le montant du revenu cadastral d'un immeuble utilisé pour des activités industrielles ou commerciales n'en dépend pas. Compte tenu du constat dressé ci-dessus et de l'objectif du législateur décrétal de réserver la mesure de faveur que constitue la remise ou réduction du précompte immobilier uniquement à ces catégories de personnes qui sont propriétaires d'un immeuble qui est resté totalement inutilisé et ne produit pas de revenus, et vis-à-vis desquelles il y a une disproportion trop importante entre le revenu cadastral et le revenu réel, la distinction opérée entre les deux | B.5.2. Het verschil in behandeling is gesteund op een objectief criterium, te weten de volstrekte improductiviteit van het onroerend goed van een belastingplichtige. De wetgever, en later de decreetgever, heeft immers ervoor geopteerd de kwijtschelding of proportionele vermindering van de onroerende voorheffing proportioneel te koppelen aan het kadastraal inkomen van het onroerend goed. Met de in het geding zijnde maatregel beoogde de decreetgever enkel dan vrijstelling of vermindering van de onroerende voorheffing te verlenen, indien de wanverhouding tussen het kadastraal inkomen, dat het gemiddelde jaarlijks netto-huurinkomen vertegenwoordigt dat onder normale omstandigheden van een onroerend goed kan worden verkregen, en het werkelijk inkomen van het onroerend goed te groot is. B.5.3. Voor het bepalen van het kadastraal inkomen van een onroerend goed is het niet pertinent te weten of de in het desbetreffende onroerend goed uitgeoefende bedrijfsactiviteit in een ploegenstelsel zal worden verricht en daardoor al dan niet een maximale productiecapaciteit zal worden bereikt. De hoogte van het kadastraal inkomen van een onroerend goed dat voor industriële of handelsactiviteiten wordt gebruikt is daarvan niet afhankelijk. Rekening houdend met voormelde vaststelling en met de bedoeling van de decreetgever om de gunstmaatregel van kwijtschelding of vermindering van de onroerende voorheffing enkel voor te behouden aan die categorieën van personen die eigenaar zijn van een onroerend goed dat volstrekt niet in gebruik is genomen en geen inkomsten opbrengt, en ten aanzien van wie er een te grote discrepantie bestaat tussen het kadastraal inkomen en het werkelijk inkomen, is het onderscheid tussen de beide categorieën van belastingplichtigen niet kennelijk |
catégories de contribuables n'est pas manifestement déraisonnable. | onredelijk. In de door de verwijzende rechter voorgehouden |
L'interprétation retenue par le juge a quo du délai de 90 jours comme | interpretatie van de termijn van 90 dagen als gehele dagen van |
étant constitué de jours entiers d'improductivité, sans qu'il faille | improductiviteit, waarbij geen rekening wordt gehouden met de |
tenir compte de la présence d'un régime de travail par équipes ou | aanwezigheid van een ploegenstelsel of met een verminderde activiteit |
d'une réduction de l'activité ou de l'output/chiffre | of output/omzet/winst, is de in het geding zijnde bepaling niet |
d'affaires/bénéfice, n'est pas contraire aux articles 10, 11 et 172 de | strijdig met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet. |
la Constitution. B.6. Les questions préjudicielles appellent une réponse négative. | B.6. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 257, § 2, 3°, du Code des impôts sur les revenus 1992, lu en | Artikel 257, § 2, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen |
combinaison avec l'article 15 du même Code, ne viole pas les articles | 1992, in samenhang gelezen met artikel 15 van hetzelfde Wetboek, |
10, 11 et 172 de la Constitution, si le délai de 90 jours est | schendt niet de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, wanneer de |
interprété en ce sens qu'il doit toujours être question de jours | termijn van 90 dagen zo wordt geïnterpreteerd dat er steeds sprake |
entiers d'improductivité. | moet zijn van volle dagen van improductiviteit. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 14 février 2019. | op 14 februari 2019. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
A. Alen | A. Alen |