← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 50/2019 du 4 avril 2019 Numéro du rôle : 6728 En cause : la
question préjudicielle relative à l'article 22ter de la loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du
28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travail La
Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges J.-P. Snapp(...)"
Extrait de l'arrêt n° 50/2019 du 4 avril 2019 Numéro du rôle : 6728 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 22ter de la loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travail La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges J.-P. Snapp(...) | Uittreksel uit arrest nr. 50/2019 van 4 april 2019 Rolnummer 6728 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 22ter van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid d Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters J.-P(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 50/2019 du 4 avril 2019 | Uittreksel uit arrest nr. 50/2019 van 4 april 2019 |
Numéro du rôle : 6728 | Rolnummer 6728 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 22ter de la | In zake : de prejudiciële vraag over artikel 22ter van de wet van 27 |
loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 | juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 |
concernant la sécurité sociale des travailleurs, tel qu'il a été | betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals |
remplacé par l'article 79 de la loi-programme (I) du 29 mars 2012, | vervangen bij artikel 79 van de programmawet (I) van 29 maart 2012, |
posée par le Tribunal du travail francophone de Bruxelles. | gesteld door de Franstalige Arbeidsrechtbank te Brussel. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges J.-P. | samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters |
Snappe, E. Derycke, T. Giet, R. Leysen et M. Pâques, assistée du | J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Giet, R. Leysen en M. Pâques, bijgestaan |
greffier F. Meersschaut, présidée par le président F. Daoût, | door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | F. Daoût, wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 13 septembre 2017 en cause de l'Office national de | Bij vonnis van 13 september 2017 in zake de Rijksdienst voor Sociale |
sécurité sociale contre la SPRL « Hercule », dont l'expédition est | Zekerheid tegen de bvba « Hercule », waarvan de expeditie ter griffie |
parvenue au greffe de la Cour le 26 septembre 2017, le Tribunal du | van het Hof is ingekomen op 26 september 2017, heeft de Franstalige |
travail francophone de Bruxelles a posé la question préjudicielle | Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
suivante : « L'article 22ter, alinéa 2 de la loi du 27 juin 1969 révisant | « Schendt artikel 22ter, tweede lid, van de wet van 27 juni 1969 tot |
l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des | herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de |
travailleurs viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, | maatschappelijke zekerheid der arbeiders de artikelen 10 en 11 van de |
combinés ou non avec l'article 6 de la Convention européenne de | Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het |
sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, avec | Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de |
l'article 14, § 7, du Pacte international relatif aux droits civils et | fundamentele vrijheden, met artikel 14, lid 7, van het Internationaal |
politiques et avec le principe général de droit ' non bis in idem ', | Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met het algemene rechtsbeginsel ' non bis in idem ', |
si la régularisation d'office des cotisations des travailleurs à temps | indien de ambtshalve regularisatie van de bijdragen van de deeltijdse |
partiel sur une base d'occupation à temps plein en application de la | werknemers op basis van een voltijdse tewerkstelling met toepassing |
présomption instituée à l'article 22ter, alinéa 2 précité est | van het bij het voormelde artikel 22ter, tweede lid, ingevoerde |
vermoeden wordt beschouwd als een bijzondere manier van herstel of | |
considérée comme un mode particulier de réparation ou de remboursement | terugbetaling van burgerrechtelijke aard, bestemd om, in het belang |
de nature civile, destiné, dans l'intérêt du financement de la | van de financiering van de sociale zekerheid, een einde te maken aan |
sécurité sociale, à mettre fin à une situation contraire à la loi, ou | een met de wet strijdige situatie, dan wel als een straf in de zin van |
comme une peine au sens de l'article 6 de la Convention européenne de | artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van |
sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales et de | de mens en de fundamentele vrijheden en artikel 14, lid 7, van het |
l'article 14, § 7, du Pacte international relatif aux droits civils et | Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, |
politiques, alors que, d'une part, cette régularisation d'office peut être imposée | terwijl, enerzijds, die ambtshalve regularisatie kan worden opgelegd |
en sus soit d'une amende administrative infligée en application de | naast en boven een administratieve geldboete die is opgelegd met |
l'article 151, alinéa 1er, 4° du Code pénal social applicables en cas | toepassing van artikel 151, eerste lid, 4°, van het Sociaal |
d'infraction à certaines lois sociales ? | Strafwetboek, toepasselijk in geval van inbreuk op sommige sociale wetten, |
et, que, d'autre part, l'article 22ter, alinéa 2 de la loi du 27 juin | en terwijl, anderzijds, artikel 22ter, tweede lid, van de wet van 27 |
1969 ne prévoit pas la possibilité de suspendre ou d'assortir d'un | juni 1969 niet voorziet in de mogelijkheid om de ambtshalve |
sursis complet ou partiel, la régularisation d'office des cotisations | regularisatie van de bijdragen waarin zij voorziet, op te schorten of |
qu'elle prévoit alors que l'employeur qui pour les mêmes faits est | gepaard te laten gaan met een volledig of gedeeltelijk uitstel, |
poursuivi devant le tribunal correctionnel, peut bénéficier de la loi | terwijl de werkgever die wegens dezelfde feiten voor de correctionele |
du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la probation, | rechtbank wordt vervolgd, de wet van 29 juni 1964 betreffende de |
traitant ainsi de manière différente des catégories de personnes qui | opschorting, het uitstel en de probatie kan genieten, waardoor |
categorieën van personen die zich in vergelijkbare situaties bevinden, | |
se trouvent dans des situations comparables ? ». | aldus verschillend worden behandeld ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. La question préjudicielle porte sur l'article 22ter, alinéa 2, | B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 22ter, tweede |
de la loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 | lid, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van |
concernant la sécurité sociale des travailleurs (ci-après : la loi du | 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der |
27 juin 1969), qui dispose : | arbeiders (hierna : de wet van 27 juni 1969), dat bepaalt : |
« A défaut de publicité des horaires de travail à temps partiel visée | « Bij ontstentenis van openbaarmaking van de deeltijdse werkroosters |
aux articles 157 à 159 de la loi-programme [du 22 décembre 1989], les | bedoeld bij de artikelen 157 tot 159 van [de programmawet van 22 |
travailleurs à temps partiel sont présumés, sauf preuve du contraire, | december 1989], worden de deeltijdse werknemers vermoed, behoudens |
bewijs van het tegendeel, hun prestaties te hebben geleverd in | |
avoir effectué leurs prestations dans le cadre d'un contrat de travail | uitvoering van een arbeidsovereenkomst, in de hoedanigheid van |
en qualité de travailleur à temps plein ». | voltijdse werknemer ». |
B.1.2. Tels qu'ils s'appliquent aux faits du litige devant le juge a | B.1.2. Zoals zij van toepassing zijn op de feiten van het geschil voor |
quo, les articles 157 à 159 de la loi-programme du 22 décembre 1989, | de verwijzende rechter, bepalen de artikelen 157 tot 159 van de |
auxquels renvoie l'article 22ter, alinéa 2, précité, disposent : | programmawet van 22 december 1989 waarnaar het voormelde artikel 22ter, tweede lid, verwijst : |
« Art. 157.Une copie du contrat de travail du travailleur à temps |
« Art. 157.Een afschrift van de arbeidsovereenkomst van de deeltijdse |
partiel, constaté par écrit conformément à l'article 11bis de la loi | werknemer, schriftelijk vastgesteld overeenkomstig artikel 11bis van |
du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, ou d'un extrait de | de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, of een |
ce contrat de travail contenant les horaires de travail et portant | uittreksel van die arbeidsovereenkomst met de werkroosters en met de |
l'identité du travailleur à temps partiel auquel ils s'appliquent | identiteit van de deeltijdse werknemer waarop deze van toepassing |
ainsi que sa signature et celle de l'employeur, doit être conservée à | zijn, alsmede zijn handtekening en die van de werkgever, moet worden |
l'endroit où le règlement de travail peut être consulté en application | bewaard op de plaats waar het arbeidsreglement kan geraadpleegd worden |
de l'article 15 de la loi du 8 avril 1965 instituant les règlements de | met toepassing van artikel 15 van de wet van 8 april 1965 tot |
travail. Le Roi peut prévoir d'autres modalités équivalentes. | instelling van de arbeidsreglementen. De Koning kan in andere |
gelijkwaardige modaliteiten voorzien. | |
Art. 158.Lorsque le régime de travail du travailleur à temps partiel |
Art. 158.Wanneer de arbeidsregeling van de deeltijdse werknemer |
est organisé selon un cycle dont les horaires de travail ont été | georganiseerd is volgens een cyclus, waarvan de werkroosters werden |
repris dans le règlement de travail et qui s'étend sur plus d'une | opgenomen in het arbeidsreglement en die over meer dan een week is |
semaine, il doit pouvoir être déterminé à tout moment quand commence | gespreid, moet op elk tijdstip kunnen vastgesteld worden wanneer de |
le cycle. | cyclus begint. |
Par cycle, il faut entendre une succession d'horaires journaliers de | Onder cyclus moet verstaan worden de opeenvolging van dagelijkse |
travail dans un ordre fixe déterminé dans le règlement de travail. | werkroosters in een vaste orde die bepaald wordt door het arbeidsreglement. |
A défaut, l'employeur est tenu de se conformer aux obligations prévues | Bij ontstentenis ervan moet de werkgever de bij artikel 159 geregelde |
à l'article 159. | verplichtingen naleven. |
Art. 159.Lorsque l'horaire de travail est variable, au sens de |
Art. 159.Wanneer het werkrooster variabel is, in de zin van artikel |
l'article 11bis, alinéa 3, de la loi du 3 juillet 1978 précitée, les | 11bis, derde lid, van voornoemde wet van 3 juli 1978, zullen de |
horaires journaliers de travail doivent être portés à la connaissance | dagelijkse werkroosters ten minste vijf werkdagen vooraf ter kennis |
des travailleurs par l'affichage d'un avis conforme au prescrit de | worden gebracht van de werknemers door middel van aanplakking van een |
bericht, overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid, gedateerd door | |
l'alinéa 2, daté par l'employeur, ses mandataires ou préposés, dans | de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden, in de lokalen van de |
les locaux de l'entreprise à l'endroit visé à l'article 15, alinéa 4, | onderneming op de plaats bedoeld bij artikel 15, vierde lid, van |
de la loi du 8 avril 1965 précitée, au moins cinq jours à l'avance, ou | voornoemde wet van 8 april 1965 of op de wijze opgenomen in de |
selon les modalités prévues par la convention collective de travail ou | collectieve arbeidsovereenkomst of in het arbeidsreglement. |
par le règlement de travail. Un avis, daté par l'employeur, ses mandataires ou préposés doit être affiché dans les locaux de l'entreprise avant le commencement de la journée de travail à l'endroit visé à l'article 15, alinéa 4, de la loi du 8 avril 1965 précité. Cet avis doit déterminer individuellement l'horaire de travail de chaque travailleur à temps partiel. Il doit être conservé pendant une période d'un an à dater du jour où l'horaire qu'il contient cesse d'être en vigueur. Le Roi peut prévoir une autre modalité équivalente. Le délai de cinq jours ouvrables prévu à l'alinéa 1er peut être modifié par une convention collective de travail conclue au sein d'une commission paritaire et rendue obligatoire par arrêté royal ». B.2.1. La Cour est interrogée sur la compatibilité avec les articles | Een bericht, gedateerd door de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden moet voor het begin van de arbeidsdag worden aangeplakt in de lokalen van de onderneming op de plaats bedoeld bij artikel 15, vierde lid, van voornoemde wet van 8 april 1965. Dit bericht moet voor iedere deeltijdse werknemer afzonderlijk het werkrooster bepalen. Het moet gedurende een jaar bewaard worden, te rekenen vanaf de dag waarop het werkrooster ophoudt van kracht te zijn. De Koning kan in een andere gelijkwaardige regeling voorzien. De in het eerste lid bedoelde termijn van vijf werkdagen, kan worden gewijzigd door een in een paritair comité gesloten collectieve arbeidsovereenkomst die bij koninklijk besluit algemeen verbindend werd verklaard ». B.2.1. Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid, |
10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec l'article 6 de la | met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang |
Convention européenne des droits de l'homme, avec l'article 14, | gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de |
paragraphe 7, du Pacte international relatif aux droits civils et | mens, met artikel 14, lid 7, van het Internationaal Verdrag inzake |
burgerrechten en politieke rechten en met het algemene beginsel « non | |
politiques et avec le principe général « non bis in idem », de | bis in idem », van artikel 22ter, tweede lid, van de wet van 27 juni |
l'article 22ter, alinéa 2, de la loi du 27 juin 1969 en ce que la | 1969 in zoverre de ambtshalve regularisatie van de bijdragen van de |
régularisation d'office des cotisations des travailleurs à temps | deeltijdse werknemers op basis van een voltijdse tewerkstelling met |
partiel sur une base d'occupation à temps plein en application de la | toepassing van het bij de in het geding zijnde bepaling ingevoerde |
présomption instituée par la disposition en cause peut être imposée en | vermoeden kan worden opgelegd naast en boven de administratieve |
sus de l'amende administrative infligée conformément à l'article 151, | geldboete die is opgelegd overeenkomstig artikel 151, eerste lid, 4°, |
alinéa 1er, 4°, du Code pénal social applicable en cas d'infraction à | van het Sociaal Strafwetboek, toepasselijk in geval van inbreuk op |
certaines lois sociales. | sommige sociale wetten. |
L'article 151, alinéa 1er, 4°, du Code pénal social dispose : | Artikel 151, eerste lid, 4°, van het Sociaal Strafwetboek bepaalt : |
« Est puni d'une sanction de niveau 3, l'employeur, son préposé ou son | « Met een sanctie van niveau 3 wordt bestraft, de werkgever, zijn |
mandataire qui, en contravention à la loi-programme du 22 décembre | aangestelde of lasthebber die, in strijd met de programmawet van 22 |
1989 : | december 1989 : |
[...] | [...] |
4° n'a pas affiché un avis, daté par l'employeur, son préposé ou son | 4° geen bericht heeft bekendgemaakt dat gedateerd is door de |
mandataire, déterminant individuellement l'horaire de travail de | werkgever, zijn aangestelde of lasthebber, met het afzonderlijke |
chaque travailleur à temps partiel, dans les locaux de l'entreprise, à | werkrooster van elke deeltijdse werknemer, in de lokalen van de |
l'endroit où le règlement de travail peut être consulté, avant le | onderneming, op de plaats waar het arbeidsreglement kan worden |
commencement de la journée de travail ou selon les modalités | ingezien, en wel vóór de aanvang van de werkdag of volgens de door de |
prescrites par le Roi; ». | Koning bepaalde nadere regels; ». |
Aux termes de l'article 101 du même Code, la sanction de niveau 3 est | Luidens artikel 101 van hetzelfde Wetboek bestaat de sanctie van |
constituée soit d'une amende pénale de 100 à 1.000 euros, soit d'une | niveau 3 uit hetzij een strafrechtelijke geldboete van 100 tot 1.000 |
amende administrative de 50 à 500 euros. | euro, hetzij een administratieve geldboete van 50 tot 500 euro. |
B.2.2. La Cour est également interrogée sur la circonstance que | B.2.2. Aan het Hof wordt ook een vraag gesteld over de omstandigheid |
l'article 22ter, alinéa 2, en cause ne prévoit pas la possibilité pour | dat het in het geding zijnde artikel 22ter, tweede lid, niet voorziet |
le juge de suspendre ou d'assortir d'un sursis complet ou partiel la | in de mogelijkheid voor de rechter om de ambtshalve regularisatie |
waarin het voorziet, op te schorten of gepaard te laten gaan met een | |
régularisation d'office qu'il prévoit alors que l'employeur poursuivi | volledig of gedeeltelijk uitstel, terwijl de werkgever die wegens |
pour les mêmes faits devant le tribunal correctionnel peut bénéficier | dezelfde feiten voor de correctionele rechtbank wordt vervolgd, de wet |
de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la | van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de |
probation. | probatie kan genieten. |
B.3.1. En vertu du principe général de droit non bis in idem, nul ne | B.3.1. Krachtens het algemeen rechtsbeginsel non bis in idem mag |
peut être poursuivi ou puni une seconde fois en raison d'une | niemand voor een tweede keer worden berecht of gestraft voor een |
infraction pour laquelle il a déjà été acquitté ou condamné par un | strafbaar feit waarvoor hij reeds « overeenkomstig de wet en het |
jugement définitif « conformément à la loi et à la procédure pénale de | procesrecht van elk land » bij einduitspraak is veroordeeld of waarvan |
chaque pays ». Ce principe est également garanti par l'article 4 du | hij is vrijgesproken. Dat beginsel wordt eveneens gewaarborgd in |
Septième Protocole à la Convention européenne des droits de l'homme, | artikel 4 van het ten opzichte van België op 1 juli 2012 in werking |
entré en vigueur à l'égard de la Belgique le 1er juillet 2012. | getreden Zevende Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. |
B.3.2. Selon la jurisprudence de la Cour européenne des droits de | B.3.2. Volgens de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van |
l'homme, le principe non bis in idem interdit « de poursuivre ou de | de Mens verbiedt het beginsel non bis in idem « een persoon te |
juger une personne pour une seconde ' infraction ' pour autant que | vervolgen of te berechten voor een tweede ' misdrijf ' voor zover |
celle-ci a pour origine des faits identiques ou des faits qui sont en | identieke feiten of feiten die in hoofdzaak dezelfde zijn, eraan ten |
substance les mêmes » (CEDH, grande chambre, 10 février 2009, | grondslag liggen » (EHRM, grote kamer, 10 februari 2009, Zolotoukhine |
Zolotoukhine c. Russie, § 82). | t. Rusland, § 82). |
Afin de déterminer si le principe non bis in idem peut s'appliquer, il | Teneinde te bepalen of het beginsel non bis in idem van toepassing kan |
doit être établi que la mesure en cause est de nature pénale (voy. | zijn, dient vast te staan dat de in het geding zijnde maatregel van |
CEDH, grande chambre, 15 novembre 2016, A et B c. Norvège, §§ 101-134; | strafrechtelijke aard is (zie EHRM, grote kamer, 15 november 2016, A |
31 mai 2011, Kurdov et Ivanov c. Bulgarie, §§ 35-46, grande chambre, | en B t. Noorwegen, §§ 101-134; 31 mei 2011, Kurdov en Ivanov t. |
10 février 2009, Zolotoukhine c. Russie, §§ 52-57, 70-84). | Bulgarije, §§ 35-46; grote kamer, 10 februari 2009, Zolotoukhine t. |
Rusland, §§ 52-57, 70-84). | |
B.3.3. En vertu de la jurisprudence de la Cour européenne des droits | B.3.3. Krachtens de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten |
de l'homme, une mesure constitue une sanction pénale au sens de | van de Mens is een maatregel een strafsanctie in de zin van artikel 6, |
l'article 6, paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de | lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, indien |
l'homme si elle a un caractère pénal selon sa qualification en droit | hij volgens de internrechtelijke kwalificatie een strafrechtelijk |
interne ou s'il ressort de la nature de l'infraction, à savoir la | karakter heeft, of indien uit de aard van het strafbaar feit, namelijk |
portée générale et le caractère préventif et répressif de la sanction, | de algemene draagwijdte en het preventieve en repressieve doel van de |
qu'il s'agit d'une sanction pénale ou encore s'il ressort de la nature | bestraffing, blijkt dat het om een strafsanctie gaat, of nog indien |
et de la sévérité de la sanction subie par l'intéressé qu'elle a un | uit de aard en de ernst van de sanctie die de betrokkene ondergaat, |
blijkt dat hij een bestraffend en daardoor ontradend karakter heeft | |
caractère punitif et donc dissuasif (CEDH, grande chambre, 15 novembre | (EHRM, grote kamer, 15 november 2016, A en B t. Noorwegen, §§ 105-107; |
2016, A et B c. Norvège, §§ 105-107; grande chambre, 10 février 2009, | grote kamer, 10 februari 2009, Zolotoukhine t. Rusland, § 53; grote |
Zolotoukhine c. Russie, § 53; grande chambre, 23 novembre 2006, | kamer, 23 november 2006, Jussila t. Finland, §§ 30-31). Dat Hof |
Jussila c. Finlande, §§ 30-31). Cette Cour utilise les mêmes critères | |
pour l'application de l'article 4 du Septième Protocole à la | hanteert dezelfde criteria voor de toepassing van artikel 4 van het |
Convention précitée (CEDH, grande chambre, 15 novembre 2016, A et B c. | Zevende Protocol bij het voormelde Verdrag (EHRM, grote kamer, 15 |
Norvège, § 107). Cet article a une portée analogue à celle de | november 2016, A en B t. Noorwegen, § 107). Dat artikel heeft een |
l'article 14, paragraphe 7, du Pacte international relatif aux droits | soortgelijke draagwijdte als artikel 14, lid 7, van het Internationaal |
civils et politiques. | Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. |
B.4.1. L'article 22ter en cause a été introduit dans la loi du 27 juin | B.4.1. Het in het geding zijnde artikel 22ter is bij artikel 181 van |
1969 par l'article 181 de la loi-programme du 22 décembre 1989 afin de | de programmawet van 22 december 1989 in de wet van 27 juni 1969 |
mieux contrôler les prestations réellement effectuées par les | ingevoerd teneinde de door de deeltijdse werknemers werkelijk |
travailleurs à temps partiel pour prévenir et lutter contre le travail | verrichte prestaties beter te controleren om zwartwerk en misbruiken |
au noir et les abus en matière d'allocations de chômage. | inzake werkloosheidsuitkeringen te voorkomen en tegen te gaan. |
L'exposé des motifs de la loi-programme précise : | In de memorie van toelichting bij de programmawet wordt gepreciseerd : |
« Les travailleurs à temps partiel ont une durée de travail qui est par nature plus réduite que celles des travailleurs à temps plein. Ils ont donc, plus encore que ces derniers, la possibilité de prester des heures de travail au-delà de la durée de travail convenue à l'origine avec leur employeur. Ces heures complémentaires sont très difficiles à identifier, de sorte que, à défaut de moyens de contrôle efficace (tel le pointage des travailleurs), le risque est réel que la rémunération payée pour ces prestations ne fasse pas l'objet du paiement de cotisations de sécurité sociale et de prélèvements fiscaux. En outre, la plupart de ces travailleurs à temps partiel bénéficient d'allocations de chômage complémentaires, une partie de ces allocations est perçue abusivement, car cumulée avec des prestations de travail. Les présentes dispositions entendent mettre fin à ces pratiques en rendant possible une meilleure connaissance des prestations réellement effectuées par les travailleurs à temps partiel. | « De arbeidsduur van de deeltijds tewerkgestelde werknemers ligt uiteraard lager dan deze van de voltijdse tewerkgestelde werknemers. Meer dan deze laatsten, kunnen ze dan ook meer arbeidsuren presteren dan aanvankelijk met hun werkgever werd overeengekomen. Deze bijkomende uren zijn zeer moeilijk terug te vinden, zodanig dat bij ontstentenis van enig efficiënt controlemiddel (zoals het punten door de werknemers) er een reëel gevaar bestaat dat op het loon dat voor deze bijkomende uren wordt betaald er geen sociale of fiscale inhoudingen gebeuren. Het merendeel van deze deeltijds tewerkgestelde werknemers ontvangen daarenboven nog aanvullende werkloosheidsuitkeringen zodat, ingeval van cumulatie met arbeidsprestaties, deze uitkeringen onrechtmatig worden ontvangen. Doordat een betere kijk op de werkelijk verrichte prestaties mogelijk wordt, willen deze bepalingen een einde stellen aan deze praktijken. |
[...] | [...] |
L'article 170 tend à renverser la charge de la preuve des prestations | Artikel 170 heeft als doel de bewijslast om te keren ingeval van |
effectuées par le travailleur à temps partiel. Lorsque les parties ont | prestaties die door een deeltijdse werknemer worden verricht. Wanneer |
librement convenu de certaines prestations, elles sont présumées s'y | de partijen vrij sommige prestaties zijn overeengekomen, worden zij |
être tenues, sauf si elles peuvent apporter la preuve du contraire. | vermoed eraan te hebben voldaan tenzij zij het bewijs van het tegendeel leveren. |
Si elles n'ont respecté aucune des obligations qui leur incombent, en | Indien zij geen enkele verplichting betreffende het vaststellen van de |
vertu des articles 156 à 158, quant à la détermination de la durée des | duur van de prestaties, zoals voorzien in de artikelen 156 tot 158, |
prestations, elles seront présumées, jusqu'à preuve du contraire, | naleven, worden zij, tot bewijs van het tegendeel, vermoed een |
avoir conclu un contrat de travail à temps plein. | arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid te hebben gesloten. |
L'article 171 énumère les infractions aux dispositions des sections 1 | Artikel 171 somt de inbreuken op de bepalingen van de afdelingen 1 en |
et 2 et en fixe la sanction. | 2 op en stelt de sancties erop vast. |
A noter que l'infraction prévue au premier alinéa, 4°, b, ne vise que | Opgemerkt moet worden dat de inbreuk voorzien in het eerste lid, 4°, |
le remplissement insuffisant du document. | b, enkel bestaat in het niet correct bijhouden van het document. |
L'alinéa 2, qui a trait exclusivement aux infractions aux dispositions | Het tweede lid dat uitsluitend betrekking heeft op de inbreuken op de |
de la section 2 ajoute à la sanction pénale prévue, la sanction civile | bepalingen van afdeling 2 voegt aan de voorziene strafsanctie de |
du paiement d'une indemnité forfaitaire à l'office national de | burgerlijke sanctie van het betalen van een forfaitaire vergoeding aan |
sécurité sociale. | de Rijksdienst voor sociale zekerheid toe. |
Cette disposition spécifique à la répression du travail au noir, dont | Deze bepaling die specifiek gericht is op de bestrijding van |
la volonté manifeste de ne pas respecter les dispositions relatives au | zwartwerk, waarvan de duidelijke wil om de bepalingen op de controle |
contrôle des prestations des travailleurs à temps partiel constitue un | van de prestaties van de deeltijdse arbeiders niet na te leven een |
indice sérieux, figure déjà à l'article 11bis de l'arrêté royal n° 5 | ernstige aanwijzing uitmaakt, komt reeds voor in het artikel 11bis van |
du 23 décembre 1978 relatif à la tenue des documents sociaux » (Doc. | het koninklijk besluit nr. 5 van 23 december 1978 betreffende het |
parl., Chambre, 1989-1990, n° 975/1, pp. 59-61). | bijhouden van sociale documenten » (Parl. St., Kamer, 1989-1990, nr. 975/1, pp. 59-61). |
B.4.2. La dernière modification de l'article 22ter en cause a été | B.4.2. De laatste wijziging van artikel 22ter werd aangebracht bij |
introduite par l'article 79 de la loi-programme (I) du 29 mars 2012 en | artikel 79 van de programmawet (I) van 29 maart 2012 teneinde het |
vue de consacrer le caractère réfragable de la présomption qu'il contient. | weerlegbare karakter van het erin vervatte vermoeden te verankeren. |
B.5.1. Ni l'emplacement de l'article 22ter en cause dans le chapitre | B.5.1. De maatregel wordt noch door de plaats van het in het geding |
IV de la loi du 27 juin 1969, consacré à la perception et au | zijnde artikel 22ter in hoofdstuk IV van de wet van 27 juni 1969, dat |
recouvrement des cotisations de sécurité sociale, ni les travaux | aan de inning en de invordering van de socialezekerheidsbijdragen is |
préparatoires de la loi-programme qui en est à l'origine ainsi que | gewijd, noch in de parlementaire voorbereiding van de programmawet die |
ceux des diverses modifications intervenues à sa suite ne qualifient | aan de oorsprong ervan ligt en in die van de verschillende wijzigingen |
la mesure de sanction pénale. | die erna zijn doorgevoerd, als strafsanctie aangemerkt. |
B.5.2. L'employeur qui ne respecte pas les obligations prescrites par | B.5.2. De werkgever die de bij de artikelen 157 tot 159 van de |
les articles 157 à 159 de la loi-programme du 22 décembre 1989 est | programmawet van 22 december 1989 voorgeschreven verplichtingen niet |
condamné à payer les cotisations dues sur la différence entre les | naleeft, wordt veroordeeld tot het betalen van de bijdragen die |
rémunérations déclarées et celles qui sont calculées sur la base d'une | verschuldigd zijn op het verschil tussen de aangegeven bezoldigingen |
occupation à temps plein du travailleur concerné. | en die welke worden berekend op basis van een voltijdse tewerkstelling |
van de betrokken werknemer. | |
Par application de l'article 42 de la loi du 27 juin 1969, qui prévoit | Met toepassing van artikel 42 van de wet van 27 juni 1969, dat bepaalt |
que les créances de l'Office national de sécurité sociale à charge des | dat de schuldvorderingen van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid op |
employeurs assujettis à cette loi se prescrivent par trois ans à | de werkgevers die onder die wet vallen, verjaren na drie jaar vanaf de |
partir de la date de leur exigibilité, la période de régularisation | dag van de opeisbaarheid ervan, wordt de periode van ambtshalve |
d'office des cotisations sociales est limitée aux trois dernières | regularisatie van de sociale bijdragen beperkt tot de laatste drie |
années d'occupation des travailleurs concernés. | jaren van tewerkstelling van de betrokken werknemers. |
Si, comme le relève la partie demanderesse devant le juge a quo, la | Indien, zoals de eisende partij voor de verwijzende rechter opmerkt, |
régularisation d'office de ces cotisations peut avoir un impact | de ambtshalve regularisatie van die bijdragen een grote economische |
économique important pour l'employeur qui peut aller jusqu'au triple | impact kan hebben voor de werkgever die tot het drievoud van de reeds |
des cotisations déjà prélevées, cela s'explique par la différence | geïnde bijdragen kan bedragen, wordt zulks verklaard door het verschil |
entre les cotisations qui ont effectivement été versées par ledit | tussen de bijdragen die daadwerkelijk zijn gestort door die werkgever |
employeur en raison de l'occupation prétendument à temps partiel des | wegens de zogenaamd deeltijdse tewerkstelling van de betrokken |
travailleurs concernés et les cotisations qui auraient dû être versées | werknemers en de bijdragen die hadden moeten worden gestort wegens de |
en raison de l'occupation de ces travailleurs à temps plein, présumée | voltijdse tewerkstelling van die werknemers, die ingevolge de in het |
par l'effet de la disposition en cause. | geding zijnde bepaling wordt vermoed. |
B.5.3. En raison du caractère réfragable de cette présomption, | B.5.3. Wegens het weerlegbare karakter van dat vermoeden beschikt de |
l'employeur dispose toujours de la possibilité de prouver, par toute | werkgever steeds over de mogelijkheid om met elk rechtsmiddel te |
voie de droit, que le ou les travailleurs concernés sont occupés à | bewijzen dat de betrokken werknemer of werknemers deeltijds |
temps partiel. Si une telle preuve est rapportée, il n'est pas tenu au | tewerkgesteld wordt of worden. Indien een dergelijk bewijs wordt |
geleverd, is hij niet gehouden tot het betalen van aanvullende | |
paiement de cotisations supplémentaires. Comme il ressort de l'arrêt | bijdragen. Zoals blijkt uit het arrest van het Hof van Cassatie van 3 |
de cassation du 3 février 2003 (S.02.0081.N), cette preuve n'implique | februari 2003 (S.02.0081.N), houdt dat bewijs niet in dat de omvang |
pas de prouver l'étendue des prestations réellement accomplies dans le | van de werkelijk verrichte prestaties in het kader van een |
cadre d'un contrat de travail à temps partiel. | arbeidsovereenkomst voor deeltijdarbeid wordt bewezen. |
B.6. Compte tenu de ces éléments, la régularisation d'office des | B.6. Rekening houdend met die elementen, heeft de ambtshalve |
cotisations dues n'a pas une fonction répressive (dans ce sens : | regularisatie van de verschuldigde bijdragen geen repressieve functie |
Cass., 5 juin 2001, P.99.1501.N), mais constitue une mesure qui doit | (in die zin : Cass., 5 juni 2001, P.99.1501.N), maar vormt zij een |
maatregel die dient te worden aangemerkt als een sanctie van | |
être qualifiée de sanction de nature essentiellement civile, dans | hoofdzakelijk burgerlijke aard, in het belang van de financiering van |
l'intérêt du financement de la sécurité sociale, destinée à mettre fin | de sociale zekerheid, bestemd om een einde te maken aan een met de wet |
à une situation contraire à la loi, de sorte qu'elle n'entre pas dans | strijdige situatie, zodat zij niet onder het toepassingsgebied van |
le champ d'application de l'article 6 de la Convention européenne des | artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens valt. |
droits de l'homme. | B.7. Daar de in het geding zijnde bepaling een maatregel van |
B.7. Dès lors que la disposition en cause instaure une mesure de | hoofdzakelijk burgerlijke aard invoert, in het belang van de |
nature essentiellement civile, dans l'intérêt du financement de la | financiering van de sociale zekerheid, kan het beginsel non bis in |
sécurité sociale, le principe non bis in idem ne peut s'y appliquer. | idem daarop niet van toepassing zijn. |
B.8.1. Les mesures prévues par la loi du 29 juin 1964 concernant la | B.8.1. De maatregelen waarin de wet van 29 juni 1964 betreffende de |
suspension, le sursis et la probation sont étroitement liées aux | opschorting, het uitstel en de probatie voorziet, houden nauw verband |
sanctions pénales. Il s'agit de « permettre au juge de mettre l'auteur | met de strafsancties. De bedoeling bestaat erin de rechter de |
d'une infraction à l'épreuve pendant un certain temps, à la suite | mogelijkheid te verschaffen de dader van een misdrijf op proef te |
stellen gedurende een bepaalde periode, na afloop waarvan, indien zijn | |
duquel, si son comportement est satisfaisant, aucune condamnation | gedrag bevredigend is, geen veroordeling wordt uitgesproken, noch een |
n'est prononcée, ni aucune peine d'emprisonnement subie » (Ann., | gevangenisstraf wordt opgelegd (Hand., Senaat, 1963-1964, nr. 5, |
Sénat, 1963-1964, n° 5, séance du 26 novembre 1963, p. 80). Ces | vergadering van 26 november 1963, p. 80). In die maatregelen werd |
mesures ont été instaurées dans le but d'éliminer ou d'atténuer les | voorzien om de onterende gevolgen die aan een strafrechtelijke |
effets infamants qui s'attachent à une condamnation pénale. | veroordeling kleven, weg te werken of af te zwakken. |
B.8.2. Dès lors que la mesure en cause a une nature essentiellement | B.8.2. Aangezien de in het geding zijnde maatregel een hoofdzakelijk |
civile, l'impossibilité pour le tribunal du travail d'appliquer une | burgerlijke aard heeft, is de onmogelijkheid voor de arbeidsrechtbank |
mesure comme la suspension ou le sursis, qui est étroitement liée à la | om een maatregel zoals de opschorting of het uitstel, die nauw verband |
nature pénale de la sanction qu'elle accompagne, est raisonnablement | houdt met de strafrechtelijke aard van de sanctie die ermee gepaard |
justifiée. | gaat, toe te passen, redelijk verantwoord. |
B.9. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.9. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 22ter, alinéa 2, de la loi du 27 juin 1969 révisant | Artikel 22ter, tweede lid, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening |
l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des | van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke |
travailleurs ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution, | zekerheid der arbeiders schendt niet de artikelen 10 en 11 van de |
combinés ou non avec l'article 6 de la Convention européenne des | Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het |
droits de l'homme, avec l'article 14, paragraphe 7, du Pacte | Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 14, lid 7, |
international relatif aux droits civils et politiques et avec le | van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke |
principe général de droit non bis in idem. | rechten en met het algemene rechtsbeginsel non bis in idem. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 4 avril 2019. | op 4 april 2019. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
F. Daoût | F. Daoût |