← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 109/2019 du 10 juillet 2019 Numéro du rôle : 6947 En cause :
le recours en annulation des articles 15 et 32, alinéa 1 er , du décret flamand du 8 décembre
2017 portant des dispositions réglant le recouvrement de La
Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges L. Lavrysen(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 109/2019 du 10 juillet 2019 Numéro du rôle : 6947 En cause : le recours en annulation des articles 15 et 32, alinéa 1 er , du décret flamand du 8 décembre 2017 portant des dispositions réglant le recouvrement de La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges L. Lavrysen(...) | Uittreksel uit arrest nr. 109/2019 van 10 juli 2019 Rolnummer 6947 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 15 en 32, eerste lid, van het Vlaamse decreet van 8 december 2017 houdende bepalingen tot verdere regeling van de invord Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. L(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Extrait de l'arrêt n° 109/2019 du 10 juillet 2019 | Uittreksel uit arrest nr. 109/2019 van 10 juli 2019 |
| Numéro du rôle : 6947 | Rolnummer 6947 |
| En cause : le recours en annulation des articles 15 et 32, alinéa 1er, | In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 15 en 32, |
| du décret flamand du 8 décembre 2017 portant des dispositions réglant | eerste lid, van het Vlaamse decreet van 8 december 2017 houdende |
| le recouvrement de créances non fiscales pour la Communauté flamande | bepalingen tot verdere regeling van de invordering van niet-fiscale |
| et pour la Région flamande et les organismes qui en relèvent, des | schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en voor het Vlaamse |
| dispositions fiscales diverses et la reprise du service de la taxe sur | Gewest en de instellingen die eronder ressorteren, diverse fiscale |
| les jeux et paris, sur les appareils automatiques de divertissement et | bepalingen, en de overname van de dienst van de belasting op spelen en |
| de la taxe d'ouverture de débits de boissons fermentées, introduit par | weddenschappen, de automatische ontspanningstoestellen en de |
| openingsbelasting op slijterijen van gegiste dranken, ingesteld door | |
| Paul Lannoy et autres. | Paul Lannoy en anderen. |
| La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
| composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges L. Lavrysen, | samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. |
| J.-P. Moerman, P. Nihoul, T. Giet et J. Moerman, assistée du greffier | Lavrysen, J.-P. Moerman, P. Nihoul, T. Giet en J. Moerman, bijgestaan |
| P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen, | door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet du recours et procédure | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
| Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 13 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 13 juni 2018 |
| juin 2018 et parvenue au greffe le 14 juin 2018, un recours en | ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 14 juni |
| annulation des articles 15 et 32, alinéa 1er, du décret flamand du 8 | 2018, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 15 en 32, |
| décembre 2017 portant des dispositions réglant le recouvrement de | eerste lid, van het Vlaamse decreet van 8 december 2017 houdende |
| créances non fiscales pour la Communauté flamande et pour la Région | bepalingen tot verdere regeling van de invordering van niet-fiscale |
| flamande et les organismes qui en relèvent, des dispositions fiscales | schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en voor het Vlaamse |
| diverses et la reprise du service de la taxe sur les jeux et paris, | Gewest en de instellingen die eronder ressorteren, diverse fiscale |
| sur les appareils automatiques de divertissement et de la taxe | bepalingen, en de overname van de dienst van de belasting op spelen en |
| d'ouverture de débits de boissons fermentées (publié au Moniteur belge | weddenschappen, de automatische ontspanningstoestellen en de |
| openingsbelasting op slijterijen van gegiste dranken (bekendgemaakt in | |
| du 14 décembre 2017) a été introduit par Paul Lannoy, Katrien | het Belgisch Staatsblad van 14 december 2017) door Paul Lannoy, |
| Mattelaer, Pierre Lannoy et Marie Lannoy, assistés et représentés par | Katrien Mattelaer, Pierre Lannoy en Marie Lannoy, bijgestaan en |
| Me A. Verbeke et Me P. Macaluso, avocats au barreau de Bruxelles. | vertegenwoordigd door Mr. A. Verbeke en Mr. P. Macaluso, advocaten bij |
| de balie te Brussel. | |
| (...) | (...) |
| II. En droit | II. In rechte |
| (...) | (...) |
| Quant aux dispositions attaquées | Ten aanzien van de bestreden bepalingen |
| B.1.1. Les parties requérantes demandent l'annulation des articles 15 | B.1.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van de |
| et 32, alinéa 1er, du décret flamand du 8 décembre 2017 portant des | artikelen 15 en 32, eerste lid, van het Vlaamse decreet van 8 december |
| dispositions réglant le recouvrement de créances non fiscales pour la | 2017 houdende bepalingen tot verdere regeling van de invordering van |
| Communauté flamande et pour la Région flamande et les organismes qui | niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en voor het |
| en relèvent, des dispositions fiscales diverses et la reprise du | Vlaamse Gewest en de instellingen die eronder ressorteren, diverse |
| service de la taxe sur les jeux et paris, sur les appareils | fiscale bepalingen, en de overname van de dienst van de belasting op |
| automatiques de divertissement et de la taxe d'ouverture de débits de | spelen en weddenschappen, de automatische ontspanningstoestellen en de |
| boissons fermentées (ci-après : le décret du 8 décembre 2017). | openingsbelasting op slijterijen van gegiste dranken (hierna : het decreet van 8 december 2017). |
| B.1.2. L'article 15 du décret du 8 décembre 2017 remplace le 1° de | B.1.2. Artikel 15 van het decreet van 8 december 2017 vervangt het 1° |
| van artikel 2.7.3.4.1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit | |
| l'article 2.7.3.4.1, alinéa 1er, du Code flamand de la fiscalité du 13 | van 13 december 2013, ten gevolge waarvan dat eerste lid bepaalt : |
| décembre 2013, à la suite de quoi cet alinéa 1er dispose : | |
| « Le passif admissible dans la succession d'un habitant du royaume se | « Als passief van de nalatenschap van een rijksinwoner wordt alleen |
| borne : | het volgende aanvaard : |
| 1° aux dettes du défunt existantes au moment du décès. Les dettes | 1° de schulden van de erflater die op de dag van zijn overlijden |
| autres que les dettes, visées à l'article 2.7.3.2.7, découlant de | bestaan. Andere schulden dan de schulden, vermeld in artikel |
| l'application d'une stipulation dans un contrat de mariage conclu | 2.7.3.2.7, die voortkomen uit de toepassing van een beding in een |
| entre le défunt et son partenaire et se rapportant à la liquidation de | huwelijksovereenkomst dat door de erflater en zijn partner is |
| leur régime matrimonial, ne sont pas prises en considération comme des | overeengekomen en dat betrekking heeft op de vereffening van hun |
| huwelijksvermogensstelsel worden niet beschouwd als schulden van de | |
| dettes du défunt existantes au moment du décès; | erflater die op de dag van zijn overlijden bestaan; |
| 2° aux frais funéraires ». | 2° de begrafeniskosten ». |
| B.1.3. L'article 32, alinéa 1er, du décret du 8 décembre 2017 dispose | B.1.3. Artikel 32, eerste lid, van het decreet van 8 december 2017 |
| : | bepaalt : |
| « Le présent décret entre en vigueur le dixième jour [qui suit] sa | « Dit decreet treedt in werking tien dagen na de bekendmaking ervan in |
| publication au Moniteur belge, à l'exception de l'article 31, qui | het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 31, dat in |
| entre en vigueur le 1er décembre 2017 ». | werking treedt op 1 december 2017 ». |
| B.2. Les travaux préparatoires exposent : | B.2. De parlementaire voorbereiding vermeldt : |
| « Par le décret contenant diverses mesures d'accompagnement de | « Met het decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de |
| l'ajustement du budget 2015, le Gouvernement flamand a fait la clarté | aanpassing van de begroting 2015 heeft de Vlaamse Regering |
| sur la technique dite de la ' clause de la maison mortuaire '. | duidelijkheid gecreëerd over de techniek van de zogenaamde |
| sterfhuisclausule. | |
| La suppression de la condition de survie inscrite à l'article | Door het schrappen van de voorwaarde van overleving in het artikel |
| 2.7.1.0.4 du Code flamand de la fiscalité a entre-temps clarifié le | 2.7.1.0.4 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, is inmiddels duidelijk |
| fait que ce qui est acquis par le conjoint survivant au-delà de la | geworden dat wat boven de helft in het gemeenschappelijk vermogen door |
| moitié du patrimoine commun est soumis à l'impôt de succession. Ce | de langstlevende echtgenoot of echtgenote wordt verkregen, aan |
| principe est applicable depuis le 1er juillet 2015. Pour les époux mariés sous le régime de la séparation de biens également, il existe des clauses plus ou moins comparables qui ont pour effet que la base imposable de l'impôt de succession à charge du conjoint survivant peut être réduite. Ces clauses créent des dettes et des créances qui ont des conséquences importantes sur l'impôt de succession. Ces clauses ont déjà donné lieu à de nombreux litiges de longue durée, entraînant une insécurité juridique prolongée pour les contribuables et pour l'autorité publique. De la même manière que le Gouvernement flamand a fait la clarté sur la ' clause de la maison mortuaire ', ce sont maintenant les ' clauses de participation finale ', d'une part, et les ' clauses d'attribution ou les clauses optionnelles à titre onéreux ', d'autre part, qui seront clarifiées. En résumé, ces deux catégories de clauses ont les effets suivants : - dans le cas d'une clause de participation finale prévue par des époux qui sont mariés sous un régime de séparation de biens, une dette | erfbelasting wordt onderworpen. Dit principe is sedert 1 juli 2015 van toepassing. Ook voor echtgenoten die gehuwd zijn onder het stelsel van scheiding van goederen bestaan min of meer vergelijkbare bedingen die tot gevolg hebben dat de belastbare heffingsgrondslag van de erfbelasting lastens de langstlevende echtgenoot of echtgenote kan worden herleid. Die bedingen creëren schulden en schuldvorderingen die belangrijke gevolgen hebben voor de erfbelasting. Deze bedingen hebben reeds aanleiding gegeven tot tal van aanslepende geschillen, met langdurige rechtsonzekerheid voor de belastingplichtigen en voor de overheid tot gevolg. Net zoals de Vlaamse Regering duidelijkheid heeft gecreëerd voor de zogenaamde sterfhuisclausule zal dit nu ook gebeuren voor deze zogenaamde finale verrekenbedingen enerzijds en verblijvingsbedingen of keuzebedingen met last anderzijds. Kort beschreven hebben deze twee categorieën van clausules de volgende effecten : - met een finaal verrekenbeding bij echtgenoten gehuwd onder een stelsel van scheiding van goederen wordt er bij het overlijden van de |
| est créée lors du décès du premier époux, à charge de la succession, | eerste echtgenoot een schuld gecreëerd lastens de nalatenschap in het |
| au bénéfice de l'époux survivant. La jurisprudence qualifie cette | voordeel van de langstlevende. Dit verrekenbeding wordt door de |
| clause de participation d'avantage matrimonial sur lequel, en | rechtspraak gekwalificeerd als een huwelijksvoordeel dat bij gebreke |
| l'absence d'une disposition décrétale explicite, l'impôt de succession | aan uitdrukkelijke decretale bepaling niet belastbaar is met |
| ne peut pas être prélevé à charge de l'époux survivant. De plus, cette | erfbelasting in hoofde van de langstlevende. Bovendien is deze |
| créance doit être considérée comme un passif admissible dans la | vordering als aanvaardbaar passief in de nalatenschap van de |
| succession du conjoint qui décède en premier lieu. Il en résulte que | eerststervende te beschouwen. Het gevolg hiervan is dat de |
| l'impôt de succession peut même être réduit à zéro; | erfbelasting zelfs tot nul kan worden herleid; |
| - à l'inverse, dans le cas d'une clause d'attribution ou clause | - met een verblijvingsbeding of keuzebeding met last bij echtgenoten |
| optionnelle à titre onéreux prévue par des époux mariés sous un régime | gehuwd onder een stelsel van gemeenschap wordt er omgekeerd bij het |
| de communauté, une créance naît lors du décès du premier époux, au | overlijden van de eerste echtgenoot een schuldvordering in het |
| bénéfice de la succession et à charge de l'époux survivant, qui ne | voordeel van de nalatenschap en lastens de langstlevende gecreëerd die |
| devient exigible que lors du décès de ce second époux. Ces clauses ont | pas opeisbaar wordt bij het overlijden van deze tweede echtgenoot. Ook |
| elles aussi un effet important sur l'impôt de succession. Lors du | deze bedingen hebben een belangrijke impact op de erfbelasting. Bij |
| premier décès, seule est imposable la créance mobilière de la | het eerste overlijden is enkel een roerende schuldvordering van de |
| succession envers l'époux survivant, alors que la dette qui est à | nalatenschap op de langstlevende belastbaar, terwijl de schuld lastens |
| charge de l'époux survivant relève du passif admissible dans la | de langstlevende aanvaardbaar is als passief in de nalatenschap van |
| succession de cette personne. | deze langstlevende. |
| Bien que ces clauses permettent de modérer considérablement l'impôt de | Hoewel de erfbelasting met deze clausules aanzienlijk kan worden |
| succession, voire de le réduire à zéro, il s'agit souvent, du point de | gematigd of zelfs tot nul kan worden herleid, gaat het economisch |
| vue économique, d'acquisitions et de transferts de patrimoine | gezien over vaak belangrijke verkrijgingen en vermogensverschuivingen. |
| importants. Dans un souci d'équité, d'une part, et de sécurité | Vanuit billijkheidsoverwegingen enerzijds en vanuit de bekommernis |
| juridique, d'autre part, le Gouvernement flamand souhaite aussi faire | voor rechtszekerheid anderzijds wil de Vlaamse Regering ook hierover |
| la clarté sur ce point. Il peut le faire en prévoyant que de telles | duidelijkheid creëren. Deze duidelijkheid kan worden bereikt door te |
| dettes ne relèvent plus, pour l'impôt de succession, du passif | voorzien dat dergelijke schulden voor de erfbelasting niet langer |
| admissible dans une succession. C'est en ce sens que l'article | aanvaardbaar zijn als passief van een nalatenschap. Het artikel |
| 2.7.3.4.1, alinéa 1er, 1°, est adapté. | 2.7.3.4.1, eerste lid, 1°, wordt in die zin aangepast. |
| Aux fins de cohérence fiscale, la dette non admise dans la succession | Om fiscaal consequent te blijven is uiteraard vereist dat de in de |
| de l'un des époux ne doit évidemment pas non plus être prise en | nalatenschap van de ene echtgenoot geweerde schuld evenmin in |
| considération comme créance imposable à titre d'élément d'actif dans | aanmerking wordt genomen als een schuldvordering, die belastbaar is |
| als actief bestanddeel in de nalatenschap van de andere echtgenoot. | |
| la succession de l'autre époux. C'est à cela que tend le nouvel | Dit wordt opgevangen door de bepaling van het nieuwe artikel |
| article 2.7.3.2.14. | 2.7.3.2.14. |
| Dans les deux cas, l'application des dispositions en projet a pour | In beide gevallen is door de toepassing van de ontworpen bepalingen de |
| effet que la créance n'est pas à déclarer dans l'actif de la | schuldvordering niet aan te geven in het actief van de nalatenschap |
| succession de l'un des partenaires (qui est, selon le cas, le premier | van de ene partner (al naargelang het geval de eerste of de laatste |
| ou le dernier à décéder) et, dans les deux cas, la dette ne relève pas | overledene), en in beide gevallen is de schuld evenmin aanvaardbaar |
| non plus du passif admissible dans la succession de l'autre partenaire | als passief in de nalatenschap van de andere partner (al naargelang |
| (qui est, selon le cas, le dernier ou le premier à décéder). | het geval dan de laatste of de eerste overledene). |
| [...] | [...] |
| De même, il n'est pas établi de distinction selon la masse de | Er wordt evenmin een onderscheid gemaakt naargelang de gekozen |
| participation choisie (les biens qui servent de base pour la | verrekenmassa (de goederen die dienen als basis voor de verrekening) |
| participation) et/ou la clé de participation choisie (50/50, 0/100 ou | en/of de gekozen verrekensleutel (50/50, 0/100 of andere sleutels). |
| d'autres clés). L'on ne distingue pas non plus les clauses | Verder wordt evenmin een onderscheid gemaakt tussen optionele en |
| optionnelles des clauses non optionnelles. | niet-optionele bedingen. |
| L'exposé des motifs du décret de 2015, précité, mentionne un plan par | In de memorie van toelichting bij het vermelde decreet uit 2015 wordt |
| étapes visant à lutter contre les mécanismes d'évasion fiscale. Les | melding gemaakt van een stappenplan om ontwijkingsmechanismen aan te |
| présentes mesures poursuivent l'exécution de ce plan, à la suite des | pakken. Welnu, deze maatregelen geven verdere uitvoering hieraan, na |
| mesures déjà mises en oeuvre auparavant, justifiées par un objectif | de eerder reeds uitgevoerde ingrepen, gerechtvaardigd door een streven |
| d'équité et de sécurité juridique » (Doc. parl., Parlement flamand, | naar billijkheid en rechtszekerheid » (Parl. St., Vlaams Parlement, |
| 2017-2018, n° 1301/1, pp. 7-9). | 2017-2018, nr. 1301/1, pp. 7-9). |
| Quant au fond | Ten gronde |
| En ce qui concerne le premier moyen | Wat het eerste middel betreft |
| B.3. Le premier moyen est dirigé contre l'article 15 du décret du 8 | B.3. Het eerste middel is gericht tegen artikel 15 van het decreet van |
| décembre 2017 et est pris de la violation des articles 10, 11 et 172 | 8 december 2017 en is afgeleid uit de schending van de artikelen 10, |
| de la Constitution. | 11 en 172 van de Grondwet. |
| B.4. Dans la première branche du premier moyen, les parties | B.4. In een eerste onderdeel van het middel voeren de verzoekende |
| requérantes font valoir que l'article 2.7.3.4.1, alinéa 1er, 1°, du | partijen aan dat artikel 2.7.3.4.1, eerste lid, 1°, van de Vlaamse |
| Code flamand de la fiscalité, tel qu'il a été remplacé par la | Codex Fiscaliteit, zoals vervangen bij de bestreden bepaling, een |
| disposition attaquée, crée une différence de traitement injustifiée, | niet-verantwoord verschil in behandeling in het leven roept, doordat |
| en ce que des avantages matrimoniaux étrangers au patrimoine commun | huwelijksvoordelen die buiten het gemeenschappelijk vermogen van de |
| des époux (ci-après : la communauté conjugale) qui sont attribués au | gehuwden (hierna : de huwelijksgemeenschap) om aan de langstlevende |
| conjoint survivant sont imposés différemment des avantages | echtgenoot worden toegekend, anders worden belast dan de |
| matrimoniaux qui sont accordés au conjoint survivant par le biais de | huwelijksvoordelen die via de huwelijksgemeenschap aan de |
| la communauté conjugale. | langstlevende echtgenoot worden toegekend. |
| B.5.1. L'article 2.7.3.4.1, alinéa 1er, 1°, du Code flamand de la | B.5.1. Artikel 2.7.3.4.1, eerste lid, 1°, van de Vlaamse Codex |
| fiscalité, tel qu'il a été remplacé par l'article 15, attaqué, du | Fiscaliteit, zoals vervangen bij het bestreden artikel 15 van het |
| décret du 8 décembre 2017, fait partie de la section 3 (« Base | decreet van 8 december 2017, maakt deel uit van afdeling 3 (« |
| imposable ») du chapitre 7 (« Impôt sur la succession ») du titre 2 (« | Belastbare grondslag ») van hoofdstuk 7 (« Erfbelasting ») van titel 2 |
| Perception des impôts ») de ce Code. | (« Belastingheffing ») van die Codex. |
| Cet article détermine les dettes et les frais qui relèvent du passif | Dat artikel bepaalt welke schulden en kosten als passief van een |
| admissible dans une succession. | nalatenschap worden aanvaard. |
| B.5.2. Avant d'être remplacé par l'article 15, attaqué, l'article | B.5.2. Vóór de vervanging bij het bestreden artikel 15, bepaalde |
| 2.7.3.4.1, alinéa 1er, 1°, du Code flamand de la fiscalité disposait | artikel 2.7.3.4.1, eerste lid, 1°, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit |
| que les « dettes du défunt existantes au moment du décès » relevaient | dat « de schulden van de erflater, die op de dag van zijn overlijden |
| du passif admissible dans la succession. L'article 15 du décret du 8 | bestaan » als passief van de nalatenschap worden aanvaard. Artikel 15 |
| décembre 2017 a repris cette disposition en y ajoutant que les dettes | van het decreet van 8 december 2017 heeft die bepaling overgenomen en |
| eraan toegevoegd dat andere schulden dan de schulden vermeld in | |
| autres que les dettes, visées à l'article 2.7.3.2.7, qui découlent de | artikel 2.7.3.2.7, die voortkomen uit de toepassing van een beding in |
| l'application d'une stipulation dans un contrat de mariage conclue | een huwelijksovereenkomst dat door de erflater en zijn partner is |
| entre le défunt et son partenaire et se rapportant à la liquidation de | overeengekomen en dat betrekking heeft op de vereffening van hun |
| leur régime matrimonial, ne sont pas considérées comme des dettes du | huwelijksvermogensstelsel, niet worden beschouwd als schulden van de |
| défunt existant au moment du décès. | erflater die op de dag van zijn overlijden bestaan. |
| B.5.3. Il ressort des travaux préparatoires cités en B.2 que le | B.5.3. Uit de in B.2 aangehaalde parlementaire voorbereiding blijkt |
| législateur décrétal a visé les « clauses de participation finale » et | dat de decreetgever de in huwelijksovereenkomsten opgenomen « finale |
| les « clauses d'attribution ou clauses optionnelles à titre onéreux » | verrekenbedingen » en « verblijvingsbedingen of keuzebedingen met last |
| inscrites dans les contrats de mariage. | » heeft beoogd. |
| B.6. Il ressort de la requête introduite par les parties requérantes | B.6. Uit het verzoekschrift van de verzoekende partijen blijkt dat hun |
| qu'en ce que le premier moyen reproche à la disposition attaquée de | eerste middel, in zoverre zij ermee de bestreden bepaling verwijten |
| créer une différence de traitement en ce qui concerne l'imposition des | een verschil in behandeling in het leven te roepen op het vlak van de |
| avantages matrimoniaux, selon que ces avantages sont octroyés au | belasting van huwelijksvoordelen, naargelang die voordelen buiten dan |
| conjoint survivant en dehors ou par le biais de la communauté | wel via de huwelijksgemeenschap aan de langstlevende echtgenoot worden |
| conjugale, ce moyen porte exclusivement sur les clauses de | toegekend, uitsluitend betrekking heeft op de voormelde finale |
| participation finale, précitées, et ne porte donc pas sur les clauses | verrekenbedingen, en aldus niet op de verblijvingsbedingen of op de |
| d'attribution ou sur les clauses optionnelles à titre onéreux. | keuzebedingen met last. |
| Dans leur mémoire en réponse, les parties requérantes reprochent | In hun memorie van antwoord verwijten de verzoekende partijen de |
| certes également à la disposition attaquée de traiter de manière | bestreden bepaling weliswaar eveneens de finale verrekenbedingen, |
| égale, sans justification raisonnable, les clauses de participation | enerzijds, en de verblijvingsbedingen of keuzebedingen met last, |
| finale, d'une part, et les clauses d'attribution ou les clauses | anderzijds, zonder redelijke verantwoording gelijk te behandelen, maar |
| optionnelles à titre onéreux, d'autre part, mais puisque ce grief | vermits die grief pas voor het eerst in die memorie wordt aangevoerd, |
| n'est formulé pour la première fois que dans ce mémoire, il y a lieu, | |
| comme l'observe le Gouvernement flamand, de le considérer comme un | dient zij, zoals de Vlaamse Regering opwerpt, te worden aangemerkt als |
| moyen nouveau, qui est irrecevable en vertu de l'article 85 de la loi | een nieuw middel, dat krachtens artikel 85 van de bijzondere wet van 6 |
| spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle. | januari 1989 op het Grondwettelijk Hof niet ontvankelijk is. |
| La Cour limite donc son examen aux clauses de participation finale. | Het Hof beperkt aldus zijn onderzoek tot de finale verrekenbedingen. |
| B.7.1. Lorsque les époux optent, dans leur contrat de mariage, pour un | B.7.1. Wanneer de echtgenoten in hun huwelijksovereenkomst kiezen voor |
| régime de séparation de biens, ils décident que leurs biens propres | een stelsel van scheiding van goederen, kiezen zij ervoor dat hun |
| restent séparés et qu'aucune communauté de biens n'est créée (articles | eigen goederen gescheiden blijven en dat er geen gemeenschap van |
| 1466 et suivants du Code civil). Lorsque l'un de ces époux décède, ses | goederen wordt gecreëerd (artikel 1466 en volgende van het Burgerlijk |
| biens propres entrent en principe dans la succession. Le droit de | Wetboek). Wanneer één van die echtgenoten overlijdt, vallen de eigen |
| succession est établi sur la valeur, après déduction des dettes, de | goederen van die echtgenoot in beginsel in de nalatenschap. Het |
| tout ce qui est recueilli dans la succession, conformément à la | successierecht wordt gevestigd op de waarde, na aftrek van de |
| schulden, van alles wat uit de nalatenschap wordt verkregen | |
| section 1ère du chapitre 7 du Code flamand de la fiscalité (articles | overeenkomstig afdeling 1 van hoofdstuk 7 van de Vlaamse Codex |
| 2.7.3.1.1 et 2.7.3.2.1 du Code flamand de la fiscalité). | Fiscaliteit (artikelen 2.7.3.1.1 en 2.7.3.2.1 van de Vlaamse Codex |
| Fiscaliteit). | |
| B.7.2. En vertu de l'article 1469, § 1er, du Code civil, tel qu'il a | B.7.2. Krachtens artikel 1469, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, zoals |
| été remplacé par l'article 34 de la loi du 22 juillet 2018 « modifiant | vervangen bij artikel 34 van de wet van 22 juli 2018 « tot wijziging |
| van het Burgerlijk Wetboek en diverse andere bepalingen wat het | |
| le Code civil et diverses autres dispositions en matière de droit des | huwelijksvermogensrecht betreft en tot wijziging van de wet van 31 |
| régimes matrimoniaux et modifiant la loi du 31 juillet 2017 modifiant | juli 2017 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de erfenissen |
| le Code civil en ce qui concerne les successions et les libéralités et | en de giften betreft en tot wijziging van diverse bepalingen ter zake |
| modifiant diverses autres dispositions en cette matière », les époux | », kunnen echtgenoten die kiezen voor het stelsel van scheiding van |
| qui optent pour le régime de la séparation de biens peuvent ajouter à | goederen aan dat stelsel alle bedingen toevoegen die met dat stelsel |
| ce régime toutes les clauses compatibles avec ce régime. Ils peuvent | verenigbaar zijn. Zij kunnen onder meer bedingen toevoegen met |
| notamment ajouter des clauses concernant l'administration de la | betrekking tot de bewijsvoering, tussen hen, van exclusief |
| preuve, entre eux, du droit de propriété exclusif, concernant la | eigendomsrecht, met betrekking tot het bewijs van vorderingen die de |
| preuve de créances que l'un peut invoquer contre l'autre, ainsi que | ene tegen de andere kan aanvoeren, en bedingen ter nadere regeling van |
| des clauses précisant une indivision ou un patrimoine d'affectation | enige onverdeeldheid of enig doelvermogen die of dat tussen hen zou |
| pouvant exister entre eux. Ils peuvent aussi adopter des clauses | bestaan. Zij kunnen ook bedingen opnemen die ertoe strekken een |
| visant à réaliser un décompte entre leurs patrimoines, notamment par | verrekening tussen hun vermogens te verwezenlijken, met name door |
| l'ajout d'une clause de participation aux acquêts. | toevoeging van een beding van verrekening van aanwinsten. |
| En vertu de l'article 1469, § 2, du Code civil, les époux qui ont opté | Krachtens artikel 1469, § 2, van het Burgerlijk Wetboek, zijn de |
| pour une clause de participation aux acquêts sont soumis aux articles | echtgenoten die hebben geopteerd voor een beding van verrekening van |
| 1469/1 à 1469/13 de ce Code. Le patrimoine originaire, le patrimoine final, la créance de participation et le paiement de celle-ci sont définis conformément à ces articles. Cependant, les époux peuvent y déroger dans leur contrat de mariage et convenir eux-mêmes de la masse de participation, de la clé de participation, du moment de participation et des modalités de participation. B.7.3. Lorsqu'une clause de participation finale est inscrite dans le contrat de mariage d'époux qui sont mariés sous le régime de la séparation de biens, cette clause fait naître, au décès d'un des époux, une dette à charge de la succession et au bénéfice de l'époux survivant. La créance dont dispose l'époux survivant doit être qualifiée d'avantage matrimonial. Avant l'entrée en vigueur de la disposition attaquée, cet avantage matrimonial ne pouvait, en l'absence d'une disposition décrétale | aanwinsten, onderworpen aan de artikelen 1469/1 tot 1469/13 van dat Wetboek. Het aanvangsvermogen, het eindvermogen, de verrekenvordering en de betaling daarvan worden overeenkomstig die artikelen bepaald. Echtgenoten kunnen bij huwelijksovereenkomst daarvan evenwel afwijken en zelf de verrekenmassa, verrekensleutel, het verrekentijdstip en de verrekenmodaliteiten overeenkomen. B.7.3. Wanneer een finaal verrekenbeding wordt opgenomen in een huwelijksovereenkomst van echtgenoten die gehuwd zijn onder het stelsel van scheiding van goederen, brengt dat beding met zich mee dat bij het overlijden van een echtgenoot een schuld wordt gecreëerd ten laste van de nalatenschap in het voordeel van de langstlevende echtgenoot. De schuldvordering waarover de langstlevende echtgenoot beschikt, dient te worden gekwalificeerd als een huwelijksvoordeel. Vóór de inwerkingtreding van de bestreden bepaling, was dat huwelijksvoordeel, bij gebreke van een uitdrukkelijke decretale bepaling, niet belastbaar met erfbelasting voor de langstlevende echtgenoot, en werd dat voordeel gekwalificeerd als een schuld van de |
| explicite, être soumis à l'impôt de succession à charge de l'époux | erflater die op de dag van zijn overlijden bestaat, zodat die schuld |
| survivant et était qualifié de dette du défunt existant au moment du | deel uitmaakte van het passief van de nalatenschap. |
| décès, de sorte que cette dette relevait du passif de la succession. | De kwalificatie van de schuldvordering als schuld van de erflater die |
| La qualification de la créance comme dette du défunt existant au | op de dag van zijn overlijden bestaat, bracht met zich mee dat die |
| moment du décès avait pour effet qu'il fallait déduire cette créance | schuldvordering in mindering diende te worden gebracht op de waarde |
| de la valeur de tout ce qui était recueilli dans la succession. Cette | van alles wat uit de nalatenschap wordt verkregen. Die kwalificatie |
| qualification diminuait donc la base imposable de l'impôt de | leidde aldus tot een verlaagde belastbare grondslag van de |
| succession. | erfbelasting. |
| B.7.4. L'article 15, attaqué, du décret du 8 décembre 2017 modifie | B.7.4. Het bestreden artikel 15 van het decreet van 8 december 2017 |
| l'article 2.7.3.4.1, alinéa 1er, du Code flamand de la fiscalité en ce | wijzigt artikel 2.7.3.4.1, eerste lid, van de Vlaamse Codex |
| sens que la créance précitée n'est pas considérée fiscalement comme | Fiscaliteit in die zin dat de voormelde schuldvordering fiscaal niet |
| une dette du défunt existant au moment du décès, de sorte que cette | wordt beschouwd als een schuld van de erflater die op de dag van zijn |
| overlijden bestaat, zodat die schuldvordering niet langer in mindering | |
| créance n'est plus déduite de la valeur de tout ce qui est recueilli | wordt gebracht op de waarde van alles wat uit de nalatenschap wordt |
| dans la succession. | verkregen. |
| L'article 14, non attaqué, du décret du 8 décembre 2017 ajoute un | Het niet bestreden artikel 14 van het decreet van 8 december 2017 |
| article 2.7.3.2.14 au Code flamand de la fiscalité, aux termes duquel | voegt een artikel 2.7.3.2.14 toe aan de Vlaamse Codex Fiscaliteit, |
| la créance précitée n'est pas prise en considération pour la | naar luid waarvan de voormelde schuldvordering voor de inning van het |
| perception du droit de succession, de sorte que « la dette non admise | successierecht niet in aanmerking wordt genomen, zodat « de in de |
| dans la succession de l'un des époux [n'est] pas non plus [...] prise | nalatenschap van de ene echtgenoot geweerde schuld evenmin in |
| en considération comme créance imposable à titre d'élément d'actif | aanmerking wordt genomen als een schuldvordering, die belastbaar is |
| dans la succession de l'autre époux » (Doc. parl., Parlement flamand, | als actief bestanddeel in de nalatenschap van de andere echtgenoot » |
| 2017-2018, n° 1301/1, p. 8). | (Parl. St., Vlaams Parlement, 2017-2018, nr. 1301/1, p. 8). |
| B.8.1. L'article 2.7.1.0.4 du Code flamand de la fiscalité dispose : | B.8.1. Artikel 2.7.1.0.4 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit bepaalt : |
| « L'époux survivant, auquel une convention de mariage non sujette aux | « De langstlevende echtgenoot die ingevolge een huwelijksovereenkomst |
| règles relatives aux donations attribue plus de la moitié de la | die niet aan de regels voor de schenkingen is onderworpen, meer dan de |
| communauté, est assimilé, pour la perception des droits de succession | helft van de gemeenschap toegekend krijgt, wordt voor de heffing van |
| et de mutation par décès, à l'époux survivant qui, en l'absence d'une | de erfbelasting gelijkgesteld met de langstlevende echtgenoot die, als |
| dérogation au partage égal de la communauté, recueille, en tout ou en | niet wordt afgeweken van de gelijke verdeling van de gemeenschap, het |
| partie, la portion de l'autre époux, en vertu d'une donation ou d'une | deel van de andere echtgenoot krachtens een schenking onder de |
| disposition testamentaire ». | levenden of een uiterste wilsbeschikking geheel of gedeeltelijk verkrijgt ». |
| B.8.2. Cette disposition, qui porte exclusivement sur les biens qui | B.8.2. Die bepaling, die uitsluitend betrekking heeft op de goederen |
| font partie de la communauté conjugale, a pour effet qu'aucun impôt de | die deel uitmaken van de huwelijksgemeenschap, brengt met zich mee dat |
| succession n'est dû sur ce que reçoit l'époux survivant par suite du | geen erfbelasting verschuldigd is op datgene wat de langstlevende |
| contrat de mariage, lorsque cette acquisition ne dépasse pas la moitié | echtgenoot ingevolge de huwelijksovereenkomst verkrijgt, wanneer die |
| de la communauté conjugale. Lorsque l'époux survivant reçoit la moitié | verkrijging niet meer dan de helft van de huwelijksgemeenschap |
| de la communauté conjugale, l'autre moitié fait partie de la | bedraagt. Wanneer de langstlevende echtgenoot de helft van de |
| huwelijksgemeenschap verkrijgt, maakt de andere helft deel uit van de | |
| succession du défunt, qui est donc soumise à l'impôt de succession. | nalatenschap van de erflater, die aldus aan erfbelasting wordt onderworpen. |
| En vertu de la disposition précitée, l'époux survivant n'est soumis à | De langstlevende echtgenoot wordt krachtens de voormelde bepaling |
| l'impôt de succession que pour autant qu'il reçoive plus de la moitié | slechts aan de erfbelasting onderworpen voor zover hij meer dan de |
| de la communauté conjugale et uniquement sur la part qui excède la | helft van de huwelijksgemeenschap verkrijgt en uitsluitend met |
| moitié de la communauté conjugale. | betrekking tot het gedeelte dat de helft van de huwelijksgemeenschap |
| overschrijdt. | |
| B.9. Etant donné que l'article 2.7.1.0.4 du Code flamand de la | B.9. Vermits artikel 2.7.1.0.4 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit |
| fiscalité porte sur la communauté conjugale, cette disposition ne | betrekking heeft op de huwelijksgemeenschap, kan die bepaling geen |
| saurait s'appliquer lorsque les époux ont stipulé une clause de | toepassing vinden wanneer de echtgenoten in hun op het stelsel van |
| scheiding van goederen gebaseerde huwelijksovereenkomst een finaal | |
| participation finale dans leur contrat de mariage fondé sur le régime | verrekenbeding hebben opgenomen. In geval van overlijden van één van |
| de la séparation de biens. Si l'un des époux décède, l'époux survivant | de echtgenoten, wordt de langstlevende echtgenoot niet onderworpen aan |
| n'est pas soumis à l'impôt de succession pour ce qui est de la créance | de erfbelasting voor de schuldvordering die hij door middel van dat |
| qui lui est dévolue par cette clause. En revanche, les héritiers de | beding verkrijgt. De erfgenamen van de overleden echtgenoot worden |
| l'époux décédé sont imposés, et ce, sur la valeur de tout ce qui est | daarentegen wel belast en dit op de waarde van alles wat uit de |
| recueilli dans la succession, sans que soit déduite de cette valeur la | nalatenschap wordt verkregen, waarbij de uit het verrekenbeding |
| créance qui résulte de la clause de participation, en vertu de | voortvloeiende schuldvordering, op grond van het bij de bestreden |
| l'article 2.7.3.4.1, alinéa 1er, du Code flamand de la fiscalité, tel | bepaling vervangen artikel 2.7.3.4.1, eerste lid, van de Vlaamse Codex |
| qu'il a été remplacé par la disposition attaquée. | Fiscaliteit, niet in mindering wordt gebracht op die waarde. |
| B.10. Il résulte de ce qui précède que les avantages matrimoniaux qui | B.10. Uit het voorgaande volgt dat de huwelijksvoordelen die in het |
| sont attribués à l'époux survivant dans le régime de séparation de | stelsel van scheiding van goederen aan de langstlevende echtgenoot |
| biens sont soumis à un autre régime fiscal que les avantages | worden toegekend, aan een andere fiscale regeling worden onderworpen |
| matrimoniaux qui sont attribués à l'époux survivant par le biais de la | dan de huwelijksvoordelen die via de huwelijksgemeenschap aan de |
| communauté conjugale. | langstlevende echtgenoot worden toegekend. |
| B.11.1. Le Gouvernement flamand fait valoir que la différence de | B.11.1. De Vlaamse Regering voert aan dat het voormelde verschil in |
| traitement précitée découle non pas de la disposition attaquée, mais | behandeling niet voortvloeit uit de bestreden bepaling, maar uit |
| bien de l'article 2.7.1.0.4 du Code flamand de la fiscalité. | artikel 2.7.1.0.4 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit. |
| B.11.2. La critique formulée par les parties requérantes à l'encontre | B.11.2. De kritiek van de verzoekende partijen ten aanzien van de |
| de la disposition attaquée consiste en ce que le législateur décrétal | bestreden bepaling bestaat erin dat de decreetgever niet heeft |
| n'a pas prévu une mesure similaire à celle qui est contenue dans | voorzien in een maatregel die soortgelijk is aan die welke is vervat |
| l'article 2.7.1.0.4 du Code flamand de la fiscalité pour ce qui est | in artikel 2.7.1.0.4 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit voor de |
| des avantages matrimoniaux qui sont octroyés à l'époux survivant en | huwelijksvoordelen die buiten de huwelijksgemeenschap om aan de |
| dehors de la communauté conjugale. Dans cette mesure, la différence de | langstlevende echtgenoot worden toegekend. Het bekritiseerde verschil |
| traitement critiquée découle de la disposition attaquée. | in behandeling vloeit in die mate voort uit de bestreden bepaling. |
| L'exception du Gouvernement flamand est rejetée. | De exceptie van de Vlaamse Regering wordt verworpen. |
| B.12.1. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas | B.12.1. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet |
| qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de | uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen |
| personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et | wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium |
| qu'elle soit raisonnablement justifiée. | berust en het redelijk verantwoord is. |
| L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
| compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
| nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
| non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
| de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de |
| et le but visé. | aangewende middelen en het beoogde doel. |
| B.12.2. L'article 172 de la Constitution constitue une application | B.12.2. Artikel 172 van de Grondwet vormt, in fiscale aangelegenheden, |
| particulière, en matière fiscale, du principe d'égalité et de | |
| non-discrimination inscrit dans les articles 10 et 11 de la | een bijzondere toepassing van het in de artikelen 10 en 11 van de |
| Constitution. | Grondwet vervatte beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. |
| B.13.1. La différence de traitement mentionnée en B.10 repose sur le | B.13.1. Het in B.10 vermelde verschil in behandeling steunt op het |
| critère de l'origine de biens qui constituent l'avantage matrimonial | criterium van de oorsprong van de goederen die het huwelijksvoordeel |
| (le patrimoine commun ou le patrimoine propre à chacun des époux). Ce | uitmaken (het gemeenschappelijk vermogen, dan wel het eigen vermogen |
| critère est objectif. | van de gehuwden). Dat criterium is objectief. |
| B.13.2. Il ressort des travaux préparatoires cités en B.2 que la | B.13.2. Uit de in B.2 aangehaalde parlementaire voorbereiding blijkt |
| disposition attaquée a été dictée par la recherche de l'équité et de | dat de bestreden bepaling is ingegeven door een streven naar |
| la sécurité juridique. Le législateur décrétal avait constaté, d'une | billijkheid en rechtszekerheid. De decreetgever had vastgesteld, |
| part, que certaines clauses inscrites dans un contrat de mariage « | enerzijds, dat de erfbelasting door middel van bedingen die worden |
| permettent de modérer considérablement l'impôt de succession, voire de | opgenomen in een huwelijksovereenkomst « aanzienlijk kan worden |
| le réduire à zéro » (Doc. parl., Parlement flamand, 2017-2018, n° | gematigd of zelfs tot nul kan worden herleid » (Parl. St., Vlaams |
| 1301/1, p. 8) et, d'autre part, qu'il existait une controverse en ce qui concerne la qualification fiscale des créances résultant de telles clauses. B.13.3. C'est à juste titre que le législateur décrétal peut vouloir corriger les conséquences fiscales inéquitables d'une clause inscrite dans un contrat de mariage et mettre fin au manque de clarté entourant la qualification fiscale des créances résultant d'une telle clause. Les objectifs poursuivis par la disposition attaquée sont donc légitimes. B.14.1. Le seul fait qu'une disposition législative octroie un droit ou impose une obligation aux conjoints mariés sous certains régimes matrimoniaux mais pas aux conjoints mariés sous d'autres régimes n'est pas en soi discriminatoire, étant donné que cela résulte de l'existence de régimes matrimoniaux différents. Il en va de même pour une disposition législative qui, en ce qui concerne l'impôt de succession qui doit être payé au décès de l'un des époux, crée une différence de traitement qui repose sur la nature du régime matrimonial choisi. La Cour doit toutefois examiner, compte tenu de l'objectif, des caractéristiques et des effets d'une telle disposition, si la différence de traitement créée est compatible avec | Parlement, 2017-2018, nr. 1301/1, p. 8) en, anderzijds, dat er onenigheid bestond over de fiscaalrechtelijke kwalificatie van de schuldvorderingen voorvloeiende uit zulke bedingen. B.13.3. De decreetgever kan zich terecht erover bekommeren de onbillijke fiscale gevolgen van een beding in een huwelijksovereenkomst te corrigeren, evenals de onduidelijkheden betreffende de fiscale kwalificatie van de schuldvorderingen voortvloeiende uit zulk een beding, te beëindigen. De met de bestreden bepaling nagestreefde doelstellingen zijn aldus legitiem. B.14.1. Het loutere feit dat een wetskrachtige bepaling een recht toekent of een verplichting oplegt aan echtgenoten gehuwd onder sommige huwelijksvermogensstelsels, maar niet aan echtgenoten gehuwd onder andere stelsels, houdt op zichzelf geen discriminatie in, aangezien het een gevolg is van het bestaan van verschillende huwelijksvermogensstelsels. Hetzelfde geldt voor een wetskrachtige bepaling die met betrekking tot de erfbelasting die dient te worden betaald bij het overlijden van één van de echtgenoten, een verschil in behandeling in het leven roept dat steunt op de aard van het gekozen huwelijksvermogensstelsel. Het Hof moet evenwel nagaan, rekening houdend met de doelstelling, de kenmerken en de gevolgen van zulk een bepaling, of het in het leven geroepen verschil in behandeling bestaanbaar is met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. Hierbij moet aan de bevoegde wetgever evenwel een ruime |
| le principe d'égalité et de non-discrimination. A cet égard, un large | appreciatiebevoegdheid worden toegekend, temeer daar de gehuwden |
| pouvoir d'appréciation doit toutefois être reconnu au législateur | steeds over het recht beschikken om, behoudens de dwingende toepassing |
| compétent, d'autant plus que les époux disposent toujours, sous | van het primaire huwelijksvermogensrecht, in hun huwelijkscontract van |
| réserve de l'application impérative du régime primaire, du droit de | de bestaande wettelijke stelsels af te wijken of te kiezen voor een |
| déroger, dans leur contrat de mariage, aux régimes légaux existants ou | stelsel waarin de wet niet voorziet. |
| d'opter pour un régime que la loi ne prévoit pas. B.14.2. En instituant le régime matrimonial légal, le législateur a entendu réaliser un équilibre entre, d'une part, la solidarité propre au mariage et, d'autre part, l'autonomie des deux conjoints, laquelle était liée, à l'époque, à l'objectif d'émancipation juridique de la femme poursuivi par le législateur. Le choix d'un régime de séparation de biens suppose un écart, autorisé par le législateur, par rapport à cet équilibre, les époux optant pour une solidarité moindre et pour une autonomie accrue. Ce choix a pour conséquence de réduire à un minimum les effets patrimoniaux du mariage. B.14.3. La liberté contractuelle est une des caractéristiques les plus fondamentales du droit matrimonial secondaire. Les époux qui choisissent un régime de séparation de biens dérogent de leur plein gré au régime matrimonial légal, de sorte qu'ils doivent également être réputés accepter les effets de ce choix. Cette acceptation concerne autant les droits successoraux du conjoint survivant, que l'impôt de succession, en l'absence de patrimoine commun. B.15.1. Dans le régime matrimonial légal, la communauté conjugale | B.14.2. Met het wettelijk huwelijksvermogensstelsel heeft de wetgever beoogd een evenwicht te bereiken tussen de solidariteit eigen aan het huwelijk, enerzijds, en de autonomie van beide gehuwden, die toen samenhing met de door de wetgever beoogde doelstelling van de juridische ontvoogding van de vrouw, anderzijds. De keuze voor een stelsel van scheiding van goederen houdt een door de wetgever toegelaten afwijking van dat evenwicht in, waarbij de echtgenoten kiezen voor een verminderde solidariteit en een verhoogde autonomie. Die keuze heeft als gevolg dat de vermogensrechtelijke gevolgen van het huwelijk tot een minimum worden beperkt. B.14.3. De contractvrijheid is één van de meest fundamentele kenmerken van het secundaire huwelijksvermogensrecht. De echtgenoten die kiezen voor een stelsel van scheiding van goederen, wijken uit vrije wil af van het wettelijk huwelijksvermogensstelsel, zodat zij ook moeten worden geacht de gevolgen van die keuze te aanvaarden. Die aanvaarding heeft betrekking op het erfrecht van de langstlevende echtgenoot, evenals op de erfbelasting, bij ontstentenis van gemeenschappelijk vermogen. B.15.1. In het wettelijk huwelijksvermogensstelsel vormt de |
| constitue un patrimoine distinct des avoirs propres des conjoints. En | huwelijksgemeenschap een vermogen dat is afgescheiden van de eigen |
| vertu de l'article 1445 du Code civil, l'actif du patrimoine commun se partage par moitié lors de la dissolution du régime matrimonial légal. Il ressort de ce qui précède que le législateur est parti du principe que le patrimoine commun revient, pour une moitié, à l'un des époux et, pour l'autre moitié, à l'autre époux. B.15.2. Etant donné que le patrimoine commun d'époux mariés sous un régime de communauté de biens est réputé revenir pour moitié à l'époux survivant, il est raisonnablement justifié que cet époux ne doive pas payer d'impôt de succession lorsqu'il n'obtient pas plus de la moitié | vermogens van de echtgenoten. Krachtens artikel 1445 van het Burgerlijk Wetboek wordt, bij ontbinding van het wettelijk huwelijksvermogensstelsel, het batige saldo van het gemeenschappelijk vermogen verdeeld bij helften. Daaruit blijkt dat de wetgever ervan is uitgegaan dat het gemeenschappelijk vermogen voor de helft toekomt aan de ene echtgenoot en voor de andere helft aan de andere echtgenoot. B.15.2. Vermits het gemeenschappelijk vermogen van de onder een stelsel van gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten wordt geacht voor de helft toe te behoren aan de langstlevende echtgenoot, is het redelijk verantwoord dat die echtgenoot geen erfbelasting dient te betalen wanneer hij niet meer dan de helft van dat gemeenschappelijk |
| de ce patrimoine commun. | vermogen verkrijgt. |
| Etant donné que les avantages matrimoniaux qui sont octroyés à l'époux | Vermits de huwelijksvoordelen die in het stelsel van scheiding van |
| survivant en régime de séparation de biens, par le biais d'une clause | goederen aan de langstlevende echtgenoot worden toegekend via een |
| de participation finale, trouvent leur origine dans le patrimoine | finaal verrekenbeding, hun oorsprong hebben in het eigen vermogen van |
| propre de l'époux décédé, le législateur décrétal pouvait considérer | de overleden echtgenoot, vermocht de decreetgever van oordeel te zijn |
| qu'il ne fallait pas prévoir, dans ce cas, une règle comme celle qui | dat in dat geval niet diende te worden voorzien in een regel zoals die |
| est contenue dans l'article 2.7.1.0.4 du Code flamand de la fiscalité. | welke is vervat in artikel 2.7.1.0.4 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit. |
| B.15.3. Compte tenu du fait que la disposition attaquée a | B.15.3. Rekening houdend met het feit dat de bestreden bepaling |
| exclusivement une portée fiscale et ne modifie donc pas les effets | uitsluitend een fiscaalrechtelijke draagwijdte heeft en aldus geen |
| civils d'une clause inscrite dans un contrat de mariage, du fait que, | afbreuk doet aan de burgerrechtelijke gevolgen van een beding |
| opgenomen in een huwelijksovereenkomst, met het feit dat de uit zulk | |
| pour la perception du droit de succession, la créance résultant d'une | een beding voortvloeiende schuldvordering voor de inning van het |
| successierecht niet in aanmerking wordt genomen als actief bestanddeel | |
| telle clause n'est pas considérée comme un actif de la succession de | in de nalatenschap van de langstlevende echtgenoot, evenals met het |
| l'époux survivant, ainsi que du fait que les époux ont toujours la | feit dat de echtgenoten steeds in de mogelijkheid zijn om hun |
| possibilité de modifier leur contrat de mariage, la disposition | huwelijksovereenkomst te wijzigen, brengt de bestreden bepaling |
| attaquée n'a pas non plus d'effets disproportionnés. | evenmin onevenredige gevolgen met zich mee. |
| B.15.4. Eu égard au large pouvoir d'appréciation qui doit lui être | B.15.4. Gelet op de ruime appreciatiebevoegdheid die hem te dezen moet |
| reconnu en l'espèce, le législateur décrétal n'a pas pris de mesure | worden toegekend, heeft de decreetgever met de bestreden bepaling |
| dépourvue de justification raisonnable en adoptant la disposition | aldus geen maatregel zonder redelijke verantwoording genomen. |
| attaquée. B.16. Le premier moyen, en sa première branche, n'est pas fondé. | B.16. Het eerste middel, in zijn eerste onderdeel, is niet gegrond. |
| B.17. Dans la seconde branche du premier moyen, les parties | B.17. In een tweede onderdeel van het eerste middel voeren de |
| requérantes font valoir que l'article 2.7.3.4.1, alinéa 1er, 1°, du | verzoekende partijen aan dat artikel 2.7.3.4.1, eerste lid, 1°, van de |
| Code flamand de la fiscalité, tel qu'il a été remplacé par la | Vlaamse Codex Fiscaliteit, zoals vervangen bij de bestreden bepaling, |
| disposition attaquée, traite de la même manière, sans justification | zonder redelijke verantwoording alle erin bedoelde bedingen, ongeacht |
| raisonnable, toutes les clauses qui y sont visées, que leur véracité | of de waarachtigheid ervan al dan niet kan worden aangetoond, op |
| puisse être démontrée ou non. | dezelfde wijze behandelt. |
| B.18. Les travaux préparatoires exposent : | B.18. De parlementaire voorbereiding vermeldt : |
| « Dans son avis n° 62.071/3 du 28 septembre 2017, point 4, le Conseil d'Etat renvoie à la note du Gouvernement flamand dans laquelle celui-ci explique que la véracité de ces dettes et créances n'est pas claire dans toutes les situations. Le Conseil d'Etat indique ensuite qu'il y a lieu de justifier l'égalité de traitement des deux situations, à savoir la situation dans laquelle la véracité n'est pas claire et la situation dans laquelle la véracité peut être démontrée. Les raisons pour lesquelles les dispositions en projet n'établissent pas la distinction suggérée par le Conseil d'Etat sont les suivantes. Ce n'est nullement un doute éventuel quant à la véracité des créances visées par ces dispositions qui a constitué le mobile unique ou | « De Raad van State verwijst in het advies nummer 62.071/3 van 28 september 2017 onder randnummer 4 naar de nota aan de Vlaamse Regering waarin vermeld wordt dat de waarachtigheid van deze schulden en schuldvorderingen niet in alle situaties duidelijk blijkt. De Raad geeft vervolgens aan dat een verantwoording dient te worden gegeven voor het gelijk behandelen van twee situaties, met name de situatie waarbij de waarachtigheid niet duidelijk blijkt, en de situatie waarbij de waarachtigheid wel kan worden aangetoond. De redenen waarom de ontworpen bepalingen het door de Raad van State gesuggereerde onderscheid niet maken, zijn de volgende. Een eventuele twijfel over de waarachtigheid van de met deze |
| déterminant de l'élaboration de ces dispositions. L'objectif des | bepalingen beoogde vorderingen is geenszins de enige of |
| dispositions présentées est d'éviter que les clauses, dont la validité | doorslaggevende drijfveer geweest bij de opmaak van deze bepalingen. |
| juridique et la véracité sur le plan civil ne sont certainement pas | Het is de bedoeling om met de voorgelegde bepalingen te voorkomen dat |
| mises en doute par définition et pour toutes les situations, entraînent des différences fiscales disproportionnées en matière d'impôt de succession, par rapport à d'autres conjoints. La distinction entre les deux situations, suggérée par le Conseil d'Etat, n'est actuellement pas faite non plus dans les situations visées par l'article 2.7.3.2.7, existant, qui traite du fait que le compte de récompenses n'est pas pris en considération fiscalement dans le cas d'époux mariés sous un régime de communauté. Dans cette situation également, il n'est pas possible d'apporter la preuve contraire. En outre, il n'est pas évident de prouver la véracité de ces clauses. Pour illustrer ce point, l'on peut renvoyer aux litiges entre l'administration et les contribuables qui résultent de l'application | de bedingen, waarvan de rechtsgeldigheid en waarachtigheid op civielrechtelijk vlak zeker niet per definitie en niet voor alle situaties in twijfel wordt getrokken, op het vlak van de erfbelasting onevenredige fiscale verschillen ten opzichte van andere echtgenoten tot gevolg zouden hebben. Het door de Raad van State gesuggereerde onderscheid tussen beide situaties wordt momenteel evenmin gemaakt bij situaties die beoogd worden door het bestaande artikel 2.7.3.2.7, dat handelt over het fiscaal niet in aanmerking nemen van de vergoedingsrekening bij echtgenoten gehuwd onder een stelsel van gemeenschap. Ook in die situatie is een tegenbewijs niet mogelijk. De bewijsvoering van de waarachtigheid van deze bedingen ligt bovendien niet voor de hand. Ter illustratie kan verwezen worden naar de geschillen tussen de administratie en de belastingplichtigen die |
| de l'article 2.7.3.4.4 existant, comme expliqué dans le manuel de | voortvloeien uit de toepassing van het bestaande artikel 2.7.3.4.4, |
| Decuyper et Ruysseveldt (' Successierechten 2016-2017 ', sous le | zoals toegelicht in het handboek van Decuyper en Ruysseveldt |
| numéro 801). En vertu de cette disposition, les dettes qui ont été | (Successierechten 2016-2017, onder nummer 801). Krachtens deze |
| contractées par le défunt au bénéfice de ses successeurs ne relèvent | bepaling zijn schulden die aangegaan zijn door de erflater in voordeel |
| pas du passif admissible dans la succession, à moins que les | van zijn erfopvolgers niet aanvaardbaar als passief van de |
| nalatenschap, tenzij de echtheid ervan door de aangevers wordt | |
| déclarants n'en démontrent la véracité. De nombreux cas d'application | aangevoerd. Er werden reeds heel wat toepassingsgevallen hiervan aan |
| de cette règle ont déjà été soumis à l'appréciation du juge » (Doc. | het oordeel van de rechter voorgelegd » (Parl. St., Vlaams Parlement, |
| parl., Parlement flamand, 2017-2018, n° 1301/1, p. 8). | 2017-2018, nr. 1301/1, p. 8). |
| B.19. Il en ressort que le législateur décrétal a conçu l'article | B.19. Daaruit blijkt dat de decreetgever artikel 2.7.3.4.1, eerste |
| 2.7.3.4.1, alinéa 1er, 1°, du Code flamand de la fiscalité, tel qu'il | lid, 1°, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, zoals vervangen bij de |
| a été remplacé par la disposition attaquée, non pas comme une | bestreden bepaling, niet heeft opgevat als een antimisbruikbepaling - |
| disposition anti-abus - à savoir une disposition visant à prévenir | namelijk een bepaling ter voorkoming van fiscaal misbruik die aan de |
| l'abus fiscal, qui donne au contribuable la possibilité de réfuter la | belastingplichtige de mogelijkheid biedt het door de administratie |
| présomption d'abus invoquée par l'administration -, mais bien comme | geopperde vermoeden van misbruik te weerleggen -, maar wel als een |
| une disposition qui contribue à établir la base imposable de l'impôt. | bepaling die de belastbare grondslag van de belasting mede bepaalt. In |
| Eu égard à ce qui précède, et compte tenu des objectifs poursuivis, | |
| mentionnés en B.13.2, le législateur décrétal a pu considérer qu'il | het licht daarvan, en rekening houdend met de - in B.13.2 vermelde - |
| n'y avait pas lieu de faire une distinction entre les contribuables | nagestreefde doelstellingen, vermocht de decreetgever van oordeel te |
| selon qu'ils peuvent ou non démontrer la véracité d'une clause | zijn dat geen onderscheid diende te worden gemaakt tussen |
| inscrite dans un contrat de mariage. | belastingplichtigen, naargelang zij de waarachtigheid van een in een |
| huwelijksovereenkomst opgenomen beding al dan niet kunnen aantonen. | |
| B.20. Le premier moyen, en sa seconde branche, n'est pas fondé. | B.20. Het eerste middel, in zijn tweede onderdeel, is niet gegrond. |
| En ce qui concerne le second moyen | Wat het tweede middel betreft |
| B.21. Le second moyen est dirigé contre l'article 32, alinéa 1er, du | B.21. Het tweede middel is gericht tegen artikel 32, eerste lid, van |
| décret du 8 décembre 2017 et est pris de la violation des articles 10 | het decreet van 8 december 2017 en is afgeleid uit de schending van de |
| et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec le principe de la | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het |
| sécurité juridique et avec le principe de la confiance légitime. | rechtszekerheidsbeginsel en met het vertrouwensbeginsel. |
| Selon les parties requérantes, la disposition attaquée confère, sans | Volgens de verzoekende partijen verleent de bestreden bepaling, zonder |
| justification raisonnable, un effet rétroactif à l'article 15 du | redelijke verantwoording, terugwerkende kracht aan artikel 15 van het |
| décret du 8 décembre 2017 et porte atteinte à la confiance légitime | decreet van 8 december 2017 en doet die bepaling afbreuk aan het |
| des époux qui ont inscrit une clause dans leur contrat de mariage | gewettigd vertrouwen van de echtgenoten die een beding in hun |
| antérieurement à l'entrée en vigueur de cet article 15. | huwelijksovereenkomst hebben opgenomen voorafgaand aan de |
| Elles estiment également que la disposition attaquée crée une | inwerkingtreding van dat artikel 15. |
| différence de traitement non raisonnablement justifiée entre les | Zij zijn eveneens van oordeel dat de bestreden bepaling een verschil |
| contribuables selon que l'administration applique à leur égard | in behandeling in het leven roept, dat niet redelijk is verantwoord, |
| tussen belastingplichtigen, naargelang de administratie ten aanzien | |
| l'article 2.7.3.4.1, alinéa 1er, 1°, du Code flamand de la fiscalité, | van hen toepassing maakt van artikel 2.7.3.4.1, eerste lid, 1°, van de |
| tel qu'il a été remplacé par l'article 15 du décret du 8 décembre | Vlaamse Codex Fiscaliteit, zoals vervangen bij artikel 15 van het |
| 2017, ou la disposition anti-abus contenue dans l'article 3.17.0.0.2 | decreet van 8 december 2017, dan wel van de antimisbruikbepaling |
| du Code flamand de la fiscalité, en ce que cette dernière disposition | vervat in artikel 3.17.0.0.2 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, doordat |
| n'est applicable qu'à des actes juridiques qui sont accomplis après | die laatste bepaling slechts van toepassing is op rechtshandelingen |
| l'entrée en vigueur de cette disposition. | die worden gesteld na de inwerkingtreding van die bepaling. |
| B.22.1. En vertu de l'article 32, alinéa 1er, du décret du 8 décembre | B.22.1. Krachtens artikel 32, eerste lid, van het decreet van 8 |
| december 2017 treedt dat decreet, met uitzondering van artikel 31 | |
| 2017, ce décret entre en vigueur, à l'exception de son article 31, le | ervan, in werking tien dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch |
| dixième jour qui suit sa publication au Moniteur belge, à savoir le 24 | Staatsblad, zijnde op 24 december 2017. Dit brengt met zich mee dat |
| décembre 2017. Il s'ensuit que l'article 2.7.3.4.1, alinéa 1er, 1°, du | artikel 2.7.3.4.1, eerste lid, 1°, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, |
| Code flamand de la fiscalité, tel qu'il a été remplacé par l'article | |
| 15 du décret du 8 décembre 2017, est applicable aux successions qui se | zoals vervangen bij artikel 15 van het decreet van 8 december 2017, |
| sont ouvertes à partir de cette date. | van toepassing is op nalatenschappen die openvallen vanaf die datum. |
| B.22.2. Les travaux préparatoires exposent : | B.22.2. De parlementaire voorbereiding vermeldt : |
| « Ces dispositions relatives aux clauses de participation finale et | « Deze bepalingen in verband met de finale verrekenbedingen en |
| aux clauses d'attribution à titre onéreux sont, par définition, | verblijvingsbedingen met last zijn per definitie van toepassing op |
| applicables aux successions ouvertes à partir de la date d'entrée en | nalatenschappen die openvallen vanaf de datum van inwerkingtreding, |
| vigueur, étant donné qu'il s'agit de dispositions qui portent sur la | aangezien het gaat om bepalingen die betrekking hebben op de |
| composition de l'actif et du passif de la succession. Une éventuelle | samenstelling van het actief en het passief van de nalatenschap. Een |
| entrée en vigueur qui ne concernerait que les clauses stipulées après | eventuele inwerkingtreding enkel voor bedingen afgesloten na de datum |
| la date d'entrée en vigueur donnerait lieu à des situations | van inwerkingtreding zou tot bijzonder complexe en overigens |
| particulièrement complexes qui apparaîtraient d'ailleurs comme | onrechtvaardig ogende situaties aanleiding geven. Er zouden dan immers |
| inéquitables. En effet, l'administration devrait alors aborder ces | gedurende zeer ruime tijd sterk verschillende benaderingen van deze |
| clauses de manière fort différente, pendant une très longue période, | bedingen door de administratie moeten worden toegepast, wat de |
| ce qui ne serait nullement bénéfique pour la transparence et pour le | transparantie en de beoogde billijke behandeling geenszins ten goede |
| traitement équitable » (Doc. parl., Parlement flamand, 2017-2018, n° | zou komen » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2017-2018, nr. 1301/1, p. |
| 1301/1, p. 9). B.23. En matière de droits de succession, la dette fiscale naît définitivement à la date du décès. Une loi qui modifie avant ce moment la base imposable en matière de droits de succession n'a pas d'effet rétroactif. B.24. L'article 2.7.3.4.1, alinéa 1er, 1°, du Code flamand de la fiscalité, tel qu'il a été remplacé par l'article 15 du décret du 8 décembre 2017, modifie la base imposable du droit de succession. En ce qu'elle ne peut être appliquée qu'aux successions qui se sont ouvertes à partir du dixième jour suivant la publication du décret du 8 décembre 2017 au Moniteur belge, cette disposition n'a pas d'effet rétroactif. B.25. Il appartient en principe au législateur décrétal d'estimer, lorsqu'il décide d'introduire une nouvelle réglementation, s'il est nécessaire ou opportun d'assortir celle-ci de dispositions transitoires. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'est violé que si le régime transitoire ou son absence entraîne une différence de traitement dénuée de justification raisonnable ou s'il est porté une atteinte excessive au principe de la confiance légitime. Tel est le cas lorsqu'il est porté atteinte aux attentes légitimes d'une catégorie de justiciables sans qu'un motif impérieux d'intérêt général puisse justifier l'absence d'un régime transitoire. Le principe de la confiance légitime est étroitement lié au principe de la sécurité juridique, également invoqué par les parties requérantes, qui interdit au législateur décrétal de porter atteinte sans justification objective et raisonnable à l'intérêt que possèdent les sujets de droit d'être en mesure de prévoir les conséquences juridiques de leurs actes. B.26. Les dispositions législatives qui définissent la base imposable d'un impôt peuvent à tout moment être modifiées, en tout ou en partie, de sorte que les justiciables ne peuvent pas légitimement escompter le maintien sans modification, dans le futur, de ces dispositions. Eu égard à l'objectif poursuivi, qui consiste à corriger les effets fiscaux inéquitables de clauses inscrites dans des contrats de mariage, le législateur décrétal a pu considérer qu'il n'y avait pas lieu de prévoir une disposition transitoire. B.27. Comme il est dit en B.19, le législateur décrétal a conçu la disposition attaquée non pas comme une disposition anti-abus, mais comme une disposition qui contribue à établir la base imposable de l'impôt. Eu égard à la différence de nature des articles 2.7.3.4.1, alinéa 1er, 1°, et 3.17.0.0.2 du Code flamand de la fiscalité et compte tenu de ce qui a été dit en B.26, la différence de traitement, critiquée par les parties requérantes, entre les contribuables selon qu'ils se voient appliquer l'article 2.7.3.4.1, alinéa 1er, 1°, ou l'article 3.17.0.0.2, n'est pas sans justification raisonnable. B.28. Le second moyen n'est pas fondé. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi rendu en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 10 juillet 2019. Le greffier, Le président, | 9). B.23. Inzake successierechten ontstaat de belastingschuld definitief op de datum van het overlijden. Een wet die vóór dat tijdstip de heffingsgrondslag van het successierecht wijzigt, heeft geen terugwerkende kracht. B.24. Artikel 2.7.3.4.1, eerste lid, 1°, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, zoals vervangen bij artikel 15 van het decreet van 8 december 2017, wijzigt de heffingsgrondslag van het successierecht. Doordat die bepaling pas toepassing kan vinden op de nalatenschappen die openvallen vanaf de tiende dag na de bekendmaking van het decreet van 8 december 2017 in het Belgisch Staatsblad, heeft ze geen terugwerkende kracht. B.25. Het staat in beginsel aan de decreetgever om, wanneer hij beslist nieuwe regelgeving in te voeren, te beoordelen of het noodzakelijk of opportuun is die beleidswijziging vergezeld te doen gaan van overgangsmaatregelen. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie wordt slechts geschonden indien de overgangsregeling of de ontstentenis daarvan tot een verschil in behandeling leidt waarvoor geen redelijke verantwoording bestaat of indien aan het vertrouwensbeginsel op buitensporige wijze afbreuk wordt gedaan. Dat laatste is het geval wanneer de rechtmatige verwachtingen van een bepaalde categorie van rechtsonderhorigen worden miskend zonder dat een dwingende reden van algemeen belang voorhanden is die het ontbreken van een overgangsregeling kan verantwoorden. Het vertrouwensbeginsel is nauw verbonden met het - tevens door de verzoekende partijen aangevoerde - rechtszekerheidsbeginsel, dat de decreetgever verbiedt om zonder objectieve en redelijke verantwoording afbreuk te doen aan het belang van de rechtsonderhorigen om in staat te zijn de rechtsgevolgen van hun handelingen te voorzien. B.26. Wetskrachtige bepalingen die de heffingsgrondslag van een belasting definiëren, kunnen te allen tijde geheel of gedeeltelijk worden gewijzigd, zodat de rechtsonderhorigen er niet wettig op kunnen vertrouwen dat die bepalingen in de toekomst ongewijzigd behouden blijven. Gelet op de nagestreefde doelstelling om de onbillijke fiscale gevolgen van bedingen in huwelijksovereenkomsten te corrigeren, vermocht de decreetgever van oordeel te zijn dat niet diende te worden voorzien in een overgangsbepaling. B.27. Zoals is vermeld in B.19, heeft de decreetgever de bestreden bepaling niet opgevat als een antimisbruikbepaling, maar als een bepaling die de belastbare grondslag van de belasting mede bepaalt. Gelet op de verschillende aard van de artikelen 2.7.3.4.1, eerste lid, 1°, en 3.17.0.0.2 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit en rekening houdend met wat is vermeld in B.26, is het door de verzoekende partijen bekritiseerde verschil in behandeling tussen belastingplichtigen, naargelang artikel 2.7.3.4.1, eerste lid, 1°, dan wel artikel 3.17.0.0.2 ten aanzien van hen wordt toegepast, niet zonder redelijke verantwoording. B.28. Het tweede middel is niet gegrond. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 10 juli 2019. De griffier, De voorzitter, |
| P.-Y. Dutilleux A. Alen | P.-Y. Dutilleux A. Alen |