← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 74/2018 du 21 juin 2018 Numéro du rôle : 5818 En cause : la
question préjudicielle relative à l'article 36/24 de la loi du 22 février 1998 fixant le statut organique
de la Banque Nationale de Belgique, posée par le Conse La Cour constitutionnelle, composée
des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges L. Lavr(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 74/2018 du 21 juin 2018 Numéro du rôle : 5818 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 36/24 de la loi du 22 février 1998 fixant le statut organique de la Banque Nationale de Belgique, posée par le Conse La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges L. Lavr(...) | Uittreksel uit arrest nr. 74/2018 van 21 juni 2018 Rolnummer 5818 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 36/24 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, gesteld do Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Extrait de l'arrêt n° 74/2018 du 21 juin 2018 | Uittreksel uit arrest nr. 74/2018 van 21 juni 2018 |
| Numéro du rôle : 5818 | Rolnummer 5818 |
| En cause : la question préjudicielle relative à l'article 36/24 de la | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 36/24 van de wet |
| loi du 22 février 1998 fixant le statut organique de la Banque | van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de |
| Nationale de Belgique, posée par le Conseil d'Etat. | Nationale Bank van België, gesteld door de Raad van State. |
| La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
| composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de |
| Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, | rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. |
| P. Nihoul, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier F. Meersschaut, | Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de |
| présidée par le président J. Spreutels, | griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
| Par arrêt n° 226.096 du 15 janvier 2014 en cause de Frédéric Ensch | Bij arrest nr. 226.096 van 15 januari 2014 in zake Frédéric Ensch |
| Famenne contre l'Etat belge, parties intervenantes : la SCRL « Arcofin | Famenne tegen de Belgische Staat, tussenkomende partijen : de cvba « |
| », la SCRL « Arcopar » et la SCRL « Arcoplus », toutes en liquidation, | Arcofin », de cvba « Arcopar » en de cvba « Arcoplus », allen in |
| vereffening, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen | |
| dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 24 janvier | op 24 januari 2014, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële |
| 2014, le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : | vraag gesteld : |
| « L'article 36/24 de la loi du 22 février 1998 fixant le statut | « Schendt artikel 36/24 van de wet van 22 februari 1998 tot |
| organique de la Banque Nationale de Belgique viole-t-il les articles | vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België |
| 10 et 11 de la Constitution en ce que le Roi peut mettre en place un | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de Koning kan voorzien |
| système d'octroi de la garantie de l'Etat pour le remboursement aux | in een systeem van toekenning van de staatswaarborg voor de |
| associés personnes physiques de leur part du capital des sociétés | terugbetaling aan vennoten die natuurlijke personen zijn, van hun deel |
| coopératives agréées, visées à l'article 36/24, § 1er, alinéa 1er, 3°, | in het kapitaal van de in artikel 36/24, § 1, eerste lid, 3°, erkende |
| alors que cet article 36/24 ne prévoit pas une telle possibilité de | coöperatieve vennootschappen, terwijl dit artikel 36/24 niet in een |
| dergelijke mogelijkheid voorziet voor vennoten die natuurlijke | |
| remboursement aux associés personnes physiques de leur part du capital | personen zijn, van hun deel in het kapitaal van een vennootschap die |
| d'une société qui n'est pas une société coopérative agréée au sens de | geen in de zin van het voornoemde artikel 36/24, § 1, eerste lid, 3°, |
| l'article 36/24, § 1er, alinéa 1er, 3°, précité ? ». | erkende coöperatieve vennootschap is ? ». |
| Cette affaire, inscrite sous le numéro 5818 du rôle de la Cour, a été | Die zaak, ingeschreven onder het nummer 5818 van de rol van het Hof, |
| jointe aux affaires portant les numéros 5621 et 5814 du rôle. | werd samengevoegd met de zaken met rolnummers 5621 en 5814. |
| Par arrêt interlocutoire n° 15/2015 du 5 février 2015, publié au | Bij tussenarrest nr. 15/2015 van 5 februari 2015, bekendgemaakt in het |
| Moniteur belge du 1er avril 2015, la Cour a posé à la Cour de justice | Belgisch Staatsblad van 1 april 2015, heeft het Hof de volgende |
| de l'Union européenne les questions préjudicielles suivantes : | prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie : |
| « 1. Les articles 2 et 3 de la directive 94/19/CE du Parlement | « 1. Dienen de artikelen 2 en 3 van de richtlijn 94/19/EG van het |
| européen et du Conseil du 30 mai 1994 relative aux systèmes de | Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 inzake de |
| garantie des dépôts, combinés, le cas échéant, avec les articles 20 et | depositogarantiestelsels, in voorkomend geval in samenhang gelezen met |
| 21 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne et le | de artikelen 20 en 21 van het Handvest van de grondrechten van de |
| principe général d'égalité, doivent-ils être interprétés comme : | Europese Unie en met het algemene gelijkheidsbeginsel, in die zin te worden geïnterpreteerd dat : |
| a) imposant aux Etats membres de garantir les parts des sociétés | a) zij aan de lidstaten de verplichting opleggen om de aandelen van de |
| coopératives agréées actives dans le secteur financier de la même | erkende coöperatieve vennootschappen die actief zijn in de financiële |
| manière que les dépôts ? | sector, op dezelfde wijze te waarborgen als de deposito's ? |
| b) s'opposant à ce qu'un Etat membre confie à l'entité partiellement | b) zij zich ertegen verzetten dat een lidstaat aan de entiteit die |
| gedeeltelijk belast is met de waarborg van de in die richtlijn beoogde | |
| en charge de la garantie des dépôts visés par cette directive, la | deposito's de opdracht toevertrouwt om eveneens, ten belope van 100 |
| mission de garantir également, à concurrence de 100 000 euros, la | 000 euro, de waarde van de aandelen van de vennoten, natuurlijke |
| valeur des parts des associés personnes physiques d'une société | personen, van een erkende coöperatieve vennootschap die actief is in |
| coopérative agréée active dans le secteur financier ? | de financiële sector, te waarborgen ? |
| 2. La décision de la Commission européenne du 3 juillet 2014 ' | 2. Is het besluit van de Europese Commissie van 3 juli 2014 ' |
| concernant l'aide d'Etat SA.33927 (12/C) (ex 11/NN) mise à exécution | betreffende steunmaatregel SA.33927 (12/C) (ex 11/NN) door België ten |
| par la Belgique - Régime de garantie protégeant les participations des | uitvoer gelegd - Garantieregeling ter bescherming van de aandelen van |
| associés personnes physiques de coopératives financières ' est-elle | individuele leden van financiële coöperaties ' verenigbaar met de |
| compatible avec les articles 107 et 296 du Traité sur le | artikelen 107 en 296 van het Verdrag betreffende de werking van de |
| fonctionnement de l'Union européenne en ce qu'elle qualifie d'aide | Europese Unie in zoverre het de waarborgregeling die het voorwerp van |
| dat besluit uitmaakt, kwalificeert als nieuwe staatssteun ? | |
| d'Etat nouvelle le système de garantie qui fait l'objet de cette | 3. In geval van een ontkennend antwoord op de tweede vraag, dient |
| décision ? 3. En cas de réponse négative à la deuxième question, l'article 107 du | artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese |
| Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne doit-il être | Unie in die zin te worden geïnterpreteerd dat een regeling van |
| interprété en ce sens qu'un système de garantie de l'Etat octroyé aux | staatswaarborg toegekend aan de vennoten, natuurlijke personen, van |
| associés personnes physiques de sociétés coopératives agréées actives | erkende coöperatieve vennootschappen die actief zijn in de financiële |
| dans le secteur financier, au sens de l'article 36/24, § 1er, alinéa 1er, | sector, in de zin van artikel 36/24, § 1, eerste lid, 3°, van de wet |
| 3°, de la loi du 22 février 1998 fixant le statut organique de la | van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de |
| Banque nationale de Belgique, constitue une aide d'Etat nouvelle | Nationale Bank van België, nieuwe staatssteun vormt die bij de |
| devant être notifiée à la Commission européenne ? | Europese Commissie moet worden aangemeld ? |
| 4. En cas de réponse affirmative à la deuxième question, la même | 4. In geval van een bevestigend antwoord op de tweede vraag, is |
| décision de la Commission européenne est-elle compatible avec | hetzelfde besluit van de Europese Commissie verenigbaar met artikel |
| l'article 108, § 3, du Traité sur le fonctionnement de l'Union | 108, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese |
| Unie indien het in die zin wordt geïnterpreteerd dat daarin wordt | |
| européenne si elle est interprétée comme considérant que l'aide d'Etat | geoordeeld dat de in het geding zijnde staatssteun tot uitvoering is |
| en cause a été mise à exécution avant le 3 mars 2011 ou le 1er avril | gebracht vóór 3 maart 2011 of 1 april 2011 of op een van beide data, |
| 2011 ou à l'une de ces deux dates ou, inversement, si elle est | of, omgekeerd, indien het in die zin wordt geïnterpreteerd dat daarin |
| interprétée comme considérant que l'aide d'Etat en cause a été mise à | wordt geoordeeld dat de in het geding zijnde staatssteun op een latere |
| exécution à une date postérieure ? | datum tot uitvoering is gebracht ? |
| 5. L'article 108, § 3, du Traité sur le fonctionnement de l'Union | 5. Dient artikel 108, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking |
| européenne doit-il être interprété comme interdisant à un Etat membre | van de Europese Unie in die zin te worden geïnterpreteerd dat het een |
| d'adopter une mesure telle que celle contenue dans l'article 36/24, | lidstaat verbiedt om een maatregel, zoals die welke is vervat in |
| alinéa 1er, 3°, de la loi du 22 février 1998 fixant le statut | artikel 36/24, eerste lid, 3°, van de wet van 22 februari 1998 tot |
| organique de la Banque nationale de Belgique, si cette mesure exécute | vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van |
| une aide d'Etat ou participe d'une aide d'Etat déjà mise à exécution | België, aan te nemen, indien die maatregel staatssteun tot uitvoering |
| et que cette aide d'Etat n'a pas encore été notifiée à la Commission | brengt of staatssteun vormt die reeds tot uitvoering is gebracht en |
| européenne ? | die staatssteun nog niet is aangemeld bij de Europese Commissie ? |
| 6. L'article 108, § 3, du Traité sur le fonctionnement de l'Union | 6. Dient artikel 108, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking |
| européenne doit-il être interprété comme interdisant à un Etat membre | van de Europese Unie in die zin te worden geïnterpreteerd dat het een |
| d'adopter, sans notification préalable à la Commission européenne, une | lidstaat verbiedt om, zonder voorafgaande kennisgeving aan de Europese |
| mesure telle que celle contenue dans l'article 36/24, alinéa 1er, 3°, | Commissie, een maatregel, zoals die welke is vervat in artikel 36/24, |
| de la loi du 22 février 1998 fixant le statut organique de la Banque | eerste lid, 3°, van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van |
| nationale de Belgique, si cette mesure participe d'une aide d'Etat qui | het organiek statuut van de Nationale Bank van België, aan te nemen, |
| n'a pas encore été mise à exécution ? ». | indien die maatregel staatssteun vormt die nog niet tot uitvoering is gebracht ? ». |
| Par arrêt du 21 décembre 2016 dans l'affaire C-76/15, la Cour de | Bij arrest van 21 december 2016 in de zaak C-76/15 heeft het Hof van |
| justice de l'Union européenne a répondu aux questions. | Justitie van de Europese Unie op de vragen geantwoord. |
| Par ordonnance du 29 mars 2017, la Cour a décidé, vu l'avis de décès | Bij beschikking van 29 maart 2017 heeft het Hof, gelet op het bericht |
| de Frédéric Ensch Famenne, de disjoindre l'affaire n° 5818 et de | van overlijden van Frédéric Ensch Famenne, beslist de zaak nr. 5818 te |
| suspendre la procédure dans cette affaire, conformément à l'article 97 | ontvoegen en de rechtspleging in die zaak te schorsen, overeenkomstig |
| de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle. | artikel 97 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof. |
| (...) | (...) |
| III. En droit | III. In rechte |
| 1. Frédéric Ensch Famenne, partie requérante au principal, est décédé | 1. Frédéric Ensch Famenne, verzoekende partij in het bodemgeschil, is |
| le 24 février 2017. Ce décès a eu lieu avant la clôture des débats. | overleden op 24 februari 2017. Dat overlijden heeft plaatsgevonden |
| En conséquence, la Cour a, par son ordonnance du 29 mars 2017, | vóór de sluiting van de debatten. |
| suspendu la procédure, en application de l'article 97 de la loi | Bijgevolg heeft het Hof de rechtspleging met toepassing van artikel 97 |
| spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof |
| geschorst bij beschikking van 29 maart 2017. | |
| 2. La Cour ayant été informée le 16 février 2018 qu'aucune requête en | 2. Aangezien het Hof op 16 februari 2018 in kennis is gesteld van het |
| reprise d'instance n'avait été transmise à cette date au juge a quo, | feit dat geen verzoekschrift tot hervatting van het geding op die |
| il y a lieu de lui renvoyer l'affaire, afin qu'il décide si la réponse | datum was overgezonden aan de verwijzende rechter, is het noodzakelijk |
| de zaak terug te zenden naar hem, opdat hij beslist of het antwoord op | |
| à la question préjudicielle est toujours indispensable pour rendre son | de prejudiciële vraag nog steeds onontbeerlijk is om zijn arrest te |
| arrêt. | wijzen. |
| Par ces motifs, | Om die redenen, |
| la Cour | het Hof |
| renvoie l'affaire au juge a quo. | zendt de zaak terug naar de verwijzende rechter. |
| Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
| la Cour constitutionnelle, le 21 juin 2018. | op 21 juni 2018. |
| Le greffier, | De griffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |
| Le président, | De voorzitter, |
| J. Spreutels | J. Spreutels |