← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 50/2018 du 26 avril 2018 Numéros du rôle : 6586, 6587, 6588, 6589, 6591
et 6635 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 2252 du Code civil, posées
par le Tribunal de première instance d'Anvers, divi La Cour constitutionnelle, composée
des présidents A. Alen et J. Spreutels, des juges L. Lavryse(...)"
Extrait de l'arrêt n° 50/2018 du 26 avril 2018 Numéros du rôle : 6586, 6587, 6588, 6589, 6591 et 6635 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 2252 du Code civil, posées par le Tribunal de première instance d'Anvers, divi La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, des juges L. Lavryse(...) | Uittreksel uit arrest nr. 50/2018 van 26 april 2018 Rolnummers 6586, 6587, 6588, 6589, 6591 en 6635 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 2252 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, a Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, de rechters L. (...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 50/2018 du 26 avril 2018 | Uittreksel uit arrest nr. 50/2018 van 26 april 2018 |
Numéros du rôle : 6586, 6587, 6588, 6589, 6591 et 6635 | Rolnummers 6586, 6587, 6588, 6589, 6591 en 6635 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 2252 du | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 2252 van het |
Code civil, posées par le Tribunal de première instance d'Anvers, | Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg |
division Turnhout. | Antwerpen, afdeling Turnhout. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, des juges L. | samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, de rechters |
Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, | L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van |
P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, et, conformément à | Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, en, overeenkomstig |
l'article 60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour | artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
constitutionnelle, du président émérite E. De Groot, assistée du | Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter E. De Groot, bijgestaan door |
greffier F. Meersschaut, présidée par le président émérite E. De | de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van emeritus |
Groot, | voorzitter E. De Groot, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
a. Par jugements du 2 janvier 2017 en cause de respectivement J. | a. Bij vonnissen van 2 januari 2017 in zake respectievelijk J. V.D.G., |
V.D.G., R.R., C.N., F.G. et S.V. contre l'Etat belge, SPF Justice, | R.R., C.N., F.G. en S.V. tegen de Belgische Staat, FOD Justitie, |
dont les expéditions sont parvenues au greffe de la Cour le 11 janvier | waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 11 |
2017, le Tribunal de première instance d'Anvers, division Turnhout, a | januari 2017, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling |
posé la question préjudicielle suivante : | Turnhout, de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 2252 du Code civil, dans la version antérieure à sa | « Schendt artikel 2252 van het Burgerlijk Wetboek, in de versie vóór |
modification par la loi du 17 mars 2013, viole-t-il les articles 10 et | de wijziging bij wet van 17 maart 2013, de artikelen 10 en 11 van de |
11 de la Constitution en ce qu'il a pour effet que la suspension de la | Grondwet doordat het de schorsing van de verjaring afhankelijk maakt |
prescription dépend de l'interdiction, de sorte que la prescription | van de onbekwaamverklaring, zodat de verjaring wel loopt ten overstaan |
court contre une personne internée à l'égard de laquelle aucune mesure | van een geïnterneerde opzichtens wie geen maatregel van |
d'interdiction, au sens de cette disposition, n'a été prise ? ». | onbekwaamverklaring zoals bedoeld in die bepaling werd genomen ? ». |
b. Par jugement du 27 février 2017 en cause de Me L. Luyten, agissant | b. Bij vonnis van 27 februari 2017 in zake Mr. L. Luyten, handelende |
en sa qualité d'administrateur des biens de J.A., contre l'Etat belge, | in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van J.A., |
tegen de Belgische Staat, FOD Justitie, waarvan de expeditie ter | |
SPF Justice, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 8 | griffie van het Hof is ingekomen op 8 maart 2017, heeft de Rechtbank |
mars 2017, le Tribunal de première instance d'Anvers, division | van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout, de volgende |
Turnhout, a posé la question préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 2252 du Code civil, dans la version antérieure à sa | « Schendt artikel 2252 van het Burgerlijk Wetboek, in de versie vóór |
modification par la loi du 17 mars 2013, viole-t-il les articles 10 et | de wijziging bij wet van 17 maart 2013, de artikelen 10 en 11 van de |
11 de la Constitution en ce qu'il a pour effet que la suspension de la | Grondwet doordat het de schorsing van de verjaring afhankelijk maakt |
prescription dépend de l'interdiction, de sorte que la prescription | van de onbekwaamverklaring, zodat de verjaring wel loopt ten overstaan |
court contre : | van : |
- une personne internée à l'égard de laquelle aucune mesure | - een geïnterneerde opzichtens wie geen maatregel van |
d'interdiction, au sens de cette disposition, n'a été prise ? | onbekwaamverklaring zoals bedoeld in die bepaling werd genomen ? |
- une personne placée sous administration provisoire en application de | - een persoon die onder voorlopig bewind werd gesteld bij toepassing |
l'article 488, a) à k) [lire : 488bis, a) à k)], du Code civil, dans | van artikel 488, a)-k) [lees : 488bis, a) tot k)] van het Burgerlijk |
la version antérieure à son abrogation par la loi du 17 mars 2013 ? ». | Wetboek, in de versie vóór de opheffing ervan bij wet van 17 maart 2013 ? ». |
Ces affaires, inscrites sous les numéros 6586, 6587, 6588, 6589, 6591 | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6586, 6587, 6588, 6589, 6591 |
et 6635 du rôle de la Cour, ont été jointes. | en 6635 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. La Cour est interrogée sur la compatibilité, avec les articles 10 | B.1. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid, met de |
et 11 de la Constitution, de l'article 2252 du Code civil, dans la | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 2252 van het |
version antérieure à sa modification par l'article 145 de la loi du 17 | Burgerlijk Wetboek, in de versie vóór de wijziging ervan bij artikel |
mars 2013 « réformant les régimes d'incapacité et instaurant un | 145 van de wet van 17 maart 2013 « tot hervorming van de regelingen |
inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe | |
nouveau statut de protection conforme à la dignité humaine », en ce | beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid », |
qu'il subordonne la suspension de la prescription à l'interdiction, de | doordat het de schorsing van de verjaring afhankelijk maakt van de |
sorte que la prescription court néanmoins contre un interné (première | onbekwaamverklaring, waardoor de verjaring wel loopt ten aanzien van |
question préjudicielle et première branche de la seconde question | een geïnterneerde (eerste prejudiciële vraag en eerste onderdeel van |
préjudicielle), même lorsque cette personne a été placée sous | de tweede prejudiciële vraag), zelfs wanneer die persoon onder |
administration provisoire (seconde branche de la seconde question | voorlopig bewind is gesteld (tweede onderdeel van de tweede |
préjudicielle). | prejudiciële vraag). |
B.2. L'article 2252 du Code civil, dans sa rédaction applicable aux | B.2. Artikel 2252 van het Burgerlijk Wetboek, in de redactie zoals van |
litiges ayant donné lieu aux questions préjudicielles, disposait : | toepassing op de bodemgeschillen, bepaalde : |
« La prescription ne court pas contre les mineurs et les interdits, | « De verjaring loopt niet tegen minderjarigen en onbekwaamverklaarden, |
sauf ce qui est dit à l'article 2278, et à l'exception des autres cas | behoudens hetgeen in artikel 2278 bepaald is, en met uitzondering van |
déterminés par la loi ». | de andere bij de wet bepaalde gevallen ». |
L'article 2278 du Code civil, avant sa modification par la loi du 17 | Artikel 2278 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde, vóór de wijziging |
mars 2013 précitée, disposait : | ervan bij de voormelde wet van 17 maart 2013 : |
« Les prescriptions dont il s'agit dans les articles de la présente | « De verjaringen waarover in de artikelen van deze afdeling gehandeld |
section, courent contre les mineurs et les interdits, sauf leur | wordt, lopen tegen minderjarigen en onbekwaamverklaarden; behoudens |
recours contre leurs tuteurs ». | hun verhaal op hun voogden ». |
Cette disposition prend place dans une section consacrée à « quelques | Die bepaling maakt deel uit van een afdeling die aan « enige |
prescriptions particulières ». | bijzondere verjaringen » is gewijd. |
B.3.1. L'article 2251 du Code civil prévoit que la prescription court | B.3.1. Artikel 2251 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de |
contre toutes personnes, à moins qu'elles ne soient dans quelque | verjaring loopt tegen alle personen, behalve tegen hen voor wie de wet |
exception établie par une loi, de sorte que l'application de la | een uitzondering maakt, waardoor het doorlopen van de verjaring de |
prescription est la règle, la suspension constituant l'exception. L'article 2252 instaure une exception à ce principe en faveur des seuls mineurs et interdits. B.3.2. La suspension de la prescription en ce qui concerne les interdits est justifiée par le constat qu'il serait inéquitable de la faire courir contre des personnes se trouvant dans l'impossibilité d'agir. Les interdits sont en effet réputés ne pas pouvoir agir personnellement pour exercer leurs droits et il est possible que leurs droits soient également négligés par leurs tuteurs. La suspension de la prescription constitue donc une mesure de protection vis-à-vis des interdits. B.4. La différence de traitement en cause repose sur le statut de la personne contre qui court la prescription. Si cette personne a été placée sous le statut d'interdit, la prescription est suspendue à son égard. En revanche, si elle est internée sans avoir été placée sous interdiction, la prescription court à son égard, même lorsqu'elle a été pourvue d'un administrateur provisoire. | regel is en de schorsing de uitzondering. Bij artikel 2252 wordt enkel voor minderjarigen en onbekwaamverklaarden een uitzondering op dat beginsel ingevoerd. B.3.2. De schorsing van de verjaring met betrekking tot onbekwaamverklaarden wordt verantwoord door de vaststelling dat het onbillijk zou zijn die te laten lopen tegen personen die in de onmogelijkheid verkeren te handelen. Onbekwaamverklaarden worden immers geacht niet zelf te kunnen handelen om hun rechten uit te oefenen en hun rechten kunnen mogelijk ook worden verwaarloosd door hun voogden. De schorsing van de verjaring maakt aldus een beschermingsmaatregel uit ten opzichte van onbekwaamverklaarden. B.4. Het in het geding zijnde verschil in behandeling berust op het statuut van de persoon tegen wie de verjaring loopt. Indien die persoon onder het statuut van onbekwaamverklaarde is geplaatst, wordt de verjaring geschorst te zijnen aanzien. Indien hij daarentegen wordt geïnterneerd zonder onbekwaam te zijn verklaard, loopt de verjaring te zijnen aanzien, zelfs wanneer een voorlopig bewindvoerder aan hem werd toegevoegd. |
B.5. L'interdiction était prévue par l'article 489 du Code civil, qui, | B.5. In de onbekwaamverklaring was voorzien bij artikel 489 van het |
dans sa rédaction antérieure à sa modification par la loi du 17 mars 2013 précitée, disposait : | Burgerlijk Wetboek, dat, in de redactie vóór de wijziging ervan bij de voormelde wet van 17 maart 2013, bepaalde : |
« Le majeur qui est dans un état habituel d'imbécillité ou de démence, | « Een meerderjarige die zich in een aanhoudende staat van onnozelheid |
doit être interdit même lorsque cet état présente des intervalles | of krankzinnigheid bevindt, moet worden onbekwaam verklaard, zelfs |
lucides ». | wanneer in die staat heldere tussenpozen voorkomen ». |
L'interdiction a pour conséquence de mettre l'intéressé sous tutelle, | De onbekwaamverklaring heeft tot gevolg dat de betrokken persoon onder |
tant en ce qui concerne sa personne qu'en ce qui concerne son | voogdij wordt gesteld, zowel wat zijn persoon als wat zijn vermogen |
patrimoine. | betreft. |
B.6. L'administration provisoire était organisée, avant l'entrée en | |
vigueur de la loi du 17 mars 2013 précitée, par les articles 488bis et | B.6. Vóór de inwerkingtreding van de voormelde wet van 17 maart 2013 |
suivants du Code civil, insérés par la loi du 18 juillet 1991 « | werd de voorlopige bewindvoering geregeld bij de artikelen 488bis en |
relative à la protection des biens des personnes totalement ou | volgende van het Burgerlijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 juli |
partiellement incapables d'en assumer la gestion en raison de leur | 1991 « betreffende de bescherming van de goederen van personen die |
wegens hun lichaams- of geestestoestand geheel of gedeeltelijk | |
état physique ou mental », en vertu desquels il était possible de | onbekwaam zijn die te beheren », krachtens welke de aanstelling van |
demander la désignation d'un administrateur provisoire pour | een voorlopig bewindvoerder kon worden gevraagd om een meerderjarige |
représenter ou assister un majeur lorsque celui-ci était, en raison de | te vertegenwoordigen of bij te staan wanneer die zelf, geheel of |
son état de santé, totalement ou partiellement hors d'état de gérer | gedeeltelijk, zij het tijdelijk, wegens zijn gezondheidstoestand, niet |
ses biens, fût-ce temporairement. A la différence de l'interdiction, | in staat was zijn goederen te beheren. In tegenstelling tot de |
l'état habituel de trouble mental grave n'était pas requis. La | onbekwaamverklaring was geen aanhoudende toestand van ernstige |
représentation ou l'assistance exercée par un administrateur | geestesstoornis vereist. De vertegenwoordiging door of bijstand van |
provisoire portait seulement sur la gestion des biens de l'intéressé et le juge de paix pouvait préciser les actes exigeant une représentation ou une assistance et à quels biens ceux-ci se rapportaient. B.7.1. En vertu des articles 1er et 7 de la loi du 1er juillet 1964 de défense sociale à l'égard des anormaux et des délinquants d'habitude, telle qu'elle était applicable aux demandeurs devant la juridiction a quo, un inculpé était interné lorsqu'il se trouvait soit dans un état de démence, soit dans un état grave de déséquilibre mental ou de débilité mentale, le rendant incapable de contrôler ses actes. | een voorlopig bewindvoerder had enkel betrekking op het beheer van de goederen van de betrokkene en de vrederechter kon nader bepalen voor welke handelingen die vertegenwoordiging of bijstand vereist was en op welke goederen die betrekking had. B.7.1. Krachtens de artikelen 1 en 7 van de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen en de gewoontemisdadigers, zoals zij op de eisers voor het verwijzende rechtscollege van toepassing was, werd een verdachte geïnterneerd wanneer hij hetzij in staat van krankzinnigheid, hetzij in een ernstige staat van geestesstoornis of van zwakzinnigheid verkeerde, die hem ongeschikt maakte tot het controleren van zijn daden. |
B.7.2. La loi du 1er juillet 1964 avait pour but de mieux garantir la | B.7.2. De wet van 1 juli 1964 had tot doel de maatschappij beter te |
protection de la société contre les agissements répétés d'individus | beschermen tegen de herhaalde daden van abnormalen en gevaarlijke |
anormaux et dangereux. Pour ce faire, la loi a créé la possibilité | personen. Hiertoe creëerde de wet de mogelijkheid om mensen met een |
d'interner des personnes atteintes d'une maladie mentale pour qu'elles | geestesziekte te interneren zodat die geen verdere misdrijven konden |
ne puissent plus commettre d'autres infractions. L'internement n'est | plegen. Internering wordt derhalve niet als een straf beschouwd, maar |
dès lors pas considéré comme une peine, mais comme une mesure dont le | als een maatregel om ervoor te zorgen dat een geesteszieke geen schade |
but est de mettre la personne malade mentale hors d'état de nuire, | meer kan toebrengen en, terzelfder tijd, om hem een curatieve |
tout en la soumettant à un traitement curatif. Sous cet angle, | behandeling te doen ondergaan. In dat opzicht moet de internering |
l'internement doit être vu comme une mesure de sûreté. | worden gezien als een veiligheidsmaatregel. |
B.8. En matière de prescription, le législateur dispose d'un large | B.8. Inzake de verjaring beschikt de wetgever over een ruime |
pouvoir d'appréciation. La différence de traitement doit toutefois | beoordelingsbevoegdheid. Het verschil in behandeling moet evenwel |
reposer sur une justification raisonnable et ne doit pas conduire à | berusten op een redelijke verantwoording en mag niet leiden tot |
des restrictions disproportionnées des droits des personnes qui sont | onevenredige beperkingen van de rechten van de personen die onderhevig |
soumises au délai de prescription plus court. L'existence d'une telle | zijn aan de kortere verjaringstermijn. Het bestaan van een dergelijke |
justification doit s'apprécier en tenant compte du contexte et de la | verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met de context |
nature des principes en cause. | en met de aard van de ter zake geldende beginselen. |
B.9. Nonobstant le fait que la fixation du délai de prescription ainsi | B.9. Niettegenstaande het vaststellen van de verjaringstermijn alsook |
que de ses conditions d'application incombe au législateur, la Cour | van de toepassingsvoorwaarden daarvan toekomt aan de wetgever, dient |
doit vérifier si le délai de prescription fixé à l'égard d'un interné | het Hof na te gaan of de verjaringstermijn om rechtsvorderingen tot |
ou d'une personne placée sous administration provisoire pour intenter | vergoeding van de extracontractuele schade bij de burgerlijke rechter |
devant le juge civil des actions en réparation du préjudice | in te stellen ten aanzien van een geïnterneerde, dan wel een persoon |
extracontractuel ne limite pas de manière disproportionnée les droits | die onder voorlopig bewind is geplaatst, de rechten van die beide |
de ces deux catégories de personnes. | categorieën van personen niet op onevenredige wijze beperkt. |
B.10. Le droit d'accès au juge ne s'oppose pas à des conditions de | B.10. Het recht op toegang tot de rechter verzet zich niet tegen |
recevabilité telles que des délais de prescription, pour autant que de | ontvankelijkheidsvoorwaarden zoals verjaringstermijnen, voor zover |
telles restrictions ne portent pas atteinte à l'essence de ce droit et | dergelijke beperkingen de essentie van dat recht niet aantasten en |
pour autant qu'elles soient proportionnées à un but légitime. Le droit | voor zover zij in een evenredige verhouding staan met een legitieme |
d'accès à un tribunal se trouve atteint lorsque sa réglementation | doelstelling. Het recht op toegang tot de rechter wordt geschonden |
cesse de servir les buts de sécurité juridique et de bonne | indien een beperking niet langer de rechtszekerheid en de goede |
administration de la justice et constitue une sorte de barrière qui | rechtsbedeling dient, maar veeleer een barrière vormt die de |
empêche le justiciable de voir son litige tranché au fond par la | rechtsonderhorige verhindert zijn rechten door de bevoegde rechter te |
juridiction compétente (CEDH, 27 juillet 2007, Efstathiou e.a. c. | laten beoordelen (EHRM, 27 juli 2007, Efstathiou e.a. t. Griekenland, |
Grèce, § 24; 24 février 2009, L'Erablière ASBL c. Belgique, § 35). La | § 24; 24 februari 2009, L'Erablière ASBL t. België, § 35). De aard van |
nature ou les modalités d'application d'un délai de prescription sont | een verjaringstermijn of de manier waarop hij wordt toegepast, zijn in |
contraires au droit d'accès au juge si elles empêchent le justiciable | strijd met het recht op toegang tot de rechter indien zij de |
de faire usage d'un recours qui lui est en principe disponible (CEDH, | rechtsonderhorige verhinderen een rechtsmiddel aan te wenden dat in |
12 janvier 2006, Mizzi c. Malte, § 89; 7 juillet 2009, Stagno c. | beginsel beschikbaar is (EHRM, 12 januari 2006, Mizzi t. Malta, § 89; |
7 juli 2009, Stagno t. België), indien de haalbaarheid ervan | |
Belgique), si le respect de ce délai est tributaire de circonstances | afhankelijk is van omstandigheden buiten de wil van de verzoeker |
échappant au pouvoir du requérant (CEDH, 22 juillet 2010, Melis c. | (EHRM, 22 juli 2010, Melis t. Griekenland, § 28) of indien zij als |
Grèce, § 28) ou si elles ont pour effet que toute action sera a priori | gevolg hebben dat elke vordering bij voorbaat tot mislukken is gedoemd |
vouée à l'échec (CEDH, 11 mars 2014, Howald Moor e.a. c. Suisse). | (EHRM, 11 maart 2014, Howald Moor e.a. t. Zwitserland). |
B.11.1. Comme il est dit en B.3.2, l'article 2252 du Code civil vise | B.11.1. Zoals is vermeld in B.3.2 beoogt artikel 2252 van het |
la suspension de la prescription en ce qui concerne les interdits, | Burgerlijk Wetboek de schorsing van de verjaring met betrekking tot |
parce qu'il serait injuste de faire courir la prescription contre des | onbekwaamverklaarden, omdat het onbillijk zou zijn die te laten lopen |
personnes se trouvant dans l'impossibilité d'agir. | tegen personen die in de onmogelijkheid verkeren te handelen. |
B.11.2. A la lumière de cet objectif, la différence de traitement | B.11.2. In het licht van die doelstelling berust het verschil in |
behandeling tussen onbekwaamverklaarden, enerzijds, en geïnterneerden | |
entre les interdits, d'une part, et les internés non interdits, | die niet onbekwaam werden verklaard, anderzijds, op een objectief en |
d'autre part, repose sur un critère de distinction objectif et | pertinent criterium van onderscheid. Terwijl de onbekwaamverklaring, |
pertinent. En effet, si l'interdiction, visée en B.5, suppose | zoals bedoeld in B.5, noodzakelijkerwijze een aanhoudende staat van |
nécessairement un état habituel de déséquilibre mental, impliquant que | een geestesstoornis veronderstelt, met als gevolg dat de betrokkene |
l'intéressé n'est plus en état de manifester sa volonté, tel n'est pas | niet meer in staat is zijn wil kenbaar te maken, is dat immers niet |
nécessairement le cas d'un interné. | noodzakelijk het geval voor een geïnterneerde. |
B.11.3. L'internement n'a, en tant que tel, aucune incidence sur la | B.11.3. De internering heeft als dusdanig geen invloed op de |
capacité de l'intéressé. Les travaux préparatoires de la loi du 1er | handelingsbekwaamheid van de betrokkene. De parlementaire |
juillet 1964 précisent que « sauf s'ils sont interdits judiciaires ou | voorbereiding van de wet van 1 juli 1964 verduidelijkt dat, « |
behoudens wanneer zij gerechtelijk onbekwaam zijn verklaard of wanneer | |
hun een gerechtelijk raadsman is toegevoegd krachtens de artikelen 489 | |
placés sous conseil judiciaire en vertu des articles 489 et 513 du | en 513 van het Burgerlijk Wetboek, welke maatregelen in de praktijk |
Code civil, mesures exceptionnelles dans la pratique, les internés | uitzonderlijk zijn, [...] geïnterneerde personen hun volle |
conservent leur entière capacité avec les conséquences graves qui en | handelingsbekwaamheid [behouden] met de ernstige gevolgen die eraan |
résultent » (Doc. parl., Sénat, 1959-1960, n° 514, p. 13). | verbonden zijn » (Parl. St., Senaat, 1959-1960, nr. 514, p. 13). |
B.11.4. Comme il est dit en B.5 et B.7, l'interdiction et | B.11.4. Zoals is vermeld in B.5 en B.7 beogen de onbekwaamverklaring |
l'internement poursuivent des buts différents. Les deux statuts | en de internering verschillende doelstellingen. Evenwel sluiten beide |
distincts ne s'excluent toutefois pas. | statuten elkaar niet uit. |
B.11.5. La protection particulière en matière de prescription qu'offre | |
l'article 2252 du Code civil à l'interdit peut dès lors également | B.11.5. De bijzondere bescherming inzake verjaring die artikel 2252 |
s'appliquer à l'interné s'il satisfait aux conditions de | van het Burgerlijk Wetboek biedt aan de onbekwaamverklaarde, kan |
l'interdiction et a donc également besoin de cette protection spéciale. B.12. Dans ces circonstances, la différence de traitement au sujet de laquelle la Cour est interrogée dans la première question préjudicielle et dans la première branche de la deuxième question préjudicielle n'est pas dénuée de justification raisonnable. B.13. Quant à la seconde branche de la seconde question préjudicielle, en l'occurrence la comparaison des interdits et des personnes placées sous administration provisoire, il y a lieu de constater que l'administration provisoire réglée par l'ancien article 488bis du Code | derhalve ook gelden voor de geïnterneerde indien hij aan de voorwaarden voor de onbekwaamverklaring voldoet en aldus eveneens die bijzondere bescherming behoeft. B.12. In die omstandigheden is het verschil in behandeling waarover het Hof wordt ondervraagd in de eerste prejudiciële vraag en in het eerste onderdeel van de tweede prejudiciële vraag, niet zonder redelijke verantwoording. B.13. Wat het tweede onderdeel van de tweede prejudiciële vraag betreft, te weten de vergelijking tussen de onbekwaamverklaarden en de personen die onder voorlopig bewind zijn geplaatst, dient te worden vastgesteld dat het voorlopig bewind, geregeld door het vroegere artikel 488bis van het Burgerlijk Wetboek, een facultatief |
civil instaure un statut de protection facultatif. | beschermingsstatuut instelt. |
La mesure doit être demandée devant le juge de paix, qui charge | De maatregel moet worden gevorderd voor de vrederechter, die de |
l'administrateur de la gestion du patrimoine de la personne sous | bewindvoerder belast met het vermogensbeheer van de persoon onder |
administration provisoire. Le juge de paix modalise la mission | voorlopig bewind. Voormelde opdracht wordt door de vrederechter |
précitée et l'adapte au handicap du protégé, de sorte que la | gemodaliseerd en aangepast aan de handicap van de beschermde persoon, |
protection, et l'incapacité qui en résulte, de la personne sous | waardoor de bescherming, en de daaruit voortvloeiende |
administration provisoire n'a nullement une portée globale, mais est | handelingsonbekwaamheid, van de persoon onder het voorlopig bewind |
limitée à ce qui est nécessaire pour la gestion des biens de cette personne. | geenszins alomvattend is, maar beperkt is tot wat noodzakelijk voor het beheer van de goederen van die persoon. |
En outre, l'objectif du législateur était de permettre à la personne | Bovendien was het de bedoeling van de wetgever om de beschermde |
protégée d'accomplir les actes entrant encore dans ses capacités : | persoon in de mogelijkheid te laten de handelingen te stellen waartoe |
hij of zij nog in staat was. | |
« Le magistrat pourra notamment, tenant compte de la nature et de la | « De magistraat mag namelijk, rekening houdend met de aard en de |
consistance des biens à gérer et de l'état de la personne, limiter les | samenstelling van de te beheren goederen en met de toestand van de |
pouvoirs de l'administrateur provisoire et laisser à la personne | persoon, de bevoegdheid van de voorlopige bewindvoerder beperken en |
concernée une partie de la gestion de ses biens. Le fait de laisser à | aan de betrokken persoon een gedeelte van het beheer van zijn goederen |
la personne protégée une partie de sa capacité peut présenter, en | overlaten. Het feit ervoor te zorgen dat de beschermde persoon een |
gedeelte van zijn vermogen tot handelen kan behouden, kan inderdaad | |
effet, un aspect curatif non négligeable » (Doc. parl., Sénat, | een niet te verwaarlozen bijdrage tot zijn genezing betekenen » (Parl. |
1990-1991, n° 1102-2, p. 3). | St., Senaat, 1990-1991, nr. 1102-2, p. 3). |
B.14. L'interdiction et l'administration provisoire poursuivent des | B.14. De onbekwaamverklaring en de toevoeging van een voorlopig |
objectifs différents. | bewindvoerder beogen verschillende doelstellingen. |
Pour les motifs exposés en B.11, l'article 2252 du Code civil ne porte | Om de redenen die zijn vermeld in B.11 doet artikel 2252 van het |
pas une atteinte disproportionnée aux droits de l'interné, en ce qu'il | Burgerlijk Wetboek niet op onevenredige wijze afbreuk aan de rechten |
subordonne la suspension de la prescription à l'interdiction. | van de geïnterneerde, doordat het de schorsing van de verjaring |
Pour des motifs analogues, la différence de traitement entre internés | afhankelijk maakt van de onbekwaamverklaring. Om analoge redenen is het verschil in behandeling tussen |
geïnterneerden die onbekwaam zijn verklaard en geïnterneerden die | |
interdits et internés placés sous administration provisoire par | onder voorlopig bewind werden geplaatst met toepassing van artikel |
application de l'article 488bis, a) à k), du Code civil, dans la | 488bis, a) tot k), van het Burgerlijk Wetboek, in de versie zoals van |
version applicable avant son abrogation par la loi du 17 mars 2013, | toepassing vóór de opheffing ervan bij de wet van 17 maart 2013, niet |
n'est pas dénuée de justification raisonnable. Si l'interdiction visée | zonder redelijke verantwoording. Terwijl de onbekwaamverklaring, zoals |
bedoeld in B.5, noodzakelijkerwijze een aanhoudende staat van | |
en B.5 suppose nécessairement un état habituel de déséquilibre mental | geestesstoornis veronderstelt, met als gevolg dat de betrokkene niet |
impliquant que l'intéressé n'est plus en état de manifester sa | meer in staat is zijn wil kenbaar te maken, is dat immers niet |
volonté, tel n'est en effet pas nécessairement le cas d'un interné | noodzakelijk het geval voor een geïnterneerde voor wie een voorlopig |
pour lequel un administrateur provisoire a été désigné. Dans les cas | bewindvoerder werd aangewezen. In de gevallen waarin de voorlopig |
où l'administrateur provisoire doit assister l'interné, celui-ci peut | bewindvoerder de geïnterneerde dient bij te staan, kan die de belangen |
sauvegarder les intérêts de l'interné en matière de prescription. Dans | van de geïnterneerde inzake verjaring vrijwaren. In de andere gevallen |
les autres cas, l'interné est réputé capable. | wordt de geïnterneerde geacht handelingsbekwaam te zijn. |
B.15. La seconde branche de la seconde question préjudicielle appelle | B.15. Het tweede onderdeel van de tweede prejudiciële vraag dient |
une réponse négative. | ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 2252 du Code civil ne viole pas les articles 10 et 11 de la | Artikel 2252 van het Burgerlijk Wetboek schendt de artikelen 10 en 11 |
Constitution. | van de Grondwet niet. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 26 avril 2018. | op 26 april 2018. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
E. De Groot | E. De Groot |