← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 143/2017 du 14 décembre 2017 Numéros du rôle : 6430, 6436, 6437 et 6438 En
cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 2277 du Code civil, posées par le Juge de
paix du canton de Florennes-Walcourt et par La
Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et E. De Groot, et des juges L. (...)"
Extrait de l'arrêt n° 143/2017 du 14 décembre 2017 Numéros du rôle : 6430, 6436, 6437 et 6438 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 2277 du Code civil, posées par le Juge de paix du canton de Florennes-Walcourt et par La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et E. De Groot, et des juges L. (...) | Uittreksel uit arrest nr. 143/2017 van 14 december 2017 Rolnummers 6430, 6436, 6437 en 6438 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Vrederechter van het kanton Florennes-Walcourt e Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de recht(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 143/2017 du 14 décembre 2017 | Uittreksel uit arrest nr. 143/2017 van 14 december 2017 |
Numéros du rôle : 6430, 6436, 6437 et 6438 | Rolnummers 6430, 6436, 6437 en 6438 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 2277 du | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 2277 van het |
Code civil, posées par le Juge de paix du canton de Florennes-Walcourt | Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Vrederechter van het kanton |
et par le Tribunal de première instance du Hainaut, division | Florennes-Walcourt en door de Rechtbank van eerste aanleg Henegouwen, |
Charleroi. | afdeling Charleroi. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents J. Spreutels et E. De Groot, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de |
Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. | rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. |
Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée | Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. |
du greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, | Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
a. Par jugement du 27 avril 2016 en cause de la ville de Charleroi | a. Bij vonnis van 27 april 2016 in zake de stad Charleroi tegen Carl |
contre Carl Focroulle, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | Focroulle, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen |
Cour le 20 mai 2016, le Juge de paix du canton de Florennes-Walcourt a | op 20 mei 2016, heeft de Vrederechter van het kanton |
posé la question préjudicielle suivante : | Florennes-Walcourt de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 2277 du Code civil, interprété en ce sens que la | « Schendt artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin |
prescription de cinq ans qu'il prévoit ne s'applique pas à la | geïnterpreteerd dat de vijfjarige verjaring waarin het voorziet, niet |
répétition de sommes indûment payées à des termes périodiques, | van toepassing is op de terugvordering van sommen die bij termijnen |
viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il crée | ten onrechte zijn betaald, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in |
une distinction qui n'est pas raisonnablement justifiée entre | zoverre het een niet redelijk verantwoord onderscheid invoert onder |
débiteurs tenus de dettes croissant avec l'écoulement du temps ? ». | schuldenaars van schulden die toenemen naarmate de tijd verstrijkt ? ». |
b. Par trois jugements du 12 février 2015 en cause de la ville de | b. Bij drie vonnissen van 12 februari 2015 in zake de stad Charleroi |
Charleroi contre respectivement Guy Doumont, Alain Dognaux et Gérald | tegen respectievelijk Guy Doumont, Alain Dognaux en Gérald Severy, |
Severy, dont les expéditions sont parvenues au greffe de la Cour le 30 | waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 30 mei |
mai 2016, le Tribunal de première instance du Hainaut, division | 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Henegouwen, afdeling |
Charleroi, a posé les questions préjudicielles suivantes : | Charleroi, de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
1. « L'article 2277 du Code civil, interprété comme ne s'appliquant | 1. « Schendt artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin |
pas à l'action en répétition de traitements indûment payés par une | geïnterpreteerd dat het niet van toepassing is op de vordering tot |
terugbetaling van wedden die een gemeente ten onrechte heeft betaald, | |
commune, action dont la prescription serait dès lors régie par le | vordering waarvan de verjaring bijgevolg zou zijn vastgelegd bij de in |
régime de droit commun visé à l'article 2262bis du Code civil, | artikel 2262bis van het Burgerlijk Wetboek beoogde gemeenrechtelijke |
viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution alors que ce même | regeling, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, terwijl datzelfde |
article 2277 du Code civil serait interprété comme s'appliquant à | artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek zo zou worden geïnterpreteerd |
l'action en paiement des mêmes traitements, en cas de défaut de | dat het van toepassing is op de vordering tot betaling van dezelfde |
payement par la commune ? »; | wedden, bij ontstentenis van betaling door de gemeente ? »; |
2. « Schendt de ontstentenis van een wetsbepaling tot vaststelling van | |
een vijfjarige verjaring voor de vordering tot terugbetaling van | |
wedden die de gemeenten ten onrechte hebben betaald, in de | |
2. « A supposer qu'il soit considéré que l'article 2277 du Code civil | veronderstelling dat zou worden geoordeeld dat artikel 2277 van het |
ne s'applique pas à l'action en répétition de l'indu concernant des | |
créances payables périodiquement, l'absence de disposition législative | Burgerlijk Wetboek niet van toepassing is op de vordering tot |
établissant une prescription quinquennale pour l'action en répétition | |
de traitements indûment payés par les communes viole-t-elle les | terugbetaling van het onverschuldigde bedrag met betrekking tot |
articles 10 et 11 de la Constitution alors que d'autres dispositions | periodiek te betalen schuldvorderingen, de artikelen 10 en 11 van de |
législatives prévoient une prescription quinquennale pour les actions | Grondwet, terwijl andere wetsbepalingen voorzien in een vijfjarige |
verjaring voor de vorderingen tot terugbetaling van wedden die met | |
en répétition de traitements indûment payés par, notamment, l'Etat, | name de Staat, de provincies, de gewesten en de gemeenschappen ten |
les Provinces, les Régions et les Communautés ? ». | onrechte hebben betaald ? ». |
Ces affaires, inscrites sous les numéros 6430, 6436, 6437 et 6438 du | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6430, 6436, 6437 en 6438 van |
rôle de la Cour, ont été jointes. | de rol van het Hof, werden samengevoegd. |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. L'article 2277 du Code civil dispose : | B.1. Artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : |
« Les arrérages de rentes perpétuelles et viagères, | « Termijnen van altijddurende renten en van lijfrenten; |
Ceux des pensions alimentaires; | Die van uitkeringen tot levensonderhoud; |
Les loyers des maisons, et le prix de ferme des biens ruraux; | Huren van huizen en pachten van landeigendommen; |
Les intérêts des sommes prêtées, et généralement tout ce qui est | Interesten van geleende sommen, en, in het algemeen, al hetgeen |
payable par année, ou à des termes périodiques plus courts, | betaalbaar is bij het jaar of bij kortere termijnen, |
Se prescrivent par cinq ans ». | Verjaren door verloop van vijf jaren ». |
Quant à l'affaire n° 6430 et la première question préjudicielle dans | Ten aanzien van de zaak nr. 6430 en de eerste prejudiciële vraag in de |
les affaires nos 6436, 6437 et 6438 | zaken nrs. 6436, 6437 en 6438 |
B.2. La Cour examine ensemble la question préjudicielle dans l'affaire | |
n° 6430 et la première question préjudicielle dans les affaires 6436, | B.2. Het Hof onderzoekt de prejudiciële vraag in de zaak nr. 6430 |
6437 et 6438, qui l'invitent à se prononcer sur la compatibilité de | samen met de eerste prejudiciële vraag in de zaken nrs. 6436, 6437 en |
6438, waarin het wordt verzocht zich uit te spreken over de | |
l'article 2277 du Code civil avec les articles 10 et 11 de la | bestaanbaarheid van artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek met de |
Constitution, interprété en ce sens que la prescription abrégée de | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat de |
kortere verjaring van vijf jaar waarin het voorziet, niet van | |
cinq ans qu'il prévoit ne s'applique pas à la répétition de sommes | toepassing is op de terugvordering van sommen die bij periodieke |
indûment payées à des termes périodiques. | termijnen ten onrechte zijn betaald. |
Il ressort de la formulation des questions préjudicielles et de la | Uit de formulering van de prejudiciële vragen en de motivering van de |
motivation des décisions de renvoi que les litiges pendants devant les | verwijzingsbeslissingen blijkt dat de voor de verwijzende rechters |
hangende geschillen betrekking hebben op een vordering tot | |
juges a quo portent sur une action en répétition d'indu intentée par | terugbetaling van een onverschuldigd bedrag die een gemeente tegen een |
une commune contre l'un de ses agents. | van haar ambtenaren heeft ingesteld. |
B.3.1. Il ressort de la formulation de la première question | B.3.1. Uit de formulering van de eerste prejudiciële vraag in de zaken |
préjudicielle dans les affaires nos 6436, 6437 et 6438 que l'article | nrs. 6436, 6437 en 6438 blijkt dat artikel 2277 van het Burgerlijk |
2277 du Code civil s'appliquerait, selon le juge a quo, aux actions | Wetboek, volgens de verwijzende rechter, van toepassing zou zijn op de |
introduites par les agents communaux contre les communes en vue du | vorderingen die gemeentelijke ambtenaren tegen de gemeenten instellen |
paiement de leurs traitements. A cet égard, la question préjudicielle | met het oog op de betaling van hun wedden. In dat opzicht steunt de |
est fondée sur une lecture manifestement erronée de la disposition en | prejudiciële vraag op een kennelijk verkeerde lezing van de in het |
cause. Les actions dirigées contre les communes en paiement de | geding zijnde bepaling. De vorderingen die tegen de gemeenten worden |
traitements, d'avances sur ceux-ci, d'indemnités, d'allocations ou de | ingesteld tot betaling van wedden, voorschotten daarop, vergoedingen, |
prestations accessoires ou similaires aux traitements, se prescrivent | toelagen of uitkeringen, die het toebehoren van de wedden vormen of |
en effet par dix ans, conformément aux règles de prescription de droit | ermee gelijkstaan, verjaren immers na tien jaar, overeenkomstig de |
commun (article 2262bis, § 1er, du Code civil). | gemeenrechtelijke verjaringsregels (artikel 2262bis, § 1, van het |
Burgerlijk Wetboek). | |
B.3.2. Partant, la première question préjudicielle posée dans les | B.3.2. Bijgevolg behoeft de eerste prejudiciële vraag in de zaken nrs. |
affaires nos 6436, 6437 et 6438 n'appelle pas de réponse. | 6436, 6437 en 6438 geen antwoord. |
B.4. La Cour doit encore examiner si l'article 2277 du Code civil, | B.4. Het Hof dient nog te onderzoeken of artikel 2277 van het |
interprété en ce sens que le délai de cinq ans qu'il prévoit ne | Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat de vijfjarige |
s'applique pas à la répétition de sommes indûment payées à des termes | verjaring waarin het voorziet, niet van toepassing is op de |
terugvordering van sommen die bij termijnen ten onrechte zijn betaald, | |
périodiques, est compatible avec les articles 10 et 11 de la | bestaanbaar is met artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het |
Constitution, en ce qu'il créerait une différence de traitement entre | een verschil in behandeling zou invoeren onder schuldenaars van |
débiteurs tenus de dettes croissant avec l'écoulement du temps. | schulden die toenemen naarmate de tijd verstrijkt. |
B.5. La Cour examine, en règle, les dispositions en cause dans | B.5. In de regel onderzoekt het Hof de in het geding zijnde bepalingen |
l'interprétation qu'en donne le juge a quo. | in de interpretatie die de verwijzende rechter eraan geeft. |
B.6. Dans l'interprétation retenue par le juge a quo, qui correspond à | B.6. In de door de verwijzende rechter gegeven interpretatie die |
celle de la Cour de cassation (Cass., 3 octobre 1994, Pas., 1994, n° | overeenstemt met die van het Hof van Cassatie (Cass., 3 oktober 1994, |
414; Cass., 21 mai 2001, Pas., 2001, n° 299), la prescription | Arr. Cass., 1994, nr. 414; Cass., 21 mei 2001, Arr. Cass., 2001, nr. |
quinquennale établie par l'article 2277 du Code civil ne s'applique | 299), is de bij artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek vastgestelde |
pas aux actions en répétition des prestations indûment versées. | vijfjarige verjaring niet van toepassing op de vorderingen tot |
terugbetaling van ten onrechte betaalde uitkeringen. | |
Par son arrêt précité du 21 mai 2001, la Cour de cassation a jugé, en | Bij zijn voormelde arrest van 21 mei 2001 heeft het Hof van Cassatie |
ce qui concerne le champ d'application de l'article 2277 du Code civil | geoordeeld over het toepassingsgebied van artikel 2277 van het |
: | Burgerlijk Wetboek : |
« Attendu qu'en vertu de l'article 2262bis, § 1er, alinéa 1er, du Code | « Overwegende dat, krachtens artikel 2262bis, § l, eerste lid, van het |
civil, toutes les actions personnelles sont prescrites par dix ans; | Burgerlijk Wetboek, alle persoonlijke rechtsvorderingen verjaren door |
Attendu qu'aux termes de l'article 2277 du Code civil, les arrérages de rentes perpétuelles et viagères, ceux des pensions alimentaires, les loyers des maisons et le prix de ferme des biens ruraux, les intérêts des sommes prêtées, et généralement tout ce qui est payable par année, ou à des termes périodiques plus courts, se prescrivent par cinq ans; Attendu qu'une dette dont le montant est déterminé et qui est remboursable en une fois n'est pas soumise à l'application de l'article 2277 précité, qui tend principalement à protéger le débiteur contre une augmentation de la dette; Que cette disposition n'est pas applicable à la répétition de sommes indues, dès lors que l'obligation de l'accipiens ne consiste pas en des allocations périodiques mais en une seule obligation de remboursement de sommes perçues indûment; que cette obligation ne peut être comparée à la dette d'allocations périodiques dès lors qu'elle ne | verloop van tien jaar; Overwegende dat, luidens artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, termijnen van altijddurende renten en van lijfrenten, die van uitkeringen van levensonderhoud, huren van huizen en pachten van landeigendommen, interesten van geleende sommen, en in het algemeen, al hetgeen betaalbaar is bij het jaar of bij kortere termijnen, verjaren door verloop van vijf jaren; Overwegende dat een schuld waarvan het bedrag bepaald en in eenmaal terugbetaalbaar is, niet onder de toepassing valt van voormeld artikel 2277, dat hoofdzakelijk ertoe strekt de schuldenaar te beschermen tegen een verhoging van de schuld; Dat die bepaling niet toepasselijk is op ten onrechte betaalde bedragen, vermits de verplichting van de verkrijger niet bestaat in periodieke uitkeringen, maar wel in een verplichting tot teruggave van onrechtmatig ontvangen bedragen; dat die verplichting niet te vergelijken is met de schuld van periodieke uitkeringen, vermits zij |
résulte pas de dispositions relatives au payement de celles-ci, mais | niet voortvloeit uit de bepalingen inzake betaling ervan, maar wel uit |
bien de règles concernant le payement de sommes indues ». | de regels betreffende de betaling van onverschuldigde bedragen ». |
A défaut d'être soumises au délai de prescription abrégé prévu par | Doordat zij niet zijn onderworpen aan de kortere verjaringstermijn |
l'article 2277 du Code civil, les actions en répétition d'indu | bepaald in artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, verjaren de |
intentées par les communes se prescrivent par dix ans, conformément | vorderingen tot terugbetaling van onverschuldigde bedragen, ingesteld |
aux règles de prescription de droit commun. | door de gemeenten, na tien jaar, overeenkomstig de gemeenrechtelijke |
verjaringsregels. | |
B.7. Ainsi que la Cour l'a jugé par ses arrêts nos 1/2004, 15/2005, | B.7. Zoals het Hof heeft geoordeeld bij zijn arresten nrs. 1/2004, |
13/2007, 147/2008, 6/2011, 40/2014 et 39/2016, la prescription abrégée | 15/2005, 13/2007, 147/2008, 6/2011, 40/2014 en 39/2016, wordt de |
établie par l'article 2277 du Code civil est justifiée par la nature particulière des créances qu'elle vise : il s'agit, lorsque la dette a pour objet des créances payables « par année ou à des termes périodiques plus courts », soit de protéger les débiteurs et d'inciter les créanciers à la diligence, soit d'éviter l'accroissement constant du montant global des créances périodiques. La prescription abrégée permet aussi de protéger les débiteurs contre l'accumulation de dettes périodiques qui, dans la durée, pourraient se transformer en une dette considérable. | kortere verjaringstermijn waarin artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek voorziet, verantwoord door de bijzondere aard van de schuldvorderingen die hij beoogt : het gaat erom, wanneer de schuld betrekking heeft op schuldvorderingen die « bij het jaar of bij kortere termijnen » betaalbaar zijn, ofwel de schuldenaars te beschermen en de schuldeisers tot bekwame spoed aan te zetten, ofwel te vermijden dat het totaalbedrag van de periodieke schuldvorderingen voortdurend aangroeit. De kortere verjaringstermijn maakt het ook mogelijk de schuldenaars te beschermen tegen de opeenstapeling van periodieke schulden die, na verloop van tijd, een aanzienlijke schuld zouden kunnen worden. |
B.8. L'on ne saurait déduire de la simple circonstance que les délais | B.8. Uit het enkele feit dat de in het geding zijnde |
de prescription en cause sont différents que la disposition en cause n'est pas compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. Il ne pourrait y avoir de discrimination que si la différence de traitement résultant de l'application de ces différents délais de prescription allait de pair avec une limitation disproportionnée des droits des parties concernées. B.9. Permettre aux communes de poursuivre pendant dix ans la répétition des traitements et allocations accessoires à ces traitements indument versés à leurs agents à la suite d'une erreur imputable à celles-ci entraîne des effets disproportionnés pour les | verjaringstermijnen verschillen, kan niet worden afgeleid dat de in het geding zijnde bepaling niet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Van discriminatie zou slechts sprake kunnen zijn indien het verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van die verschillende verjaringstermijnen, gepaard zou gaan met een onevenredige beperking van de rechten van de daarbij betrokken partijen. B.9. De gemeenten toelaten om gedurende tien jaar de terugvordering na te streven van de wedden en toelagen daarop die ten onrechte werden betaald aan hun ambtenaren als gevolg van een vergissing die aan die gemeenten kan worden toegeschreven, heeft voor de betrokkenen onevenredige gevolgen. Zoals het Hof heeft geoordeeld bij zijn arrest |
intéressés. Comme la Cour l'a jugé par son arrêt n° 76/2011 du 18 mai | nr. 76/2011 van 18 mei 2011, is die termijn langer dan de |
2011, ce délai est plus long que le délai de prescription de cinq ans | |
prévu par l'article 2277 du Code civil alors que, comme les dettes | verjaringstermijn van vijf jaar waarin artikel 2277 van het Burgerlijk |
périodiques visées par cette disposition, les traitements et | Wetboek voorziet, terwijl, zoals de in die bepaling beoogde periodieke |
allocations accessoires à ces traitements indument versés aux agents | schulden, de wedden en toelagen daarop die ten onrechte werden betaald |
communaux peuvent porter, suite à leur accumulation pendant une longue | aan de gemeentelijke ambtenaren, door de opeenstapeling ervan |
période, sur « des montants qui, à terme, se sont transformés en une | gedurende een lange periode, betrekking kunnen hebben op « bedragen |
dette à ce point importante qu'elle pourrait causer la ruine du | die op termijn een dermate grote schuld zijn geworden dat die de |
débiteur » (B.5.2). La circonstance que ces sommes sont versées | schuldenaar zou kunnen ruïneren » (B.5.2). Het gegeven dat die sommen |
mensuellement et qu'elles sont perçues, en règle générale, de bonne | maandelijks worden uitgekeerd en dat zij doorgaans te goeder trouw |
foi par les intéressés, rend difficile la détection de l'erreur par | door de betrokkenen worden geïnd, bemoeilijkt het opsporen van de |
les agents concernés et ne permet pas de justifier que les actions en | vergissing door de betrokken ambtenaren en maakt het niet mogelijk te |
répétition de traitements et allocations accessoires à ces traitements | verantwoorden dat de door de gemeenten ingestelde vorderingen tot |
terugvordering van wedden en toelagen daarop zijn onderworpen aan een | |
diligentées par les communes soient soumises à un délai de | langere verjaringstermijn dan de termijn van vijf jaar waarin artikel |
prescription dépassant le délai de cinq ans prévu par l'article 2277 | 2277 van het Burgerlijk Wetboek voorziet of dan de verjaringstermijn |
du Code civil ou le délai de prescription applicable à l'action en | die van toepassing is op de vordering tot terugvordering van wedden en |
répétition de traitements et allocations accessoires à ces traitements | toelagen daarop gericht tegen de ambtenaren van de Staat, een |
dirigée contre les agents de l'Etat, d'une communauté, d'une région ou | gemeenschap, een gewest of een provincie die zich in dezelfde situatie |
d'une province placés dans la même situation. | bevinden. |
B.10. Cette discrimination ne trouve toutefois pas sa source dans la | B.10. Die discriminatie vindt haar oorsprong evenwel niet in de in het |
disposition en cause, mais dans l'absence d'une disposition | geding zijnde bepaling, maar in de ontstentenis van een wetsbepaling |
législative, applicable aux communes, prévoyant un délai de | die van toepassing is op de gemeenten en voorziet in een termijn voor |
prescription des traitements et des allocations accessoires à ces | de verjaring van de ten onrechte betaalde wedden en toelagen daarop |
traitements indus qui ne dépasse pas le délai de prescription de cinq | die niet langer is dan de vijfjarige verjaringstermijn waarin artikel |
ans prévu par l'article 2277 du Code civil ou le délai de prescription | 2277 van het Burgerlijk Wetboek voorziet of dan de verjaringstermijn |
applicable à l'action en répétition de traitements et allocations | die van toepassing is op de vordering tot terugbetaling van wedden en |
accessoires à ces traitements dirigée contre les agents de l'Etat, | toelagen daarop gericht tegen de ambtenaren van de Staat, een |
d'une communauté, d'une région ou d'une province placés dans la même | gemeenschap, een gewest of een provincie die zich in dezelfde situatie |
situation. | bevinden. |
B.11. Il appartient au législateur de fixer les modalités selon | B.11. Het staat aan de wetgever de voorwaarden vast te stellen |
lesquelles les actions en répétition de traitements et des allocations | waaronder de vorderingen tot terugbetaling van wedden en toelagen |
accessoires à ces traitements indûment payés par les communes peuvent | daarop die ten onrechte door de gemeenten werden betaald, kunnen |
être soumises au délai de prescription visé en B.10. | worden onderworpen aan de verjaringstermijn bedoeld in B.10. |
B.12. Dans l'attente de cette intervention législative, il appartient | B.12. In afwachting van het optreden van de wetgever staat het aan de |
au juge a quo de mettre fin aux conséquences de l'inconstitutionnalité | verwijzende rechter een einde te maken aan de gevolgen van de in B.10 |
constatée en B.10, ce constat étant exprimé en des termes suffisamment | vastgestelde ongrondwettigheid, waarbij die vaststelling in voldoende |
précis et complets. Par conséquent, il revient aux juridictions | nauwkeurige en volledige bewoordingen is uitgedrukt. Het komt derhalve |
saisies de l'action en répétition de traitements et allocations | aan de rechtscolleges waarbij de vordering is ingesteld tot |
accessoires à ces traitements versés indûment par une commune de | terugbetaling van wedden en toelagen daarop die een gemeente ten |
soumettre celle-ci à un délai de prescription de cinq ans. | onrechte heeft betaald, toe om die te onderwerpen aan een |
verjaringstermijn van vijf jaar. | |
B.13. La question préjudicielle dans l'affaire n° 6430 appelle une | B.13. De prejudiciële vraag in de zaak nr. 6430 dient ontkennend te |
réponse négative. | worden beantwoord. |
Quant à la seconde question préjudicielle dans les affaires nos 6436, | Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag in de zaken nrs. 6436, |
6437 et 6438 | 6437 en 6438 |
B.14. Le juge a quo interroge la Cour « à supposer qu'il soit | B.14. De verwijzende rechter stelt aan het Hof, « in de |
considéré que l'article 2277 du Code civil ne s'applique pas à | veronderstelling dat zou worden geoordeeld dat artikel 2277 van het |
l'action en répétition de l'indu concernant des créances payables | Burgerlijk Wetboek niet van toepassing is op de vordering tot |
terugbetaling van het onverschuldigde bedrag met betrekking tot | |
périodiquement », à propos de la compatibilité, avec les articles 10 | periodiek te betalen schuldvorderingen », een vraag over de |
et 11 de la Constitution, de l'absence de disposition législative | bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de |
établissant une prescription quinquennale pour l'action en répétition | ontstentenis van een wetsbepaling die voorziet in een vijfjarige |
verjaring voor de vordering tot terugbetaling van wedden die de | |
de traitements indûment payés par les communes, alors que « d'autres | gemeenten ten onrechte hebben betaald, terwijl « andere wetsbepalingen |
dispositions législatives » prévoient une telle prescription pour les | » in een dergelijke verjaring voorzien voor de vorderingen tot |
actions en répétition de traitements indûment payés par, notamment, | terugbetaling van wedden die, met name, de Staat, de provincies, de |
l'Etat, les provinces, les régions et les communautés. | gewesten en de gemeenschappen ten onrechte hebben betaald. |
B.15. Eu égard à ce qui est mentionné en B.13, la seconde question | B.15. Gelet op het vermelde in B.13, behoeft de tweede prejudiciële |
préjudicielle dans les affaires nos 6436, 6437 et 6438 n'appelle pas de réponse. | vraag in de zaken nrs. 6436, 6437 en 6438 geen antwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
1. Les questions préjudicielles dans les affaires nos 6436, 6437 et | 1. De prejudiciële vragen in de zaken nrs. 6436, 6437 en 6438 behoeven |
6438 n'appellent pas de réponse. | geen antwoord. |
2. L'article 2277 du Code civil ne viole pas les articles 10 et 11 de | 2. Artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek schendt niet de artikelen |
la Constitution. | 10 en 11 van de Grondwet. |
3. L'absence de disposition législative établissant une prescription | 3. De ontstentenis van een wetsbepaling die voorziet in een verjaring |
de l'action en répétition de traitements et allocations accessoires à | van de vordering tot terugbetaling van wedden en toelagen daarop die |
ces traitements indûment payés par les communes ne dépassant pas le | ten onrechte werden betaald door de gemeenten die niet langer is dan |
délai de prescription de cinq ans prévu par l'article 2277 du Code | de verjaringstermijn van vijf jaar bepaald in artikel 2277 van het |
Burgerlijk Wetboek of dan de verjaringstermijn die van toepassing is | |
civil ou le délai de prescription applicable à l'action en répétition | op de vordering tot terugbetaling van wedden en toelagen daarop |
de traitements et allocations accessoires à ces traitements dirigée | gericht tegen de ambtenaren van de Staat, een gemeenschap, een gewest |
contre les agents de l'Etat, d'une communauté, d'une région ou d'une | of een provincie die zich in dezelfde situatie bevinden, schendt de |
province placés dans la même situation, viole les articles 10 et 11 de | artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
la Constitution. Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 14 décembre 2017. | op 14 december 2017. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
J. Spreutels | J. Spreutels |