← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 133/2017 du 23 novembre 2017 Numéros du rôle : 6549 et 6557 En
cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 9, alinéa 2, de la section 3 du livre III, titre V(...) La
Cour constitutionnelle, composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges L. (...)"
Extrait de l'arrêt n° 133/2017 du 23 novembre 2017 Numéros du rôle : 6549 et 6557 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 9, alinéa 2, de la section 3 du livre III, titre V(...) La Cour constitutionnelle, composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges L. (...) | Uittreksel uit arrest nr. 133/2017 van 23 november 2017 Rolnummers 6549 en 6557 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 9, tweede lid, van afdeling 3 van boek III, titel VIII, ho(...) Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de recht(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 133/2017 du 23 novembre 2017 | Uittreksel uit arrest nr. 133/2017 van 23 november 2017 |
Numéros du rôle : 6549 et 6557 | Rolnummers 6549 en 6557 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 9, | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 9, tweede lid, |
alinéa 2, de la section 3 (« Des règles particulières aux baux à ferme | van afdeling 3 (« Regels betreffende de pacht in het bijzonder ») van |
») du livre III, titre VIII, chapitre II, du Code civil, posées par le | boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek, |
Juge de paix du premier canton d'Ypres et par le Juge de paix du | gesteld door de Vrederechter van het eerste kanton Ieper en door de |
canton de Mouscron-Comines-Warneton. | Vrederechter van het kanton Moeskroen-Komen-Waasten. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de |
Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et R. Leysen, | rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en R. |
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président E. De | Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder |
Groot, | voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
a. Par jugement du 17 novembre 2016 en cause de Rolande Phlypo et | a. Bij vonnis van 17 november 2016 in zake Rolande Phlypo en Annemie |
Annemie Van Hecke contre la S. Agr. « Landbouwvennootschap DIBO », | Van Hecke tegen de LV « DIBO Landbouwvennootschap », waarvan de |
dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 28 novembre | expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 november 2016, |
2016, le Juge de paix du premier canton d'Ypres a posé la question | heeft de Vrederechter van het eerste kanton Ieper de volgende |
préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 9, alinéa 2, in fine de la loi sur le bail à ferme - la | « Schendt artikel 9, tweede lid, in fine van de Pachtwet - zijnde de |
loi du 4 novembre 1969, qui constitue la section 3 du chapitre II du | Wet van 4 november 1969, die afdeling 3 van hoofdstuk II van titel |
titre VIII du Code civil - viole-t-il les articles 10 et 11 de la | VIII van het Burgerlijk Wetboek vormt - de artikelen 10 en 11 van de |
Constitution dans l'interprétation selon laquelle il ne permet pas | Grondwet in die zin gelezen dat het ook niet toelaat dat een |
qu'un bailleur qui a cessé puis donné à bail son exploitation agricole | verpachter die zijn landbouwbedrijf heeft stopgezet en nadien heeft |
invoque, afin de motiver la cessation du bail, l'exploitation par ses | verpacht, als reden van pachtbeëindiging de exploitatie door zijn |
descendants et/ou alliés, alors qu'en règle générale, conformément, | afstammelingen en/of aanverwanten inroept, terwijl in de regel conform |
entre autres, aux articles 7, 1°, 8, § § 1er et 2, et 9 de la loi sur | onder andere de artikelen 7, 1°, 8 § § 1 en 2 en artikel 9 Pachtwet |
le bail à ferme, ces catégories font également toujours partie de | steeds deze categorieën tevens mede in aanmerking komen ten voordele |
celles au profit desquelles le bailleur peut résilier le bail à ferme, | van wie de verpachter opzegging van pacht kan geven, onverminderd |
sans préjudice d'exceptions spécifiques ? ». | specifieke uitzonderingen ? ». |
b. Par jugement du 21 novembre 2016 en cause de Urbain Bonte et | b. Bij vonnis van 21 november 2016 in zake Urbain Bonte en Christiane |
Christiane De Cat contre Danny Crombez et Claudine Bonte, dont | De Cat tegen Danny Crombez en Claudine Bonte, waarvan de expeditie ter |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 12 décembre 2016, le | griffie van het Hof is ingekomen op 12 december 2016, heeft de |
Juge de paix du canton de Mouscron-Comines-Warneton a posé la question | Vrederechter van het kanton Moeskroen-Komen-Waasten de volgende |
préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 9, alinéa 2, de la loi du 4 novembre 1969 formant le titre | « Schendt artikel 9, tweede lid, van de wet van 4 november 1969, die |
3 [lire : la section 3] du chapitre II du titre VIII du livre III du | titel 3 [lees : afdeling 3] van hoofdstuk II van titel VIII van boek |
Code civil viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce | III van het Burgerlijk Wetboek vormt, de artikelen 10 en 11 van de |
qu'il crée une différence de traitement entre le bailleur qui a donné | Grondwet, in zoverre het een verschil in behandeling invoert tussen de |
ses terres à bail et le bailleur qui a donné son exploitation à bail | verpachter die zijn gronden heeft verpacht en de verpachter die zijn |
après cessation de son exploitation, selon des critères non pertinents | exploitatie heeft verpacht na de stopzetting van zijn bedrijf, op |
et non conformes à l'intention du législateur tenant aux antécédents | basis van criteria die niet relevant zijn en die niet overeenstemmen |
met het voornemen van de wetgever in verband met de antecedenten van | |
du bailleur ? ». | de verpachter ? ». |
Ces affaires, inscrites sous les numéros 6549 et 6557 du rôle de la | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6549 en 6557 van de rol van |
Cour, ont été jointes. | het Hof, werden samengevoegd. |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la disposition en cause | Wat de in het geding zijnde bepaling betreft |
B.1.1. La loi du 4 novembre 1969 modifiant la législation sur le bail | B.1.1. De wet van 4 november 1969 tot wijziging van de pachtwetgeving |
à ferme et sur le droit de préemption en faveur des preneurs de biens | en van de wetgeving betreffende het recht van voorkoop ten gunste van |
ruraux, dénommée « loi sur le bail à ferme », forme la section 3 (« | huurders van landeigendommen, « Pachtwet » genaamd, vormt afdeling 3 |
Des règles particulières aux baux à ferme ») du livre III, titre VIII, | (« Regels betreffende de pacht in het bijzonder ») van boek III, titel |
chapitre II, du Code civil. | VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek. |
L'article 9 de cette loi dispose : | Artikel 9 van die wet bepaalt : |
« L'exploitation du bien repris au preneur sur la base du motif | « De exploitatie van het goed dat van de pachter is teruggenomen op |
déterminé aux articles 7, 1°, et 8, doit consister en une exploitation | grond van bij artikelen 7, 1°, en 8, bepaalde reden, moet een |
personnelle, effective et continue pendant neuf années au moins par la | persoonlijke, werkelijke en ten minste negen jaar voortgezette |
personne ou les personnes indiquées dans le congé comme devant assurer | exploitatie zijn door degene of degenen die in de opzegging als |
cette exploitation ou, s'il s'agit de personnes morales, par leurs organes ou dirigeants responsables et pas seulement par leurs préposés. Toutefois, le motif du congé consistant en l'exploitation personnelle ne peut être invoqué par des personnes, et s'il s'agit de personnes morales, leurs organes ou dirigeants responsables, qui auraient atteint, au moment de l'expiration du préavis, l'âge de 65 ans, ou de 60 ans lorsqu'il s'agit d'une personne n'ayant jamais été exploitant agricole pendant au moins trois ans; ne peut également invoquer ce motif celui qui, après la cessation de son exploitation agricole, l'a donnée à bail. | aanstaande exploitant zijn aangewezen of, indien zij rechtspersonen zijn, door hun verantwoordelijke organen of bestuurders en niet alleen door hun aangestelden. De opzeggingsreden bestaande in de persoonlijke exploitatie kan evenwel niet worden aangevoerd door personen noch, indien het om rechtspersonen gaat, door hun verantwoordelijke organen of bestuurders die, op het ogenblik van het verstrijken van de opzeggingstermijn, de leeftijd van 65 jaar zouden hebben bereikt of de leeftijd van 60 jaar wanneer het een persoon betreft die niet gedurende ten minste drie jaar landbouwexploitant is geweest; degene die na de stopzetting van zijn landbouwbedrijf het bedrijf verpacht, kan evenmin die reden aanvoeren. |
De même, le motif du congé en vue de l'exploitation personnelle ne | De opzegging voor persoonlijke exploitatie kan evenmin als reden |
peut pas être invoqué par le titulaire d'un usufruit constitué entre | worden aangevoerd door de titularis van een vruchtgebruik gevestigd |
vifs par la volonté de l'homme. | onder de levenden door de wil van de mens. |
La personne ou les personnes indiquées dans le congé comme devant | Degene of degenen die in de opzegging als aanstaande exploitant zijn |
assurer l'exploitation et, s'il s'agit de personnes morales, leurs | aangewezen en indien zij rechtspersonen zijn, hun verantwoordelijke |
organes ou dirigeants responsables doivent : | organen of bestuurders moeten : |
- soit être porteur d'un certificat d'études ou d'un diplôme qui lui a | - ofwel houder zijn van een getuigschrift of diploma afgegeven na het |
été délivré après avoir suivi avec fruit un cours agricole ou des | volgen met goed gevolg van een landbouwcursus of van onderwijs aan een |
études à une école d'agriculture ou d'horticulture; | land- of tuinbouwschool; |
- soit être exploitant agricole ou l'avoir été pendant au moins un an | - ofwel landbouwexploitant zijn of geweest zijn in de voorbije periode |
au cours des cinq dernières années; | van vijf jaar gedurende ten minste één jaar; |
- soit avoir participé effectivement pendant au moins un an à une | - ofwel reeds effectief gedurende ten minste één jaar aan een |
exploitation agricole. | landbouwexploitatie hebben deelgenomen. |
Les personnes morales dont il est question au présent article doivent | De rechtspersonen bedoeld in dit artikel moeten opgericht zijn |
être constituées conformément à la loi du 12 juillet 1979 créant la | overeenkomstig de wet van 12 juli 1979 tot instelling van de |
société agricole ou sous la forme d'une société de personnes ou d'une | landbouwvennootschap of in de vorm van een personenvennootschap of een |
société d'une personne à responsabilité limitée. En outre, les | eenpersoonsvennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Daarenboven |
personnes qui dirigent l'activité de la société en qualité | moeten degenen die als bestuurder of zaakvoerder de leiding hebben van |
d'administrateur ou de gérant doivent fournir un travail réel dans le | de activiteit die in de vennootschap wordt gevoerd, daadwerkelijke |
cadre de l'entreprise agricole ». | arbeid verrichten op het landbouwbedrijf ». |
L'article 7 de la même loi dispose : | Artikel 7 van dezelfde wet bepaalt : |
« Le bailleur peut mettre fin au bail à l'expiration de chaque période | « De verpachter kan bij het verstrijken van elke pachtperiode een |
s'il justifie de l'existence d'un motif sérieux. Peuvent seuls être | einde maken aan de pacht, indien hij van een ernstige reden doet |
admis comme tels, indépendamment de ceux visés à l'article 6 : 1° l'intention manifestée par le bailleur d'exploiter lui-même tout ou partie du bien loué ou d'en céder en tout ou en partie l'exploitation à son conjoint, à ses descendants ou enfants adoptifs ou à ceux de son conjoint ou aux conjoints desdits descendants ou enfants adoptifs. Si le bien loué est ou devient copropriété de plusieurs personnes, il ne peut être mis fin au bail en vue de l'exploitation personnelle au profit d'un copropriétaire, de son conjoint, ses descendants, enfants adoptifs ou de son conjoint ou des conjoints desdits descendants ou enfants adoptifs, que si ce copropriétaire possède au moins la moitié indivise du bien loué ou a reçu sa part en héritage ou par legs; | blijken. Ongeacht de in artikel 6 bedoelde redenen kunnen als ernstige redenen uitsluitend worden aanvaard : 1° het door de verpachter te kennen gegeven voornemen om zelf het verpachte goed geheel of gedeeltelijk te exploiteren of de exploitatie ervan geheel of gedeeltelijk over te dragen aan zijn echtgenoot, aan zijn afstammelingen of aangenomen kinderen of aan die van zijn echtgenoot of aan de echtgenoten van de voormelde afstammelingen of aangenomen kinderen. Ingeval het pachtgoed medeëigendom is of wordt van verscheidene personen, kan aan de pachtovereenkomst slechts een einde worden gemaakt voor de persoonlijke exploitatie ten behoeve van een medeëigenaar, zijn echtgenoot, zijn afstammelingen of aangenomen kinderen, of die van zijn echtgenoot of van de echtgenoot van de voormelde afstammelingen of aangenomen kinderen, voor zover die medeëigenaar ten minste de onverdeelde helft van het pachtgoed bezit of zijn deel heeft verkregen door erfopvolging of legaat; |
[...] ». | [...] ». |
L'article 8, § 1er, de la même loi dispose : | Artikel 8, § 1, van dezelfde wet bepaalt : |
« Au cours de chacune des périodes successives de bail, à l'exclusion | « Gedurende elk van de opeenvolgende pachtperiodes, met uitsluiting |
de la première et de la deuxième, le bailleur peut, par dérogation à | van de eerste en de tweede, kan de verpachter, in afwijking van |
l'article 4, mettre fin au bail en vue d'exploiter lui-même l'ensemble | artikel 4, een einde maken aan de pacht om zelf het verpachte goed |
du bien loué ou d'en céder la totalité de l'exploitation à son | geheel te exploiteren of de exploitatie ervan geheel over te dragen |
conjoint, ses descendants ou enfants adoptifs ou à ceux de son | aan zijn echtgenoot, aan zijn afstammelingen of aangenomen kinderen of |
conjoint ou aux conjoints desdits descendants ou enfants adoptifs ou à | aan die van zijn echtgenoot of aan de echtgenoten van de voormelde |
ses parents jusqu'au quatrième degré. | afstammelingen of aangenomen kinderen of aan zijn bloedverwanten tot |
Les dispositions de l'article 7, 1°, deuxième alinéa, sont | de vierde graad. |
d'application ». | De bepalingen van artikel 7, 1°, tweede lid, zijn van toepassing ». |
B.1.2. Dans sa version initiale, l'article 9 de la loi sur le bail à | B.1.2. In zijn oorspronkelijke versie bepaalde artikel 9 van de |
ferme disposait : | Pachtwet : |
« L'exploitation du bien repris au preneur sur la base du motif | « De exploitatie van het goed dat van de pachter is teruggenomen op |
déterminé aux articles 7, 1°, et 8, doit consister en une exploitation | grond van de bij artikels 7, 1°, en 8 bepaalde reden, moet een |
personnelle, effective et continue pendant neuf années au moins par la | persoonlijke, werkelijke en ten minste negen jaar voortgezette |
personne ou les personnes indiquées dans le congé comme devant assurer | exploitatie zijn door degene of degenen die in de opzegging als |
cette exploitation et, s'il s'agit de personnes morales, par leurs | aanstaande exploitant zijn aangewezen en, indien zij rechtspersonen |
organes ou dirigeants responsables et pas seulement par leurs préposés | zijn, door hun verantwoordelijke organen of beheerders en niet alleen |
». | door hun aangestelden ». |
Les articles 7, 1°, et 8 de la loi prévoyaient déjà que le motif | De artikelen 7, 1°, en 8 van de wet voorzagen reeds erin dat de reden |
d'exploitation personnelle recouvrait également la cession de | van de persoonlijke exploitatie eveneens betrekking had op de |
overdracht van de exploitatie aan de echtgenoot, de afstammelingen van | |
l'exploitation au conjoint, aux descendants du bailleur ou à ses | de verpachter of zijn aangenomen kinderen of die van zijn echtgenoot. |
enfants adoptifs ou à ceux de son conjoint. L'article 9 assurait un | Artikel 9 verzekerde een minimum aan waarborgen voor de uitgezette |
minimum de garanties pour le preneur évincé, en exigeant une | pachter door een persoonlijke, werkelijke en voortgezette exploitatie |
exploitation personnelle, effective et continue par le bénéficiaire du | door de begunstigde van de opzegging te vereisen. |
congé. B.1.3. La loi du 7 novembre 1988 modifiant la législation sur le bail à ferme et la limitation des fermages a, d'une part, étendu la liste des parents pouvant bénéficier du motif d'exploitation personnelle invoqué par le bailleur et, d'autre part, renforcé les conditions de reprise pour exploitation personnelle par le bailleur. Il ressort des travaux préparatoires de cette loi que le législateur a entendu renforcer la position du preneur vis-à-vis du propriétaire qui désire lui donner congé, tout en préservant « un équilibre entre les intérêts du preneur quant à sa sécurité d'entreprise et ceux du bailleur en tant qu'investisseur en biens ruraux » (Doc. parl., | B.1.3. De wet van 7 november 1988 tot wijziging van de wetgeving betreffende de pacht en de beperking van de pachtprijzen heeft, enerzijds, de lijst uitgebreid van de bloedverwanten die het voordeel van de door de verpachter aangevoerde reden van persoonlijke exploitatie kunnen genieten en, anderzijds, de terugnemingsvoorwaarden verstrengd voor de persoonlijke exploitatie door de verpachter. Uit de parlementaire voorbereiding van die wet blijkt dat de wetgever, met behoud van « een evenwicht [...] tussen enerzijds de belangen van de pachter met het oog op zijn bedrijfszekerheid en anderzijds die van de verpachter die in landeigendommen geïnvesteerd heeft », de positie van de pachter heeft willen verstevigen ten aanzien van de eigenaar die de pacht wil opzeggen (Parl. St., Kamer, 1981-1982, nr. 171/40, |
Chambre, 1981-1982, n° 171/40, pp. 7, 8, 11, 47 et 133). | pp. 7, 8, 11, 47 en 133). |
Quant à la recevabilité | Wat de ontvankelijkheid betreft |
B.2.1. Les parties demanderesses au litige a quo dans l'affaire n° | |
6549 estiment qu'il n'est plus possible de poser une question | B.2.1. De eisende partijen in het bodemgeschil in de zaak nr. 6549 |
préjudicielle parce que la Cour aurait déjà répondu à une question | zijn van oordeel dat er geen prejudiciële vraag meer kan worden |
identique dans l'arrêt n° 35/2011, du 10 mars 2011. | gesteld, omdat het Hof reeds in het arrest nr. 35/2011 van 10 maart |
2011 een identieke vraag zou hebben beantwoord. | |
B.2.2. Dans l'arrêt précité, la Cour a expressément limité son examen | B.2.2. In het voormelde arrest heeft het Hof uitdrukkelijk het |
à la question de savoir si l'article 9, alinéa 2, de la loi sur le | onderzoek beperkt tot de vraag of artikel 9, tweede lid, van de |
bail à ferme viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce | Pachtwet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre het |
een verschil in behandeling zou doen ontstaan onder kandidaten die | |
qu'il ferait naître une différence de traitement entre des candidats | dezelfde kwalificaties hebben voor de terugneming van een |
pareillement qualifiés à la reprise d'une exploitation agricole s'il | landbouwbedrijf wanneer het in die zin wordt geïnterpreteerd dat het |
est interprété comme interdisant à un bailleur ayant atteint l'âge de | een verpachter die de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, of de |
65 ans, ou l'âge de 60 ans s'il n'a pas été exploitant agricole | leeftijd van 60 jaar indien hij niet gedurende ten minste drie jaar |
pendant au moins trois ans, de mettre fin au bail à ferme en vue de le | landbouwexploitant is geweest, verbiedt de pachtovereenkomst te |
céder à une personne qui répond à toutes les conditions d'âge, de lien | beëindigen teneinde die over te dragen aan een persoon die voldoet aan |
de parenté et de qualité professionnelle fixées par les articles 7, | alle voorwaarden inzake leeftijd, verwantschapsband en |
1°, et 8 de la même loi. | beroepsbekwaamheid vereist bij de artikelen 7, 1°, en 8 van dezelfde wet. |
L'exception est rejetée. | De exceptie wordt verworpen. |
Quant au fond | Ten gronde |
B.3.1. Il ressort des faits et des procédures dans les litiges au fond | B.3.1. Uit de feiten en de rechtspleging in de bodemgeschillen blijkt |
que les juges a quo demandent à la Cour si l'article 9, alinéa 2, in | dat de verwijzende rechters het Hof vragen of artikel 9, tweede lid, |
fine, de la loi sur le bail à ferme viole les articles 10 et 11 de la | in fine van de Pachtwet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, |
Constitution en ce qu'il ferait naître une différence de traitement | in zoverre het een verschil in behandeling zou doen ontstaan onder |
entre les candidats pareillement qualifiés à la reprise d'une | kandidaten die dezelfde kwalificaties hebben voor de terugneming van |
exploitation agricole lorsqu'il est interprété comme interdisant à un | een landbouwbedrijf wanneer dat artikel in die zin wordt |
bailleur ayant cessé son exploitation agricole et l'ayant ensuite | geïnterpreteerd dat het een verpachter die zijn landbouwbedrijf heeft |
donnée à bail de mettre fin à ce bail en vue de le céder à une | stopgezet en nadien heeft verpacht, verbiedt de pachtovereenkomst te |
personne qui répond à toutes les conditions d'âge, de lien de parenté | beëindigen teneinde die over te dragen aan een persoon die voldoet aan |
alle voorwaarden inzake leeftijd, verwantschapsband en | |
et de qualité professionnelle fixées par les articles 7, 1°, 8 et 9 de | beroepsbekwaamheid vereist bij de artikelen 7, 1°, 8 en 9 van dezelfde |
la même loi. | wet. |
B.3.2. La disposition en cause fait partie de la législation sur le | B.3.2. De in het geding zijnde bepaling maakt deel uit van een |
bail à ferme, qui vise essentiellement à réaliser un juste équilibre | regeling, de pachtwetgeving, die in essentie ertoe strekt een billijk |
entre les intérêts des bailleurs et ceux des preneurs. Afin de | evenwicht tot stand te brengen tussen de belangen van de verpachters |
garantir la continuité de l'entreprise du preneur, la possibilité de | en de belangen van de pachters. Teneinde de bedrijfszekerheid van de |
mettre fin unilatéralement au bail à ferme est soumise à des | pachter te waarborgen, is de mogelijkheid om de pachtovereenkomst |
conditions rigoureuses. | eenzijdig op te zeggen aan strikte voorwaarden onderworpen. |
La volonté d'offrir une plus grande sécurité d'entreprise aux | De wil om de pachters meer bedrijfszekerheid te bieden door |
preneurs, en garantissant la stabilité de leurs investissements sur le | stabiliteit te waarborgen voor hun investeringen op het goed dat het |
bien faisant l'objet du bail à ferme, constitue l'objectif général de | voorwerp uitmaakt van de pachtovereenkomst, vormt over het algemeen |
la législation sur le bail à ferme. | het doel van de pachtwetgeving. |
B.3.3. Le législateur, lorsqu'il a modifié la loi sur le bail à ferme, | B.3.3. Wanneer de wetgever de wet van 4 november 1969 heeft gewijzigd, |
a expressément indiqué qu'il entendait limiter les possibilités de | heeft hij uitdrukkelijk aangegeven dat hij de mogelijkheden van |
congé pour exploitation personnelle et que ce congé était « désormais | opzegging voor persoonlijke exploitatie wou beperken en dat die |
uniquement possible en faveur de personnes n'ayant pas atteint l'âge | opzegging « voortaan alleen mogelijk [is] ten voordele van personen |
de la pension [...] ou qui disposent d'une expérience professionnelle | beneden de pensioenleeftijd [...] of met voldoende beroepservaring » |
suffisante » (Doc. parl., Chambre, 1988, n° 531/3, pp. 3 et 8, et | (Parl. St., Kamer, 1988, nr. 531/3, pp. 3 en 8, en Senaat, 1986-1987, |
Sénat, 1986-1987, n° 586-2, p. 3). En ce qui concerne plus particulièrement la volonté d'éviter les abus, les travaux préparatoires indiquent : « Il n'est que trop fréquent qu'un propriétaire n'ayant pas la qualité d'exploitant agricole, qui signifie le congé prétendument en vue d'exploiter lui-même le bien loué, obtienne gain de cause. Il suffit parfois que la possibilité existe dans le chef du propriétaire d'exploiter lui-même le bien loué et qu'il fasse valoir toutes sortes de raisons, à première vue acceptables, dont l'appréciation du bien-fondé est laissée entièrement au juge de paix, lequel n'est pas toujours un expert en la matière. De nombreux hectares de terrains agricoles sont ainsi soustraits à leur affectation » (Doc. parl., | nr. 586-2, p. 3). Wat meer in het bijzonder de wil om misbruiken te voorkomen betreft, vermeldt de parlementaire voorbereiding : « Het gebeurt maar al te vaak dat een eigenaar-niet-landbouwer, die de opzegging betekent zogezegd met het oog op ' eigen exploitatie ', gelijk haalt. Het volstaat soms dat hij zelf zou kunnen exploiteren, en allerhande, op het eerste gezicht aanvaardbare redenen opgeeft waarvan de appreciatie volledig in de handen ligt van de vrederechter, die niet altijd een deskundige is ter zake. Vele hectaren landbouwgrond worden zo aan hun bestemming onttrokken » (Parl. St., |
Chambre, 1981-1982, n° 156/1, p. 4). | Kamer, 1981-1982, nr. 156/1, p. 4). |
B.3.4. En ajoutant à l'article 9, alinéa 2, deux causes d'exclusion | B.3.4. Door in artikel 9, tweede lid, twee specifieke |
spécifiques aux conditions générales prévues jusque-là pour justifier le renon d'un bail à ferme en vue de l'exploitation personnelle, le législateur entendait qu'un bailleur trop âgé ou un bailleur ayant déjà mis fin à sa carrière d'agriculteur ne puisse donner un congé à son propre profit. Dans les deux cas, le but du législateur est d'accroître la protection de la population agricole active (Doc. parl., Chambre, 1981-1982, n° 171/40, p. 179), en excluant le congé pour motif d'exploitation personnelle par le bailleur, lorsqu'il est établi que ce dernier a déjà mis un terme à sa carrière d'agriculteur ou lorsque son âge permet de supposer raisonnablement qu'il pourrait mettre fin à sa carrière d'agriculteur (article 9, alinéa 1er). B.3.5. Eu égard à cet objectif, il est raisonnablement justifié que la disposition en cause exclue le renon pour motif d'exploitation personnelle par le bailleur même, lorsque ce dernier a déjà mis fin à son exploitation agricole et l'a ensuite donnée à bail. B.4.1. Cet objectif ne justifierait toutefois pas que, pour le bailleur qui a cessé son exploitation agricole et l'a ensuite donnée à bail, le renon soit également exclu au profit de ses descendants et parents. Une interprétation de la disposition en cause aux termes de laquelle le bailleur à ferme qui a cessé son exploitation et l'a donnée à bail après cette cessation ne peut mettre fin au bail pour le motif d'exploitation personnelle, par lui-même ou par une des personnes | uitsluitingsgronden toe te voegen aan de algemene voorwaarden waarin tot dan toe was voorzien om de opzegging van een pachtovereenkomst met het oog op de persoonlijke exploitatie te verantwoorden, wilde de wetgever voorkomen dat een te oude verpachter of een verpachter die reeds een einde heeft gemaakt aan zijn loopbaan als landbouwer, een opzegging zou kunnen doen voor zichzelf. In beide gevallen is het de bedoeling van de wetgever dat er een grote bescherming wordt geboden aan de actieve landbouwbevolking (Parl. St., Kamer, 1981-1982, nr. 171/40, p. 179), door de opzegging met het zicht op de persoonlijke exploitatie door de verpachter zelf, uit te sluiten wanneer vaststaat dat de verpachter zijn loopbaan als landbouwer reeds heeft beëindigd, of wanneer de leeftijd van de verpachter het mogelijk maakt redelijkerwijs te veronderstellen dat de verpachter zijn loopbaan als landbouwer zou kunnen beëindigen (artikel 9, eerste lid). B.3.5. In het licht van die doelstelling is het redelijk verantwoord dat de in het geding zijnde bepaling de opzegging voor persoonlijke exploitatie door de verpachter zelf, uitsluit wanneer die verpachter eerder zijn landbouwbedrijf heeft stopgezet om het daarna te verpachten. B.4.1. Die doelstelling zou echter niet verantwoorden dat voor de verpachter die zijn landbouwbedrijf heeft stopgezet om het daarna te verpachten, de opzegging van de pacht ten voordele van zijn afstammelingen en bloedverwanten eveneens is uitgesloten. Een interpretatie van de in het geding zijnde bepaling luidens welke de verpachter die zijn exploitatie heeft stopgezet en ze na die stopzetting heeft verpacht, de pachtovereenkomst niet kan beëindigen op grond van persoonlijke exploitatie door hemzelf of door een van de |
visées aux articles 7, 1°, et 8, § 1er, de la même loi contredit donc | in de artikelen 7, 1°, en 8, § 1, van voormelde wet bedoelde personen |
is dus in tegenspraak met de wil van de wetgever om de opzegging voor | |
la volonté du législateur de mieux définir le congé pour exploitation | persoonlijke exploitatie beter te definiëren teneinde de misbruiken |
personnelle afin d'éviter les abus des bailleurs tout en préservant un | door de verpachters te voorkomen, waarbij een billijk evenwicht wordt |
juste équilibre entre les intérêts des bailleurs et ceux des preneurs. | behouden tussen de belangen van de verpachters en die van de pachters. |
Dans cette interprétation, l'article 9, alinéa 2, de la loi sur le | In die interpretatie is artikel 9, tweede lid, van de Pachtwet niet |
bail à ferme n'est pas compatible avec les articles 10 et 11 de la | bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Constitution. B.4.2. Une autre interprétation de l'article 9, alinéa 2, in fine, de | B.4.2. Een andere interpretatie van artikel 9, tweede lid, in fine van |
cette loi, conforme à l'objectif du législateur, est toutefois | die wet, in overeenstemming met de door de wetgever nagestreefde |
possible. Elle est fondée sur une lecture conjointe de cette | doelstelling, is evenwel mogelijk. Zij is gebaseerd op een lezing van |
disposition avec les articles 7, alinéa 1er, 1°, et 8, § 1er, de cette | die bepaling in samenhang met de artikelen 7, eerste lid, 1°, en 8, § |
même loi et donne à la disposition en cause un effet utile, conforme | 1, van diezelfde wet en geeft aan de in het geding zijnde bepaling een |
aux articles 10 et 11 de la Constitution. | nuttige werking in overeenstemming met de artikelen 10 en 11 van de |
Le congé donné par un bailleur qui a cessé son exploitation agricole | Grondwet. De opzegging gedaan door een verpachter die zijn landbouwbedrijf heeft |
et l'a ensuite donnée à bail, pour un motif d'occupation personnelle | stopgezet om het nadien te verpachten, om reden van persoonlijk |
au profit de ses descendants ou parents qui satisfont aux conditions | gebruik ten voordele van zijn afstammelingen of bloedverwanten die |
fixées par l'article 9 de la loi sur le bail à ferme, maintient | beantwoorden aan de voorwaarden gesteld in artikel 9 van de Pachtwet, |
expressément l'affectation agricole des terres et assure le caractère | handhaaft uitdrukkelijk de landbouwbestemming van de gronden en |
familial de l'exploitation, objectif recherché par le législateur. | verzekert het familiale karakter van de exploitatie, doelstelling die |
door de wetgever werd nagestreefd. | |
Entendue ainsi, la condition figurant à l'article 9, alinéa 2, in | In die zin begrepen is de voorwaarde van artikel 9, tweede lid, in |
fine, de la loi sur le bail à ferme ne s'applique que lorsque le | fine van de Pachtwet slechts van toepassing wanneer de verpachter een |
bailleur donne congé dans l'intention d'exploiter lui-même son bien et | opzegging doet met de bedoeling zijn goed zelf uit te baten, en maakt |
permet de la sorte d'éviter que des terres soient soustraites à leur | zij het aldus mogelijk te voorkomen dat gronden aan hun |
destination agricole. | landbouwbestemming worden onttrokken. |
Dans cette interprétation, la condition inscrite à l'article 9, alinéa | In die interpretatie is de in artikel 9, tweede lid, in fine van de |
2, in fine, de la loi sur le bail à ferme n'est pas incompatible avec | wet van 4 november 1969 vastgestelde voorwaarde niet onbestaanbaar met |
les articles 10 et 11 de la Constitution. | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
- L'article 9, alinéa 2, du livre III, titre VIII, chapitre II, | - Artikel 9, tweede lid, van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, |
section 3, du Code civil (« Des règles particulières aux baux à ferme | afdeling 3, van het Burgerlijk Wetboek (« Regels betreffende de pacht |
») viole les articles 10 et 11 de la Constitution s'il est interprété | in het bijzonder ») schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
indien het in die zin wordt geïnterpreteerd dat het een verpachter die | |
comme interdisant au bailleur qui a cessé puis donné à bail son | zijn landbouwbedrijf heeft stopgezet om het daarna te verpachten, |
exploitation agricole de mettre fin au bail en vue de céder | verbiedt de pachtovereenkomst op te zeggen voor de overdracht van de |
l'exploitation à l'une des personnes limitativement énumérées à | exploitatie aan een van de in artikel 7, 1°, limitatief opgesomde |
l'article 7, 1°. | personen. |
- L'article 9, alinéa 2, du livre III, titre VIII, chapitre II, | - Artikel 9, tweede lid, van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, |
section 3, du Code civil (« Des règles particulières aux baux à ferme | afdeling 3, van het Burgerlijk Wetboek (« Regels betreffende de pacht |
») ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution s'il est | in het bijzonder ») schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet |
interprété comme autorisant un bailleur qui a cessé puis donné à bail | indien het in die zin wordt geïnterpreteerd dat het een verpachter die |
zijn landbouwbedrijf heeft stopgezet om het daarna te verpachten, | |
son exploitation agricole à mettre fin au bail en vue de céder | toestaat de pachtovereenkomst op te zeggen voor de overdracht van de |
l'exploitation à l'une des personnes limitativement énumérées à | exploitatie aan een van de in artikel 7, 1°, limitatief opgesomde |
l'article 7, 1°. | personen. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 23 novembre 2017. | op 23 november 2017. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
E. De Groot | E. De Groot |