← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 127/2017 du 9 novembre 2017 Numéro du rôle : 6433 En cause :
la question préjudicielle relative aux articles 1 er et 3, alinéa 2, de la loi du 14
juillet 1961 « en vue d'assurer la réparation des dégâts causés La Cour constitutionnelle, composée
des présidents J. Spreutels et E. De Groot, et des juges L. (...)"
Extrait de l'arrêt n° 127/2017 du 9 novembre 2017 Numéro du rôle : 6433 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 1 er et 3, alinéa 2, de la loi du 14 juillet 1961 « en vue d'assurer la réparation des dégâts causés La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et E. De Groot, et des juges L. (...) | Uittreksel uit arrest nr. 127/2017 van 9 november 2017 Rolnummer 6433 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 1 en 3, tweede lid, van de wet van 14 juli 1961 « tot regeling van het herstel der door grof wild aangerichte schad Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de recht(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 127/2017 du 9 novembre 2017 | Uittreksel uit arrest nr. 127/2017 van 9 november 2017 |
Numéro du rôle : 6433 | Rolnummer 6433 |
En cause : la question préjudicielle relative aux articles 1er et 3, | In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 1 en 3, |
alinéa 2, de la loi du 14 juillet 1961 « en vue d'assurer la | tweede lid, van de wet van 14 juli 1961 « tot regeling van het herstel |
réparation des dégâts causés par le gros gibier », posée par le | der door grof wild aangerichte schade », gesteld door de Rechtbank van |
Tribunal de première instance de Namur, division Namur. | eerste aanleg Namen, afdeling Namen. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents J. Spreutels et E. De Groot, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de |
Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. | rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. |
Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée | Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. |
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président J. Spreutels, | Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 2 mai 2016 en cause de la ville de Huy contre Frédéric | Bij vonnis van 2 mei 2016 in zake de stad Hoei tegen Frédéric Frenay |
Frenay et Sophie Uhlig, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | en Sophie Uhlig, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is |
Cour le 27 mai 2016, le Tribunal de première instance de Namur, | ingekomen op 27 mei 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, |
division Namur, a posé la question préjudicielle suivante : | afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 1er de la loi du 14 juillet 1961 en vue d'assurer la | « Zijn artikel 1 van de wet van 14 juli 1961 tot regeling van het |
réparation des dégâts causés par le gros gibier, tel qu'interprété par | herstel der door grof wild aangerichte schade, zoals geïnterpreteerd |
la Cour de cassation, ainsi que l'article 3, alinéa 2, de cette même | door het Hof van Cassatie, alsook artikel 3, tweede lid, van dezelfde |
loi, sont-ils compatibles avec les articles 10 et 11 de la | wet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre |
Constitution en ce qu'ils prévoient une présomption juris et de jure | zij een van het gemeen recht afwijkend vermoeden iuris et de iure van |
de responsabilité, dérogatoire au droit commun, dans le chef du | aansprakelijkheid invoeren voor de houder van een jachtrecht of voor |
titulaire d'un droit de chasse ou du propriétaire d'une parcelle | de eigenaar van een bosperceel, zonder dat zij zich op toeval of |
boisée, sans qu'ils ne puissent invoquer le cas fortuit ni la force | overmacht kunnen beroepen, wanneer grof wild dat uit dat perceel te |
majeure, lorsque du gros gibier issu de cette parcelle cause un | |
dommage aux pelouses ou parterres d'agrément de tierces personnes ? ». | voorschijn komt schade aanricht aan gras- of sierperken van derden ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. La Cour est interrogée sur les articles 1er et 3, alinéa 2, de la | B.1. Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de artikelen 1 en 3, |
loi du 14 juillet 1961 « en vue d'assurer la réparation des dégâts | tweede lid, van de wet van 14 juli 1961 « tot regeling van het herstel |
causés par le gros gibier ». | der door grof wild aangerichte schade ». |
Ceux-ci disposent : | Die bepalen : |
« Art. 1er.Les titulaires du droit de chasse répondent du dommage |
« Artikel 1.De houders van het jachtrecht staan in voor de schade |
causé aux champs, fruits et récoltes par les cervidés, chevreuils, | welke aan de velden, vruchten en oogsten wordt toegebracht door |
daims, mouflons ou sangliers provenant des parcelles boisées sur | herten, reeën, damherten, wildschapen en everzwijnen welke te |
lesquelles ils possèdent le droit de chasse, sans qu'ils ne puissent | voorschijn komen uit de bospercelen waarop zij het jachtrecht hebben; |
invoquer le cas fortuit, ni la force majeure. | zij kunnen noch toeval noch heirkracht inroepen. |
Si le cité prouve que le gibier provient d'un ou de plusieurs autres | Indien de gedaagde het bewijs levert dat het wild van een of meer |
territoires de chasse que le sien, il pourra appeler en cause le ou | andere jachtgebieden dan het zijne voortkomt, kan hij de houders van |
les titulaires du droit de chasse sur ces territoires et ceux-ci | het jachtrecht op die jachtgebieden in de zaak roepen en deze kunnen, |
pourront, dans le cas, être condamnés à la réparation de tout ou | in dat geval, tot herstelling van de gehele schade of van een deel van |
partie du dommage causé ». | de schade veroordeeld worden ». |
« Art. 3.L'action doit être intentée dans les six mois du dommage et, |
« Art. 3.De vordering moet ingesteld worden binnen zes maanden na de |
pour ce qui concerne les cultures, avant l'enlèvement de la récolte. | schade en, wat de landbouwteelten betreft, vóór het binnenhalen van de oogst. |
Elle peut être intentée contre le propriétaire des biens, sauf audit | Zij kan ingesteld worden tegen de eigenaar der goederen, zo de houder |
van het jachtrecht zich niet heeft doen kennen, tenzij bedoelde | |
propriétaire à appeler le titulaire du droit de chasse en intervention | eigenaar laatstgenoemde doet dagvaarden tot tussenkomst en tot |
et garantie. | vrijwaring. |
[...] ». | [...] ». |
B.2.1. Le juge a quo demande à la Cour si les dispositions précitées, | B.2.1. De verwijzende rechter vraagt het Hof of de voormelde |
telles qu'elles sont interprétées par la Cour de cassation, violent | bepalingen, zoals geïnterpreteerd door het Hof van Cassatie, de |
les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'elles prévoient une | artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, in zoverre zij een van |
présomption juris et de jure de responsabilité, dérogatoire au droit | het gemeen recht afwijkend vermoeden iuris et de iure van |
commun, dans le chef du titulaire d'un droit de chasse ou du | aansprakelijkheid invoeren voor de houder van een jachtrecht of voor |
propriétaire d'une parcelle boisée, sans que ceux-ci puissent invoquer | de eigenaar van een bosperceel, zonder dat zij zich op toeval of |
le cas fortuit ou la force majeure, lorsque le gibier issu de cette | overmacht kunnen beroepen, wanneer grof wild dat uit dat perceel te |
parcelle cause un dommage aux pelouses ou parterres d'agrément de | voorschijn komt schade aanricht aan voor ontspanning bestemde gras- of |
tierces personnes. | sierperken van derden. |
B.2.2. La Cour de cassation a jugé : | B.2.2. Het Hof van Cassatie heeft geoordeeld : |
« [les articles 1er, alinéa 1er, et 3, alinéa 2, de la loi du 14 | « [de artikelen 1, eerste lid, en 3, tweede lid, van de wet van 14 |
juillet 1961] visent le dommage causé à toute végétation cultivée en | juli 1961] [hebben] betrekking op de schade aan alle vegetatie die |
dehors des parcelles boisées, notamment aux pelouses et parterres | buiten de bospercelen wordt geteeld, en met name aan de voor |
destinés à l'agrément. | ontspanning bestemde grasperken. |
Le jugement attaqué constate que les dégâts subis [...] par [le | Het bestreden vonnis stelt vast dat 'de schade van [de eiser] in dit |
demandeur] ont été causés par des sangliers mais ne concernent que ses | geval is veroorzaakt door everzwijnen maar betreft slechts zijn gras- |
pelouses et ses parterres. | en bloemperken'. |
En considérant, pour décider que la loi du 14 juillet 1961 'n'est pas | Het bestreden vonnis, dat beslist dat de wet van 14 juli 1961 'te |
applicable à l'espèce' et débouter partant le demandeur de son action | dezen niet van toepassing is' en de vordering, die de eiser op grond |
en réparation fondée sur cette loi, que 'la référence aux termes | van die wet heeft ingesteld, bijgevolg verwerpt, op grond dat ' de |
''champs, fruits et récoltes '' exclut [...] la réparation des | verwijzing naar de bewoordingen " velden, vruchten en oogsten " [...] |
dommages qui ne sont pas causés à des terres destinées à la culture | de vergoeding uitsluit van schade die niet is toegebracht aan gronden |
mais aux forêts, terrains de sport, jardins d'agrément ou à tous | die bestemd zijn voor de teelt, maar aan bossen, sportterreinen, voor |
autres terrains destinés à un autre usage ', le jugement attaqué viole | ontspanning bestemde tuinen of aan andere terreinen met een ander |
les articles 1er, alinéa 1er, et 3, alinéa 2, de ladite loi » (Cass., | gebruiksdoel ', schendt de artikelen 1, eerste lid, en 3, tweede lid, |
11 octobre 2013, Pas., 2013, n° 516; dans le même sens : Cass., 6 juin | van die wet » (Cass., 11 oktober 2013, Arr. Cass., nr. 516; in |
2006, Pas., 2006, n° 335). | dezelfde zin, Cass., 6 juni 2006, Arr. Cass., nr 335). |
B.3.1. Les parties intimées devant le juge a quo soutiennent, à titre | B.3.1. De geïntimeerden voor de verwijzende rechter voeren in |
principal, que la question préjudicielle n'est pas recevable à défaut | hoofdorde aan dat de prejudiciële vraag niet ontvankelijk is doordat |
d'identifier les catégories de personnes qui devraient être comparées. | de te vergelijken categorieën van personen niet worden geïdentificeerd. |
B.3.2. Il ressort du jugement de renvoi que la ville de Huy, appelante | B.3.2. Uit het verwijzingsvonnis blijkt dat de stad Hoei, appellante |
devant le juge a quo, est propriétaire d'un bois qui avoisine le | |
jardin d'agrément des parties intimées sur lequel des dégâts ont été | voor de verwijzende rechter, eigenaar is van een bos dat aanpaalt aan |
causés par des sangliers. L'appelante devant le juge a quo soutient | de siertuin van de geïntimeerden die door de everzwijnen is |
que sauf à violer les articles 10 et 11 de la Constitution, la loi du | beschadigd. De appellante voor de verwijzende rechter voert aan dat de |
14 juillet 1961 en cause ne peut s'appliquer aux pelouses d'agrément. | in het geding zijnde wet van 14 juli 1961 niet van toepassing kan zijn |
Il ressort à suffisance de la décision de renvoi que la Cour est interrogée sur le fait que, telle qu'elle est interprétée par la Cour de cassation, la loi en cause s'applique également aux dommages occasionnés aux pelouses et parterres d'agrément et que partant, elle traite de manière identique deux catégories de personnes qui seraient dans des situations différentes à savoir les chasseurs ou les propriétaires de parcelles boisées sur lesquelles un droit de chasse est exercé lorsque des dommages sont causés par le gros gibier à des champs, fruits et récoltes d'une part, et à des pelouses d'agrément, d'autre part. | op de siergrasperken zonder de artikelen 10 en 11 van de Grondwet te schenden. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt genoegzaam dat het Hof wordt gevraagd of de in het geding zijnde wet, zoals geïnterpreteerd door het Hof van Cassatie, eveneens van toepassing is op de schade aan gras- en sierperken en of zij bijgevolg voorziet in een identieke behandeling van twee categorieën van personen die zich in verschillende situaties zouden bevinden, namelijk de jagers of de eigenaars van bospercelen waarop een jachtrecht wordt uitgeoefend wanneer grof wild schade aanricht aan velden, vruchten en oogsten, enerzijds, en aan siergrasperken, anderzijds. |
B.3.3. L'exception est rejetée. | B.3.3. De exceptie wordt verworpen. |
B.4. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas | B.4. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit |
qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de | dat een verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van |
personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et | personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief |
qu'elle soit raisonnablement justifiée. Ce principe s'oppose, par | criterium berust en het redelijk verantwoord is. Dat beginsel verzet |
ailleurs, à ce que soient traitées de manière identique, sans | er zich overigens tegen dat categorieën van personen, die zich ten |
qu'apparaisse une justification raisonnable, des catégories de | aanzien van de aangevochten maatregel in wezenlijk verschillende |
personnes se trouvant dans des situations qui, au regard de la mesure | situaties bevinden, op identieke wijze worden behandeld, zonder dat |
considérée, sont essentiellement différentes. | daarvoor een redelijke verantwoording bestaat. |
L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende |
et le but visé. | middelen en het beoogde doel. |
B.5. Selon les travaux préparatoires, les objectifs poursuivis par le | B.5. Tijdens de parlementaire voorbereiding zijn de doelstellingen van |
législateur ainsi que les principes de la réglementation ont été | de wetgever alsmede de beginselen van de reglementering als volgt |
exposés comme suit : | toegelicht : |
« Le principe est que les titulaires des droits de chasses dans les | « Het beginsel is dat de houders van het jachtrecht in de bossen |
bois d'où proviennent les gros gibiers, sont présumés responsables des | vanwaar het grof wild komt, aansprakelijk geacht worden voor de schade |
dégâts causés aux cultures riveraines. | die in de aangrenzende teelten is aangericht. |
Cette présomption est une présomption juris de jure, et si un membre | Dat vermoeden is een vermoeden juris de jure, en de reden waarom een |
de la commission s'est abstenu sur l'article 1er, c'est parce que | lid van de commissie zich heeft onthouden over artikel 1, is dat dit |
cette présomption était juris de jure et qu'il l'eût voulue juris | vermoeden juris de jure was en hij het juris tantum had gewild. |
tantum. | In artikel 1 staat immers : 'De houders van het jachtrecht staan in |
En effet, l'article 1er dit : ' Les titulaires du droit de chasse | voor de schade welke aan de velden, vruchten en oogsten wordt |
répondent du dommage causé aux champs... '- je passe -'... sans qu'ils | toegebracht...' - ik sla over - '... zij kunnen noch toeval noch heirkracht inroepen.' |
ne puissent invoquer le cas fortuit, ni la force majeure.' | Het gaat dus om een versterking van de beginselen die zijn vastgelegd |
C'est donc un renforcement des principes émis à l'article 1385 du Code | in artikel 1385 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat diegene |
civil qui met la réparation des dégâts causés par des animaux à charge | die de dieren onder zijn bewaring heeft, de door hen aangerichte |
de celui qui les a sous sa garde, mais cet article n'est pas en jeu | schade moet herstellen; dat artikel is echter in dit geval niet in het |
ici. C'est une présomption nouvelle que nous créons comme c'est le cas | geding. Het soort vermoeden dat wij invoeren is nieuw, zoals dat het |
pour les articles 1382, 1383, 1384 et autres. Il est évident que si | geval is voor de artikelen 1382, 1383, 1384 en andere. Het spreekt |
l'on permettait aux chasseurs d'invoquer le cas fortuit ou la force | voor zich dat, indien men de jagers de mogelijkheid zou bieden toeval |
majeure, il y aurait toujours un cas fortuit et toujours un cas de | of heirkracht in te roepen, er steeds sprake zou zijn van toeval of |
force majeure. | heirkracht. |
Le but essentiel de la proposition de loi est de permettre | Het hoofddoel van het wetsvoorstel bestaat erin schadevergoeding |
d'indemniser des cultivateurs appartenant à des régions déshéritées ou | mogelijk te maken voor de landbouwers uit de armoedigste of kansarme |
les plus pauvres du Luxembourg et où les dégâts sont limités à un | streken van Luxemburg, waar de schade beperkt is tot een vrij klein |
territoire assez restreint, et également à permettre l'indemnisation | gebied, en eveneens de vergoeding mogelijk te maken van schade |
des dégâts causés par gros gibier » (Ann., Chambre, séance du 8 | aangericht door grof wild » (Hand., Kamer, vergadering van 8 februari |
février 1961, pp. 26-27). | 1961, pp. 26-27) |
B.6. La nécessité de prévoir un régime de responsabilité exorbitant du | B.6. De noodzaak om te voorzien in een aansprakelijkheidsregeling die |
droit commun a été justifiée comme suit : | afwijkt van het gemeen recht werd als volgt verantwoord : |
« Jusqu'ici, la réparation des dégâts causés par le gros gibier était | « Tot dusver was het meestal onmogelijk het herstel van de door grof |
le plus souvent impossible à obtenir. L'indemnisation ne pouvait être | wild aangerichte schade te verkrijgen. Een vergoeding kon alleen |
réclamée que sur base des articles 1382 et suivants du Code civil, qui | aangevraagd worden op grond van de artikelen 1382 en volgende van het |
obligent la partie lésée à faire la preuve de la faute dans le chef de | Burgerlijk Wetboek, die de benadeelde partij verplichten te bewijzen |
l'auteur présumé du dommage. Or, cette preuve était le plus souvent | dat de schuld ligt bij degene die vermoed wordt de schade te hebben |
impossible à rapporter; le gros gibier étant nomade, il était | veroorzaakt. Meestal was het echter onmogelijk dit bewijs te leveren : |
impossible d'établir avec certitude qu'il provenait de bois avoisinant | daar het grof wild reislustig is, kon niet met zekerheid worden |
les récoltes ou les plantations endommagées. | bewezen dat het uit de bossen nabij de beschadigde oogsten of |
D'autre part, le gibier étant considéré comme 'res nullius', il ne | beplantingen voorkwam. |
pouvait être fait application de l'article 1385 du Code civil relatif | Aan de andere kant kon artikel 1385 van het Burgerlijk Wetboek |
à la responsabilité des dommages causés par les propriétaires | betreffende de aansprakelijkheid van de eigenaars van dieren voor de |
door deze veroorzaakte schade niet worden toegepast, daar het wild als | |
d'animaux. | 'res nullius' wordt beschouwd. |
Voortaan zal de benadeelde partij niet meer moeten bewijzen dat de | |
Désormais, la partie lésée n'aura plus à faire la preuve d'une faute | persoon die vermoed wordt de schade te hebben veroorzaakt, een fout |
dans le chef de l'auteur présumé du dommage : en tout état de cause, | heeft begaan : de schade zal in elk geval worden vergoed, indien de |
elle sera indemnisée, dès l'instant où elle aura cité en justice, dans | benadeelde partij de houder van het jachtrecht op het perceel vanwaar |
le délai légal, le titulaire du droit de chasse d'où provient le | het wild voorkomt, binnen de wettelijke termijn heeft gedagvaard » |
gibier » (Doc. parl., Sénat, S.E. 1961, n° 67, p. 2). | (Parl. St., Senaat, B.Z. 1961, nr. 67, p. 2). |
B.7. Au cours des travaux préparatoires, la présomption irréfragable | B.7. Tijdens de parlementaire voorbereiding is het door de wet in het |
créée par la loi a été ainsi justifiée : | leven geroepen onweerlegbaar vermoeden verantwoord als volgt : |
« [...] à la base de [l'obligation] de réparer, il y a, non pas comme | « [...] de verplichting tot herstel berust niet, zoals men zou kunnen |
on pourrait le croire, une responsabilité sans faute ni une idée de | denken, op een aansprakelijkheid zonder fout noch op een idee van |
risque créé [...], mais une présomption de faute ou tout au moins de | mogelijk risico [...], maar op een vermoeden van fout of op zijn minst |
négligence qui est le fait de ne pas avoir usé de tous les moyens pour | van onachtzaamheid, doordat men niet alle middelen heeft aangewend om |
empêcher le gibier de nuire à la chose d'autrui » (Ann., Sénat, S.E. | het wild te verhinderen schade toe te brengen aan andermans goed » |
1961, séance du 5 juillet 1961, p. 521). | (Hand., Senaat, B.Z. 1961, vergadering van 5 juli 1961, p. 521) |
B.8.1. Il ressort des travaux préparatoires de la loi en cause que le | B.8.1. Uit de parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde |
législateur entendait assurer la réparation des dégâts causés par le | wet blijkt dat de wetgever het herstel van door grof wild aangerichte |
gros gibier à l'égard de personnes lésées qui étaient souvent dans | schade wilde verzekeren ten aanzien van benadeelde personen die vaak |
l'impossibilité d'obtenir cette réparation dès lors qu'elles étaient | in de onmogelijkheid verkeerden dat herstel te verkrijgen, aangezien |
tenues de prouver une faute dans le chef de l'auteur présumé du | zij ertoe gehouden waren te bewijzen dat de persoon die wordt vermoed |
dommage, preuve qui était le plus souvent impossible à rapporter. | de schade te hebben veroorzaakt, een fout heeft begaan, bewijs dat |
meestal onmogelijk was. | |
B.8.2. Compte tenu de cet objectif, il n'est pas sans justification | B.8.2. Gelet op dat doel is het niet zonder redelijke verantwoording |
raisonnable de traiter de manière identique les titulaires d'un droit | de houders van een jachtrecht of de eigenaars van bospercelen waarop |
de chasse ou les propriétaires de parcelles boisées sur lesquelles un | een jachtrecht wordt uitgeoefend, op identieke wijze te behandelen, |
droit de chasse est exercé, que les dommages soient causés par le gros | ongeacht of de schade door het grof wild wordt veroorzaakt aan velden, |
gibier à des champs, fruits et récoltes ou à des pelouses d'agrément. | vruchten en oogsten of aan siergrasperken. De omstandigheid dat de |
En effet, la circonstance que les dommages soient causés à des | schade wordt veroorzaakt aan siergrasperken, maakt het immers niet |
pelouses d'agrément ne permet pas de justifier que les victimes ne | mogelijk te verantwoorden dat de slachtoffers de aldus door grof wild |
puissent être indemnisées des dommages ainsi causés à leur propriété | |
par le gros gibier, tout comme le sont les personnes lésées qui sont | aan hun eigendom aangerichte schade niet vergoed kunnen krijgen, |
propriétaires de terrains d'exploitations agricoles alors qu'elles | terwijl de benadeelde personen die eigenaar zijn van landbouwgronden |
sont placées dans des situations identiques. | dat wel kunnen, hoewel zij zich in identieke situaties bevinden. |
B.8.3. Par ailleurs, le régime de responsabilité mis en place par la | B.8.3. Het bij de in het geding zijnde wet ingevoerde |
loi en cause ne porte pas atteinte de manière disproportionnée aux | aansprakelijkheidsstelsel doet overigens niet op onevenredige wijze |
droits des titulaires de droits de chasse ou des propriétaires de | afbreuk aan de rechten van de houders van een jachtrecht of van de |
eigenaars van bospercelen waarop een jachtrecht wordt uitgeoefend. | |
parcelles boisées sur lesquelles un droit de chasse est exercé. | Allereerst kan de houder van het jachtrecht aangewezen op grond van |
Tout d'abord, la loi du 14 juillet 1961 permet au titulaire du droit | artikel 1, eerste zin, van de wet van 14 juli 1961 krachtens diezelfde |
de chasse désigné en vertu de l'article 1er, première phrase, | wet de houder(s) van een jachtrecht op andere percelen vanwaar het |
d'appeler à la cause le ou les titulaires d'un droit de chasse sur | wild dat de schade heeft aangericht zou zijn gekomen, in de zaak |
d'autres parcelles, d'où serait venu le gibier ayant causé le dommage | roepen (artikel 1, in fine), waardoor mogelijkerwijs naar deze |
(article 1er in fine), avec comme éventuelle conséquence de transférer | laatste(n) de last van de schadevergoeding die verschuldigd is aan de |
à la charge de ce ou ces derniers, en tout ou partie, l'indemnisation | eigenaar van de beschadigde velden, vruchten of oogsten geheel of |
(article 1er, in fine, et article 2) due au propriétaire des champs, | gedeeltelijk verschuift (artikel 1, in fine, en artikel 2). |
fruits ou récoltes endommagés. | |
Ensuite, la loi prévoit un régime de prescription particulièrement | Vervolgens voorziet de wet in een bijzonder strikte verjaringsregeling |
strict (article 3). | (artikel 3). |
Enfin, comme il a été expressément relevé lors des travaux | Zoals uitdrukkelijk is opgemerkt tijdens de parlementaire |
préparatoires, il n'y a pas lieu à application du régime | voorbereiding, is er ten slotte geen aanleiding tot toepassing van de |
d'indemnisation institué par la loi du 14 juillet 1961 dans | vergoedingsregeling die is ingevoerd bij de wet van 14 juli 1961 in |
l'hypothèse d'un abus de droit du propriétaire des cultures | geval van rechtsmisbruik van de eigenaar van de beschadigde teelten, |
endommagées, ce qui vaut également pour les propriétaires de pelouses d'agrément : | hetgeen eveneens geldt voor de eigenaars van siergrasperken : |
« L'esprit du législateur est, en effet, de protéger les récoltes | « De bedoeling van de wetgever is immers de normale oogsten te |
normales contre les déprédations du gibier. | beschermen tegen beschadiging door het wild. |
Il va de soi que si quelqu'un s'adonnait à une culture inusitée dans | Het spreekt vanzelf dat, indien een persoon een ongebruikelijke teelt |
le but de nuire au titulaire de la chasse, il n'y aurait pas lieu à | zou beginnen om de houder van de jacht te benadelen, de door het grof |
indemnisation du dommage causé par le gros gibier à cette culture » | wild aan deze teelt veroorzaakte schade niet zou worden vergoed » |
(Doc. parl., Sénat, 1961, n°67 p. 3). | (Parl. St., Senaat, voormeld, p. 3). |
B.9. Les articles 1er et 3, alinéa 2, de la loi du 14 juillet 1961 « | B.9. De artikelen 1 en 3, tweede lid, van de wet van 14 juli 1961 « |
en vue d'assurer la réparation des dégâts causés par le gros gibier » | tot regeling van het herstel der door grof wild aangerichte schade » |
sont compatibles avec les articles 10 et 11 de la Constitution. | zijn bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
Les articles 1er et 3, alinéa 2, de la loi du 14 juillet 1961 « en vue | De artikelen 1 en 3, tweede lid, van de wet van 14 juli 1961 « tot |
d'assurer la réparation des dégâts causés par le gros gibier » ne | regeling van het herstel der door grof wild aangerichte schade » |
violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 9 novembre 2017. | op 9 november 2017. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
J. Spreutels | J. Spreutels |