← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 124/2017 du 19 octobre 2017 Numéro du rôle : 6533 En cause :
la question préjudicielle concernant l'article 28, § 2, de la loi du 29 mai 1959 modifiant certaines
dispositions de la législation de l'enseignement, com La Cour constitutionnelle, composée des présidents
E. De Groot et J. Spreutels, et des juges A. (...)"
Extrait de l'arrêt n° 124/2017 du 19 octobre 2017 Numéro du rôle : 6533 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 28, § 2, de la loi du 29 mai 1959 modifiant certaines dispositions de la législation de l'enseignement, com La Cour constitutionnelle, composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges A. (...) | Uittreksel uit arrest nr. 124/2017 van 19 oktober 2017 Rolnummer 6533 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 28, § 2, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, in samenhang gelezen m Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de recht(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 124/2017 du 19 octobre 2017 | Uittreksel uit arrest nr. 124/2017 van 19 oktober 2017 |
Numéro du rôle : 6533 | Rolnummer 6533 |
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 28, § 2, de | In zake : de prejudiciële vraag over artikel 28, § 2, van de wet van |
la loi du 29 mai 1959 modifiant certaines dispositions de la | 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de |
législation de l'enseignement, combiné avec les articles 60, 62 et 64 | onderwijswetgeving, in samenhang gelezen met de artikelen 60, 62 en 64 |
du décret de la Communauté flamande du 27 mars 1991 relatif au statut | van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 27 maart 1991 |
de certains membres du personnel de l'enseignement subventionné et des | betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het |
centres subventionnés d'encadrement des élèves, posée par le Tribunal | gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor |
de première instance du Limbourg, division Tongres. | leerlingenbegeleiding, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg |
La Cour constitutionnelle, | Limburg, afdeling Tongeren. |
Het Grondwettelijk Hof, | |
composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges A. | samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de |
Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet et R. Leysen, assistée du | rechters A. Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, |
greffier F. Meersschaut, présidée par le président E. De Groot, | bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 25 octobre 2016 en cause de l'ASBL « Sint-Jozefsschool | Bij vonnis van 25 oktober 2016 in zake de vzw « Sint-Jozefsschool |
Hoevenzavel » contre la Communauté flamande, dont l'expédition est | Hoevenzavel » tegen de Vlaamse Gemeenschap, waarvan de expeditie ter |
parvenue au greffe de la Cour le 8 novembre 2016, le Tribunal de | griffie van het Hof is ingekomen op 8 november 2016, heeft de |
première instance du Limbourg, division Tongres, a posé la question | Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, de volgende |
préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 28, § 2, de la loi sur le pacte scolaire, combiné avec les | « Schenden art. 28 § 2 van de Schoolpactwet in samenhang met art. 60, |
articles 60, 62 et 64 du décret [de la Communauté flamande du 27 mars | 62 en 64 van het Decreet Rechtspositie Personeelsleden, de artt. 10, |
1991] relatif au statut de certains membres du personnel de | |
l'enseignement subventionné et des centres subventionnés d'encadrement | |
des élèves, viole-t-il les articles 10, 11 et 24, § 1er, de la | 11 en 24 § 1 van het Grondwet, aldus geïnterpreteerd dat zij |
Constitution dans l'interprétation selon laquelle il exclut que les | |
pouvoirs organisateurs de l'enseignement libre subventionné puissent | uitsluiten dat de inrichtende machten van het vrij gesubsidieerd |
mettre fin, en dehors du régime des articles précités, au contrat de | onderwijs de arbeidsovereenkomst met hun personeelsleden kunnen |
travail conclu avec les membres de leur personnel, par l'application | beëindigen buiten de regeling van voormelde artikelen om, door |
des règles du droit du travail, par l'application des articles 1142, | toepassing van de regelen van het arbeidsrecht, door toepassing van |
1184 et 1780 [du Code civil] ? ». | art. 1142, 1184 en 1780 [van het Burgerlijk Wetboek] ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid, met de | |
B.1. Il est demandé à la Cour si l'article 28, § 2, de la loi du 29 | artikelen 10, 11 en 24, § 1, van de Grondwet, van artikel 28, § 2, van |
mai 1959 modifiant certaines dispositions de la législation de | de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de |
l'enseignement, combiné avec les articles 60, 62 et 64 du décret de la | onderwijswetgeving, in samenhang gelezen met de artikelen 60, 62 en 64 |
Communauté flamande du 27 mars 1991 relatif au statut de certains | van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 27 maart 1991 |
membres du personnel de l'enseignement subventionné et des centres | betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het |
subventionnés d'encadrement des élèves, est compatible avec les | |
articles 10, 11 et 24, § 1er, de la Constitution, « dans | gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor |
l'interprétation selon laquelle il exclut que les pouvoirs | leerlingenbegeleiding, « aldus geïnterpreteerd dat zij uitsluiten dat |
organisateurs de l'enseignement libre subventionné puissent mettre | de inrichtende machten van het vrij gesubsidieerd onderwijs de |
fin, en dehors du régime des articles précités, au contrat de travail | arbeidsovereenkomst met hun personeelsleden kunnen beëindigen buiten |
conclu avec les membres de leur personnel, par l'application des | de regeling van voormelde artikelen om, door toepassing van de regelen |
règles du droit du travail, par l'application des articles 1142, 1184 | van het arbeidsrecht, door toepassing van art. 1142, 1184 en 1780 [van |
et 1780 [du Code civil] ». | het Burgerlijk Wetboek] ». |
B.2.1. L'article 28, § 2, de la loi du 29 mai 1959 modifiant certaines | B.2.1. Artikel 28, § 2, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van |
dispositions de la législation de l'enseignement dispose : | sommige bepalingen van de onderwijswetgeving bepaalt : |
« § 2. Si le tribunal du travail, lors d'un jugement ou arrêt passé en | « § 2. Wanneer het arbeidsgerecht, bij een in kracht van gewijsde |
force de chose jugée, juge qu'une décision prise par un pouvoir | gegaan vonnis of arrest, een beslissing van een inrichtende macht van |
organisateur de l'enseignement libre subventionné et tendant à | het gesubsidieerd vrij onderwijs houdende beëindiging of vermindering |
supprimer ou à réduire la charge d'un membre du personnel qu'il a | van de opdracht van een door haar vastbenoemd personeelslid, strijdig |
nommé à titre définitif, est contraire au décret relatif au statut des | acht met het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd |
membres du personnel de l'enseignement subventionné, ce membre du | onderwijs, bekomt dit personeelslid de salaristoelage voor het geheel |
personnel reçoit la subvention-traitement pour tout ou partie de la | of voor een deel van de opdracht die hem ontnomen werd, alsof hij in |
charge dont il a été privé, comme s'il était resté en activité de | dienstactiviteit was gebleven, en verliest de inrichtende macht de |
service, tandis que le pouvoir organisateur perd la | |
subvention-traitement pour tout ou partie de l'emploi, tant qu'il | salaristoelage voor het geheel of voor een deel van de betrekking, |
affecte à cet emploi un membre du personnel autre que le titulaire. | zolang zij de betrekking aan een ander niet-rechthebbend personeelslid |
La présente disposition sortit également ses effets lorsque la chambre | toewijst. Deze bepaling heeft ook uitwerking wanneer de kamer van beroep, zoals |
de recours, telle que visée à l'article 69 du décret relatif au statut | bedoeld in artikel 69 van het decreet rechtspositie personeelsleden |
des membres du personnel de l'enseignement subventionné, annule le | gesubsidieerd onderwijs, het ontslag van een vastbenoemd personeelslid |
licenciement d'un membre du personnel définitif prononcé par le | door de inrichtende macht als gevolg van een tuchtmaatregel |
pouvoir organisateur par mesure disciplinaire. | vernietigt. |
La présente disposition sortit également ses effets lorsque le collège | Deze bepaling heeft ook uitwerking wanneer het college van beroep, |
de recours, tel que visé à l'article 47septiesdecies du décret relatif | zoals bedoeld in artikel 47septiesdecies van het decreet rechtspositie |
au statut des membres du personnel de l'enseignement subventionné, | personeelsleden gesubsidieerd onderwijs, één van de evaluaties met |
annule une des évaluations portant la conclusion finale ' insuffisant | eindconclusie ' onvoldoende ' die tot het ontslag hebben geleid, zoals |
' et ayant conduit au licenciement tel que visé au chapitre Vter du | bedoeld in hoofdstuk Vter van hetzelfde decreet, van een vastbenoemd |
même décret d'un membre du personnel nommé à titre définitif. | personeelslid heeft vernietigd. |
La perte de la subvention-traitement octroyée pour un emploi prend fin | Het verlies van de salaristoelage voor een betrekking neemt een einde |
pour le pouvoir organisateur : | voor de inrichtende macht : |
1° soit au moment où l'acte irrégulier est rectifié par le pouvoir | 1° ofwel op het ogenblik dat de onregelmatige handeling door de |
organisateur; | inrichtende macht is hersteld; |
2° soit si le même ou un autre pouvoir organisateur reprend le membre | 2° ofwel indien dezelfde of een andere inrichtende macht het |
du personnel lésé, avec l'accord de ce dernier; | benadeelde personeelslid, met zijn akkoord, overneemt; |
3° soit au moment où le membre du personnel lésé refuse sans motif | 3° ofwel op het ogenblik dat het benadeelde personeelslid zonder |
valable d'accepter un emploi offert, dans la même fonction et les | geldige reden weigert een door dezelfde inrichtende macht of een |
mêmes conditions statutaires, par le même pouvoir organisateur ou par | andere inrichtende macht aangeboden betrekking in hetzelfde ambt met |
un autre pouvoir organisateur; | dezelfde statutaire toestand te aanvaarden; |
4° soit au moment où le membre du personnel lésé se trouve pour des | 4° ofwel op het ogenblik dat het benadeelde personeelslid zich, om |
raisons étrangères au litige dans les conditions requises pour la | redenen vreemd aan het geschil, in de voorwaarden voor definitieve |
cessation définitive de ses fonctions. | ambtsneerlegging bevindt. |
La subvention-traitement octroyée au cours de la période entre le | De salaristoelage, die gedurende de periode tussen het onrechtmatig |
licenciement illégitime et la signification aux services du | ontslag en de betekening aan de diensten van de Vlaamse Regering |
Gouvernement flamand compétents en matière d'enseignement, du jugement | bevoegd voor het onderwijs van het vonnis of arrest, of van de |
ou de l'arrêt, ou de la décision des chambres de recours précitées ou | uitspraak van de hierboven vermelde kamers van beroep of het hierboven |
du collège de recours précité au pouvoir organisateur, est réclamée à | vermelde college van beroep, aan de inrichtende macht werd toegekend, |
ce pouvoir organisateur et est ensuite attribuée au membre du | wordt van deze inrichtende macht teruggevorderd en wordt vervolgens |
personnel indûment licencié. | toegekend aan het ten onrechte ontslagen personeelslid. |
Dès la signification précitée, les services du Gouvernement flamand | Vanaf de hogervermelde betekening betalen de diensten van de Vlaamse |
compétents en matière d'enseignement paient la subvention-traitement | Regering bevoegd voor onderwijs de salaristoelage rechtstreeks aan het |
directement au membre du personnel indûment licencié jusqu'au moment | ten onrechte ontslagen personeelslid tot op het ogenblik dat voldaan |
où il est satisfait à une des quatre conditions précitées ». | wordt aan één van de vier voorwaarden, hierboven vermeld ». |
B.2.2. Les articles 60, 62 et 64 du décret de la Communauté flamande | B.2.2. De artikelen 60, 62 en 64 van het decreet van de Vlaamse |
du 27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de | Gemeenschap van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige |
personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde | |
l'enseignement subventionné et des centres subventionnés d'encadrement | centra voor leerlingenbegeleiding (hierna : het « Rechtspositiedecreet |
des élèves (ci-après : le « décret du 27 mars 1991 relatif au statut | van 27 maart 1991 ») bepalen : |
») disposent : « Art. 60.Sans préjudice des dispositions de l'article 21 relatives à |
« Art. 60.Onverminderd de bepalingen van artikel 21 in verband met de |
la fin de la désignation temporaire, les membres du personnel désignés | beëindiging van de tijdelijke aanstelling wordt het tijdelijk |
à titre temporaire ou nommés à titre définitif sont, sauf disposition | aangestelde of het vast benoemde personeelslid voor zover niet anders |
contraire, démis sans préavis de leurs fonctions : | bepaald en zonder opzegging uit zijn ambt ontslagen : |
1° s'ils ne satisfont plus à une des conditions suivantes : | 1° indien het niet meer voldoet aan de volgende voorwaarden : |
a) être ressortissant d'un Etat membre de l'Union européenne ou de | a) onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese |
l'Association européenne de Libre-Echange, sauf dispense accordée par | Vrijhandelsassociatie zijn, behoudens door de Vlaamse regering te |
le Gouvernement flamand; | verlenen vrijstelling; |
b) jouir des droits civils et politiques, sauf dispense accordée par | b) de burgerlijke en politieke rechten genieten, behoudens een door de |
le Gouvernement flamand qui est compatible avec celle visée au point | Vlaamse regering te verlenen vrijstelling die samengaat met de |
a); c) satisfaire aux obligations des lois sur la milice; 2° quand, après une absence autorisée, ils ne reprennent pas leur service sans raison valable, sauf cas de force majeure, et restent absents pendant une période ininterrompue de dix jours civils; 3° s'ils quittent sans raison valable leur emploi et s'absentent pendant une période ininterrompue d'au moins dix jours civils; 4° s'ils se trouvent dans les cas où l'application des lois civiles et pénales entraîne la cessation des fonctions; 5° si, après épuisement de la procédure, ils refusent de mettre fin à une situation constatée et maintenue d'incompatibilité; 6° s'ils sont admis à une pension de retraite anticipée définitive pour motif de santé ou d'inaptitude physique; 7° quand, après le rappel en service actif, ils refusent sans raison valable d'occuper l'emploi désigné par le pouvoir organisateur; | vrijstelling bedoeld in a); c) de verplichtingen van de dienstplichtwetten nakomen; 2° indien het na een geoorloofde afwezigheid zonder geldige reden behoudens overmacht, zijn dienst niet hervat en gedurende een ononderbroken periode van meer dan tien kalenderdagen afwezig blijft; 3° indien het zonder geldige reden zijn betrekking verlaat en gedurende een ononderbroken periode van meer dan tien kalenderdagen afwezig blijft; 4° indien het zich bevindt in de gevallen waarin de toepassing van de burgerlijke wetten en van de strafwetten de ambtsneerlegging ten gevolge heeft; 5° indien het na uitputting van de procedure weigert een einde te maken aan een vastgestelde en volgehouden toestand van onverenigbaarheid; 6° als ze worden toegelaten tot het definitief vroegtijdig pensioen wegens gezondheidsredenen of lichamelijke ongeschiktheid; 7° indien het na terugroeping in actieve dienst zonder gegronde redenen weigert de door de inrichtende macht aangewezen betrekking te bekleden; |
8° [...] | 8° [...] |
9° à partir du moment où le pouvoir organisateur, à la demande de | 9° vanaf het ogenblik waarop de inrichtende macht, op verzoek van |
l'instance compétente du culte concerné ou de l'instance compétente de | bevoegde instantie van de betrokken eredienst of de bevoegde instantie |
la morale non confessionnelle, met fin à la charge de l'enseignant de | van de niet-confessionele zedenleer, aan de opdracht van de leerkracht |
cours philosophiques; | levensbeschouwelijk onderricht een einde maakt; |
10° à partir du moment où pour un membre du personnel désigné à titre | 10° vanaf het ogenblik dat voor het personeelslid dat in een |
temporaire dans une fonction de recrutement à durée déterminée ou | wervingsambt tijdelijk aangesteld is voor bepaalde duur of tijdelijk |
désigné à titre temporaire dans une fonction de sélection ou de | aangesteld is in een selectie- of bevorderingsambt, de voorwaarden |
promotion, les conditions pour un licenciement en application des | voor een ontslag in toepassing van artikel 47quaterdecies, |
articles 47quaterdecies, 47quinquiesdecies ou 47sexiesdecies, § 3, | 47quinquiesdecies of artikel 47sexiesdecies, § 3, vervuld zijn; |
sont remplies; 11° à partir du moment où pour un membre du personnel nommé à titre | 11° vanaf het ogenblik dat voor het vastbenoemde personeelslid of het |
définitif ou un membre du personnel désigné temporairement à durée | personeelslid dat tijdelijk aangesteld is voor doorlopende duur, de |
ininterrompue, les conditions d'un licenciement en application des | voorwaarden voor een ontslag in toepassing van artikel 47terdecies, |
articles 47terdecies, 47quinquiesdecies ou article 47sexiesdecies, § 1er, sont remplies ». | 47quinquiesdecies of artikel 47sexiesdecies, § 1, vervuld zijn ». |
« Art. 62.Pour les membres du personnel nommés à titre définitif et |
« Art. 62.Voor de vast benoemde personeelsleden en voor de |
pour les temporaires avec une désignation à durée ininterrompue, | tijdelijken met een aanstelling van doorlopende duur geven eveneens |
donnent également lieu à cessation de fonctions définitive : | aanleiding tot definitieve ambtsneerlegging : |
1° la démission offerte par le membre du personnel. Sauf si de commun | 1° het vrijwillig ontslag. Tenzij bij onderlinge overeenkomst een |
accord un autre délai a été convenu, le membre du personnel ne peut | andere termijn wordt overeengekomen mag het personeelslid zijn dienst |
quitter son service qu'après avoir respecté un préavis de quinze jours | slechts verlaten na inachtneming van een opzeggingstermijn van |
civils au moins; | minstens vijftien kalenderdagen; |
2° du fait d'avoir atteint la limite d'âge; | 2° het bereiken van de leeftijdsgrens; |
3° du licenciement ou de la révocation par mesure disciplinaire en | 3° het ontslag of de afzetting als gevolg van een tuchtmaatregel |
vertu de l'article 64, 6° ou 7°; | volgens artikel 64, 6° of 7°; |
4° de la mise à la retraite définitive; | 4° de definitieve pensionering; |
5° de la fin du prolongement de la désignation telle que prévue à | 5° het einde van de verlenging van de aanstelling zoals voorzien in |
l'alinéa deux du présent article. Par dérogation au point 2°, le fait d'avoir atteint la limite d'âge ne donne pas lieu à la cessation définitive des fonctions si le membre du personnel intéressé et son pouvoir organisateur conviennent de prolonger la désignation. Une telle prolongation n'est possible qu'aux conditions suivantes : 1° la prolongation vaut chaque fois pour une durée d'une année scolaire au maximum; 2° dans l'établissement où le membre du personnel reste désigné, aucun membre du personnel n'est à ce moment mis en disponibilité par défaut d'emploi dans la même fonction tel que visé dans la réglementation relative à la mise en disponibilité par défaut d'emploi, la réaffectation et la remise au travail, à moins que ce membre du | het tweede lid van dit artikel. In afwijking van punt 2° geeft het bereiken van de leeftijdsgrens geen aanleiding tot definitieve ambtsneerlegging als het betrokken personeelslid en zijn inrichtende macht overeenkomen de aanstelling te verlengen. Dergelijke verlenging kan slechts onder volgende voorwaarden : 1° de verlenging geldt telkens voor de duur van maximum één schooljaar; 2° in de instelling waar het personeelslid aangesteld blijft, is of wordt er op dat ogenblik geen personeelslid ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking in hetzelfde ambt zoals bepaald in de reglementering betreffende terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling, tenzij dat personeelslid kan worden |
personnel ne puisse être réaffecté dans un emploi vacant. ». | gereaffecteerd in een vacante betrekking ». |
« Art. 64.Si les membres du personnel manquent à leurs devoirs, ils |
« Art. 64.In geval van tekortkoming aan hun plichten kunnen de |
peuvent encourir une des sanctions suivantes : | personeelsleden één van de volgende sancties oplopen : |
1° le blâme; | 1° blaam; |
2° la retenue sur traitement; | 2° de afhouding van de wedde; |
3° la suspension par mesure disciplinaire; | 3° de schorsing bij tuchtmaatregel; |
4° la mise en disponibilité par mesure disciplinaire; 5° le retour à la désignation temporaire pour le membre du personnel qui est nommé définitivement dans une fonction de recrutement, la rétrogradation pour le membre du personnel qui est nommé définitivement dans une fonction de sélection ou de promotion ou le report limité de la nomination définitive du membre du personnel qui est désigné temporairement pour une durée ininterrompue. La rétrogradation n'est pas d'application aux membres du personnel des services d'encadrement pédagogique; 6° le licenciement. Selon la nature des motifs pour lesquels le licenciement est prononcé, le pouvoir organisateur peut décider que ce licenciement concerne un, plusieurs ou l'ensemble de ses établissements ou centres. 7° la révocation. Selon la nature des motifs pour lesquels il est procédé à la révocation, le pouvoir organisateur peut décider que la révocation porte sur un, plusieurs ou tous ses établissements ou centres. Une mesure disciplinaire est définitive après l'expiration du délai de recours ou après qu'en recours une décision définitive a été prise. S'il s'agit d'un enseignant de cours philosophiques, la peine disciplinaire ne peut être imposée que sur proposition ou avec | 4° de terbeschikkingstelling bij tuchtmaatregel; 5° de terugkeer tot de tijdelijke aanstelling voor het personeelslid dat vast benoemd is in een wervingsambt, de terugzetting in rang voor het personeelslid dat vast benoemd is in een selectie- of bevorderingsambt of het uitstel van vaste benoeming voor een bepaalde duur van het personeelslid dat tijdelijk aangesteld is voor doorlopende duur. De terugzetting in rang is niet van toepassing op de personeelsleden van de pedagogische begeleidingsdiensten; 6° het ontslag. Naargelang de aard van de redenen waarom een ontslag gegeven wordt, kan de inrichtende macht beslissen dat dit ontslag betrekking heeft op één, meerdere of al haar instellingen of centra; 7° de afzetting. Naargelang de aard van de redenen waarom tot afzetting wordt overgegaan, kan de inrichtende macht beslissen dat de afzetting betrekking heeft op één, meerdere of al haar instellingen of centra. Een tuchtmaatregel is definitief indien de termijn waarin is voorzien voor het instellen van een beroep is verstreken of nadat in beroep een definitieve beslissing werd genomen. Betreft het een leerkracht levensbeschouwelijk onderricht dan kan de tuchtstraf enkel worden opgelegd op voorstel of met instemming van de |
l'accord de l'instance compétente de la religion concernée ou de la | bevoegde instantie van de betrokken godsdienst of de |
morale non confessionnelle ». | niet-confessionele zedenleer ». |
B.3.1 Le litige soumis au juge a quo porte sur la réclamation par la | B.3.1. Het geschil voor de verwijzende rechter betreft de |
Communauté flamande, à un pouvoir organisateur de l'enseignement libre | terugvordering, door de Vlaamse Gemeenschap van een inrichtende macht |
subventionné, d'une subvention-traitement octroyée pour un membre du | van het gesubsidieerd vrij onderwijs, van een salaristoelage die werd |
personnel nommé à titre définitif, après que la Cour du travail a | toegekend voor een vastbenoemd personeelslid, nadat het Arbeidshof |
constaté de manière définitive que le licenciement de ce membre du | definitief heeft vastgesteld dat het ontslag van dat vastbenoemd |
personnel nommé à titre définitif était irrégulier. Le juge a quo ne | personeelslid onrechtmatig was. De verwijzende rechter dient zich |
doit donc pas se prononcer sur l'irrégularité du licenciement, qui a | aldus niet uit te spreken over de onrechtmatigheid van het ontslag, |
déjà été constaté de manière définitive dans une procédure judiciaire | hetgeen reeds definitief werd vastgesteld in een voorafgaande |
antérieure. | gerechtelijke procedure. |
La question préjudicielle a été posée à la demande de la partie | De prejudiciële vraag werd gesteld op verzoek van de eisende partij |
demanderesse devant le juge a quo. Toutefois, la décision de renvoi ne | voor de verwijzende rechter. In de verwijzingsbeslissing wordt evenwel |
fait pas référence aux articles 60, 62 et 64 du décret du 27 mars 1991 | niet verwezen naar de artikelen 60, 62 en 64 van het |
relatif au statut, qui précisent les circonstances dans lesquelles un | Rechtspositiedecreet van 27 maart 1991, die de omstandigheden bepalen |
membre du personnel de l'enseignement subventionné peut être démis de | waarin een personeelslid van het gesubsidieerd onderwijs uit zijn ambt |
ses fonctions. Elle ne fait pas non plus état de l'application du | kan worden ontslagen. Evenmin komt de toepassing ter sprake van het |
droit commun du travail ou des articles 1142, 1184 et 1780 du Code | gemeen arbeidsrecht of van de artikelen 1142, 1184 en 1780 van het |
civil. Au vu des pièces déposées devant la Cour, ces dispositions | Burgerlijk Wetboek. Die bepalingen waren volgens de bij het Hof |
étaient effectivement en cause dans l'affaire antérieurement soumise | ingediende stukken weliswaar in het geding in de zaak die eerder voor |
aux juridictions du travail, dans laquelle la régularité du | de arbeidsgerechten aanhangig werd gemaakt en waarbij de |
licenciement était contestée, mais il n'apparaît pas que ces | regelmatigheid van het ontslag werd betwist, doch het blijkt niet dat |
dispositions soient également en cause en l'espèce. Il ressort au | ze ook te dezen in het geding zijn. Uit de motivering van de |
contraire de la motivation de la décision de renvoi que le juge a quo | verwijzingsbeslissing blijkt integendeel dat de verwijzende rechter |
doit se prononcer exclusivement sur la subvention-traitement que le | zich uitsluitend dient uit te spreken over de salaristoelage die de |
pouvoir organisateur perd en vertu de l'article 28, § 2, de la loi du | inrichtende macht krachtens het in het geding zijnde artikel 28, § 2, |
29 mai 1959, en cause, à la suite du licenciement jugé irrégulier par | van de wet van 29 mei 1959 verliest ingevolge het ontslag dat door een |
une juridiction du travail, dans une décision passée en force de chose | arbeidsgerecht bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing |
jugée. Le litige devant le juge a quo concerne plus précisément la | onrechtmatig werd bevonden. Het geschil voor de verwijzende rechter |
répétition par la Communauté flamande de la subvention-traitement | heeft meer bepaald betrekking op de terugvordering door de Vlaamse |
payée au pouvoir organisateur pour le membre du personnel licencié à | Gemeenschap van de salaristoelage die aan de inrichtende macht werd |
tort. Dans la mesure où la Cour est interrogée sur l'impossibilité pour les | betaald voor het ten onrechte ontslagen personeelslid. |
pouvoirs organisateurs de l'enseignement libre subventionné de | In zoverre het Hof wordt ondervraagd over de onmogelijkheid voor de |
inrichtende machten van het gesubsidieerd vrij onderwijs om hun | |
licencier les membres de leur personnel en excluant l'application des | personeelsleden te ontslaan buiten de toepassing van de artikelen 60, |
articles 60, 62 et 64 du décret du 27 mars 1991 relatif au statut, et | 62 en 64 van het Rechtspositiedecreet van 27 maart 1991 om en met |
en appliquant le droit commun du travail et les articles 1142, 1184 et | toepassing van het gemeen arbeidsrecht en van de artikelen 1142, 1184 |
1780 du Code civil, la réponse à la question préjudicielle n'est | en 1780 van het Burgerlijk Wetboek, is het antwoord op de prejudiciële |
manifestement pas utile à la solution du litige soumis au juge a quo. | vraag klaarblijkelijk niet nuttig voor de oplossing van het geschil |
B.3.2. La Cour n'inclut donc pas dans son examen les articles 60, 62 | voor de verwijzende rechter. B.3.2. Het Hof betrekt de artikelen 60, 62 en 64 van het |
et 64 du décret du 27 mars 1991 relatif au statut. | Rechtspositiedecreet van 27 maart 1991 bijgevolg niet in zijn |
B.4. Comme l'observent le Gouvernement flamand et le Gouvernement de | onderzoek. B.4. Zoals de Vlaamse Regering en de Franse Gemeenschapsregering |
la Communauté française, le libellé de la question et les motifs de la | opmerken, geven de bewoordingen van de vraag en de motieven van de |
verwijzingsbeslissing op geen enkele wijze aan tussen welke | |
décision de renvoi n'indiquent nullement entre quelles catégories de | categorieën van personen het in het geding zijnde artikel 28, § 2, van |
personnes l'article 28, § 2, en cause, de la loi du 29 mai 1959 | de wet van 29 mei 1959 een verschil in behandeling zou instellen en |
instaurerait une différence de traitement et en quoi consisterait la | waarin de vermeende discriminatie zou bestaan. |
prétendue discrimination. | |
La question préjudicielle n'est dès lors pas recevable en tant qu'elle | De prejudiciële vraag is bijgevolg niet ontvankelijk in zoverre een |
vise une violation des articles 10 et 11 de la Constitution. | schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wordt aangevoerd. |
B.5.1. Selon le Gouvernement de la Communauté française, la question | B.5.1. Volgens de Franse Gemeenschapsregering behoeft de prejudiciële |
préjudicielle n'appelle pas davantage de réponse en tant que la Cour | vraag evenmin een antwoord in zoverre het Hof wordt ondervraagd over |
est interrogée sur une prétendue violation de l'article 24, § 1er, de | een vermeende schending van artikel 24, § 1, van de Grondwet, omdat de |
la Constitution, parce que le juge a quo n'exposerait pas en quoi la | verwijzende rechter niet zou uiteenzetten op welke wijze die norm door |
disposition en cause violerait cette norme. | de in het geding zijnde bepaling zou zijn geschonden. |
B.5.2. Il ressort de la procédure au fond que la question | B.5.2. Uit de rechtspleging in het bodemgeschil blijkt dat de |
préjudicielle peut être comprise en ce sens que la Cour est interrogée | prejudiciële vraag aldus kan worden begrepen dat het Hof wordt |
sur la compatibilité de l'article 28, § 2, en cause, de la loi du 29 | ondervraagd over de bestaanbaarheid van het in het geding zijnde |
mai 1959 avec la liberté d'enseignement garantie par l'article 24, § 1er, | artikel 28, § 2, van de wet van 29 mei 1959 met de bij artikel 24, § |
de la Constitution, en ce que la disposition en cause prive le pouvoir | 1, van de Grondwet gewaarborgde vrijheid van onderwijs, in zoverre de |
organisateur d'une subvention-traitement octroyée pour l'emploi d'un | in het geding zijnde bepaling de inrichtende macht een salaristoelage |
membre du personnel irrégulièrement licencié et porterait donc | ontzegt voor de betrekking van een onrechtmatig ontslagen |
atteinte à la liberté des pouvoirs organisateurs de l'enseignement | personeelslid en aldus afbreuk zou doen aan de vrijheid voor de |
libre subventionné de choisir leur personnel. | inrichtende machten van het gesubsidieerd vrij onderwijs om hun |
B.5.3. En vertu de l'article 28, § 2, en cause, de la loi du 29 mai 1959, un membre du personnel d'un pouvoir organisateur de l'enseignement libre subventionné nommé à titre définitif qui, selon les termes d'un jugement ou arrêt d'une juridiction du travail passé en force de chose jugée, a été irrégulièrement licencié, reçoit du Gouvernement flamand la subvention-traitement pour tout ou partie de la charge dont il a été privé, comme s'il était resté en activité de service. En même temps, le pouvoir organisateur concerné perd la subvention-traitement pour tout ou partie de l'emploi, tant qu'il affecte à cet emploi un membre du personnel autre que le titulaire. Cette disposition sortit ses effets dès la signification du jugement ou de l'arrêt aux services compétents du Gouvernement flamand. La subvention-traitement qui a été allouée au cours de la période qui s'est écoulée entre le licenciement irrégulier et cette signification au pouvoir organisateur est réclamée à ce pouvoir organisateur et est ensuite attribuée au membre du personnel irrégulièrement licencié. A partir de cette signification, les services du Gouvernement flamand paient la subvention-traitement directement au membre du personnel irrégulièrement licencié. L'attribution de la subvention-traitement au membre du personnel licencié et la perte de cette subvention-traitement par le pouvoir organisateur prennent fin si l'acte irrégulier est rectifié par le pouvoir organisateur, si le même ou un autre pouvoir organisateur reprend le membre du personnel lésé, avec l'accord de ce dernier, si le membre du personnel lésé refuse sans motif valable d'accepter un emploi offert, dans la même fonction et les mêmes conditions statutaires, par le même ou par un autre pouvoir organisateur, ou si le membre du personnel lésé se trouve, pour des raisons étrangères au litige, dans les conditions requises pour la cessation définitive de ses fonctions. | personeel te kiezen. B.5.3. Krachtens het in het geding zijnde artikel 28, § 2, van de wet van 29 mei 1959 verkrijgt een vastbenoemd personeelslid van een inrichtende macht van het gesubsidieerd vrij onderwijs dat blijkens een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest van een arbeidsgerecht onrechtmatig werd ontslagen, de salaristoelage van de Vlaamse Regering voor het geheel of een deel van de opdracht die hem werd ontnomen, alsof hij in dienstactiviteit was gebleven. Tegelijkertijd verliest de betrokken inrichtende macht de salaristoelage voor het geheel of een deel van die betrekking, zolang zij die betrekking aan een ander niet-rechthebbend personeelslid toekent. Die bepaling verkrijgt uitwerking door de betekening van het vonnis of arrest aan de bevoegde diensten van de Vlaamse Regering. De salaristoelage die gedurende de periode tussen het onrechtmatig ontslag en die betekening aan de inrichtende macht werd toegekend, wordt van die inrichtende macht teruggevorderd en vervolgens toegekend aan het onrechtmatig ontslagen personeelslid. Vanaf die betekening betalen de diensten van de Vlaamse Regering de salaristoelage rechtstreeks aan het onrechtmatig ontslagen personeelslid. De toekenning van de salaristoelage aan het ontslagen personeelslid en het verlies van die salaristoelage door de inrichtende macht nemen een einde indien de onregelmatige handeling door de inrichtende macht is hersteld, dezelfde of een andere inrichtende macht het benadeelde personeelslid, met zijn akkoord, overneemt, het benadeelde personeelslid zonder geldige reden weigert een door dezelfde of een andere inrichtende macht aangeboden betrekking in hetzelfde ambt met dezelfde statutaire toestand te aanvaarden, of het benadeelde personeelslid zich, om redenen vreemd aan het geschil, in de voorwaarden voor definitieve ambtsneerlegging bevindt. |
B.5.4. L'article 28, § 2, en cause, qui a été introduit par l'article | B.5.4. Het in het geding zijnde artikel 28, § 2, dat bij artikel 10 |
10 du décret du 5 juillet 1989 et remplacé par l'article VI.1 du | van het decreet van 5 juli 1989 werd ingevoerd en bij artikel VI.1 van |
décret du 13 juillet 2007, a été justifié comme suit : | het decreet van 13 juli 2007 werd vervangen, werd als volgt verantwoord : |
« Lors de l'adoption d'un statut pour les membres du personnel de | « [Bij] de uitvaardiging van een statuut voor de personeelsleden van |
l'enseignement subventionné, il convient d'utiliser comme cadre de | het gesubsidieerd onderwijs [dient] als referentiekader het artikel |
référence l'article 17, § 4 [actuellement l'article 24, § 4,] de la | 17, § 4 [thans artikel 24, § 4] van de Grondwet te worden gebruikt. |
Constitution. Un facteur important de cette égalité est l'opposabilité | Een belangrijk facet van deze gelijkheid is de afdwingbaarheid van het |
du statut pour les membres du personnel. | statuut voor de personeelsleden. |
Dans l'enseignement officiel (enseignement officiel subventionné et | In het officieel onderwijs (officieel gesubsidieerd en |
enseignement de la Communauté), en cas de litige sur l'application du | Gemeenschapsonderwijs) is bij de betwisting over de toepassing van het |
statut, c'est le Conseil d'Etat qui est compétent in fine. | statuut uiteindelijk de Raad van State bevoegd. |
Lorsque le Conseil d'Etat, à la demande du membre du personnel lésé, | Wanneer de Raad van State op verzoek van het benadeelde personeelslid |
annule, pour cause d'irrégularité, ce licenciement, qui constitue un | dit ontslag, zijnde een eenzijdige administratieve rechtshandeling, |
acte administratif unilatéral, cet arrêt rétroagit jusqu'au moment où | als onrechtmatig vernietigt dan heeft dit arrest retro-actieve werking |
la décision a été prise, ce qui équivaut à une annulation ab initio. | tot op het ogenblik dat deze beslissing werd genomen, met andere |
Ce licenciement n'a pour ainsi dire jamais existé. Il y a donc une | woorden een vernietiging ab initio. Dit ontslag heeft als het ware |
réintégration effective du membre du personnel indûment licencié. | nooit bestaan. Er is bijgevolg een effectieve reïntegratie van het ten |
Dans l'enseignement libre subventionné, la relation entre l'employeur | onrechte ontslagen personeelslid. |
et le travailleur est, même après l'entrée en vigueur du statut, de | In het gesubsidieerd vrij onderwijs is de relatie tussen de werkgever |
nature contractuelle. En cas de licenciement irrégulier, le pouvoir | en de werknemer, ook na de inwerkingtreding van het statuut, van |
organisateur peut tout au plus être condamné à des dommages-intérêts. | contractuele aard. Bij onrechtmatig ontslag kan de inrichtende macht |
Dans l'état actuel de la législation, une réintégration du membre du | hoogstens tot schadevergoeding worden veroordeeld. In de huidige |
personnel est impossible. | toestand is een reïntegratie van het personeelslid onmogelijk. |
Il y a dès lors une différence de statut manifeste entre les membres | Er is bijgevolg een duidelijk verschil in de rechtspositie tussen de |
du personnel de l'enseignement libre et ceux de l'enseignement | personeelsleden van het vrij onderwijs en deze van het officieel |
officiel, et en particulier en ce qui concerne un des aspects les plus | onderwijs, en inzonderheid met betrekking tot één van de meest |
fondamentaux du statut, qui est son opposabilité. | fundamentele aspecten van het statuut namelijk zijn afdwingbaarheid. |
[...] | [...] |
L'article à l'examen permet d'éviter cette inégalité » (Doc. parl., | Door voorliggend artikel wordt deze ongelijkheid voorkomen » (Parl. |
Conseil flamand, 1988-1989, n° 222/1, pp. 15-16). | St., Vlaamse Raad, 1988-1989, nr. 222/1, pp. 15-16). |
B.6. La Cour doit examiner si l'article 28, § 2, de la loi du 29 mai | B.6. Het Hof dient te beoordelen of het in het geding zijnde artikel |
1959, en cause, porte atteinte à l'article 24, § 1er, de la | 28, § 2, van de wet van 29 mei 1959 afbreuk doet aan artikel 24, § 1, |
Constitution, en ce qu'il prive le pouvoir organisateur de | van de Grondwet, doordat het de inrichtende macht van het |
l'enseignement libre subventionné d'une subvention-traitement pour | gesubsidieerd vrij onderwijs een salaristoelage ontzegt voor de |
l'emploi d'un membre du personnel qui, selon un jugement ou un arrêt | betrekking van een personeelslid dat blijkens een in kracht van |
de la juridiction du travail passé en force de chose jugée, a été | gewijsde gegaan vonnis of arrest van het arbeidsgerecht onrechtmatig |
irrégulièrement licencié. | werd ontslagen. |
La Cour limite son examen à cette situation. | Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die situatie. |
B.7.1. L'article 24, § 1er, de la Constitution dispose que | B.7.1. Artikel 24, § 1, van de Grondwet stelt dat het onderwijs vrij |
l'enseignement est libre. Cette liberté d'enseignement suppose que les | is. Die vrijheid van onderwijs veronderstelt dat de inrichtende |
pouvoirs organisateurs qui ne relèvent pas directement de la | machten die niet rechtstreeks van de gemeenschap afhangen, onder |
communauté puissent, sous certaines conditions, prétendre à des | bepaalde voorwaarden aanspraak kunnen maken op subsidiëring vanwege de |
subventions à charge de celle-ci. Le droit aux subventions est limité, | gemeenschap. Het recht op subsidiëring wordt beperkt, enerzijds, door |
d'une part, par la possibilité pour la communauté de lier celles-ci à | de mogelijkheid voor de gemeenschap om de subsidies te verbinden aan |
des exigences tenant à l'intérêt général, entre autres celles d'un | vereisten die te maken hebben met het algemeen belang, onder andere |
enseignement de qualité et du respect de normes de population | die van een kwaliteitsonderwijs en de inachtneming van normen in |
scolaire, et, d'autre part, par la nécessité de répartir les moyens | verband met de schoolbevolking en, anderzijds, door de noodzaak om de |
financiers disponibles entre les diverses missions de la communauté. La liberté d'enseignement connaît dès lors des limites et n'empêche pas que le législateur décrétal impose des conditions de financement et de subventionnement qui restreignent l'exercice de cette liberté. De telles mesures ne sauraient être considérées, en tant que telles, comme une atteinte à la liberté d'enseignement. Il en irait autrement s'il devait apparaître que les limitations concrètes qu'elles apportent à cette liberté ne sont pas adéquates ou sont disproportionnées à l'objectif poursuivi. B.7.2. La liberté d'enseignement implique la liberté, pour le pouvoir organisateur, de choisir le personnel qui sera chargé d'atteindre les objectifs pédagogiques propres qu'il s'est fixés. La liberté de choix a donc des répercussions sur la relation de travail entre ce pouvoir organisateur et son personnel. La liberté d'enseignement ne s'oppose pas à ce que le législateur compétent y apporte des restrictions, en vue notamment de garantir la qualité de l'enseignement, à condition qu'elles soient raisonnablement justifiées et proportionnées au but et | beschikbare financiële middelen te verdelen onder de verschillende opdrachten van de gemeenschap. De vrijheid van onderwijs kent bijgevolg beperkingen en verhindert niet dat de decreetgever voorwaarden van financiering en subsidiëring oplegt die de uitoefening van die vrijheid beperken. Dergelijke maatregelen kunnen als dusdanig niet worden beschouwd als een inbreuk op de vrijheid van onderwijs. Dit zou wel het geval zijn wanneer zou blijken dat de concrete beperkingen die daardoor aan die vrijheid worden gesteld, niet adequaat of onevenredig zouden zijn ten aanzien van het nagestreefde doel. B.7.2. De vrijheid van onderwijs impliceert de vrijheid voor de inrichtende macht om het personeel te kiezen dat wordt tewerkgesteld met het oog op de verwezenlijking van de eigen onderwijsdoelstellingen. De vrijheid van keuze werkt derhalve door in de arbeidsverhouding tussen die inrichtende macht en haar personeel. De onderwijsvrijheid verzet zich niet ertegen dat de bevoegde wetgever daaraan beperkingen aanbrengt, met name om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen, op voorwaarde dat die beperkingen redelijkerwijze verantwoord en evenredig zijn met het doel en de |
aux effets de la mesure. | gevolgen van de maatregel. |
B.7.3. La liberté d'enseignement ne saurait être dissociée des autres | B.7.3. De vrijheid van onderwijs kan niet los worden gezien van de |
garanties énoncées par l'article 24 de la Constitution, dont le | andere in artikel 24 van de Grondwet vervatte waarborgen, waaronder |
principe, garanti par l'article 24, § 4, de l'égalité de traitement des établissements d'enseignement et des membres de leur personnel. B.8.1. La disposition en cause apporte une restriction au libre choix du personnel, en ce qu'elle attache une sanction financière au licenciement irrégulier d'un membre du personnel, nommé à titre définitif, par un pouvoir organisateur de l'enseignement libre subventionné, en privant ce pouvoir organisateur de la subvention-traitement octroyée pour cet emploi tant qu'il y affecte un membre du personnel autre que le titulaire. Il ressort des travaux préparatoires cités en B.5.4 que cette mesure vise précisément à éliminer une différence de statut entre les membres du personnel de l'enseignement officiel et ceux de l'enseignement | het in artikel 24, § 4, gewaarborgde beginsel van de gelijke behandeling van de onderwijsinstellingen en hun personeelsleden. B.8.1. De in het geding zijnde bepaling houdt een beperking in van de vrije personeelskeuze, in zoverre zij een financiële sanctie koppelt aan een onrechtmatig ontslag van een vastbenoemd personeelslid door een inrichtende macht van het gesubsidieerd vrij onderwijs, met name door die inrichtende macht een salaristoelage voor die betrekking te ontzeggen zolang zij de betrekking aan een ander niet-rechthebbend personeelslid toewijst. Uit de in B.5.4 vermelde parlementaire voorbereiding blijkt dat die maatregel er specifiek op gericht is een verschil in de rechtspositie |
libre subventionné, en ce qui concerne l'opposabilité de leur statut. | tussen de personeelsleden van het officieel onderwijs en die van het |
Cette différence de traitement est la conséquence de la nature | gesubsidieerd vrij onderwijs weg te werken, wat betreft de |
juridique différente des pouvoirs organisateurs, qui, dans | afdwingbaarheid van hun statuut. Dat verschil in behandeling is het |
l'enseignement officiel, sont des institutions de droit public, et, | gevolg van de verschillende juridische aard van de inrichtende |
dans l'enseignement libre subventionné, sont des institutions de droit | machten, die in het officieel onderwijs publiekrechtelijke en in het |
privé ou des personnes morales de droit privé. L'opposabilité | gesubsidieerd vrij onderwijs privaatrechtelijke instellingen of |
différente de leurs statuts réside dans le fait que les membres du | rechtspersonen zijn. Het verschil in afdwingbaarheid van hun statuut |
personnel de l'enseignement officiel doivent attaquer leur | bestaat erin dat de personeelsleden van het officieel onderwijs hun |
licenciement devant la section du contentieux administratif du Conseil | ontslag dienen aan te vechten bij de afdeling bestuursrechtspraak van |
d'Etat, qui est habilitée à annuler avec effet rétroactif la décision | de Raad van State, die de ontslagbeslissing retroactief kan |
de licenciement, ce qui implique l'obligation, pour le pouvoir | vernietigen hetgeen de verplichting inhoudt voor de inrichtende macht |
organisateur, de réintégrer le membre du personnel concerné, alors que | om het betrokken personeelslid te re-integreren, terwijl de |
les membres du personnel de l'enseignement libre subventionné doivent | personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs hun ontslag |
attaquer leur licenciement devant la juridiction du travail, ce qui | dienen aan te vechten bij het arbeidsgerecht, hetgeen aanleiding kan |
peut donner lieu à des dommages-intérêts mais ne peut entraîner une | geven tot een schadevergoeding doch niet tot een |
obligation de réintégration. | re-integratieverplichting. |
Par la disposition en cause, le législateur entendait répondre à cette | De wetgever is met de in het geding zijnde bepaling willen |
différence d'opposabilité de statut en prévoyant pour l'enseignement | tegemoetkomen aan dat verschil in afdwingbaarheid van het statuut, |
libre subventionné une « obligation de réintégration indirecte, par la | door voor het gesubsidieerd vrij onderwijs te voorzien in een « |
poursuite, en vertu d'une décision prononcée par une juridiction du | onrechtstreekse reïntegratieverplichting, door middel van het verder |
travail, de l'attribution des subventions-traitements au membre du | toekennen, na uitspraak van een arbeidsgerecht, van de weddetoelagen |
personnel indûment licencié » (Doc. parl., Conseil flamand, 1988-1989, | aan het ten onrechte ontslagen personeelslid » (Parl. St., Vlaamse |
n° 222/1, p. 16). | Raad, 1988-1989, nr. 222/1, p. 16). |
B.8.2. La mesure en cause vise donc à réaliser l'égalité de traitement | B.8.2. De in het geding zijnde maatregel strekt er aldus toe de |
des membres du personnel des établissements d'enseignement, qui est | gelijke behandeling van de personeelsleden van de |
garantie par l'article 24, § 4, de la Constitution. Elle ne saurait en soi être considérée comme une atteinte à la liberté d'enseignement, sauf s'il devait s'avérer que les restrictions concrètes mises à cette liberté par la disposition en cause ne seraient pas raisonnablement justifiées. B.8.3. Le législateur décrétal peut attacher des sanctions financières au non-respect par les pouvoirs organisateurs de l'enseignement libre subventionné des dispositions décrétales impératives qui règlent le statut des membres de leur personnel. Il n'est en outre pas sans justification raisonnable de prévoir la récupération et la retenue de la subvention-traitement pour un emploi dont un membre du personnel nommé à titre définitif a été licencié irrégulièrement et | onderwijsinstellingen, zoals gewaarborgd bij artikel 24, § 4, van de Grondwet, te bewerkstelligen. Zij kan als dusdanig niet worden beschouwd als een inbreuk op de vrijheid van onderwijs, behoudens indien zou blijken dat de concrete beperkingen die door de in het geding zijnde bepaling aan die vrijheid worden gesteld, niet redelijk verantwoord zouden zijn. B.8.3. De decreetgever vermag financiële sancties te koppelen aan de niet-naleving door de inrichtende machten van het gesubsidieerd vrij onderwijs van de dwingende decreetsbepalingen die het statuut van hun personeelsleden regelen. Het is daarbij niet zonder redelijke verantwoording om te voorzien in een terugvordering en een inhouding van een salaristoelage voor een betrekking waaruit een vastbenoemd personeelslid op onrechtmatige wijze werd ontslagen, waarbij die |
l'attribution directe de cette subvention-traitement au membre du | salaristoelage rechtstreeks wordt toegekend aan het onrechtmatig |
personnel irrégulièrement licencié. Cette mesure a donc pour effet de | ontslagen personeelslid. Die maatregel heeft aldus tot gevolg dat de |
rendre le pouvoir organisateur financièrement responsable lorsqu'il | inrichtende macht financieel verantwoordelijk wordt gesteld voor het |
met fin de façon irrégulière à une nomination définitive et de | onrechtmatig beëindigen van een vaste benoeming, terwijl de |
renforcer en même temps le statut des membres du personnel nommés à titre définitif dans l'enseignement libre subventionné. Cette perte de la subvention-traitement sortit ses effets pour autant seulement que la juridiction du travail ait jugé que le licenciement du membre du personnel nommé à titre définitif est irrégulier. En outre, le pouvoir organisateur peut mettre fin lui-même à la perte de la subvention-traitement en rectifiant l'acte irrégulier ou en offrant au membre du personnel concerné un emploi dans la même fonction et aux mêmes conditions statutaires. B.8.4. La mesure en cause ne porte pas atteinte de manière disproportionnée à la liberté d'enseignement garantie par l'article | rechtspositie van de vastbenoemde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs wordt verstevigd. Dat verlies van de salaristoelage heeft slechts uitwerking in zoverre het arbeidsgerecht heeft geoordeeld dat het ontslag van het vastbenoemd personeelslid onrechtmatig is. Bovendien kan de inrichtende macht zelf een einde maken aan het verlies van de salaristoelage, met name door de onregelmatige handeling te herstellen of het betrokken personeelslid een betrekking in hetzelfde ambt met eenzelfde statutaire toestand aan te bieden. B.8.4. De in het geding zijnde maatregel doet niet op onevenredige |
24, § 1er, de la Constitution. | wijze afbreuk aan de bij artikel 24, § 1, van de Grondwet gewaarborgde |
vrijheid van onderwijs. | |
B.9. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.9. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 28, § 2, de la loi du 29 mai 1959 modifiant certaines | Artikel 28, § 2, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige |
dispositions de la législation de l'enseignement ne viole pas les articles 10, 11 et 24, § 1er, de la Constitution. | bepalingen van de onderwijswetgeving schendt de artikelen 10, 11 en 24, § 1, van de Grondwet niet. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 19 octobre 2017. | op 19 oktober 2017. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
E. De Groot | E. De Groot |