← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 98/2017 du 19 juillet 2017 Numéro du rôle : 6477 En cause :
la question préjudicielle relative aux articles 1792 et 2270 du Code civil, posée par la Cour d'appel
de Bruxelles. La Cour constitutionnelle, composée de après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de
la question préjudicielle et procédu(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 98/2017 du 19 juillet 2017 Numéro du rôle : 6477 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 1792 et 2270 du Code civil, posée par la Cour d'appel de Bruxelles. La Cour constitutionnelle, composée de après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédu(...) | Uittreksel uit arrest nr. 98/2017 van 19 juli 2017 Rolnummer : 6477 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel. Het Grondwettelijk Hof, sa wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Extrait de l'arrêt n° 98/2017 du 19 juillet 2017 | Uittreksel uit arrest nr. 98/2017 van 19 juli 2017 |
| Numéro du rôle : 6477 | Rolnummer : 6477 |
| En cause : la question préjudicielle relative aux articles 1792 et | In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 1792 en 2270 |
| 2270 du Code civil, posée par la Cour d'appel de Bruxelles. | van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te |
| La Cour constitutionnelle, | Brussel. Het Grondwettelijk Hof, |
| composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de |
| Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. | rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. |
| Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée | Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. |
| du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président E. De Groot, | Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
| Par arrêt du 28 juin 2016 en cause de la SA « Pellikaan Bouwbedrijf » | Bij arrest van 28 juni 2016 in zake de nv « Pellikaan Bouwbedrijf » |
| contre l'association des copropriétaires « Résidence Jardins de | tegen de vereniging van mede-eigenaars « Résidence Jardins de Babylone |
| Babylone » et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | » en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is |
| Cour le 11 juillet 2016, la Cour d'appel de Bruxelles a posé la | ingekomen op 11 juli 2016, heeft het Hof van Beroep te Brussel de |
| question préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Les articles 1792 et 2270 du Code civil violent-ils les articles 10 | « Schenden de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek de |
| et 11 de la Constitution, interprétés en ce sens que ces dispositions | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat |
| prévoient un délai de forclusion de dix ans qui déroge au droit commun | deze bepalingen voorzien in een vervaltermijn van tien jaar die |
| de la prescription pour les actions personnelles (à l'époque l'article | afwijkt van de gemeenrechtelijke verjaringsregel voor persoonlijke |
| 2262 du Code civil et actuellement l'article 2262bis, § 1er, du Code | rechtsvorderingen (destijds artikel 2262 van het Burgerlijk Wetboek en |
| thans artikel 2262bis, § 1, van het Burgerlijk Wetboek), zodat de | |
| rechtsvordering van een opdrachtgever die te maken heeft met een | |
| civil), de sorte que l'action d'un maître d'ouvrage qui porte sur un | ernstig gebrek dat de stevigheid van het gebouw in gevaar brengt, |
| vice grave affectant la solidité du bâtiment est traitée moins | minder gunstig wordt behandeld dan de rechtsvordering van de |
| favorablement que l'action du maître d'ouvrage qui a, lors de la | opdrachtgever die bij de voorlopige oplevering-aanvaarding een |
| réception provisoire-agréation, fait une observation concernant un | opmerking heeft gemaakt over een zichtbaar gebrek dat de stevigheid |
| vice apparent qui n'affecte pas la solidité du bâtiment ou que | van het gebouw niet in gevaar brengt of van de opdrachtgever die zich |
| l'action du maître d'ouvrage qui se plaint d'un vice caché qui | beklaagt over een verborgen gebrek dat de stevigheid van het gebouw |
| n'affecte pas la solidité du bâtiment ? ». | niet in gevaar brengt ? ». |
| (...) | (...) |
| III. En droit | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. La Cour est interrogée sur la compatibilité, avec les articles 10 | B.1. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid met de |
| et 11 de la Constitution, des articles 1792 et 2270 du Code civil, | artikelen 10 en 11 van de Grondwet van de artikelen 1792 en 2270 van |
| interprétés en ce sens que ces dispositions prévoient un délai de | het Burgerlijk Wetboek, in de interpretatie dat die bepalingen |
| forclusion de dix ans qui déroge au droit commun de la prescription | voorzien in een vervaltermijn van tien jaar die afwijkt van de |
| pour les actions personnelles (à l'époque, l'article 2262 du Code civil, et actuellement, l'article 2262bis, § 1er, du Code civil), de sorte que l'action du maître de l'ouvrage qui porte sur un vice grave affectant la solidité du bâtiment est traitée moins favorablement que l'action du maître de l'ouvrage qui a, lors de la réception provisoire-agréation, fait une observation concernant un vice apparent qui n'affecte pas la solidité du bâtiment ou que l'action du maître de l'ouvrage qui se plaint d'un vice caché qui n'affecte pas la solidité du bâtiment. | gemeenrechtelijke verjaringstermijn voor persoonlijke rechtsvorderingen (destijds artikel 2262, thans artikel 2262bis, § 1, van het Burgerlijk Wetboek), zodat de rechtsvordering van de opdrachtgever van bouwwerken die te maken heeft met een ernstig gebrek dat de stevigheid van het gebouw in gevaar brengt, minder gunstig wordt behandeld dan de rechtsvordering van de opdrachtgever die bij de voorlopige oplevering-aanvaarding een opmerking heeft gemaakt over een zichtbaar gebrek dat de stevigheid van het gebouw niet in gevaar brengt of dan de rechtsvordering van de opdrachtgever die zich beklaagt over een verborgen gebrek dat de stevigheid van het gebouw niet in gevaar brengt. |
| B.2. L'article 1792 du Code civil dispose : | B.2. Artikel 1792 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : |
| « Si l'édifice construit à prix fait périt en tout ou en partie par le | « Indien een gebouw dat tegen vaste prijs is opgericht, geheel of |
| vice de la construction, même par le vice du sol, les architecte et | gedeeltelijk teniet gaat door een gebrek in de bouw, zelfs door de |
| ongeschiktheid van de grond, zijn de architect en de aannemer daarvoor | |
| entrepreneur en sont responsables pendant dix ans ». | gedurende tien jaren aansprakelijk ». |
| L'article 2270 du même Code dispose : | Artikel 2270 van hetzelfde Wetboek bepaalt : |
| « Na verloop van tien jaren zijn architecten en aannemers ontslagen | |
| « Après dix ans, l'architecte et les entrepreneurs sont déchargés de | van hun aansprakelijkheid met betrekking tot de grote werken die zij |
| la garantie des gros ouvrages qu'ils ont faits ou dirigés ». | hebben uitgevoerd of geleid ». |
| L'article 2262bis, § 1er, alinéa 1er, du même Code dispose : | Artikel 2262bis, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek bepaalt : |
| « Toutes les actions personnelles sont prescrites par dix ans ». | « Alle persoonlijke rechtsvorderingen verjaren door verloop van tien jaar ». |
| B.3.1. Selon le Conseil des ministres, la réponse à la question | B.3.1. Volgens de Ministerraad zou het antwoord op de prejudiciële |
| préjudicielle ne serait de toute évidence pas utile pour trancher le | vraag klaarblijkelijk niet nuttig zijn voor de beslechting van het |
| litige soumis au juge a quo, puisque les articles 1792 et 2270 du Code civil ne s'appliqueraient manifestement pas à ce litige. B.3.2. Il revient en règle au juge a quo qui interroge la Cour de déterminer les normes applicables au litige dont il est saisi, et plus généralement, d'apprécier si la réponse à une question préjudicielle est utile à la solution de ce litige. Ce n'est que lorsque la réponse n'est manifestement pas utile à la solution du litige, notamment parce que les normes en cause ne sont manifestement pas applicables à celui-ci, que la Cour peut décider que la question préjudicielle n'appelle pas de réponse, ce qui n'est pas le cas en l'espèce. L'exception est rejetée. B.4.1. Dans l'interprétation que leur donne le juge a quo, les | bodemgeschil, vermits de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek op dat geschil klaarblijkelijk niet van toepassing zouden zijn. B.3.2. In de regel komt het de verwijzende rechter die het Hof een vraag stelt toe vast te stellen welke de normen zijn die toepasselijk zijn op het aan hem voorgelegde geschil, en, algemener, na te gaan of het antwoord op een prejudiciële vraag nuttig is om dat geschil te beslechten. Enkel wanneer het antwoord klaarblijkelijk niet nuttig is om het geschil te beslechten, met name omdat de in het geding zijnde normen klaarblijkelijk niet erop van toepassing zijn, vermag het Hof te beslissen dat de prejudiciële vraag geen antwoord behoeft, wat te dezen niet het geval is. De exceptie wordt verworpen. B.4.1. In de interpretatie van de verwijzende rechter voorzien de |
| articles 1792 et 2270 du Code civil prévoient un délai de forclusion | artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek in een van het |
| de dix ans, dérogatoire au droit commun, pour l'action du maître de | gemeen recht afwijkende, tienjarige vervaltermijn voor de |
| l'ouvrage confronté à un vice grave mettant en péril la solidité de | rechtsvordering van de opdrachtgever van bouwwerken die geconfronteerd |
| wordt met een ernstig gebrek dat de stevigheid van het gebouw in | |
| l'édifice. | gevaar brengt. |
| B.4.2. Il appartient en règle au juge a quo d'interpréter les | B.4.2. Het staat in de regel aan de verwijzende rechter om de |
| dispositions qu'il estime applicables, sous réserve d'une lecture | bepalingen die hij van toepassing acht te interpreteren, onder |
| manifestement erronée de la disposition en cause, ce qui n'est pas le | voorbehoud van een kennelijk verkeerde lezing van de in het geding |
| cas en l'espèce. La Cour de cassation considère également que le délai | zijnde bepaling, wat te dezen niet het geval is. Het Hof van Cassatie |
| prévu par les articles 1792 et 2270 du Code civil est un délai de | is eveneens van oordeel dat de in de artikelen 1792 en 2270 van het |
| Burgerlijk Wetboek bedoelde termijn een « fatale termijn » is die niet | |
| forclusion qui ne peut être ni interrompu ni suspendu (Cass., 22 | geschorst noch gestuit kan worden (Cass., 22 december 2006, Arr. |
| décembre 2006, Pas., n° 670). | Cass., 2006, nr. 670). |
| La Cour examine en conséquence la différence de traitement dans | Het Hof onderzoekt het verschil in behandeling dan ook in de |
| l'interprétation que lui donne le juge a quo. | interpretatie van de verwijzende rechter. |
| B.5.1. La différence de traitement entre certaines catégories de | B.5.1. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van |
| personnes qui découle de l'application de règles procédurales | personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende |
| différentes dans des circonstances différentes n'est pas | procedureregels in verschillende omstandigheden, houdt op zich geen |
| discriminatoire en soi. Il ne pourrait être question de discrimination | discriminatie in. Van discriminatie zou slechts sprake zijn indien het |
| que si la différence de traitement qui découle de l'application de ces | verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van die |
| règles de procédure entraînait une limitation disproportionnée des | procedureregels een onevenredige beperking van de rechten van de |
| droits des personnes concernées. | daarbij betrokken personen met zich zou meebrengen. |
| B.5.2. A la différence de l'action du maître de l'ouvrage confronté à | B.5.2. In tegenstelling tot de vordering van de opdrachtgever van |
| un vice qui ne met pas en péril la solidité de l'édifice, qu'il | bouwwerken die geconfronteerd wordt met een gebrek dat de stevigheid |
| van het gebouw niet in gevaar brengt, zij het een zichtbaar gebrek | |
| s'agisse d'un vice apparent, pour lequel des réserves ont été | waarvoor bij de oplevering voorbehoud werd gemaakt, dan wel een |
| formulées lors de la réception, ou d'un vice caché, qui est soumise au | verborgen gebrek, waarop de verjaringstermijn van tien jaar, bepaald |
| délai de prescription de dix ans prévu par l'article 2262bis, § 1er, | in artikel 2262bis, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, van toepassing |
| du Code civil, délai qui peut être interrompu ou suspendu, l'action du | is, termijn die kan worden gestuit of geschorst, is op de vordering |
| maître de l'ouvrage confronté à un vice grave mettant en péril la | van de opdrachtgever die geconfronteerd wordt met een ernstig gebrek |
| solidité de l'édifice est soumise au délai de forclusion de dix ans | dat de stevigheid van het gebouw in gevaar brengt, de vervaltermijn |
| prévu par les articles 1792 et 2270 du Code civil, délai qui ne peut | van tien jaar, bepaald in de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk |
| être ni interrompu ni suspendu. La Cour doit vérifier si cette | Wetboek, van toepassing, termijn die niet kan worden gestuit of |
| geschorst. Het Hof dient na te gaan of dat verschil in behandeling | |
| différence de traitement n'entraîne pas une limitation | geen onevenredige beperking met zich meebrengt van de rechten van de |
| disproportionnée des droits du maître de l'ouvrage confronté à un vice | opdrachtgever die geconfronteerd wordt met een ernstig gebrek dat de |
| grave mettant en péril la solidité de l'édifice. | stevigheid van het gebouw in gevaar brengt. |
| B.5.3. Les articles 1792 et 2270 du Code civil, en cause, visent | B.5.3. De in het geding zijnde artikelen 1792 en 2270 van het |
| l'intérêt général et plus spécifiquement la protection de la sécurité | Burgerlijk Wetboek streven het algemeen belang en meer bepaald de |
| publique. En prolongeant au-delà de la fin du contrat la | bescherming van de openbare veiligheid na. Door de contractuele |
| responsabilité contractuelle des architectes et des entrepreneurs | aansprakelijkheid voor architecten en aannemers te verlengen na afloop |
| lorsque la solidité du bâtiment construit est menacée, le législateur | van het contract wanneer de stevigheid van het opgerichte gebouw in |
| a voulu protéger les intérêts du maître de l'ouvrage mais aussi | gevaar wordt gebracht, heeft de wetgever de belangen van de |
| opdrachtgever willen beschermen maar ook de openbare veiligheid willen | |
| garantir la sécurité publique menacée par des constructions viciées et | waarborgen die door gebrekkige constructies in gevaar wordt gebracht, |
| assurer la sécurité juridique. La Cour de cassation a d'ailleurs jugé | en de rechtszekerheid willen verzekeren. Het Hof van Cassatie heeft |
| que la responsabilité décennale de l'architecte qui résulte de | trouwens geoordeeld dat de tienjarige aansprakelijkheid van de |
| l'article 1792 du Code civil « est d'ordre public et ne peut dès lors | architect die uit artikel 1792 van het Burgerlijk Wetboek voortvloeit, |
| « van openbare orde [is] en [...] mitsdien contractueel niet [kan] | |
| pas être exclue ou limitée contractuellement » (Cass., 5 septembre | worden uitgesloten of beperkt » (Cass., 5 september 2014, Arr. Cass., |
| 2014, Pas., n° 495). | 2014, nr. 495). |
| Alors que le contrat d'entreprise ou d'architecture se termine | Terwijl de aannemings- of architectuurovereenkomst normaliter wordt |
| normalement par l'agréation des travaux, la responsabilité | |
| contractuelle de l'architecte ou de l'entrepreneur demeure susceptible | beëindigd door de aanvaarding van de werken, blijft de architect of de |
| d'être engagée pendant une période supplémentaire de dix ans pour les | aannemer contractueel aansprakelijk tijdens een bijkomende periode van |
| vices graves. Le législateur a dès lors limité dans le temps la | tien jaar voor ernstige gebreken. De wetgever heeft de tienjarige |
| responsabilité décennale par un délai de forclusion qui échappe aux | aansprakelijkheid bijgevolg beperkt in de tijd via een vervaltermijn |
| causes de suspension et d'interruption prévues aux articles 2242 et | die buiten de in de artikelen 2242 en volgende van het Burgerlijk |
| Wetboek bedoelde schorsings- en stuitingsgronden valt. Het niet | |
| suivants du Code civil. La non-activation de la responsabilité dans un | activeren van de aansprakelijkheid binnen een termijn van tien jaar |
| délai de dix ans entraîne son extinction. Par contre, l'action ne doit | brengt het verval ervan met zich mee. De vordering dient daarentegen |
| pas être introduite dans un délai utile à partir de la découverte du | niet te worden ingesteld binnen een nuttige termijn vanaf de |
| vice (Cass., 4 avril 2003, Pas., 2003, I, n° 227; 2 février 2006, | ontdekking van het gebrek (Cass., 4 april 2003, Arr. Cass., 2003, nr. |
| Pas., 2006, I, n° 69). | 227; 2 februari 2006, Arr. Cass., 2006, nr. 69). |
| B.5.4. La prescription de droit commun prévue par l'article 2262bis du | B.5.4. De in artikel 2262bis van het Burgerlijk Wetboek bedoelde |
| Code civil vise, quant à elle, la responsabilité de droit commun des | gemeenrechtelijke verjaring heeft betrekking op de gemeenrechtelijke |
| architectes ou des entrepreneurs qui peut être mise en oeuvre, sur la | aansprakelijkheid van de architecten of aannemers die, op grond van |
| base de l'article 1147 du Code civil, après la réception, pour vices | artikel 1147 van het Burgerlijk Wetboek, na de oplevering aangevoerd |
| véniels, soit les défauts qui n'affectent pas la solidité des | kan worden wegens lichte gebreken, namelijk tekortkomingen die de |
| bâtiments. Elle n'est pas d'ordre public et peut faire l'objet de | stevigheid van de gebouwen niet in gevaar brengen. Zij is niet van |
| clauses exonératoires ou limitatives, dans les limites du droit | openbare orde en kan het voorwerp uitmaken van ontheffings- of |
| commun, dès lors qu'elle vise la protection du maître de l'ouvrage et | beperkende clausules, binnen de perken van het gemeen recht, aangezien |
| non la sécurité publique. Cette action en responsabilité doit en outre | zij de bescherming van de opdrachtgever en niet de openbare veiligheid |
| beoogt. Die aansprakelijkheidsvordering dient bovendien tijdig te | |
| être introduite en temps utile par le maître de l'ouvrage après la | worden ingesteld door de opdrachtgever na de ontdekking van het gebrek |
| découverte du vice (Cass., 8 avril 1988, Pas., 1988, I, p. 921; 15 | (Cass., 8 april 1988, Arr. Cass., 1988, I, p. 921; 15 september 1994, |
| septembre 1994, Pas., 1994, n° 382). | Arr. Cass., 1994, nr. 382). |
| B.5.5. Le délai de dix ans est par ailleurs suffisant pour apprécier | B.5.5. De termijn van tien jaar volstaat daarenboven om het bestaan |
| l'existence des risques graves couverts par l'article 1792 du Code | van de door artikel 1792 van het Burgerlijk Wetboek gedekte ernstige |
| civil. Par conséquent, la différence de traitement en cause n'est pas | risico's te beoordelen. Bijgevolg is het in het geding zijnde verschil |
| sans justification raisonnable. | in behandeling niet zonder redelijke verantwoording. |
| B.6. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.6. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
| Par ces motifs, | Om die redenen, |
| la Cour | het Hof |
| dit pour droit : | zegt voor recht : |
| Les articles 1792 et 2270 du Code civil ne violent pas les articles 10 | De artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek schenden de |
| et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
| Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
| la Cour constitutionnelle, le 19 juillet 2017. | op 19 juli 2017. |
| Le greffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
| Le président, | De voorzitter, |
| E. De Groot | E. De Groot |