← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 164/2016 du 22 décembre 2016 Numéro du rôle : 6259 En cause
: la question préjudicielle relative à l'article 2.6.1, § 3, 2°, du Code flamand de l'aménagement
du territoire, posée par le Tribunal de première instance La
Cour constitutionnelle, composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges A. (...)"
Extrait de l'arrêt n° 164/2016 du 22 décembre 2016 Numéro du rôle : 6259 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 2.6.1, § 3, 2°, du Code flamand de l'aménagement du territoire, posée par le Tribunal de première instance La Cour constitutionnelle, composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges A. (...) | Uittreksel uit arrest nr. 164/2016 van 22 december 2016 Rolnummer 6259 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2.6.1, § 3, 2°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaand Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de recht(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 164/2016 du 22 décembre 2016 | Uittreksel uit arrest nr. 164/2016 van 22 december 2016 |
Numéro du rôle : 6259 | Rolnummer 6259 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 2.6.1, § 3, | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2.6.1, § 3, 2°, |
2°, du Code flamand de l'aménagement du territoire, posée par le | van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gesteld door de Rechtbank |
Tribunal de première instance de Flandre occidentale, division Bruges. | van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges A. | samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de |
Alen, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul, F. | rechters A. Alen, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. |
Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier F. Meersschaut, | Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. |
présidée par le président E. De Groot, | Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 26 juin 2015 en cause de Hilair Osstyn contre la | Bij vonnis van 26 juni 2015 in zake Hilair Osstyn tegen de provincie |
province de Flandre occidentale, dont l'expédition est parvenue au | West-Vlaanderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is |
greffe de la Cour le 8 septembre 2015, le Tribunal de première | ingekomen op 8 september 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg |
instance de Flandre occidentale, division Bruges, a posé la question | West-Vlaanderen, afdeling Brugge, de volgende prejudiciële vraag |
préjudicielle suivante : | gesteld : |
« L'article 2.6.1, § 3, 2°, du Code flamand de l'aménagement du | « Schendt artikel 2.6.1, § 3, 2° Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening de |
territoire viole-t-il l'article 16 de la Constitution et l'article 1 | artikelen 16 Grondwet en 1 EAP EVRM, genomen in samenhang met het |
du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits | |
de l'homme, lus en combinaison avec le principe d'égalité et de | |
non-discrimination contenu dans les articles 10 et 11 de la | gelijkheids- en non discriminatiebeginsel uit art. 10 en 11 Grondwet, |
Constitution, dans la mesure où cette disposition permet qu'il soit | |
tenu compte de la ' politique urbanistique ' de l'administration afin | [...] in de mate deze bepaling toelaat dat met het ' stedenbouwkundig |
de déterminer si des terrains entrent en considération pour l'octroi | beleid ' van het bestuur rekening wordt gehouden om te bepalen of |
d'une indemnité pour les dommages résultant de la planification, même | gronden in aanmerking komen voor de toekenning van planschade, zelfs |
s'il s'agit de terrains qui entrent en considération pour la | indien het gaat om gronden die op grond van de vigerende bestemming en |
construction en vertu de l'affectation en vigueur et des normes | wettelijke normen (sensu lato) in aanmerking komen voor bebouwing, en |
légales (au sens large) et qui satisfont aux conditions de | die voldoen aan de voorwaarden voor objectieve bebouwbaarheid of |
constructibilité ou de lotissement objectifs, ce qui impliquerait que | verkavelbaarheid, waardoor de vergoedingsplicht inzake planschade |
l'obligation d'indemnisation des dommages résultant de la | |
planification serait entièrement tributaire de la politique propre de | volledig afhankelijk zou worden gesteld van het eigen beleid van het |
l'administration, et ce en violation du principe de proportionnalité | bestuur, één en ander in strijd met het evenredigheidsbeginsel [en] |
et du principe de la juste indemnité en cas [de restrictions du droit | het principe van de billijke schadeloosstelling bij |
de propriété] ? ». | [eigendomsbeperkingen] ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la disposition en cause | Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling |
B.1. Le juge a quo interroge la Cour sur l'action en indemnisation des | B.1. De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over de vordering tot |
dommages résultant de la planification spatiale, telle qu'elle est | vergoeding van planschade, zoals geregeld in de Vlaamse Codex |
réglée dans le Code flamand de l'aménagement du territoire. | Ruimtelijke Ordening (hierna : VCRO). |
L'article 2.6.1 du Code flamand de l'aménagement du territoire dispose | Artikel 2.6.1 van de VCRO bepaalt : |
: « § 1er. Les plans d'exécution spatiaux peuvent faire naître des | « § 1. De ruimtelijke uitvoeringsplannen kunnen erfdienstbaarheden van |
servitudes d'utilité publique et comporter des restrictions de | openbaar nut doen ontstaan en eigendomsbeperkingen inhouden, met |
propriété, en ce compris des interdictions de construire. | inbegrip van bouwverbod. |
Dans les cas visés aux § 2 et § 3, une interdiction de construire ou | In de gevallen, vermeld in § 2 en § 3, kan een bouw- of |
de lotir peut donner lieu à une indemnisation limitée, appelée | verkavelingsverbod aanleiding geven tot een beperkte schadevergoeding, |
indemnisation des dommages résultant de la planification spatiale. | planschadevergoeding genaamd. |
§ 2. L'indemnisation des dommages résultant de la planification | § 2. Planschadevergoeding wordt toegekend wanneer, op basis van een in |
spatiale est accordée lorsque, en vertu d'un plan d'exécution spatial | werking getreden ruimtelijk uitvoeringsplan, een perceel niet meer in |
entré en vigueur, une parcelle n'entre plus en ligne de compte pour un | aanmerking komt voor een vergunning om te bouwen, vermeld in artikel |
permis de construire, tel que visé à l'article 4.2.1, 1°, ou de lotir, | 4.2.1, 1°, of te verkavelen, terwijl het de dag voorafgaand aan de |
alors qu'il entrait encore en ligne de compte pour un permis de | inwerkingtreding van dat definitieve plan wel in aanmerking kwam voor |
construire ou de lotir la veille de l'entrée en vigueur de ce plan | een vergunning om te bouwen of te verkavelen. |
définitif. § 3. Pour l'application de l'indemnisation des dommages résultant de | § 3. Voor de toepassing van planschadevergoeding moet bovendien aan |
la planification spatiale, les critères cumulatifs suivants doivent de | volgende criteria samen worden voldaan op de dag voorafgaand aan de |
surcroît être remplis la veille de l'entrée en vigueur du plan | inwerkingtreding van het definitieve plan : |
définitif : 1° la parcelle doit être située le long d'une route suffisamment | 1° het perceel moet gelegen zijn aan een voldoende uitgeruste weg |
équipée, conformément à l'article 4.3.5, § 1er; | overeenkomstig artikel 4.3.5, § 1; |
2° la parcelle doit entrer en ligne de compte pour l'édification d'une | 2° het perceel moet stedenbouwkundig en bouwtechnisch voor bebouwing |
construction sur le plan de l'urbanisme et de la technique de | |
construction; | in aanmerking komen; |
3° la parcelle doit être située dans une zone constructible, comme | 3° het perceel moet gelegen zijn binnen een bebouwbare zone zoals |
définie dans un plan d'aménagement ou dans un plan d'exécution | bepaald in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan; |
spatial; 4° seuls les 50 premiers mètres à partir de l'alignement entrent en ligne de compte pour les dommages résultant de la planification spatiale. Le critère visé au premier alinéa, 1°, ne s'applique toutefois pas aux parcelles sur lesquelles sont situés les bâtiments d'entreprise et l'habitation des exploitants d'une entreprise agricole ou horticole existante. § 4. Aucune indemnisation de dommages résultant de la planification spatiale n'est due dans les cas suivants : 1° lors d'une interdiction de construire ou de lotir à la suite d'une décision d'expropriation établie, et le cas échéant, approuvée; 2° en cas d'interdiction de bâtir sur une plus grande superficie que celle qui est autorisée par le plan d'exécution spatial, ou dans le cadre d'un lotissement, de dépasser la densité de construction déterminée par le plan; 3° en cas d'interdiction de poursuivre l'exploitation d'entreprises dangereuses, insalubres et provoquant des nuisances après l'expiration du délai pour lequel le permis écologique avait été accordé; 4° en cas d'interdiction de construire sur une parcelle de terrain qui ne présente pas les dimensions minimales stipulées dans un plan d'exécution spatial; | 4° enkel de eerste 50 meter vanaf de rooilijn komt in aanmerking voor planschade. Het criterium, vermeld in het eerste lid, 1°, geldt evenwel niet voor de percelen waarop de bedrijfsgebouwen en de exploitantenwoning van een bestaand land- of tuinbouwbedrijf gelegen zijn. § 4. Er is geen planschadevergoeding verschuldigd in de volgende gevallen : 1° bij verbod te bouwen of te verkavelen als gevolg van een vastgestelde en, in voorkomend geval, goedgekeurde onteigeningsbeslissing; 2° bij verbod een grotere oppervlakte van een perceel te bebouwen dan het ruimtelijk uitvoeringsplan toelaat, of bij een verkaveling de door het plan bepaalde bebouwingsdichtheid te overschrijden; 3° bij verbod de exploitatie van gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke bedrijven voort te zetten na het verstrijken van de tijd waarvoor de milieuvergunning was verleend; 4° bij verbod te bouwen op een stuk grond dat de minimumafmetingen, vastgesteld in een ruimtelijk uitvoeringsplan, niet heeft; |
5° en cas d'interdiction de construire ou de lotir en dehors des | 5° bij verbod te bouwen of te verkavelen buiten de bebouwde kernen |
agglomérations en raison d'exigences impératives de la sécurité | wegens de dwingende eisen van de verkeersveiligheid; |
routière; 6° en cas d'interdiction de lotir un terrain dont le permis de lotir | 6° bij verbod een stuk grond te verkavelen waarvoor een vroeger |
accordé antérieurement était échu à la date de l'entrée en vigueur du | verleende verkavelingsvergunning vervallen was op de datum van de |
plan d'exécution spatial ou du plan d'aménagement contenant | inwerkingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg |
l'interdiction visée; | dat vermeld verbod inhoudt; |
7° pour les bâtiments ou installations fixes détruits par une | 7° voor de gebouwen of vaststaande inrichtingen, vernield door een |
catastrophe naturelle, lorsque l'interdiction de leur reconstruction | natuurramp, als het verbod van hun wederopbouw voortvloeit uit artikel |
découle de l'article 12, § 3, premier alinéa de la loi du 12 juillet | 12, § 3, eerste lid van de wet van 12 juli 1976 betreffende het |
1976 relative à la réparation de dommages certains provoqués à des | herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door |
biens privés par des catastrophes naturelles; | natuurrampen; |
8° en cas de refus d'une demande de modification de la fonction d'un | 8° bij weigering van een aanvraag om de functie van een gebouw te |
bâtiment; | wijzigen; |
9° lorsque la moins-value calculée conformément à l'article 2.6.2, § 1er, | 9° wanneer de overeenkomstig artikel 2.6.2, § 1, berekende |
waardevermindering die voor schadeloosstelling in aanmerking komt, | |
et entrant en ligne de compte pour une indemnisation, ne dépasse pas | niet meer bedraagt dan twintig ten honderd van de waarde van het goed |
vingt pour cent de la valeur du bien au moment de l'acquisition, | op het ogenblik van de verwerving, geactualiseerd tot op de dag van |
actualisée jusqu'à la date de naissance du droit à l'indemnisation et | het ontstaan van het recht op vergoeding en verhoogd met de lasten en |
majorée des charges et frais; | kosten; |
10° lorsque les dommages entrent en ligne de compte pour une | 10° wanneer de schade in aanmerking komt voor een compensatie, vermeld |
compensation mentionnée dans le livre 6, titre 2 ou titre 3, du décret | in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 |
du 27 mars 2009 relatif à la politique foncière et immobilière; | betreffende het grond- en pandenbeleid; |
11° si la parcelle est reprise dans un plan d'échange de terres, tel | 11° als het perceel is opgenomen in een grondruilplan als vermeld in |
que visé à l'article 2.1.65 du décret du 28 mars 2014 relatif à la | artikel 2.1.65 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de |
rénovation rurale ». | landinrichting ». |
L'article 2.6.2 du Code flamand de l'aménagement du territoire dispose | Artikel 2.6.2 van de VCRO bepaalt : |
: « § 1er. La moins-value entrant en ligne de compte pour une | « § 1. De waardevermindering die voor de planschadevergoeding in |
indemnisation des dommages résultant de la planification spatiale doit | aanmerking komt, dient te worden geraamd als het verschil tussen de |
être estimée comme étant la différence entre la valeur du bien au | waarde van dat goed op het ogenblik van de verwerving, geactualiseerd |
moment de l'acquisition, actualisée jusqu'au jour de la naissance du | tot op de dag van het ontstaan van het recht op schadevergoeding, |
droit à l'indemnisation, majorée des charges et frais, avant l'entrée | verhoogd met de lasten en kosten, vóór de inwerkingtreding van het |
en vigueur du plan d'exécution spatial et la valeur de ce bien au | ruimtelijk uitvoeringsplan en de waarde van dat goed op het ogenblik |
moment de la naissance du droit à l'indemnisation après l'entrée en | van het ontstaan van het recht op schadevergoeding na de |
vigueur de ce plan d'exécution spatial. | inwerkingtreding van dat ruimtelijk uitvoeringsplan. |
[...] | [...] |
Seule la moins-value découlant du plan, visée à l'article 2.6.1, § 2, | Enkel de waardevermindering voortvloeiend uit het plan, vermeld in |
peut entrer en ligne de compte pour une indemnisation des dommages | artikel 2.6.1, § 2, kan in aanmerking komen voor planschadevergoeding. |
résultant de la planification spatiale. | |
Le droit à l'indemnisation des dommages résultant de la planification | Het recht op planschadevergoeding ontstaat ofwel bij een overdracht |
spatiale naît soit lors de la cession du bien à titre onéreux, soit | onder bezwarende titel van het goed, ofwel bij inbreng van het goed in |
lors de l'apport du bien dans une société, soit lors du refus d'un | een vennootschap, ofwel bij de weigering van een vergunning om te |
permis de construire ou d'un permis de lotir, soit lors de la | bouwen of een verkavelingsvergunning, ofwel bij het afleveren van een |
délivrance d'une autorisation urbanistique négative. | negatief stedenbouwkundig attest. |
[...] | [...] |
§ 2. L'indemnisation des dommages résultant de la planification | § 2. De planschadevergoeding bedraagt tachtig percent van de |
spatiale s'élève à quatre-vingts pour cent de moins-value. | waardevermindering. |
[...] ». L'article 2.6.3 du Code flamand de l'aménagement du territoire dispose : « Les actions en paiement de l'indemnisation des dommages résultant de la planification spatiale relèvent, quel qu'en soit le montant, de la compétence des tribunaux de première instance. L'indemnisation des dommages résultant de la planification spatiale est due par l'autorité qui a établi le plan d'exécution spatial ayant donné lieu à de tels dommages ». B.2. Le Code flamand de l'aménagement du territoire a été élaboré en 2009 dans le but de coordonner les dispositions du décret du 18 mai 1999 portant organisation de l'aménagement du territoire (ci-après : | [...] ». Artikel 2.6.3 van de VCRO bepaalt : « De vorderingen tot betaling van planschadevergoedingen, ongeacht het bedrag ervan, behoren tot de bevoegdheid van de rechtbanken van eerste aanleg. De planschadevergoeding is verschuldigd door de overheid die het ruimtelijk uitvoeringsplan opmaakte waardoor de planschade is ontstaan ». B.2. De VCRO is in 2009 tot stand gekomen als een coördinatie van de bepalingen van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van |
le décret du 18 mai 1999) et de l'article 90bis du décret forestier du | de ruimtelijke ordening (hierna : DRO) en van artikel 90bis van het |
13 juin 1990 (article 1er de l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 | bosdecreet van 13 juni 1990 (artikel 1 van het besluit van de Vlaamse |
mai 2009 portant coordination de la législation décrétale relative à | Regering van 15 mei 2009 houdende coördinatie van de decreetgeving op |
l'aménagement du territoire). L'article 2.6.1, § 3, du Code flamand de | de ruimtelijke ordening). Artikel 2.6.1, § 3, van de VCRO verschilt |
l'aménagement du territoire ne diffère pas de l'article 84, § 3, du | niet van artikel 84, § 3, van het DRO. |
décret du 18 mai 1999. | |
B.3.1. Les travaux préparatoires de l'article 84, § 3, du décret du 18 | B.3.1. De parlementaire voorbereiding van artikel 84, § 3, van het DRO |
mai 1999 mentionnent ce qui suit : | vermeldt : |
« § 3. Le présent paragraphe précise un certain nombre de critères | « § 3. In deze paragraaf worden een aantal bijkomende criteria bepaald |
supplémentaires auxquels il doit être satisfait de manière cumulative | |
pour qu'une parcelle puisse entrer en ligne de compte en vue d'une | waaraan cumulatief dient te zijn voldaan opdat een perceel in |
indemnité de réparation des dommages résultant de la planification | aanmerking kan komen voor planschadevergoeding. Deze voorwaarden |
spatiale. Ces conditions sont fixées parce que l'indemnité de dommages | worden gesteld omdat de planschadevergoeding enkel wordt verleend voor |
résultant de la planification spatiale n'est accordée que pour des | |
parcelles ayant le caractère de terrain à bâtir. | percelen die het karakter van bouwgrond hebben. |
Le point 2 contient la condition que la parcelle doit entrer en ligne | Onder punt 2 wordt de voorwaarde gesteld dat het perceel |
de compte pour la construction, du point de vue urbanistique et | stedenbouwkundig en technisch voor bebouwing in aanmerking moet komen. |
technique. Il est évidemment possible de bâtir sur tous les terrains, | Het is natuurlijk mogelijk op elke grond te bouwen, maar daarom |
mais ceux-ci n'acquièrent pas pour autant le statut de terrain à | verkrijgt de grond nog niet het karakter van bouwgrond. In de |
bâtir. La jurisprudence et la doctrine dominantes confèrent d'ores et | heersende rechtspraak en rechtsleer is reeds op bevredigende wijze |
déjà à ce critère un contenu satisfaisant. Sont exclus les terrains | invulling gegeven aan dit criterium. Gronden die van nature niet |
qui, par nature, ne conviennent pas à la construction à moins d'en | geschikt zijn om erop te bouwen, tenzij door er op kunstmatige wijze |
changer artificiellement le caractère afin de rendre le terrain | het karakter ervan te veranderen om de grond bouwrijp te maken, worden |
constructible. | uitgesloten. |
Le point 3 pose explicitement la condition que la parcelle soit située dans une zone constructible, fixée dans un plan d'aménagement ou dans un plan d'exécution spatial. Sont exclues les parcelles qui ont déjà été réservées, dans un plan d'aménagement ou un plan d'exécution spatial, à d'autres fins que la construction, par exemple les espaces verts. La condition mentionnée au point 2, à savoir l'exigence que la parcelle soit adjacente à une voie suffisamment équipée, ne s'applique pas à l'obtention d'une indemnité de réparation de dommages résultant de la planification spatiale pour les entreprises agricoles existantes et leur siège d'exploitation, étant donné que ces bâtiments ne remplissent pas toujours cette condition en raison de leur nature. Seuls les cinquante premiers mètres à partir de l'alignement entrent en ligne de compte pour une indemnité de réparation des dommages résultant de la planification spatiale (point 4). Cette limitation découle d'une part déjà de l'exigence de situation le long d'une voie | Onder punt 3 wordt uitdrukkelijk de voorwaarde gesteld dat het perceel moet gelegen zijn binnen een bebouwbare zone zoals bepaald in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan. Percelen die in een plan van aanleg of uitvoeringsplan reeds gereserveerd werden voor andere doeleinden dan bebouwing, bijvoorbeeld groene ruimten, worden uitgesloten. De voorwaarden vermeld onder punt 2, met name de vereiste van ligging aan een voldoende uitgeruste weg, is niet van toepassing op het bekomen van een planschadevergoeding voor bestaande landbouwbedrijven en hun exploitantenwoning, gezien deze gebouwen wegens hun aard niet altijd voldoen aan die voorwaarde. Alleen de eerste vijftig meter vanaf de rooilijn komt in aanmerking voor een planschadevergoeding (punt 4). Deze beperking vloeit enerzijds reeds voort uit de vereiste van ligging aan een voldoende |
suffisamment équipée et est tirée de l'analyse de la jurisprudence | uitgeruste weg, en is overgenomen uit de analyse van de heersende |
dominante qui en a déduit la règle des 50 mètres. La profondeur de 50 | rechtspraak die hieruit de 50 meter-regel ontwikkelde. De diepte van |
mètres à partir de l'alignement est la profondeur de construction | 50 meter vanaf de rooilijn is de algemeen gangbare bouwdiepte. De |
usuelle. Les terrains de fond qui sont situés au-delà de la première | |
bande de 50 mètres n'entrent pas en ligne de compte pour une indemnité | achterliggende gronden die zich verder dan de eerste strook van 50 |
de réparation des dommages résultant de la planification spatiale | meter situeren komen niet voor planschadevergoeding in aanmerking (zie |
(cf., entre autres, Cour de cassation, n° 7008, 30 novembre 1999) » | onder meer Hof van Cassatie, nr. 7028, 30 november 1990) » (Parl. St., |
(Doc. parl., Parlement flamand, 1998-1999, n° 1332/1, p. 46). | Vlaams Parlement, 1998-1999, nr. 1332/1, p. 46). |
B.3.2. L'article 84, § 3, du décret du 18 mai 1999 découle lui-même de | |
l'article 35 du décret relatif à l'aménagement du territoire, | B.3.2. Artikel 84, § 3, van het DRO vloeit zelf voort uit artikel 35 |
coordonné le 22 octobre 1996 (ci-après : le décret du 22 octobre | van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op |
1996). L'article 35 du décret du 22 octobre 1996 a repris dans une | 22 oktober 1996 (hierna : Coördinatiedecreet). Artikel 35 van het |
large mesure l'article 37 de la loi du 29 mars 1962 organique de | Coördinatiedecreet heeft in grote mate artikel 37 van de wet van 29 |
l'aménagement du territoire et de l'urbanisme (ci-après : la loi du 29 | maart 1962 « houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van |
mars 1962), tel qu'il a été remplacé par l'article 2 de la loi du 22 | de stedebouw » (hierna : Stedenbouwwet), zoals vervangen bij artikel 2 |
décembre 1970 et modifié par les lois des 12 juillet 1976 et 22 décembre 1977. Les travaux préparatoires relatifs à la loi du 29 mars 1962 contiennent le commentaire suivant : « Vos Commissions ont tenu à souligner que, pour donner lieu à indemnité, l'interdiction de bâtir ou de lotir doit être totale. Ne peut donc donner lieu à indemnité l'interdiction de bâtir à tel endroit tel immeuble déterminé, parce que, par exemple, il dépasse la hauteur autorisée ou que l'on utilise dans sa construction des matériaux dont l'usage serait interdit par les prescriptions du plan. Le recours au Conseil d'Etat fut abandonné parce qu'il était extrêmement difficile de définir la notion de dommage exceptionnel ainsi que le confirme la jurisprudence du Conseil d'Etat. La proposition faite par un commissaire d'accorder au Conseil d'Etat un pouvoir juridictionnel ne fut pas retenue parce qu'il ne paraissait pas opportun de modifier aussi fondamentalement, à l'occasion d'une loi sur l'urbanisme, la compétence du Conseil d'Etat. Certains cas furent expressément prévus dans lesquels l'interdiction de bâtir ou de lotir ou des restrictions à ces droits [...] ne seraient pas indemnisées parce qu'elles ne tendaient qu'à empêcher un usage anormal et irrationnel de la propriété. Afin d'éviter que l'affectation et surtout la destination, dont il est question à l'alinéa 1er [lire : de l'article 37] de la loi, - ne soient interprétées par les tribunaux d'une façon extensive et qui ne serait pas conforme aux intentions du législateur, vos Commissions ont | van de wet van 22 december 1970 en gewijzigd bij de wetten van 12 juli 1976 en 22 december 1977, overgenomen. De parlementaire voorbereiding bij de Stedenbouwwet bevat volgende toelichting : « Uw Commissies hebben willen onderstrepen dat het bouw- of verkavelingsverbod alleen grond tot vergoeding zal opleveren als het volledig is. Er is dus geen vergoeding verschuldigd voor het verbod om op een bepaalde plaats een bepaald gebouw op te trekken omdat het bijvoorbeeld de toegelaten hoogte te boven gaat of omdat men materialen verwerkt die volgens de voorschriften van het plan niet gebruikt mogen worden. Het beroep op de Raad van State wordt prijsgegeven omdat het uiterst moeilijk is het begrip buitengewone schade te omschrijven, zoals blijkt uit de rechtspraak van de Raad. Op voorstel van een lid om aan de Raad van State jurisdictionele bevoegdheid te verlenen werd niet ingegaan omdat het ongewenst leek de bevoegdheid van de Raad van State zo grondig te wijzigen naar aanleiding van een wet betreffende de stedebouw. Er is uitdrukkelijk voorzien in enkele gevallen waarin voor het bouw- of verkavelingsverbod of de beperking van het recht tot bouwen of verkavelen geen schadeloosstelling wordt verleend omdat er in die gevallen naar gestreefd wordt een abnormaal en ondoelmatig gebruik van de eigendom tegen te gaan. Om te voorkomen dat het gebruik en vooral de bestemming waarvan sprake is in het eerste lid van artikel 37 door de rechtbanken in ruime zin zouden worden uitgelegd, in strijd met de bedoeling van de wetgever, hebben uw Commissies de wens uitgesproken dat deze bedoeling duidelijk |
désiré que celles-ci soient précisées clairement dans le rapport. La | in het verslag zal worden aangegeven. Het begrip ' bouwgrond ' is niet |
notion ' terrain à bâtir ' n'est pas inconnue de notre doctrine et de | onbekend in onze rechtsleer en onze rechtspraak, die de bestanddelen |
notre jurisprudence qui furent amenées, à plusieurs reprises, à en | ervan herhaaldelijk hebben moeten bepalen naar aanleiding van |
définir les éléments à l'occasion de contestations sur les indemnités | betwistingen omtrent de onteigeningsvergoeding. |
d'expropriation. Nous avons pu, à cet égard, relever les décisions suivantes : | Wij hebben in dit verband de volgende beslissingen kunnen noteren : |
' La plus-value attribuée en général à un terrain envisagé comme | ' De meerwaarde die over 't algemeen wordt toegekend aan een grond die |
terrain à bâtir ne provient pas d'une qualité intrinsèque de la terre, | als bouwgrond wordt beschouwd vloeit niet voort uit een eigenschap van |
mais uniquement de sa situation à front de rue, le long d'une | de grond zelf, maar alleen uit de ligging ervan aan een straat, aan |
grand-route et à proximité ou au centre d'une agglomération et elle | een grote weg en bij of in een bebouwde kom, zij hangt uitsluitend van |
est fonction de cette situation (Liège, 21 juillet 1853 - Pas. | die ligging af (Luik, 21 juli 1853, Pas. 1854, 156; Luik, 27 april |
1854/156 - Liège, 27 avril 1854 - Pas. 1859/22 - Verviers, 13 juillet | 1854, Pas. 1859, 22; Verviers, 13 juli 1878, C.L.B. deel 27, blz. 441; |
1878 - C.L.B. tome 27, pag. 441 - Bruxelles, 2 mars 1916 Pas., 1917/333) '. | Brussel, 2 maart 1916, Pas. 1917, 333) '. |
' En principe un terrain à bâtir suppose nécessairement un accès à la | ' In principe onderstelt een bouwgrond noodzakelijkerwijze een toegang |
voie publique (Cass., 19 décembre 1929 Pas. 1930 I/52) '. | tot de openbare weg (Cass. 19 december 1929, Pas. 1930, I, 52) '. |
' L'existence de chemins rudimentaires et le fait que les terrains de | ' Het bestaan van rudimentaire wegen en het feit dat op de omliggende |
culture qui l'entourent pourraient recevoir accidentellement quelques | cultuurgrond toevallig enkele gebouwen zouden kunnen worden gesticht, |
constructions ne suffisent pas de faire de ces terrains, à proximité | zijn niet voldoende om van gronden die in de nabijheid van een stad |
d'une ville, des terrains à bâtir (Gand, 24 juin 1927 - B.J. 469) '. | gelegen zijn, bouwgronden te maken (Gent, 24 juni 1927, B.J., 169) '. |
' Il ne suffit pas, dans une agglomération rurale de quelque étendue, | ' Het is niet voldoende in een landelijke agglomeratie van enige |
de scinder un terrain par la création d'un chemin pour attribuer une | uitgestrektheid, een weg door een grond te trekken om een meerwaarde |
plus-value au terrain ainsi aménagé en "terrain à bâtir" (Liège, 2 janvier 1925 - Jur. 73) '. | toe te kennen aan die grond welke aldus wordt veranderd in "bouwgrond" (Luik, 2 januari 1925, Jur. 73) '. |
Il résulte de ces décisions que pour être considéré comme terrain à | Uit deze beslissingen blijkt dat aan verscheidene voorwaarden voldaan |
bâtir, plusieurs conditions doivent être réunies : | moet zijn om een grond als bouwgrond te kunnen beschouwen : |
1° il doit être riverain d'une voie de communication; | 1° hij moet aan een verkeersweg liggen; |
2° il doit être voisin d'autres terrains à bâtir; | 2° hij moet in de nabijheid van andere bouwgronden liggen; |
3° il doit être apte à recevoir des constructions. | 3° hij moet geschikt zijn om bebouwd te worden. |
Si une ou deux seulement de ces conditions sont remplies, le terrain | Wordt slechts aan een of twee van die voorwaarden voldaan, dan is die |
ne sera pas du terrain à bâtir » (Doc. parl., Sénat, 1959-1960, n° | grond geen bouwgrond » (Parl. St., Senaat, 1959-1960, nr. 275, pp. |
275, pp. 58-59). | 58-59). |
B.3.3. Le législateur, s'inspirant de la jurisprudence, a voulu faire | B.3.3. De wetgever, geïnspireerd door de rechtspraak, heeft het |
dépendre dans une large mesure la qualité de « terrain à bâtir » des | karakter van « bouwgrond » in grote mate afhankelijk willen maken van |
caractéristiques intrinsèques du terrain en cause en matière de | de inherente bouw- en omgevingskwaliteiten van de betrokken grond |
construction et d'environnement. Selon les travaux préparatoires, il | |
est question de « terrain à bâtir » lorsqu'il est satisfait aux | zelf. Er is blijkens de parlementaire voorbereiding sprake van een « |
conditions objectives suivantes : la parcelle doit (1) être située le | bouwgrond » indien is voldaan aan de volgende objectieve vereisten : |
long d'une voie suffisamment équipée, (2) être située à proximité | (1) de nabijheid van een voldoende uitgeruste weg, (2) de nabijheid |
d'autres constructions, (3) être techniquement apte à recevoir des | van andere bebouwing, (3) de technische geschiktheid van de grond voor |
constructions et (4) être située dans les 50 premiers mètres à partir | bebouwing en (4) voor zover de grond is gelegen binnen de eerste 50 |
de l'alignement. | meter vanaf de rooilijn. |
B.3.4. La disposition en cause mentionne spécifiquement que la parcelle doit également être constructible « du point de vue urbanistique ». Ni les travaux préparatoires relatifs à la loi du 29 mars 1962 ou aux lois modifiant son article 37, ni les travaux préparatoires relatifs à l'article 35 du décret du 22 octobre 1996, ni les travaux préparatoires relatifs à l'article 84 du décret du 18 mai 1999 n'évoquent, en tant que telle, la « politique urbanistique » comme élément de ce critère en ce qui concerne le régime d'indemnisation des dommages résultant de la planification spatiale. Quant à la question préjudicielle B.4.1. Dans l'affaire portée devant le juge a quo, un plan d'exécution spatial provincial a modifié la destination d'une parcelle en l'inscrivant en zone agricole urbaine non constructible, alors qu'auparavant, en vertu du plan de secteur, elle était située en zone d'extension de l'habitat. B.4.2. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 2.6.1, § 3, 2°, du Code flamand de l'aménagement du territoire, et plus spécifiquement le | B.3.4. De in het geding zijnde bepaling vermeldt specifiek dat het perceel eveneens « stedenbouwkundig » voor bebouwing in aanmerking moet komen. Noch in de parlementaire voorbereiding van de Stedenbouwwet of van de wetten tot wijziging van artikel 37 daarvan, noch in die van artikel 35 van het Coördinatiedecreet, noch in die van artikel 84 van het DRO is het « stedenbouwkundig beleid » als element van dat criterium in het kader van de planschaderegeling als zodanig ter sprake gekomen. Ten aanzien van de prejudiciële vraag B.4.1. In de zaak voor de verwijzende rechter werd de bestemming van een perceel grond door een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan gewijzigd in bouwvrij stedelijk landbouwgebied terwijl het voordien, krachtens het gewestplan, in een woonuitbreidingsgebied was gelegen. B.4.2. De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 2.6.1, § 3, |
critère selon lequel « la parcelle doit entrer en ligne de compte pour | eerste lid, 2°, van de VCRO, en meer specifiek het criterium dat « het |
l'édification d'une construction sur le plan de l'urbanisme [...] », | perceel [...] stedenbouwkundig [...] voor bebouwing in aanmerking |
interprété en ce sens qu'il est tenu compte de la « politique | [moet] komen », in die zin geïnterpreteerd dat met het « |
urbanistique » menée par l'administration pour déterminer si un | stedenbouwkundig beleid » van het bestuur rekening wordt gehouden om |
terrain peut faire l'objet d'une indemnisation des dommages résultant | te bepalen of een grond in aanmerking komt voor een |
de la planification spatiale, même s'il s'agit d'un terrain qui, sur | planschadevergoeding, zelfs indien het gaat om een grond die op basis |
la base de la destination et des normes légales en vigueur, est | van de vigerende bestemming en wettelijke normen in aanmerking komt |
constructible et satisfait aux conditions objectives de « construction | voor bebouwing en die voldoet aan de voorwaarden voor « objectieve |
ou de lotissement », de sorte que l'obligation d'indemnisation dépend | bebouwbaarheid of verkavelbaarheid », waardoor de vergoedingsplicht |
totalement de la politique propre à l'administration, est compatible | volledig afhankelijk wordt gemaakt van het eigen beleid van het |
avec les articles 10, 11 et 16 de la Constitution, combinés avec | bestuur, bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, |
l'article 1 du Premier Protocole additionnel à la Convention | in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol |
européenne des droits de l'homme, avec le principe de proportionnalité | bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met het |
et avec le principe de juste indemnité. | evenredigheidsbeginsel en met het principe van billijke |
schadeloosstelling. | |
La Cour examine la disposition en cause dans cette interprétation. | Het Hof onderzoekt de in het geding zijnde bepaling in die interpretatie. |
B.5.1. L'article 16 de la Constitution dispose : | B.5.1. Artikel 16 van de Grondwet bepaalt : |
« Nul ne peut être privé de sa propriété que pour cause d'utilité | « Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet dan ten algemenen nutte, |
publique, dans les cas et de la manière établis par la loi, et | in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald en tegen billijke en |
moyennant une juste et préalable indemnité ». | voorafgaande schadeloosstelling ». |
L'article 1 du Premier Protocole additionnel à la Convention | Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag |
européenne des droits de l'homme dispose : « Toute personne physique ou morale a droit au respect de ses biens. Nul ne peut être privé de sa propriété que pour cause d'utilité publique et dans les conditions prévues par la loi et les principes généraux du droit international. Les dispositions précédentes ne portent pas atteinte au droit que possèdent les Etats de mettre en vigueur les lois qu'ils jugent nécessaires pour réglementer l'usage des biens conformément à l'intérêt général ou pour assurer le paiement des impôts ou d'autres contributions ou des amendes ». | voor de rechten van de mens bepaalt : « Alle natuurlijke of rechtspersonen hebben recht op het ongestoord genot van hun eigendom. Niemand zal van zijn eigendom worden beroofd behalve in het algemeen belang en met inachtneming van de voorwaarden neergelegd in de wet en in de algemene beginselen van het internationaal recht. De voorgaande bepalingen zullen echter op geen enkele wijze het recht aantasten dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen en boeten te verzekeren ». |
B.5.2. Cette disposition de droit international ayant une portée | B.5.2. Aangezien die internationaalrechtelijke bepaling een |
analogue à celle de l'article 16 de la Constitution, les garanties | draagwijdte heeft die analoog is met die van artikel 16 van de |
Grondwet, vormen de erin vervatte waarborgen een onlosmakelijk geheel | |
qu'elle contient forment un ensemble indissociable avec celles qui | met diegene die zijn vervat in die grondwetsbepaling, zodat het Hof, |
sont inscrites dans cette disposition constitutionnelle, de sorte que | bij zijn toetsing van de in het geding zijnde bepaling, rekening houdt |
la Cour en tient compte lors de son contrôle de la disposition en | met de eerstgenoemde. |
cause. B.5.3. L'article 1 du Protocole précité offre une protection non | B.5.3. Artikel 1 van het voormelde Protocol biedt niet alleen |
seulement contre l'expropriation ou la privation de propriété (alinéa | bescherming tegen een onteigening of een eigendomsberoving (eerste |
1er, seconde phrase) mais également contre toute ingérence dans le | alinea, tweede zin), maar ook tegen elke verstoring van het genot van |
droit au respect des biens (alinéa 1er, première phrase) et contre | de eigendom (eerste alinea, eerste zin) en elke regeling van het |
toute réglementation de l'usage des biens (alinéa 2). | gebruik van de eigendom (tweede alinea). |
La limitation du droit de propriété découlant d'un plan d'exécution | De beperking van het eigendomsrecht als gevolg van een ruimtelijk |
spatial « règlemente l'usage des biens conformément à l'intérêt | uitvoeringsplan regelt « het gebruik van eigendom in overeenstemming |
général », au sens du second alinéa de l'article 1 du Premier | met het algemeen belang » in de zin van de tweede alinea van artikel 1 |
van het Eerste Aanvullend Protocol en valt dus onder het | |
Protocole additionnel, et relève donc de l'application de cette | toepassingsgebied van die verdragsbepaling, in samenhang gelezen met |
disposition conventionnelle, combinée avec l'article 16 de la | artikel 16 van de Grondwet. |
Constitution. B.5.4. Toute ingérence dans le droit de propriété doit réaliser un | B.5.4. Elke inmenging in het eigendomsrecht moet een billijk evenwicht |
juste équilibre entre les impératifs de l'intérêt général et ceux de | vertonen tussen de vereisten van het algemeen belang en die van de |
la protection du droit au respect des biens. Il faut qu'existe un | bescherming van het recht op het ongestoord genot van de eigendom. Er |
rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et | moet een redelijk verband van evenredigheid bestaan tussen de |
le but poursuivi. | aangewende middelen en het nagestreefde doel. |
B.6.1. Le seul fait que l'autorité impose des restrictions au droit de | B.6.1. Het enkele feit dat de overheid in het algemeen belang |
propriété dans l'intérêt général n'a pas pour conséquence qu'elle soit | beperkingen van het eigendomsrecht oplegt, heeft niet tot gevolg dat |
tenue à indemnisation. | zij tot schadeloosstelling is gehouden. |
Ainsi, l'établissement, par ou en vertu d'une disposition législative, | Uit de vestiging van een door of krachtens een wettelijke bepaling |
d'une servitude d'utilité publique ou d'une restriction d'un droit de | opgelegde beperking van het eigendomsrecht in het algemeen belang |
propriété dans l'intérêt général ne confère pas, en principe, un droit | vloeit aldus in beginsel voor de eigenaar van het bezwaarde onroerend |
à une indemnité au propriétaire du fonds servant (Cass., 16 mars 1990, | goed geen recht op vergoeding voort (Cass., 16 maart 1990, Arr. Cass., |
Pas., 1990, I, n° 427; CEDH, 25 juin 2015, Couturon c. France, §§ 34 à | 1989-1990, nr. 427; EHRM, 25 juni 2015, Couturon t. Frankrijk, §§ 34 |
43). | tot 43). |
De même, « lorsqu'une mesure de réglementation de l'usage des biens | Evenzo, « wanneer een maatregel inzake de regeling van het gebruik van |
est en cause, l'absence d'indemnisation est l'un des facteurs à | de goederen in het geding is, is de niet-vergoeding één van de |
prendre en compte pour établir si un juste équilibre a été respecté, | factoren waarmee rekening moet worden gehouden om te bepalen of een |
mais elle ne saurait, à elle seule, être constitutive d'une violation | billijk evenwicht in acht is genomen, maar zij zou op zich geen |
de l'article 1 du Protocole n° 1 » (voir notamment CEDH, grande | schending van artikel 1 van het Eerste Protocol kunnen inhouden » |
chambre, 29 mars 2010, Depalle c. France, § 91; 26 avril 2011, Antunes | (zie, met name, EHRM, grote kamer, 29 maart 2010, Depalle t. |
Rodrigues c. Portugal, § 32). | Frankrijk, § 91; 26 april 2011, Antunes Rodrigues t. Portugal, § 32). |
En cas d'atteinte grave au droit au respect des biens, telle qu'une | In geval van een ernstige verstoring van het ongestoord genot van het |
interdiction de bâtir ou de lotir, cette charge ne peut toutefois être | eigendomsrecht, zoals een bouw- of verkavelingsverbod, kan die last |
imposée à un propriétaire sans une indemnisation raisonnable de la | evenwel niet zonder een redelijke vergoeding van de waardevermindering |
perte de valeur de la parcelle (CEDH, 19 juillet 2011, Varfis c. | van het perceel, aan een eigenaar worden opgelegd (EHRM, 19 juli 2011, |
Grèce). | Varfis t. Griekenland). |
B.6.2. C'est au législateur compétent qu'il appartient de déterminer | B.6.2. Het bepalen van de gevallen waarin een beperking van het |
les cas dans lesquels une limitation du droit de propriété peut donner | eigendomsrecht tot een vergoeding aanleiding kan geven en de |
lieu à une indemnité et les conditions auxquelles cette indemnité peut | voorwaarden waaronder die vergoeding kan worden toegekend, is een |
être octroyée, sous réserve du contrôle exercé par la Cour quant au | keuze die aan de bevoegde wetgever toekomt, onder voorbehoud van de |
caractère raisonnable et proportionné de la mesure prise. | toetsing door het Hof ten aanzien van de redelijkheid en de evenredigheid van de genomen maatregel. |
B.7.1. Le fait d'imposer, par un plan d'exécution spatial, une | B.7.1. Het opleggen, door een ruimtelijk uitvoeringsplan, van een |
interdiction de bâtir et de lotir sur des parcelles qui pouvaient être | bouw- en verkavelingsverbod voor percelen die vóór de inwerkingtreding |
bâties ou loties avant l'entrée en vigueur de ce plan constitue une | van dat plan wel voor bebouwing in aanmerking kwamen, vormt een |
ingérence dans le droit de propriété. | inmenging in het eigendomsrecht. |
B.7.2. Pour que le propriétaire puisse prétendre à une indemnisation | B.7.2. Opdat de eigenaar voor een vergoeding wegens planschade in |
des dommages résultant de la planification spatiale, l'article 2.6.1, | aanmerking kan komen, vereist artikel 2.6.1, § 3, eerste lid, 2°, van |
§ 3, alinéa 1er, 2°, du Code flamand de l'aménagement du territoire | de VCRO onder meer dat hij in zijn vordering voor de burgerlijke |
exige entre autres qu'il démontre, dans son action devant le juge | rechter aantoont dat zijn perceel op de dag voorafgaand aan de |
civil, que sa parcelle était constructible du point de vue | inwerkingtreding van het definitieve ruimtelijk uitvoeringsplan |
urbanistique et technique la veille de l'entrée en vigueur du plan | stedenbouwkundig en bouwtechnisch voor bebouwing in aanmerking kwam. |
d'exécution spatial définitif. | |
B.7.3. Le juge a quo demande à la Cour si cette disposition est | B.7.3. De verwijzende rechter wenst te vernemen of die bepaling in |
conforme aux normes de référence mentionnées en B.5.1, dans l'hypothèse où la condition selon laquelle la parcelle devait être constructible « du point de vue urbanistique » fait aussi référence à la « politique urbanistique ». Il y a dès lors lieu de vérifier si cette condition, interprétée en ce sens, limite le droit de propriété de manière disproportionnée. B.8. La politique urbanistique au sens large est contenue dans les schémas de structure d'aménagement, dans les plans d'exécution spatiaux, dans les prescriptions urbanistiques, dans la politique d'autorisations et dans toutes sortes de documents d'orientation politique. Il ressort de la décision de renvoi qu'il est fait référence à deux éléments de cette politique, à savoir les schémas de structure d'aménagement et la politique d'autorisations menée par l'administration. B.9.1. Par « schéma de structure d'aménagement », il convient d'entendre « un document politique traçant le cadre de la structure spatiale voulue. Il présente une vision à long terme du développement spatial de la zone concernée. Il vise la cohérence dans la préparation, l'établissement et l'exécution des décisions ayant trait | overeenstemming is met de in B.5.1 vermelde referentienormen indien de vereiste dat het perceel « stedenbouwkundig » voor bebouwing in aanmerking moest komen, ook naar het « stedenbouwkundig beleid » verwijst. Er dient derhalve te worden nagegaan of die vereiste, aldus begrepen, het eigendomsrecht niet op onevenredige wijze beperkt. B.8. Het stedenbouwkundig beleid in de ruime zin is vervat in de ruimtelijke structuurplannen, de ruimtelijke uitvoeringsplannen, de stedenbouwkundige verordeningen, het vergunningenbeleid en allerlei beleidsdocumenten. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat naar twee elementen van dat beleid wordt verwezen, namelijk de ruimtelijke structuurplannen en het vergunningenbeleid van het bestuur. B.9.1. Onder ruimtelijk structuurplan wordt verstaan een beleidsdocument dat het kader aangeeft voor de gewenste ruimtelijke structuur. Het geeft een langetermijnvisie op de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied in kwestie. Het is erop gericht samenhang |
à l'aménagement du territoire » (article 2.1.1, alinéa 1er, du Code | te brengen in de voorbereiding, de vaststelling en de uitvoering van |
flamand de l'aménagement du territoire). Des schémas de structure | beslissingen die de ruimtelijke ordening aanbelangen (artikel 2.1.1, |
d'aménagement sont établis à trois niveaux : au niveau de la Région | eerste lid, van de VCRO). Ruimtelijke structuurplannen bestaan op drie |
flamande, au niveau provincial et au niveau communal (article 2.1.1, | niveaus : het niveau van het Vlaamse Gewest, het provinciaal niveau en |
alinéa 2, du Code flamand de l'aménagement du territoire). Les schémas | het gemeentelijk niveau (artikel 2.1.1, tweede lid, van de VCRO). De |
de structure d'aménagement ne sont contraignants que pour l'autorité | ruimtelijke structuurplannen zijn enkel bindend voor de overheid die |
qui a établi le schéma de structure et pour les instances subordonnées | het structuurplan heeft opgesteld en voor de daaraan ondergeschikte |
à celle-ci. Ils ne constituent pas un fondement pour l'évaluation des | overheden. Zij vormen geen beoordelingsgrond voor vergunningsaanvragen |
demandes de permis (article 2.1.2, § 7, du Code flamand de l'aménagement du territoire). B.9.2. Les schémas de structure d'aménagement sont donc destinés à l'administration et non au citoyen. Ils constituent le cadre politique sur la base duquel les plans d'exécution spatiaux sont établis, mais ne contiennent, contrairement à ces derniers, aucune prescription de destination contraignante et réglementaire. B.9.3. Dans certaines conditions, une indemnisation des dommages résultant de la planification spatiale est due en compensation de l'interdiction de bâtir ou de lotir découlant d'une modification de la destination d'une parcelle par un plan d'exécution spatial. Le | (artikel 2.1.2, § 7, van de VCRO). B.9.2. De ruimtelijke structuurplannen richten zich aldus tot het bestuur en niet tot de burger. Ze vormen een beleidskader aan de hand waarvan de ruimtelijke uitvoeringsplannen worden opgesteld, doch ze bevatten, in tegenstelling tot die laatste, geen bindende en verordenende bestemmingsvoorschriften. B.9.3. Planschadevergoeding is onder bepaalde voorwaarden verschuldigd wegens een bouw- of verkavelingsverbod ingevolge een bestemmingswijziging van een perceel grond door een ruimtelijk uitvoeringsplan. Het rechtszekerheidsbeginsel gebiedt dat de |
principe de la sécurité juridique veut que les plans d'affectation | ruimtelijke bestemmingsplannen duidelijkheid verschaffen en de burger |
soient clairs et ne laissent pas le citoyen dans l'incertitude en ce | niet in het ongewisse laten over de bestemming en de |
qui concerne la destination et les possibilités d'utilisation d'un tel bien immeuble. | gebruiksmogelijkheden van een dergelijk onroerend goed. |
B.9.4. Si la condition contenue dans l'article 2.6.1, § 3, alinéa 1er, | B.9.4. Indien de voorwaarde vervat in artikel 2.6.1, § 3, eerste lid, |
2°, du Code flamand de l'aménagement du territoire, selon laquelle la | 2°, van de VCRO, dat het perceel « stedenbouwkundig » in aanmerking |
parcelle doit être constructible « du point de vue urbanistique » est | moet komen voor bebouwing, zo wordt begrepen dat daarmee wordt |
interprétée en ce sens que cette notion fait référence aux schémas de | verwezen naar de ruimtelijke structuurplannen, wordt op onevenredige |
structure d'aménagement, il est porté une atteinte disproportionnée au | wijze afbreuk gedaan aan het eigendomsrecht van de betrokken |
droit de propriété des propriétaires concernés, tel qu'il est garanti | eigenaars, zoals gewaarborgd door de in B.5.1 vermelde bepalingen, nu |
par les dispositions mentionnées en B.5.1, étant donné qu'un schéma de | de ruimtelijke structuurplannen uit zichzelf geen rechtsgevolgen |
structure d'aménagement ne produit en soi aucun effet juridique pour | hebben voor de burger en geen afbreuk kunnen doen aan de bindende en |
le citoyen et ne peut porter atteinte aux prescriptions contraignantes | verordenende voorschriften van de bestemmingsplannen, zoals die |
et réglementaires des plans d'affectation, tels qu'ils existaient la | bestonden de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van het |
veille de l'entrée en vigueur du plan d'exécution spatial définitif et | definitieve ruimtelijk uitvoeringsplan, en waaraan de burger |
qui pouvaient susciter des attentes légitimes chez le citoyen. | rechtmatige verwachtingen kan ontlenen. |
B.9.5. Vu la relation qui existe entre les schémas de structure | B.9.5. Gelet op de verhouding tussen de ruimtelijke structuurplannen |
d'aménagement et les plans d'exécution spatiaux, les prescriptions | en de ruimtelijke uitvoeringplannen, zullen de stedenbouwkundige |
urbanistiques auxquelles le nouveau plan d'exécution spatial donne | voorschriften waaraan in het nieuwe ruimtelijk uitvoeringsplan vorm |
corps s'appuient aussi sur les intentions politiques contenues dans | wordt gegeven, ook steunen op de beleidsintenties vervat in de |
les schémas de structure préalables à l'élaboration de ces plans | structuurplannen die aan de totstandkoming van die uitvoeringsplannen |
d'exécution, de sorte que la prise en compte de ces schémas de | voorafgaan, zodat het in aanmerking nemen van die structuurplannen |
structure par le juge civil, sur la base de l'article 2.6.1, § 3, | door de burgerlijke rechter, op grond van artikel 2.6.1, § 3, eerste |
alinéa 1er, 2°, du Code flamand de l'aménagement du territoire, | lid, 2°, van de VCRO, ook om die reden de planschadevordering op |
hypothéquerait aussi, pour cette raison, de manière disproportionnée | |
l'action en réparation des dommages résultant de la planification | onevenredige wijze zou hypothekeren. |
spatiale. B.9.6. Dans l'interprétation selon laquelle par la condition contenue | B.9.6. In de interpretatie dat met de voorwaarde vervat in artikel |
dans l'article 2.6.1, § 3, alinéa 1er, 2°, du Code flamand de | 2.6.1, § 3, eerste lid, 2°, van de VCRO dat het perceel de dag |
l'aménagement du territoire, qui exige que la parcelle soit | voorafgaand aan de inwerkingtreding van het definitieve ruimtelijk |
constructible « du point de vue urbanistique » la veille de l'entrée en vigueur du plan d'exécution spatial définitif, sont visés les schémas de structure d'aménagement existants à ce moment-là, la question préjudicielle appelle une réponse affirmative. B.10. La Cour doit encore examiner si la protection du droit de propriété s'oppose à ce qu'il se soit tenu compte, lors de l'indemnisation des dommages résultant de la planification spatiale, de la politique d'autorisations menée par l'administration, telle qu'elle était appliquée la veille de l'entrée en vigueur du plan d'exécution spatial définitif. | uitvoeringsplan « stedenbouwkundig » in aanmerking moet komen voor bebouwing, de op dat ogenblik bestaande ruimtelijke structuurplannen worden bedoeld, dient de prejudiciële vraag bevestigend te worden beantwoord. B.10. Het Hof dient nog te onderzoeken of de bescherming van het eigendomsrecht zich ertegen verzet dat bij het toekennen van planschade rekening wordt gehouden met het vergunningenbeleid van het bestuur, zoals van toepassing op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van het definitieve ruimtelijk uitvoeringsplan. |
B.11.1. Lorsqu'elle octroie une autorisation urbanistique, l'autorité | B.11.1. Bij het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning moet de |
doit tout d'abord vérifier si la demande est compatible avec les | overheid in de eerste plaats nagaan of de aanvraag bestaanbaar is met |
prescriptions de destination contenues dans les prescriptions | de bestemmingsvoorschriften vervat in de verordenende |
urbanistiques réglementaires. | stedenbouwkundige voorschriften. |
B.11.2. Ensuite, l'autorité doit vérifier si la demande est compatible | B.11.2. Voorts dient de overheid na te gaan of de aanvraag verenigbaar |
avec le bon aménagement du territoire. Le pouvoir d'appréciation dont | is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsbevoegdheid |
elle dispose pour ce faire est défini à l'article 4.3.1, § 2, alinéa 1er, | waarover de vergunningverlenende overheid daartoe beschikt, is |
du Code flamand de l'aménagement du territoire. | omschreven in artikel 4.3.1, § 2, eerste lid, van de VCRO. |
Cette disposition précise le contenu de la notion de « bon aménagement | Die bepaling verduidelijkt de inhoud van het begrip « goede |
du territoire », comme suit : | ruimtelijke ordening » als volgt : |
« 1° pour autant que cela s'avère nécessaire ou pertinent, la demande | « 1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, |
est évaluée à l'aide de points d'attention et de critères relatifs à | beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking |
l'adaptabilité fonctionnelle, à l'impact de mobilité, à l'échelle, à | hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de |
l'utilisation spatiale et à la densité de construction, aux éléments | schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke |
visuels/formels, aux aspects historico-culturels et au relief du sol, | elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op |
ainsi qu'aux aspects de nuisance, à la santé, au plaisir d'utilisation | hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het |
et à la sécurité en général, avec une attention particulière pour les | algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van |
objectifs de l'article 1.1.4; | artikel 1.1.4; |
2° lors de l'évaluation de la demande, l'autorité administrative | 2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling |
accordant les permis tient compte de la situation existante dans les | van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande |
environs, ainsi que des éventuels développements politiques souhaités | toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met |
par rapport aux points d'attention mentionnés dans le point 1°; | betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen; |
3° si ce qui est demandé est situé dans une zone en cours | 3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt |
d'aménagement à la suite d'un plan d'exécution spatial, d'un plan | door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg |
d'aménagement communal ou d'un permis de lotir dont il n'est pas | of een verkavelingsvergunning waarvan niet op geldige wijze afgeweken |
dérogé de manière valable, pour autant que ce plan ou ce permis | wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat |
contienne des prescriptions qui traitent et règlent les points | die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden |
d'attention mentionnés dans le point 1°, ces prescriptions sont | deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke |
censées traduire les critères d'un bon aménagement du territoire ». | ordening weer te geven ». |
B.11.3. Il ressort de l'article 4.3.1, § 2, alinéa 1er, 3°, du Code | B.11.3. Uit artikel 4.3.1, § 2, eerste lid, 3°, van de VCRO blijkt dat |
flamand de l'aménagement du territoire que le pouvoir d'appréciation | de beoordelingsbevoegdheid van het bestuur beperkt wordt door de |
de l'administration est limité par les prescriptions réglementaires | verordenende regelingen die voor een bepaald perceel van toepassing |
applicables à une parcelle déterminée. Plus ces prescriptions | zijn. Hoe gedetailleerder die verordenende voorschriften zijn, hoe |
réglementaires sont détaillées, plus le pouvoir d'appréciation de l'administration est limité. B.12.1. Un plan d'affectation ne confère au propriétaire aucun droit subjectif à l'obtention d'une autorisation. L'autorité peut se prononcer sur la manière d'exploiter les possibilités de construction, eu égard au bon aménagement du territoire et à l'intérêt général. B.12.2. Il n'appartient toutefois pas à l'autorité qui délivre les permis de déroger aux prescriptions obligatoires et réglementaires des plans d'affectation spatiaux sur la base d'une option politique récente en matière d'urbanisme ou d'un schéma de structure | beperkter de beleidsvrijheid van het bestuur is. B.12.1. Een ruimtelijk bestemmingsplan verleent de eigenaar geen subjectief recht op de verlening van een vergunning. De overheid mag zich uitspreken over de wijze van uitoefenen van de bouwmogelijkheden in het licht van de goede ruimtelijke ordening en van het algemeen belang. B.12.2. Het komt de vergunningverlenende overheid evenwel niet toe om van de bindende en verordenende voorschriften van de ruimtelijke bestemmingsplannen af te wijken op grond van een recente urbanistische |
d'aménagement (CE, 24 juin 2009, n° 194.614). | beleidsoptie of van een ruimtelijk structuurplan (RvSt, 24 juni 2009, nr. 194.614). |
B.12.3. Sa politique ne peut donc en principe conduire à ce qu'une | B.12.3. Aldus kan haar beleid er in beginsel niet toe leiden dat een |
parcelle ne soit plus constructible à aucun égard ni sous aucune | perceel in geen enkel opzicht of onder geen enkele voorwaarde meer |
condition, alors qu'elle l'était selon les prescriptions d'affectation | voor bebouwing in aanmerking kan komen, wanneer dat volgens de |
réglementaires. Eu égard à la sécurité juridique, un changement dans | verordenende bestemmingsvoorschriften wel het geval is. Een wijziging |
la politique urbanistique doit d'abord se traduire par une | van het stedenbouwkundig beleid dient, in het licht van de |
modification des prescriptions de destination. | rechtszekerheid, in de eerste plaats tot uiting te komen in een |
B.12.4. Si, la veille de l'entrée en vigueur d'un nouveau plan | wijziging van de bestemmingsvoorschriften. |
d'exécution spatial, une interdiction totale de bâtir frappait une | B.12.4. Indien de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van een |
nieuw ruimtelijk uitvoeringsplan, een algeheel bouwverbod zou rusten | |
parcelle dans le cadre de la politique menée par l'administration | op een perceel ingevolge het beleid van het vergunningverlenende |
délivrant les autorisations, alors que, selon les prescriptions de | bestuur, terwijl dat perceel volgens de geldende |
destination en vigueur, cette parcelle était constructible à ce | bestemmingsvoorschriften op dat ogenblik wel voor bebouwing in |
moment, le fait de fonder l'obtention d'une indemnisation des dommages | aanmerking kwam, dan leidt het in aanmerking nemen van dat beleid als |
résultant de la planification spatiale sur cette politique entraîne | voorwaarde voor het verkrijgen van planschadevergoeding tot een |
une limitation disproportionnée du droit de propriété, tel qu'il est | onevenredige beperking van het eigendomsrecht, zoals beschermd door de |
garanti par les dispositions mentionnées en B.5.1, puisqu'il est porté | in B.5.1 vermelde bepalingen, vermits afbreuk wordt gedaan aan de |
atteinte aux prescriptions de destination contraignantes et | bindende en verordenende bestemmingsvoorschriften en aan de |
réglementaires, ainsi qu'aux attentes légitimes du propriétaire | rechtmatige verwachtingen die de eigenaar daaraan kan ontlenen. |
suscitées par ces dernières. | |
B.13.1. Le fait de tenir compte de la politique d'autorisations | B.13.1. Het in aanmerking nemen van het vergunningenbeleid zou |
imposerait en outre une charge de preuve démesurément lourde au | bovendien een onevenredig zware bewijslast leggen op de eigenaar, die |
propriétaire, qui doit démontrer, devant le juge civil, que sa | voor de burgerlijke rechter dient aan te tonen dat zijn perceel aan de |
parcelle satisfait aux conditions prévues par l'article 2.6.1, § 3, | voorwaarden van artikel 2.6.1, § 3, eerste lid, van de VCRO voldoet. |
alinéa 1er, du Code flamand de l'aménagement du territoire. En effet, | Immers, zelfs indien het bestuur bij het verlenen van vergunningen |
même si l'administration, lorsqu'elle délivre des autorisations, suit | bepaalde beleidslijnen hanteert die op algemene wijze kenbaar zijn, |
certaines lignes de conduite qui sont généralement connues, il | dan verhindert dit niet dat elke vergunningaanvraag in concreto moet |
n'empêche que chaque demande d'autorisation doit être examinée | worden beoordeeld, waarbij, mits motivering, van de algemene |
concrètement, et que, moyennant motivation, il peut être dérogé à ces | |
lignes de conduite générales. | beleidslijnen kan worden afgeweken. |
B.13.2. Il ressort de la genèse de la disposition en cause que les | B.13.2. Uit de wordingsgeschiedenis van de in het geding zijnde |
conditions visées à l'article 2.6.1, § 3, alinéa 1er, du Code flamand | bepaling blijkt dat de voorwaarden vermeld in artikel 2.6.1, § 3, |
de l'aménagement du territoire servent à établir si la parcelle en question est objectivement un terrain constructible. Les conditions selon lesquelles la parcelle doit être située le long d'une voie équipée, à proximité d'autres constructions et être constructible du point de vue technique sont des éléments de fait que le propriétaire peut démontrer et qui, en cas de contestation, peuvent faire l'objet d'un examen sur place. B.13.3. Il ne serait toutefois pas raisonnablement justifié d'exiger du propriétaire qui réclame devant le juge civil une indemnisation des dommages résultant de la planification spatiale que, compte tenu de la politique urbanistique menée par l'administration, il eût obtenu une autorisation dans l'hypothèse où il aurait demandé celle-ci la veille de l'entrée en vigueur du nouveau plan d'exécution spatial. B.13.4. Ce qui précède n'a toutefois pas pour conséquence qu'une indemnisation des dommages résultant de la planification spatiale sera toujours due lorsque, sur la base d'un plan d'exécution spatial entré en vigueur, une parcelle ne peut plus faire l'objet d'un permis de | eerste lid, van de VCRO erop gericht zijn vast te stellen dat het perceel in kwestie objectieve bouwgrond is. De voorwaarden dat het perceel moet zijn gelegen aan een uitgeruste weg, in de nabijheid van andere bebouwing moet liggen en technisch geschikt moet zijn voor bebouwing, zijn feitelijke elementen, die de eigenaar kan aantonen en die, bij betwisting, ter plaatse kunnen worden onderzocht. B.13.3. Het zou evenwel niet redelijk verantwoord zijn van de eigenaar die voor de burgerlijke rechter een vergoeding wegens planschade vordert het bewijs te eisen dat hij, rekening houdend met het stedenbouwkundig beleid van het bestuur, een vergunning zou hebben verkregen, in het hypothetische geval dat hij die de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van het nieuwe ruimtelijk uitvoeringsplan zou hebben gevraagd. B.13.4. Het bovenstaande heeft evenwel niet tot gevolg dat steeds planschadevergoeding verschuldigd zal zijn wanneer, op basis van een in werking getreden ruimtelijk uitvoeringsplan, een perceel niet meer voor een vergunning om te bouwen of te verkavelen in aanmerking komt, |
bâtir ou d'un permis de lotir, alors qu'elle le pouvait encore la | terwijl dat de dag voorafgaand aan de inwerking van dat plan wel het |
veille de l'entrée en vigueur de ce plan. Il doit en effet toujours | geval was. Er dient immers steeds voldaan te zijn aan de voorwaarden |
être satisfait aux conditions fixées à l'article 2.6.1, § 3, alinéa 1er, | bepaald in artikel 2.6.1, § 3, eerste lid, van de VCRO die vereisen |
du Code flamand de l'aménagement du territoire, selon lesquelles la | |
parcelle doit être objectivement un terrain constructible. | dat het perceel objectieve bouwgrond is. |
B.14. Dans l'interprétation selon laquelle le juge civil, lorsqu'il | B.14. In de interpretatie dat de burgerlijke rechter bij de |
vérifie si une parcelle était constructible du point de vue | beoordeling of een perceel stedenbouwkundig in aanmerking kwam voor |
urbanistique, doit aussi tenir compte de la politique d'autorisations | bebouwing ook rekening dient te houden met het vergunningenbeleid van |
qui était menée par l'administration la veille de l'entrée en vigueur | het bestuur zoals van toepassing op de dag voorafgaand aan de |
du plan d'exécution spatial définitif, l'article 2.6.1, § 3, alinéa 1er, | inwerkingtreding van het definitieve ruimtelijk uitvoeringsplan, |
2°, du Code flamand de l'aménagement du territoire viole les articles | schendt artikel 2.6.1, § 3, eerste lid, 2°, van de VCRO de artikelen |
10, 11 et 16 de la Constitution, combinés avec l'article 1 du Premier | 10, 11 en 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van |
Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de | het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de |
l'homme. | rechten van de mens. |
B.15. Dans cette interprétation, la question préjudicielle appelle une | B.15. De prejudiciële vraag dient in die interpretatie bevestigend te |
réponse affirmative. | worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 2.6.1, § 3, alinéa 1er, 2°, du Code flamand de l'aménagement | Artikel 2.6.1, § 3, eerste lid, 2°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke |
du territoire viole les articles 10, 11 et 16 de la Constitution, | Ordening schendt de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, in |
combinés avec l'article 1 du Premier Protocole additionnel à la | samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij |
Convention européenne des droits de l'homme, dans l'interprétation | het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in de interpretatie |
selon laquelle, pour vérifier si la parcelle était constructible du | dat bij het onderzoek of het perceel de dag voorafgaand aan de |
point de vue urbanistique la veille de l'entrée en vigueur du plan | inwerkingtreding van het definitieve ruimtelijk uitvoeringsplan |
d'exécution spatial définitif, il est également tenu compte de la | stedenbouwkundig in aanmerking komt voor bebouwing, ook rekening wordt |
politique urbanistique, telle qu'elle ressort des schémas de structure | gehouden met het stedenbouwkundig beleid, zoals dat blijkt uit de |
et de la politique d'autorisations menée par l'administration. | structuurplannen en uit het vergunningenbeleid van het bestuur. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 22 décembre 2016. | op 22 december 2016. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
E. De Groot | E. De Groot |