← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 127/2016 du 6 octobre 2016 Numéro du rôle : 6287 En cause :
la question préjudicielle relative à l'article 162bis du Code d'instruction criminelle et à l'article
283 de la loi générale sur les douanes et accises, coordon La Cour constitutionnelle, composée des présidents E. De Groot
et J. Spreutels, et des juges L. (...)"
| Extrait de l'arrêt n° 127/2016 du 6 octobre 2016 Numéro du rôle : 6287 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 162bis du Code d'instruction criminelle et à l'article 283 de la loi générale sur les douanes et accises, coordon La Cour constitutionnelle, composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges L. (...) | Uittreksel uit arrest nr. 127/2016 van 6 oktober 2016 Rolnummer : 6287 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering en artikel 283 van de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de recht(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Extrait de l'arrêt n° 127/2016 du 6 octobre 2016 | Uittreksel uit arrest nr. 127/2016 van 6 oktober 2016 |
| Numéro du rôle : 6287 | Rolnummer : 6287 |
| En cause : la question préjudicielle relative à l'article 162bis du | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 162bis van het |
| Code d'instruction criminelle et à l'article 283 de la loi générale | Wetboek van strafvordering en artikel 283 van de algemene wet inzake |
| sur les douanes et accises, coordonnée par arrêté royal du 18 juillet | douane en accijnzen, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 18 juli |
| 1977, lus ou non en combinaison avec les articles 2, 569, 32°, 1017, | 1977, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 2, 569, 32°, |
| 1018 et 1022 du Code judiciaire, posée par la Cour de cassation. | 1017, 1018 en 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. |
| La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
| composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de |
| Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et F. Daoût, | rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en F. |
| assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président E. De | Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder |
| Groot, | voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
| Par arrêt du 3 novembre 2015 en cause de l'Etat belge contre la SA « | Bij arrest van 3 november 2015 in zake de Belgische Staat tegen de nv |
| Trimar », la SA « Mediterranean Shipping Company Belgium », la société | « Trimar », de nv « Mediterranean Shipping Company Belgium », de |
| de droit allemand « Hamburg Südamerikanische | vennootschap naar Duits recht « Hamburg Südamerikanische |
| Dampfschifffahrts-Gesellschaft KG » et la SA « Boeckmans België » et | Dampfschifffahrts-Gesellschaft KG » en de nv « Boeckmans België » en |
| vice versa, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen | |
| vice versa, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 10 | op 10 november 2015, heeft het Hof van Cassatie de volgende |
| novembre 2015, la Cour de cassation a posé la question préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 162bis van het Wetboek van Strafvordering en |
| « Les articles 162bis du Code d'instruction criminelle et 283 de la | 283 AWDA, afzonderlijk of samen gelezen met de artikelen 2, 569, 32°, |
| LGDA, pris isolément ou lus en combinaison avec les articles 2, 569, | |
| 32°, 1017, 1018 et 1022 du Code judiciaire, violent-ils les articles | 1017, 1018 en 1022 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 |
| 10 et 11 de la Constitution coordonnée en ce que, sans la moindre | van de Gecoördineerde Grondwet, in de mate de in het ongelijk gestelde |
| justification raisonnable, l'Etat belge qui succombe ne peut être | Belgische Staat zonder enige redelijke verantwoording door de |
| condamné par le juge pénal qui, en vertu de l'article 283 de la LGDA, | strafrechter, die krachtens artikel 283 AWDA kennis neemt van de |
| connaît de l'action fiscale, au paiement, au citoyen, de l'indemnité | fiscaalrechtelijke vordering, niet veroordeeld kan worden tot het |
| de procédure prévue par l'article 1022 du Code judiciaire, alors qu'il | betalen aan de burger van de in artikel 1022 van het Gerechtelijk |
| peut l'être lorsque la même contestation relative à l'application | Wetboek voorziene rechtsplegingsvergoeding, terwijl dit wel het geval |
| d'une loi d'impôt est tranchée devant le tribunal civil conformément | is wanneer ditzelfde geschil betreffende de toepassing van een |
| belastingwet voor de burgerlijke rechtbank wordt beslecht | |
| aux articles 569, 32°, 1017 et 1018 du Code judiciaire ? ». | overeenkomstig de artikelen 569, 32°, 1017 en 1018 van het |
| Gerechtelijk Wetboek ? ». | |
| (...) | (...) |
| III. En droit | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1.1. Tout jugement définitif prononce, même d'office, la | B.1.1. Tenzij bijzondere wetten anders bepalen, verwijst ieder |
| condamnation aux dépens contre la partie qui a succombé, à moins que | eindvonnis, zelfs ambtshalve, de in het ongelijk gestelde partij in de |
| des lois particulières n'en disposent autrement et sans préjudice de | kosten, onverminderd de overeenkomst tussen partijen, die het |
| l'accord des parties que, le cas échéant, le jugement décrète (article 1017, alinéa 1er, du Code judiciaire). | eventueel bekrachtigt (artikel 1017, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek). |
| Les dépens susdits comprennent notamment l'indemnité de procédure | De voormelde kosten omvatten onder meer de rechtsplegingsvergoeding |
| (article 1018, alinéa 1er, 6°, du même Code). L'indemnité de procédure | (artikel 1018, eerste lid, 6°, van hetzelfde Wetboek). De |
| est une intervention forfaitaire dans les frais et honoraires d'avocat | rechtsplegingsvergoeding is een forfaitaire tegemoetkoming in de |
| de la partie ayant obtenu gain de cause (article 1022, alinéa 1er, du | kosten en erelonen van de advocaat van de in het gelijk gestelde |
| même Code). | partij (artikel 1022, eerste lid, van hetzelfde Wetboek). |
| B.1.2. L'article 2 de la loi du 21 février 2010 modifiant les articles | B.1.2. Artikel 2 van de wet van 21 februari 2010 « tot wijziging van |
| 1022 du Code judiciaire et 162bis du Code d'instruction criminelle a | de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het |
| inséré un alinéa dans l'article 1022 du Code judiciaire en vertu | Wetboek van strafvordering » heeft een lid ingevoegd in artikel 1022 |
| van het Gerechtelijk Wetboek krachtens hetwelk geen enkele | |
| duquel aucune indemnité de procédure n'est due à charge de l'Etat | rechtsplegingsvergoeding verschuldigd is ten laste van de Staat |
| lorsque le ministère public intervient par voie d'action dans les | wanneer het openbaar ministerie bij wege van een rechtsvordering in |
| procédures civiles conformément à l'article 138bis, § 1er, du même | burgerlijke procedures tussenkomt overeenkomstig artikel 138bis, § 1, |
| van hetzelfde Wetboek, of wanneer het arbeidsauditoraat een | |
| Code ou lorsque l'auditorat du travail intente une action devant les | rechtsvordering instelt voor de arbeidsgerechten overeenkomstig |
| juridictions du travail conformément à l'article 138bis, § 2, du même Code. | artikel 138bis, § 2, van hetzelfde Wetboek. |
| Cette loi n'est pas encore entrée en vigueur. | Die wet is nog niet in werking getreden. |
| B.1.3. L'article 17 de la loi du 25 avril 2014 visant à corriger | B.1.3. Artikel 17 van de wet van 25 april 2014 « ter verbetering van |
| verschillende wetten die een aangelegenheid regelen als bedoeld in | |
| plusieurs lois réglant une matière visée à l'article 78 de la | artikel 78 van de Grondwet » heeft het in B.1.2 vermelde nieuwe lid |
| Constitution a complété le nouvel alinéa mentionné en B.1.2 en | aangevuld door erin te voorzien dat geen enkele |
| prévoyant qu'aucune indemnité de procédure n'est due à charge de | rechtsplegingsvergoeding ten laste van de Staat verschuldigd is |
| l'Etat lorsqu'une personne morale de droit public agit dans l'intérêt | wanneer een publiekrechtelijk rechtspersoon in het algemeen belang als |
| général en tant que partie dans une procédure. | partij optreedt in een geding. |
| Par son arrêt n° 34/2016 du 3 mars 2016, la Cour a annulé cette | Bij zijn arrest nr. 34/2016 van 3 maart 2016 heeft het Hof die |
| disposition, avant qu'elle ne soit entrée en vigueur, en ce qu'elle | bepaling vernietigd, vooraleer zij in werking was getreden, vanwege |
| viole les articles 10 et 11 de la Constitution. | een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
| B.1.4. Les règles relatives à l'indemnité de procédure s'appliquent | B.1.4. De regeling inzake de rechtsplegingsvergoeding is van |
| toepassing wanneer de rechtbank van eerste aanleg kennis neemt van | |
| lorsque le tribunal de première instance connaît des contestations | geschillen betreffende de toepassing van een belastingwet (artikel |
| relatives à l'application d'une loi d'impôt (article 569, 32°, du Code judiciaire). | 569, 32°, van het Gerechtelijk Wetboek). |
| B.1.5. En vertu de l'article 280 de la loi générale du 18 juillet 1977 | B.1.5. Op grond van artikel 280 van de algemene wet van 18 juli 1977 |
| sur les douanes et accises (ci-après : la loi du 18 juillet 1977), « | inzake douane en accijnzen (AWDA) worden de louter burgerrechtelijke |
| les causes purement civiles qui ne sont accompagnées d'aucune action | zaken die niet gepaard gaan met een vordering tot gevangenisstraf, |
| en application d'emprisonnement, d'amende ou de confiscation, sont | geldboete of verbeurdverklaring, berecht volgens de regels door het |
| jugées suivant les règles prévues par le Code judiciaire en matière de | Gerechtelijk Wetboek voorgeschreven inzake bevoegdheid en |
| compétence et de procédure ». | rechtspleging. |
| B.1.6. Lorsque le tribunal de première instance connaît d'un litige | B.1.6. Wanneer de rechtbank van eerste aanleg kennis neemt van een |
| purement civil entre le contribuable et l'Administration des douanes | louter burgerrechtelijk geschil tussen de belastingplichtige en de |
| et accises, le contribuable peut obtenir une indemnité de procédure | Administratie van douane en accijnzen, kan de belastingplichtige een |
| lorsqu'il obtient gain de cause. | rechtsplegingsvergoeding krijgen indien hij in het gelijk wordt |
| B.2.1. L'article 281, § 1er, de la loi du 18 juillet 1977 prévoit que | gesteld. B.2.1. Artikel 281, § 1, van de AWDA bepaalt dat alle vorderingen |
| toutes actions du chef de contraventions, fraudes ou délits, contre | wegens overtredingen, fraudes en misdrijven, waartegen bij de wetten |
| lesquels les lois en matière de douanes et accises prévoient des | inzake douane en accijnzen straffen zijn bepaald, in eerste aanleg |
| peines seront portées en première instance devant les tribunaux | worden gebracht voor de correctionele rechtbank en in hoger beroep |
| correctionnels, et, en cas d'appel, devant la cour d'appel du ressort, | voor het hof van beroep van het rechtsgebied, « ten einde te worden |
| « pour y être instruites et jugées conformément au Code d'instruction | geïnstrueerd en berecht overeenkomstig het Wetboek van Strafvordering |
| criminelle ». | ». |
| B.2.2. Lorsque les faits visés donnent également lieu à une action | B.2.2. Wanneer de bedoelde feiten ook aanleiding geven tot een |
| civile en paiement de droits ou accises, le juge répressif est, en | burgerlijke rechtsvordering tot betaling van rechten of accijnzen, is |
| vertu de l'article 283 de la loi du 18 juillet 1977, compétent pour | krachtens artikel 283 van de AWDA de strafrechter bevoegd voor de |
| connaître et juger tant de l'action pénale que de l'action civile. | kennisneming en de berechting van zowel de strafvordering als de |
| L'article 283 de la loi du 18 juillet 1977 dispose : | burgerlijke rechtsvordering. Artikel 283 van de AWDA bepaalt : |
| « Lorsque les contraventions, fraudes, délits ou crimes dont il s'agit | « Wanneer de overtredingen, fraudes, misdrijven of misdaden, in de |
| dans les articles 281 et 282 donnent lieu au paiement de droits ou | artikelen 281 en 282 bedoeld, onverminderd de strafvordering, tevens |
| accises, et par conséquent à une action civile, indépendamment de la poursuite d'une peine, le juge compétent soit criminel, soit correctionnel, connaîtra de l'affaire sous ce double rapport et jugera d'une et l'autre cause ». Même lorsque la juridiction répressive acquitte le prévenu, elle doit statuer sur l'action civile en paiement des droits et accises portée devant elle en même temps que l'action publique. B.2.3. Lorsque le juge répressif connaît de l'action civile, l'article 162bis du Code d'instruction criminelle s'applique, lequel dispose : | tot betaling van rechten of accijnzen, en alzo tot een civiele actie aanleiding geven, zal de kennisneming en berechting daarvan in beide opzichten tot de bevoegde criminele of correctionele rechter behoren ». Ook wanneer de strafrechter de beklaagde vrijspreekt, moet hij uitspraak doen over de burgerlijke vordering tot betaling van de rechten en accijnzen waarvan hij tegelijkertijd met de strafvordering kennis heeft genomen. B.2.3. Indien de strafrechter kennis neemt van de burgerlijke rechtsvordering, is artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering van toepassing, dat bepaalt : |
| « Tout jugement de condamnation rendu contre le prévenu et les | « Ieder veroordelend vonnis, uitgesproken tegen de beklaagde en tegen |
| personnes civilement responsables de l'infraction les condamnera | de personen die voor het misdrijf burgerrechtelijk aansprakelijk zijn, |
| envers la partie civile à l'indemnité de procédure visée à l'article | veroordeelt hen tot het betalen aan de burgerlijke partij van de |
| 1022 du Code judiciaire. | rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek. |
| La partie civile qui aura lancé une citation directe et qui succombera | De burgerlijke partij die rechtstreeks heeft gedagvaard en die in het |
| sera condamnée envers le prévenu ainsi qu'envers le civilement | ongelijk wordt gesteld, zal veroordeeld worden tot het aan de |
| responsable à l'indemnité visée à l'article 1022 du Code judiciaire. | beklaagde betalen van de vergoeding bedoeld in artikel 1022 van het |
| L'indemnité sera liquidée par le jugement ». | Gerechtelijk Wetboek. De vergoeding wordt bepaald door het vonnis ». |
| Les articles pertinents de la loi précitée du 21 février 2010 n'étant | Aangezien de relevante artikelen van de reeds vermelde wet van 21 |
| pas encore entrés en vigueur, il n'y a pas lieu d'en tenir compte dans | februari 2010 nog niet in werking zijn getreden, dient daarmee geen |
| le cadre de la présente procédure. | rekening te worden gehouden in het kader van de onderhavige procedure. |
| B.2.4. En matière pénale, les règles relatives à l'indemnité de procédure s'appliquent uniquement dans les relations entre le prévenu et la partie civile. L'indemnité ne concerne que l'action civile, soit l'action pour la réparation du dommage causé par une infraction. Cette indemnité est due à la partie qui obtient gain de cause. B.2.5. Selon le juge a quo, l'action civile qui, dans le cas présent, coïncide avec l'action pénale, ne découle pas de l'infraction mais trouve son fondement direct dans la loi qui impose le paiement de droits. L'Administration des douanes et accises qui exerce cette action n'est donc pas une partie civile qui, sur la base de l'article | B.2.4. De regeling inzake de rechtsplegingsvergoeding is in strafzaken enkel van toepassing in de betrekkingen tussen de beklaagde en de burgerlijke partij. De vergoeding heeft alleen betrekking op de burgerlijke vordering, namelijk de vordering voor het herstel van de schade veroorzaakt door een misdrijf. Zij is verschuldigd aan de partij die in het gelijk wordt gesteld. B.2.5. Naar het oordeel van de verwijzende rechter vloeit de burgerlijke vordering die in het voorliggende geval samengaat met de strafvordering niet voort uit het misdrijf, maar vindt zij haar rechtstreekse grondslag in de wet die de betaling van rechten oplegt. De Administratie van douane en accijnzen die deze vordering uitoefent, |
| 162bis, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle et de l'article | is dan ook geen burgerlijke partij die op grond van artikel 162bis, |
| 1022 du Code judiciaire, peut être condamnée au paiement d'une | tweede lid, van het Wetboek van strafvordering en artikel 1022 van het |
| Gerechtelijk Wetboek kan worden veroordeeld tot een | |
| indemnité de procédure lorsqu'elle est déboutée de son action. | rechtsplegingsvergoeding wanneer haar vordering wordt afgewezen. |
| B.2.6. Il découle de ce qui précède que la personne à laquelle | B.2.6. Uit hetgeen voorafgaat volgt dat de persoon bij wie de |
| l'administration réclame des impôts peut obtenir une indemnité de | administratie belastingen invordert, voor de burgerlijke rechter een |
| procédure devant le juge civil si son recours est déclaré fondé | rechtsplegingsvergoeding kan verkrijgen indien zijn verhaal gegrond |
| (B.1.6), alors que la personne à laquelle les mêmes impôts sont | wordt verklaard (B.1.6), terwijl de persoon bij wie dezelfde |
| réclamés sur la base de l'article 283 de la loi du 18 juillet 1977 ne | belastingen worden ingevorderd op grond van artikel 283 van de AWDA, |
| peut obtenir une indemnité de procédure si le juge répressif déboute | geen rechtsplegingsvergoeding kan verkrijgen indien de strafrechter de |
| l'administration de son action fiscale (B.2.5). | fiscale vordering afwijst die de administratie heeft ingesteld (B.2.5). |
| Le juge a quo demande si cette différence de traitement viole les | De verwijzende rechter vraagt of dat verschil in behandeling de |
| articles 10 et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. |
| B.3.1. Dans la loi du 21 avril 2007 relative à la répétibilité des | B.3.1. In de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van |
| honoraires et des frais d'avocat, le législateur a exclu par principe | de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat, |
| toute répétibilité des frais et honoraires d'avocat dans les relations | heeft de wetgever vanaf het begin elke verhaalbaarheid uitgesloten van |
| de kosten en erelonen van advocaten in de betrekkingen tussen de | |
| entre le prévenu et le ministère public. | beklaagde en het openbaar ministerie. |
| B.3.2. Par son arrêt n° 182/2008 du 18 décembre 2008 concernant les | B.3.2. Bij zijn arrest nr. 182/2008 van 18 december 2008 betreffende |
| recours en annulation de la loi du 21 avril 2007, la Cour a jugé que | de beroepen tot vernietiging van de wet van 21 april 2007 heeft het |
| les différences fondamentales entre le ministère public, lequel est | Hof geoordeeld dat de fundamentele verschillen tussen het openbaar |
| chargé, dans l'intérêt de la société, de la recherche et de la poursuite des infractions et exerce l'action publique, et la partie civile, qui défend son intérêt personnel, pouvaient justifier la non-application, à charge de l'Etat, du système d'indemnisation forfaitaire prévu par la loi du 21 avril 2007. Le législateur a pu raisonnablement considérer qu'il ne convenait pas, en raison de la mission qui lui est dévolue, d'étendre au ministère public un système selon lequel une indemnité de procédure serait automatiquement due chaque fois que son action reste sans effet. | ministerie, dat in het belang van de maatschappij belast is met het onderzoek en de vervolging van misdrijven en de strafvordering uitoefent, en de burgerlijke partij, die haar eigen belang nastreeft, de niet-toepassing, ten laste van de Staat, van het systeem van de forfaitaire vergoeding waarin de wet van 21 april 2007 voorziet, konden verantwoorden. Wegens de opdracht die aan het openbaar ministerie is toegewezen, vermocht de wetgever redelijkerwijs ervan uit te gaan dat een regeling volgens welke een rechtsplegingsvergoeding automatisch verschuldigd zou zijn telkens als zijn vordering zonder gevolg blijft, niet tot het openbaar ministerie diende te worden uitgebreid. |
| B.3.3. Par son arrêt n° 83/2011 du 18 mai 2011, la Cour a dit pour | B.3.3. Bij zijn arrest nr. 83/2011 van 18 mei 2011 heeft het Hof voor |
| droit que l'article 1022 du Code judiciaire, avant l'entrée en vigueur | recht gezegd dat artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, vóór de |
| de la loi du 21 février 2010, violait les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'une indemnité de procédure pouvait être mise à charge de l'Etat belge lorsque l'auditorat du travail succombait dans son action intentée sur la base de l'article 138bis, § 2, du Code judiciaire. Le principe d'égalité et de non-discrimination exigeait, selon la Cour, que ces actions, qui sont intentées par un organe public au nom de l'intérêt général et en toute indépendance, soient traitées de la même manière que les actions pénales. B.3.4. Un tel régime spécifique se justifie compte tenu, d'une part, de la nature particulière du contentieux pénal, qui a pour objet de poursuivre et de réprimer les infractions et qui ne vise ni à faire constater l'existence ou la violation d'un droit subjectif, ni à statuer, en principe, sur la légalité d'un acte d'une autorité publique et eu égard, d'autre part, à la mission spécifique dévolue au | inwerkingtreding van de wet van 21 februari 2010, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schond in zoverre een rechtsplegingsvergoeding ten laste van de Belgische Staat kon worden gelegd wanneer het arbeidsauditoraat in het ongelijk wordt gesteld in zijn rechtsvordering ingesteld op grond van artikel 138bis, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie vereiste naar het oordeel van het Hof dat die vorderingen, die worden ingesteld door een publiek orgaan in naam van het algemeen belang en in alle onafhankelijkheid, op dezelfde wijze worden behandeld als de strafvorderingen. B.3.4. Een dergelijke specifieke regeling is verantwoord rekening houdende met, enerzijds, de bijzondere aard van het strafrechtelijk contentieux, dat tot doel heeft de misdrijven te vervolgen en te bestraffen en dat niet ertoe strekt het bestaan of de schending van een subjectief recht te laten vaststellen, noch, in beginsel, uitspraak te doen over de wettigheid van een handeling van een overheid en gelet op, anderzijds, de specifieke opdracht van het |
| ministère public ou à l'auditorat du travail en matière pénale - qui | openbaar ministerie of het arbeidsauditoraat in strafzaken - die ermee |
| sont chargés d'exercer l'action publique au nom de la société. | belast zijn de strafvordering uit naam van de maatschappij uit te |
| Enfin, le ministère public et l'auditorat du travail qui, en matière | oefenen. Ten slotte zijn de functies van het openbaar ministerie en van het |
| de droit pénal social, assume les fonctions du ministère public | arbeidsauditoraat dat, inzake het sociaal strafrecht, de functies van |
| (articles 145 et 152 du Code judiciaire) ou qui exerce devant le | het openbaar ministerie uitvoert (artikelen 145 en 152 van het |
| Gerechtelijk Wetboek) of dat voor de arbeidsrechtbank de vordering | |
| tribunal du travail l'action prévue par l'article 138bis, § 2, du Code | instelt bepaald in artikel 138bis, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek |
| judiciaire qui s'apparente à l'action publique exercée par le | die vergelijkbaar is met de strafvordering die het openbaar ministerie |
| ministère public devant les juridictions pénales puisqu'elle a pour | instelt voor de strafgerechten, vermits die tot doel heeft het plegen |
| objet de constater la commission d'une infraction, voient leurs | van een misdrijf vast te stellen, verankerd in en is hun |
| fonctions consacrées et leur indépendance garantie à l'article 151, § | onafhankelijkheid gewaarborgd bij artikel 151, § 1, van de Grondwet. |
| 1er, de la Constitution. | |
| B.3.5. Par ses arrêts nos 68/2015, 69/2015 et 70/2015 du 21 mai 2015, | B.3.5. Bij zijn arresten nrs. 68/2015, 69/2015 en 70/2015 van 21 mei |
| la Cour a reconsidéré, dans son ensemble, sa jurisprudence relative à | 2015 heeft het Hof zijn rechtspraak met betrekking tot de |
| la répétibilité des frais et honoraires d'avocat dans les litiges | verhaalbaarheid van de kosten en erelonen van advocaten in de |
| portés devant le juge civil et opposant une autorité publique agissant | geschillen voor de burgerlijke rechter tussen een overheid die in het |
| dans l'intérêt général à un particulier. En ce qui concerne les | algemeen belang optreedt en een particulier, in haar geheel |
| relations entre le prévenu et le ministère public, la Cour a en | heroverwogen. Voor de betrekkingen tussen de beklaagde en het openbaar |
| ministerie herbevestigde het Hof evenwel zijn arrest nr. 182/2008 van | |
| revanche réaffirmé son arrêt n° 182/2008 du 18 décembre 2008, dans | 18 december 2008, waarin het beroepen tot vernietiging tegen artikel |
| lequel elle a rejeté les recours en annulation de l'article 162bis du | 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij de wet |
| Code d'instruction criminelle, inséré par la loi du 21 avril 2007, | van 21 april 2007, verwierp, om de redenen die in B.3.4 zijn vermeld. |
| pour les motifs indiqués en B.3.4. | |
| La Cour a limité l'exclusion de l'obligation pour la partie | Het Hof beperkte de uitsluiting van de verplichting voor de in het |
| succombante de payer une indemnité de procédure aux relations entre le | ongelijk gestelde partij om een rechtsplegingsvergoeding te betalen |
| prévenu et le ministère public, d'une part, et à l'action de | tot, enerzijds, de betrekkingen tussen de beklaagde en het openbaar |
| l'auditorat du travail intentée devant le tribunal du travail sur la | ministerie en, anderzijds, de vordering van het arbeidsauditoraat voor |
| base de l'article 138bis, § 2, du Code judiciaire, d'autre part, étant | de arbeidsrechtbank op grond van artikel 138bis, § 2, van het |
| donné que cette action s'apparente à l'action publique, puisqu'elle a | Gerechtelijk Wetboek, aangezien die vordering vergelijkbaar is met de |
| pour objet de constater la commission d'une infraction et non | strafvordering, vermits zij tot doel heeft het plegen van een misdrijf |
| d'obtenir simplement une réparation de nature civile et qu'elle éteint | vast te stellen en niet louter een herstel van burgerlijke aard te |
| de surcroît l'action publique. | verkrijgen en zij bovendien de strafvordering doet vervallen. |
| B.4.1. En adoptant le régime de recouvrement des droits de douane et | B.4.1. Met de regelgeving over het invorderen van douane- en |
| d'accises, le législateur entendait instaurer un système spécifique de | accijnsrechten beoogde de wetgever een eigen systeem voor |
| recherche et de poursuites pénales, en vue de combattre l'ampleur et | strafrechtelijke opsporing en vervolging te ontwikkelen teneinde de |
| la fréquence des fraudes dans cette matière particulièrement technique | omvang en frequentie van de fraude te bestrijden in deze bijzonder |
| et transfrontalière, qui est désormais régie en grande partie par une | technische en grensoverschrijdende materie, die thans mede door een |
| abondante réglementation européenne. | uitgebreide Europese regelgeving wordt beheerst. |
| B.4.2. Concernant l'exercice de l'action publique, le droit | B.4.2. Wat de uitoefening van de strafvordering betreft, komt het |
| d'initiative de poursuivre les délits en matière de douanes et accises | initiatiefrecht om douane- en accijnsmisdrijven te vervolgen, niet toe |
| n'appartient pas au ministère public mais à l'Administration des | aan het openbaar ministerie, maar wel aan de Administratie van douane |
| douanes et accises (article 281 de la loi du 18 juillet 1977). | en accijnzen (artikel 281 van de AWDA). |
| A cet égard, la distinction suivante doit être faite : | Daarbij moet volgend onderscheid worden gemaakt : |
| - l'administration exerce seule toute action publique du chef | - de administratie oefent de strafvordering alleen uit wat betreft de |
| d'infractions douanières qui ne tend qu'à l'application de peines | douanemisdrijven die slechts worden bestraft met vermogensstraffen |
| patrimoniales (amendes, confiscations, fermetures de fabriques ou | (boeten, verbeurdverklaringen, sluiten van fabrieken of werkplaatsen); |
| usines); le ministère public doit toutefois être entendu (article 281, | het openbaar ministerie moet echter wel worden gehoord (artikel 281, § |
| § 2, de la loi du 18 juillet 1977); | 2, van de AWDA); |
| - en ce qui concerne les infractions douanières qui, outre des peines | - ten aanzien van douanemisdrijven die naast vermogensstraffen ook |
| patrimoniales, sont punissables d'emprisonnement principal, l'action | strafbaar zijn met een hoofdgevangenisstraf, wordt de strafvordering |
| publique est exercée simultanément par l'administration et par le | gelijktijdig uitgeoefend door de administratie en het openbaar |
| ministère public, le ministère public pouvant seul requérir la peine | ministerie, met dien verstande dat alleen het openbaar ministerie een |
| d'emprisonnement principal; le ministère public ne peut toutefois agir | hoofdgevangenisstraf kan vorderen; het openbaar ministerie kan evenwel |
| que lorsque l'administration a pris l'initiative d'intenter l'action | enkel vorderen als de administratie het initiatief tot vervolging |
| (article 281, § 3, de la loi du 18 juillet 1977). | heeft genomen (artikel 281, § 3, van de AWDA). |
| B.4.3. Il ressort de ces dispositions que l'Administration des douanes | B.4.3. Uit die bepalingen blijkt dat de Administratie van douane en |
| et accises a des pouvoirs étendus concernant l'exercice de l'action | accijnzen ruime bevoegdheden heeft op het vlak van de uitoefening van |
| publique. Elle a le droit d'initiative en la matière, étant entendu | de strafvordering. Zij heeft het initiatiefrecht ter zake, met dien |
| que, le cas échéant, le ministère public doit être associé à | verstande dat in voorkomend geval het openbaar ministerie bij de |
| l'exercice de l'action publique, soit par la remise d'un avis, soit pour requérir l'emprisonnement principal. B.4.4. Pour établir si un tel régime est discriminatoire en ce que la personne à laquelle l'administration réclame des impôts ne peut obtenir, dans une procédure devant le juge répressif, aucune indemnité de procédure lorsque ce juge déboute l'administration de son action, alors que la personne à laquelle l'administration réclame des impôts dans une procédure devant le juge civil peut obtenir une indemnité de procédure si son recours est déclaré fondé, il convient d'examiner comment est garantie l'indépendance des magistrats du parquet, d'une part, et des fonctionnaires de l'administration, d'autre part. | uitoefening van de strafvordering moet worden betrokken, hetzij middels het uitbrengen van een advies, hetzij om een hoofdgevangenisstraf te vorderen. B.4.4. Om uit te maken of een zodanige regeling discriminerend is doordat de persoon bij wie de administratie belastingen invordert in een procedure voor de strafrechter geen rechtsplegingsvergoeding kan krijgen wanneer die rechter de vordering van de administratie afwijst, terwijl de persoon bij wie de administratie belastingen invordert in een procedure voor de burgerlijke rechter wel een rechtsplegingsvergoeding kan verkrijgen indien zijn verhaal gegrond wordt verklaard, moet worden nagegaan op welke wijze de onafhankelijkheid wordt gewaarborgd wat de parketmagistraten betreft, enerzijds, en wat de ambtenaren van de administratie betreft, anderzijds. |
| B.5.1. A la différence des magistrats du siège, ceux du ministère | B.5.1. In tegenstelling tot de magistraten van de zetel hebben die van |
| public ne sont pas titulaires d'un pouvoir juridictionnel : ils | het openbaar ministerie geen rechtsprekende bevoegdheid : zij |
| remplissent les devoirs de leur office auprès des cours et tribunaux | vervullen de plichten van hun ambt bij de hoven en rechtbanken om een |
| pour requérir une exacte application de la loi ainsi que pour défendre | juiste toepassing van de wet te vorderen, alsook om de vereisten van |
| les exigences de l'ordre public et d'une bonne administration de la | de openbare orde en van een goede rechtsbedeling te verdedigen. In de |
| justice. La Constitution elle-même, en ses articles 40 et 153, | artikelen 40 en 153 heeft de Grondwet zelf de basis gelegd voor het |
| contient les bases d'un statut et d'une organisation du ministère | statuut en de organisatie van het openbaar ministerie. Dat statuut en |
| public. Ce statut et cette organisation sont notamment caractérisés | die organisatie worden met name gekenmerkt door de relaties van |
| par des relations de nature hiérarchique entre les magistrats du | hiërarchische aard tussen de parketmagistraten. |
| parquet. B.5.2. En ce qui concerne les agents fédéraux, dont font partie les | B.5.2. Ten aanzien van de federale ambtenaren, waartoe de ambtenaren |
| agents de l'Administration des douanes et accises, l'article 107, | van de Administratie van douane en accijnzen behoren, bepaalt artikel |
| alinéa 2, de la Constitution dispose : | 107, tweede lid, van de Grondwet : |
| « [Le Roi] nomme aux emplois d'administration générale et de relation | « [De Koning] benoemt de ambtenaren bij het algemeen bestuur en bij de |
| extérieure, sauf les exceptions établies par les lois ». | buitenlandse betrekkingen, behoudens de door de wetten gestelde uitzonderingen ». |
| B.5.3. L'article 151, § 1er, alinéa 1er, deuxième phrase, de la | B.5.3. Artikel 151, § 1, eerste lid, tweede zin, van de Grondwet |
| Constitution dispose : | bepaalt : |
| « Le ministère public est indépendant dans l'exercice des recherches | « Het openbaar ministerie is onafhankelijk in de individuele opsporing |
| et poursuites individuelles, sans préjudice du droit du ministre | en vervolging onverminderd het recht van de bevoegde minister om de |
| compétent d'ordonner des poursuites et d'arrêter des directives | vervolging te bevelen en om de bindende richtlijnen van het |
| contraignantes de politique criminelle, y compris en matière de | strafrechtelijk beleid, inclusief die van het opsporings- en |
| politique de recherche et de poursuite ». | vervolgingsbeleid, vast te leggen ». |
| En vertu de cette disposition, le ministère public bénéficie, en | Krachtens die bepaling geniet het openbaar ministerie, op het gebied |
| matière de poursuites individuelles, d'une indépendance qu'aucune | van de individuele vervolging, een onafhankelijkheid die geen enkele |
| disposition comparable ne garantit aux agents de l'administration. Il | vergelijkbare bepaling aan de ambtenaren van de administratie |
| existe donc une différence entre les deux catégories d'agents chargés | waarborgt. Er is dus een verschil tussen de twee categorieën van |
| de poursuites pénales. | ambtenaren belast met de strafrechtelijke vervolging. |
| B.5.4. Par son arrêt n° 40/2000 du 6 avril 2000, la Cour a jugé que | B.5.4. Bij zijn arrest nr. 40/2000 van 6 april 2000 heeft het Hof |
| cette différence de statut entre les parties poursuivantes n'établit | geoordeeld dat die verschillende rechtspositie van de vervolgende |
| cependant pas, entre les personnes poursuivies, une différence de | partijen evenwel geen onverantwoord verschil in behandeling instelt |
| traitement injustifiée. Compte tenu de ce que les litiges sont | tussen de vervolgde personen. Rekening houdend met het feit dat de |
| tranchés par le juge pénal, qui offre toutes les garanties | geschillen worden beslecht door de strafrechter die alle waarborgen |
| d'indépendance et d'impartialité, il n'est pas manifestement | van onafhankelijkheid en onpartijdigheid biedt, is het, vanwege het |
| disproportionné aux objectifs poursuivis, en raison de la spécificité | specifieke karakter van de aangelegenheid vermeld in B.4.1, niet |
| de la matière, mentionnée en B.4.1, de confier les poursuites à une administration spécialisée, même si celle-ci n'a pas la même indépendance que le ministère public. B.6. Il n'est dès lors pas sans justification raisonnable que le législateur ait exclu toute répétibilité des frais et honoraires d'avocat dans les relations entre le prévenu et l'Administration des douanes et accises, lorsque cette administration exerce dans une large mesure la fonction du ministère public. B.7. La question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour | kennelijk onevenredig met de nagestreefde doelstellingen de vervolging toe te vertrouwen aan een gespecialiseerde administratie, zelfs indien die niet dezelfde onafhankelijkheid heeft als het openbaar ministerie. B.6. Bijgevolg is het niet zonder redelijke verantwoording dat de wetgever elke verhaalbaarheid van de kosten en erelonen van advocaten heeft uitgesloten in de betrekkingen tussen de beklaagde en de Administratie van douane en accijnzen, wanneer die administratie in aanzienlijke mate de functie van het openbaar ministerie vervult. B.7. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof |
| dit pour droit : | zegt voor recht : |
| L'article 162bis du Code d'instruction criminelle et l'article 283 de | Artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering en artikel 283 van |
| la loi générale du 18 juillet 1977 sur les douanes et accises ne | de algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen schenden |
| violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
| Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
| la Cour constitutionnelle, le 6 octobre 2016. | op 6 oktober 2016. |
| Le greffier, | De griffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |
| Le président, | De voorzitter, |
| E. De Groot | E. De Groot |