Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 116/2016 du 22 septembre 2016 Numéro du rôle : 6217 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 347-1 du Code civil, posée par le Tribunal de première instance de Flandre orientale, division Gand. La Cou composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. (...)"
Extrait de l'arrêt n° 116/2016 du 22 septembre 2016 Numéro du rôle : 6217 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 347-1 du Code civil, posée par le Tribunal de première instance de Flandre orientale, division Gand. La Cou composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. (...) Uittreksel uit arrest nr. 116/2016 van 22 september 2016 Rolnummer : 6217 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 347-1 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent. Het samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snap(...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 116/2016 du 22 septembre 2016 Uittreksel uit arrest nr. 116/2016 van 22 september 2016
Numéro du rôle : 6217 Rolnummer : 6217
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 347-1 du In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 347-1 van het
Code civil, posée par le Tribunal de première instance de Flandre Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg
orientale, division Gand. Oost-Vlaanderen, afdeling Gent.
La Cour constitutionnelle, Het Grondwettelijk Hof,
composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges L. samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de
Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T.
P. Nihoul, F. Daoût et R. Leysen, assistée du greffier F. Meersschaut, Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en R. Leysen, bijgestaan door de
présidée par le président E. De Groot, griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : Groot, wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par jugement du 26 février 2015 en cause de R.S. et de M.S., dont Bij vonnis van 26 februari 2015 in zake R.S. en M.S., waarvan de
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 5 juin 2015, le expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juni 2015, heeft
Tribunal de première instance de Flandre orientale, division Gand, a de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de
posé la question préjudicielle suivante : volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 347-1 du Code civil viole-t-il les articles 10 et 11 de la « Schendt artikel 347-1 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en
Constitution, en ce qu'il a pour effet 11 van de Grondwet in zoverre het tot gevolg heeft dat :
- de rendre absolument impossible une nouvelle adoption simple d'une - een nieuwe gewone adoptie absoluut onmogelijk is van een
personne majeure ayant un lien de filiation résultant d'une adoption meerderjarige persoon met een volle adoptieve afstammingsband, bij
plénière, en cas de décès de l'adoptant, overlijden van de adoptant,
- alors que l'adoption simple d'une personne majeure ayant un lien de - daar waar bij een meerderjarige persoon met een oorspronkelijke
filiation d'origine est toujours possible, même lorsque ses deux afstammingsband een gewone adoptie steeds mogelijk is, zelfs wanneer
parents sont toujours en vie ? ». diens beide ouders nog in leven zijn ? ».
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1. L'article 347-1 du Code civil dispose : B.1. Artikel 347-1 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt :
« Un enfant qui a déjà été adopté, de manière simple ou plénière, peut « Een kind dat reeds is geadopteerd, ongeacht of het daarbij gaat om
être adopté une nouvelle fois, de manière simple ou plénière, si een gewone dan wel om een volle adoptie, kan nogmaals worden
geadopteerd, zowel bij wijze van een gewone als van een volle adoptie,
toutes les conditions requises pour l'établissement de la nouvelle indien alle voorwaarden gesteld voor het totstandkomen van de nieuwe
adoption sont remplies et que, soit : adoptie zijn vervuld en indien, ofwel :
1° l'adoptant ou les adoptants antérieurs sont décédés; 1° de vorige adoptant of adoptanten overleden zijn;
2° l'adoption antérieure a été révisée ou l'adoption simple antérieure 2° de vorige adoptie herzien is of de vorige gewone adoptie ten
a été révoquée à l'égard de l'adoptant ou des adoptants; aanzien van de adoptant of van de adoptanten herroepen is;
3° des motifs très graves commandent qu'une nouvelle adoption soit 3° zeer gewichtige redenen bestaan die vereisen dat op verzoek van het
prononcée à la requête du ministère public ». openbaar ministerie een nieuwe adoptie wordt uitgesproken ».
Cette disposition permet que des enfants fassent l'objet d'une Die bepaling maakt het mogelijk dat kinderen het voorwerp van een
nouvelle adoption. Le législateur a choisi le terme « enfant » pour nieuwe adoptie uitmaken. De wetgever koos voor de term « kind » om te
faire référence aux personnes âgées de moins de dix-huit ans (Doc. verwijzen naar personen van minder dan achttien jaar (Parl. St.,
parl., Chambre, 2000-2001, DOC 50-1366/001 et DOC 50-1367/001, pp. 18 et 22). Kamer, 2000-2001, DOC 50-1366/001 en DOC 50-1367/001, pp. 18 en 22).
L'article 343, § 1er, c), du Code civil définit d'ailleurs, de manière In artikel 343, § 1, c), van het Burgerlijk Wetboek wordt het kind
générale en matière d'adoption, l'enfant comme étant « une personne trouwens, op algemene wijze inzake adoptie, omschreven als « een
âgée de moins de dix-huit ans ». persoon van minder dan achttien jaar ».
B.2. La Cour est interrogée sur la compatibilité de l'article 347-1 du B.2. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van artikel
Code civil avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il 347-1 van het Burgerlijk Wetboek met de artikelen 10 en 11 van de
aurait pour effet « de rendre absolument impossible une nouvelle Grondwet in zoverre het tot gevolg zou hebben dat « een nieuwe gewone
adoption simple d'une personne majeure ayant un lien de filiation adoptie absoluut onmogelijk is van een meerderjarige persoon met een
résultant d'une adoption plénière, en cas de décès de l'adoptant, alors que l'adoption simple d'une personne majeure ayant un lien de filiation d'origine est toujours possible, même lorsque ses deux parents sont toujours en vie ». B.3. Selon le Conseil des ministres, la question préjudicielle n'appellerait pas de réponse, parce qu'elle reposerait sur une prémisse erronée. Les personnes majeures ayant un lien de filiation d'origine ne peuvent également être adoptées que si elles n'ont pas encore été adoptées. B.4. La question préjudicielle porte sur la différence de traitement qui existe entre les personnes majeures ayant un lien de filiation adoptive, qui ne peuvent faire l'objet d'une adoption simple, et les personnes majeures ayant un lien de filiation d'origine, qui peuvent faire l'objet d'une adoption simple. L'exception est rejetée. B.5.1. Le Conseil des ministres considère par ailleurs que les catégories de personnes en cause ne seraient pas comparables, dès lors que, selon lui, l'adoption viserait à permettre à un enfant de grandir dans un milieu familial sécurisant. B.5.2. Dans les deux hypothèses, il s'agit de personnes majeures ayant un lien de filiation déterminé, de sorte que ces catégories se trouvent dans une situation comparable. L'exception est rejetée. volle adoptieve afstammingsband, bij overlijden van de adoptant, daar waar bij een meerderjarige persoon met een oorspronkelijke afstammingsband een gewone adoptie steeds mogelijk is, zelfs wanneer diens beide ouders nog in leven zijn ». B.3. Volgens de Ministerraad zou de prejudiciële vraag geen antwoord behoeven, omdat zij op een verkeerd uitgangspunt zou berusten. Ook meerderjarige personen met een oorspronkelijke afstammingsband kunnen enkel worden geadopteerd indien zij nog niet werden geadopteerd. B.4. De prejudiciële vraag heeft betrekking op het verschil in behandeling dat bestaat tussen meerderjarige personen met een adoptieve afstammingsband, die niet het voorwerp van een gewone adoptie kunnen uitmaken, en meerderjarige personen met een oorspronkelijke afstammingsband, die wel het voorwerp van een gewone adoptie kunnen uitmaken. De exceptie wordt verworpen. B.5.1. De Ministerraad is daarenboven van oordeel dat de in het geding zijnde categorieën van personen niet vergelijkbaar zouden zijn, aangezien de adoptie, volgens hem, ertoe zou strekken het een kind mogelijk te maken op te groeien in een geborgen familiale opvoedingssituatie. B.5.2. In beide gevallen betreft het meerderjarige personen met een bepaalde afstammingsband, zodat die categorieën zich in een vergelijkbare situatie bevinden. De exceptie wordt verworpen.
B.6. La différence de traitement entre les deux catégories de B.6. Het verschil in behandeling tussen beide in de prejudiciële vraag
personnes majeures visées par la question préjudicielle repose sur un bedoelde categorieën van meerderjarige personen berust op een
critère objectif, à savoir le fait d'avoir été adopté ou non. objectief criterium, namelijk het al dan niet eerder geadopteerd zijn.
B.7.1. Les travaux préparatoires relatifs à la réforme du droit de B.7.1. In de parlementaire voorbereiding naar aanleiding van de
l'adoption par la loi du 21 mars 1969 « modifiant l'article 45 du Code hervorming van het adoptierecht door de wet van 21 maart 1969 « tot
wijziging van artikel 45 van het Burgerlijk Wetboek, van de titels
civil, les titres VIII et X du livre Ier du même Code, ainsi que les VIII en X van boek I van hetzelfde Wetboek, alsmede van de wetten op
lois sur l'acquisition, la perte et le recouvrement de la nationalité, de verwerving, het verlies en de herkrijging van de nationaliteit,
coordonnées le 14 décembre 1932 », indiquent qu'en ne permettant pas gecoördineerd op 14 december 1932 », wordt aangegeven dat de wetgever,
que les personnes majeures ayant un lien de filiation adoptive door niet toe te staan dat meerderjarige personen met een adoptieve
puissent être une nouvelle fois adoptées, le législateur entendait afstammingsband opnieuw kunnen worden geadopteerd, het doel van de
renforcer le but assigné à l'adoption, à savoir « donner un foyer à adoptie beoogde te versterken, namelijk « een thuis te geven aan deze
des enfants et non [...] permettre à des adultes de pénétrer kinderen en niet [...] volwassenen in staat te stellen
successivement dans plusieurs familles » (Doc. parl., Sénat, achtereenvolgens in verscheidene gezinnen binnen te dringen » (Parl.
1966-1967, n° 358, p. 70). Par ailleurs, le législateur voulait éviter St., Senaat, 1966-1967, nr. 358, p. 70). Bovendien wou de wetgever «
« la possibilité d'une certaine chasse à l'adoption et à l'héritage » de mogelijkheid van een jacht op adopties en erfenissen » vermijden
(ibid., p. 69). (ibid., p. 69).
B.7.2. La disposition en cause a été insérée dans le Code civil par B.7.2. De in het geding zijnde bepaling is in het Burgerlijk Wetboek
l'article 2 de la loi du 24 avril 2003 réformant l'adoption. Au cours ingevoegd bij artikel 2 van de wet van 24 april 2003 tot hervorming
des travaux préparatoires, le maintien de l'impossibilité pour la van de adoptie. Tijdens de parlementaire voorbereiding werd geen
personne majeure ayant un lien de filiation adoptive d'être à nouveau verantwoording gegeven voor het behoud van de onmogelijkheid voor de
meerderjarige persoon met een adoptieve afstammingsband om, bij
adoptée en cas de décès de l'adoptant n'a pas été justifié (Doc. overlijden van de adoptant, opnieuw te worden geadopteerd (Parl. St.,
parl., Chambre, 2000-2001, DOC 50-1366/001 et DOC 50-1367/001, pp. Kamer, 2000-2001, DOC 50-1366/001 en DOC 50-1367/001, pp. 22-23),
22-23), étant donné que la règle en vertu de laquelle, pour un majeur, aangezien de regel krachtens welke de mogelijkheid van een nieuwe
la possibilité d'une nouvelle adoption n'existe pas, à l'exception de adoptie, voor een meerderjarige, niet bestaat, met uitzondering van de
la possibilité d'être adopté par un beau-parent, n'a pas été modifiée mogelijkheid van stiefouderadoptie, niet is gewijzigd door de
par le législateur. wetgever.
Les travaux préparatoires de cette loi indiquent que le législateur Uit de parlementaire voorbereiding van die wet blijkt dat de wetgever
s'est interrogé sur le maintien de la possibilité d'adoption simple heeft stilgestaan bij het behoud van de mogelijkheid tot gewone
d'une personne majeure, mais qu'il n'y a pas eu d'accord pour adoptie van een meerderjarige persoon, maar dat er geen
supprimer cette possibilité (Doc. parl., Chambre, 2001-2002, DOC overeenstemming werd bereikt om die mogelijkheid af te schaffen (Parl.
50-1366/011, pp. 124-130). St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1366/011, pp. 124-130).
B.8. Dans la mesure où le législateur a maintenu la possibilité d'une B.8. In zoverre de wetgever de mogelijkheid van een gewone adoptie van
adoption simple d'une personne majeure, les motifs invoqués en B.7.1 een meerderjarige persoon heeft behouden, maken de in B.7.1
ne permettent pas de justifier la différence de traitement entre les aangevoerde redenen het niet mogelijk het verschil in behandeling
personnes majeures selon la nature de leur filiation. En effet, la tussen meerderjarige personen volgens de aard van hun afstamming te
circonstance d'avoir fait l'objet d'une adoption au cours de la verantwoorden. De omstandigheid dat men tijdens de minderjarigheid is
minorité ne présente aucun lien de pertinence à l'égard de la geadopteerd, vertoont immers geen relevante band ten aanzien van de
possibilité de faire l'objet d'une adoption simple une fois l'âge de mogelijkheid om het voorwerp van een gewone adoptie uit te maken zodra
la majorité atteint. de meerderjarige leeftijd is bereikt.
B.9. La question préjudicielle appelle une réponse positive. B.9. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
L'article 347-1 du Code civil viole les articles 10 et 11 de la Artikel 347-1 van het Burgerlijk Wetboek schendt de artikelen 10 en 11
Constitution en ce qu'il ne permet pas qu'une personne majeure ayant van de Grondwet in zoverre het niet toestaat dat een meerderjarige
un lien de filiation adoptive fasse l'objet d'une adoption simple. persoon met een adoptieve afstammingsband het voorwerp van een gewone
adoptie uitmaakt.
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof,
la Cour constitutionnelle, le 22 septembre 2016. op 22 september 2016.
Le greffier, De griffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
Le président, De voorzitter,
E. De Groot E. De Groot
^