← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 84/2016 du 2 juin 2016 Numéro du rôle : 6182 En cause : la question
préjudicielle concernant l'article 323 du Code civil, avant son abrogation par l'article 24 de la loi
du 1 er juillet 2006 modifiant des dispo La Cour constitutionnelle, composée
des présidents J. Spreutels et E. De Groot, et des juges L. (...)"
Extrait de l'arrêt n° 84/2016 du 2 juin 2016 Numéro du rôle : 6182 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 323 du Code civil, avant son abrogation par l'article 24 de la loi du 1 er juillet 2006 modifiant des dispo La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et E. De Groot, et des juges L. (...) | Uittreksel uit arrest nr. 84/2016 van 2 juni 2016 Rolnummer : 6182 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, vóór de opheffing ervan bij artikel 24 van de wet van 1 juli 2006 tot wijziging van de bepa Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de recht(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 84/2016 du 2 juin 2016 | Uittreksel uit arrest nr. 84/2016 van 2 juni 2016 |
Numéro du rôle : 6182 | Rolnummer : 6182 |
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 323 du Code | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 323 van het |
civil, avant son abrogation par l'article 24 de la loi du 1er juillet | Burgerlijk Wetboek, vóór de opheffing ervan bij artikel 24 van de wet |
2006 modifiant des dispositions du Code civil relatives à | van 1 juli 2006 tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk |
l'établissement de la filiation et aux effets de celle-ci, posée par | Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de |
la Cour de cassation. | gevolgen ervan, gesteld door het Hof van Cassatie. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents J. Spreutels et E. De Groot, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de |
Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. | rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. |
Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée | Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. |
du greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, | Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt du 19 mars 2015 en cause de N.W. contre M.-J. D., dont | Bij arrest van 19 maart 2015 in zake N.W. tegen M.-J. D., waarvan de |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 7 avril 2015, la | expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 april 2015, heeft |
Cour de cassation a posé la question préjudicielle suivante : | het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 323 ancien du Code civil viole-t-il les articles 22 et | « Schendt het vroegere artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek de |
22bis de la Constitution en ce que, lorsque la paternité est établie | artikelen 22 en 22bis van de Grondwet in zoverre het, wanneer het |
en vertu des articles 315 ou 317 du même code, il interdit à un enfant | vaderschap krachtens de artikelen 315 of 317 van hetzelfde Wetboek |
de rechercher son père biologique et de faire reconnaître la paternité | vaststaat, een kind verbiedt zijn biologische vader te zoeken en diens |
de celui-ci par jugement sans avoir préalablement contesté la | vaderschap bij vonnis te laten erkennen zonder het vaderschap van de |
paternité du mari de sa mère, à moins qu'il ne se trouve dans une des | echtgenoot van zijn moeder vooraf te hebben betwist, tenzij het zich |
hypothèses de présomption faible de paternité visées à l'article 320 | in een van de in artikel 320 van dat Wetboek bedoelde gevallen van een |
de ce code ? ». | vaag vermoeden van vaderschap bevindt ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. Avant son abrogation par l'article 24 de la loi du 1er juillet | B.1.1. Vóór de opheffing ervan bij artikel 24 van de wet van 1 juli |
2006 modifiant des dispositions du Code civil relatives à | 2006 tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met |
l'établissement de la filiation et aux effets de celle-ci, l'article | betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan, |
323 du Code civil disposait : | bepaalde artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek : |
« Lorsque la paternité établie en vertu des articles 315 ou 317 n'est | « Wanneer het vaderschap dat vaststaat krachtens artikel 315 of 317 |
pas corroborée par la possession d'état, la paternité d'un autre homme | niet bevestigd wordt door het bezit van staat, kan het vaderschap van |
que le mari peut être établie par un jugement dans les cas prévus à | een andere man dan de echtgenoot bij vonnis worden vastgesteld in de |
l'article 320 ». | gevallen bepaald in artikel 320 ». |
Avant son abrogation par l'article 23 de la loi du 1er juillet 2006 | Vóór de opheffing ervan bij artikel 23 van de voormelde wet van 1 juli |
précitée, l'article 320 du Code civil disposait : | 2006 bepaalde artikel 320 van het Burgerlijk Wetboek : |
« Lorsque la paternité établie en vertu des articles 315 ou 317 n'est | « Wanneer het vaderschap dat vaststaat krachtens artikel 315 of 317 |
pas corroborée par la possession d'état, l'enfant peut, sur | niet bevestigd wordt door het bezit van staat, kan het kind met |
l'autorisation du tribunal de première instance de son domicile, être | machtiging van de rechtbank van eerste aanleg van zijn woonplaats, |
reconnu par un autre homme que le mari : | worden erkend door een andere man dan de echtgenoot : |
1° s'il est né 180 jours au moins après la dissolution ou l'annulation | 1° ingeval het kind geboren is tenminste 180 dagen na de ontbinding of |
du mariage de la mère; | de nietigverklaring van het huwelijk van de moeder; |
2° s'il est né plus de 300 jours après l'audience d'introduction visée | 2° ingeval het kind geboren is meer dan 300 dagen na de |
à l'article 1258 du Code judiciaire et qu'un procès-verbal de | inleidingszitting bedoeld in artikel 1258 van het Gerechtelijk Wetboek |
en geen proces-verbaal van verzoening is opgemaakt, of na de | |
conciliation n'a pas été établi, ou après l'ordonnance du président | beschikking van de voorzitter zitting houdend in kort geding, waarbij |
siégeant en référé et autorisant les époux à résider séparément, ou | de echtgenoten gemachtigd worden een afzonderlijke verblijfplaats te |
après la déclaration prévue à l'article 1289 du même Code, et moins de | betrekken, of na de verklaring bedoeld in artikel 1289 van hetzelfde |
180 jours après le rejet définitif de la demande ou depuis la | Wetboek, en minder dan 180 dagen na de definitieve afwijzing van de |
conciliation des époux; | eis of na de verzoening van de echtgenoten; |
3° s'il est né plus de trois cents jours après une ordonnance du juge | 3° ingeval het kind geboren is meer dan driehonderd dagen na een |
de paix rendue en vertu de l'article 223 du présent Code et autorisant | beschikking van de vrederechter gegeven krachtens artikel 223 van dit |
les époux à résider séparément, et moins de cent quatre-vingts jours | Wetboek, waarbij de echtgenoten gemachtigd worden een afzonderlijke |
verblijfplaats te betrekken, en minder dan honderdtachtig dagen nadat | |
depuis que cette mesure a pris fin ou depuis la réunion de fait des | aan deze maatregel een einde is gekomen, of nadat de echtgenoten |
époux; | feitelijk herenigd zijn geweest; |
4° si l'enfant est né plus de 300 jours après la date de la séparation | 4° ingeval het kind geboren is meer dan 300 dagen na de datum van de |
de fait lorsque le divorce a été prononcé en vertu des articles 229, | feitelijke scheiding wanneer de echtscheiding is uitgesproken |
231 ou 232 ». | krachtens de artikelen 229, 231 of 232 ». |
B.1.2. L'enfant né pendant le mariage ou dans les 300 jours qui | B.1.2. Het kind dat geboren is tijdens het huwelijk of binnen 300 |
suivent la dissolution ou l'annulation du mariage a pour père le mari | dagen na de ontbinding of nietigverklaring van het huwelijk, heeft de |
(article 315 du Code civil). | echtgenoot tot vader (artikel 315 van het Burgerlijk Wetboek). |
B.1.3. La recherche de paternité sur la base de la disposition en | B.1.3. Het onderzoek naar het vaderschap, op grond van de in het |
cause ne pouvait avoir lieu que lorsque la paternité n'avait pas été | geding zijnde bepaling, kon slechts plaatsvinden wanneer het |
corroborée par la possession d'état. | vaderschap niet door het bezit van staat werd bevestigd. |
Par son arrêt n° 122/2011 du 7 juillet 2011, la Cour a dit pour droit | Bij zijn arrest nr. 122/2011 van 7 juli 2011 heeft het Hof voor recht |
que l'article 323 du Code civil, tel qu'il était en vigueur avant son | gezegd dat artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht |
abrogation par l'article 24 de la loi du 1er juillet 2006, viole | vóór de opheffing ervan bij artikel 24 van de wet van 1 juli 2006, |
l'article 22 de la Constitution. Il ressort des motifs de cet arrêt | artikel 22 van de Grondwet schendt. Uit de motieven van dat arrest |
que cet article constitue une atteinte disproportionnée au droit au | blijkt dat dat artikel een onevenredige aantasting van het recht op |
eerbiediging van het privéleven van kinderen vormt wegens het absolute | |
respect de la vie privée des enfants en raison du caractère absolu de | karakter van de voorwaarde met betrekking tot het bezit van staat dat |
la condition relative à la possession d'état qui a pour effet que le | tot gevolg heeft dat de wetgever in alle omstandigheden de |
législateur a, dans toutes les circonstances, fait prévaloir la | socioaffectieve werkelijkheid van het vaderschap heeft laten |
réalité socio-affective de la paternité sur la réalité biologique, | prevaleren op de biologische werkelijkheid, zonder aan de rechter de |
sans laisser au juge le pouvoir de tenir compte des faits établis et | bevoegdheid te laten om rekening te houden met de vaststaande feiten |
de l'intérêt de toutes les parties concernées. | en de belangen van alle betrokken partijen. |
B.2. La présente question préjudicielle invite la Cour, dans le cadre | B.2. Met de onderhavige prejudiciële vraag wordt het Hof, in het kader |
de la même affaire, à se prononcer sur la compatibilité de l'article | van dezelfde zaak, verzocht zich uit te spreken over de |
323 du Code civil, tel qu'il était en vigueur avant son abrogation par | bestaanbaarheid van artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van |
l'article 24 de la loi du 1er juillet 2006, avec les articles 22 et | kracht vóór de opheffing ervan bij artikel 24 van de wet van 1 juli |
22bis de la Constitution en ce que, lorsque la paternité est établie | 2006, met de artikelen 22 en 22bis van de Grondwet in zoverre het, |
en vertu des articles 315 ou 317 du même Code, il ne permet à un | wanneer het vaderschap krachtens de artikelen 315 of 317 van hetzelfde |
enfant de faire établir par jugement la paternité d'un autre homme que | |
le mari de sa mère que dans les cas prévus à l'article 320 de ce Code. | Wetboek vaststaat, een kind enkel in de in artikel 320 van dat Wetboek |
bedoelde gevallen toestaat het vaderschap van een andere man dan de | |
echtgenoot van zijn moeder bij vonnis te laten vaststellen. | |
B.3. L'article 22 de la Constitution dispose : | B.3. Artikel 22 van de Grondwet bepaalt : |
« Chacun a droit au respect de sa vie privée et familiale, sauf dans | « Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn privé-leven en zijn |
les cas et conditions fixés par la loi. | gezinsleven, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet bepaald. |
La loi, le décret ou la règle visée à l'article 134 garantissent la | De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen de |
protection de ce droit ». | bescherming van dat recht ». |
L'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme dispose | Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt |
: | : |
« 1. Toute personne a droit au respect de sa vie privée et familiale, | « 1. Eenieder heeft recht op eerbiediging van zijn privéleven, zijn |
de son domicile et de sa correspondance. | gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling. |
2. Il ne peut y avoir ingérence d'une autorité publique dans | 2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan met betrekking |
l'exercice de ce droit que pour autant que cette ingérence est prévue | tot de uitoefening van dit recht dan voor zover bij de wet is voorzien |
par la loi et qu'elle constitue une mesure qui, dans une société | en in een democratische samenleving nodig is in het belang van 's |
démocratique, est nécessaire à la sécurité nationale, à la sûreté | lands veiligheid, de openbare veiligheid, of het economisch welzijn |
publique, au bien-être économique du pays, à la défense de l'ordre et | van het land, de bescherming van de openbare orde en het voorkomen van |
à la prévention des infractions pénales, à la protection de la santé | strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, |
ou de la morale, ou à la protection des droits et libertés d'autrui ». | of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen ». |
Le Constituant a recherché la plus grande concordance possible entre | De Grondwetgever heeft gestreefd naar een zo groot mogelijke |
l'article 22 de la Constitution et l'article 8 de la Convention | concordantie tussen artikel 22 van de Grondwet en artikel 8 van het |
européenne des droits de l'homme (Doc. parl., Chambre, 1992-1993, n° | Europees Verdrag voor de rechten van de mens (Parl. St., Kamer, |
997/5, p. 2). Les garanties qu'offrent ces deux dispositions forment | 1992-1993, nr. 997/5, p. 2). De waarborgen die beide bepalingen |
un tout indissociable. | bieden, vormen een onlosmakelijk geheel. |
B.4. Les règles relatives à la recherche de paternité relèvent de | B.4. De regels betreffende het onderzoek naar het vaderschap vallen |
l'application de l'article 22 de la Constitution et de l'article 8 de | onder de toepassing van artikel 22 van de Grondwet en van artikel 8 |
la Convention européenne des droits de l'homme. | van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. |
B.5.1. Le droit au respect de la vie privée et familiale, tel qu'il | B.5.1. Het recht op eerbiediging van het privéleven en het |
est garanti par les dispositions précitées, a pour but essentiel de | gezinsleven, zoals het door de voormelde bepalingen wordt gewaarborgd, |
protéger les personnes contre les ingérences dans leur vie privée et | heeft als essentieel doel de personen te beschermen tegen inmengingen |
leur vie familiale. | in hun privéleven en hun gezinsleven. |
L'article 22, alinéa 1er, de la Constitution et l'article 8 de la | Artikel 22, eerste lid, van de Grondwet en artikel 8 van het Europees |
Convention européenne des droits de l'homme n'excluent pas une | Verdrag voor de rechten van de mens sluiten een overheidsinmenging in |
ingérence d'une autorité publique dans le droit au respect de la vie | het recht op eerbiediging van het privéleven niet uit, maar vereisen |
privée mais ils exigent que cette ingérence soit autorisée par une | dat die inmenging wordt toegestaan door een voldoende precieze |
disposition législative suffisamment précise, qu'elle corresponde à un | wettelijke bepaling, dat zij beantwoordt aan een dwingende |
besoin social impérieux et soit proportionnée à l'objectif légitime | maatschappelijke behoefte en dat zij evenredig is met de daarmee |
qu'elle poursuit. | nagestreefde wettige doelstelling. |
Ces dispositions engendrent de surcroît l'obligation positive pour | Die bepalingen houden voor de overheid bovendien de positieve |
l'autorité publique de prendre des mesures qui assurent le respect | verplichting in om maatregelen te nemen die een daadwerkelijke |
effectif de la vie privée et familiale, même dans la sphère des | eerbiediging van het privéleven en het gezinsleven verzekeren, zelfs |
relations entre les individus (CEDH, 27 octobre 1994, Kroon e.a. c. | in de sfeer van de onderlinge verhoudingen tussen individuen (EHRM, 27 |
Pays-Bas, § 31; grande chambre, 12 novembre 2013, Söderman c. Suède, § | oktober 1994, Kroon e.a. t. Nederland, § 31; grote kamer, 12 november |
78). | 2013, Söderman t. Zweden, § 78). |
B.5.2. Les procédures relatives à l'établissement ou à la contestation | B.5.2. De procedures met betrekking tot het vaststellen of betwisten |
de paternité concernent la vie privée, parce que la matière de la | van de vaderlijke afstamming raken het privéleven, omdat de materie |
filiation englobe d'importants aspects de l'identité personnelle d'un | van de afstamming belangrijke aspecten van iemands persoonlijke |
individu (CEDH, 28 novembre 1984, Rasmussen c. Danemark, § 33; 24 | identiteit omvat (EHRM, 28 november 1984, Rasmussen t. Denemarken, § |
novembre 2005, Shofman c. Russie, § 30; 12 janvier 2006, Mizzi c. | 33; 24 november 2005, Shofman t. Rusland, § 30; 12 januari 2006, Mizzi |
Malte, § 102; 16 juin 2011, Pascaud c. France, § § 48-49; 21 juin | t. Malta, § 102; 16 juni 2011, Pascaud t. Frankrijk, § § 48-49; 21 |
2011, Kruskovic c. Croatie, § 20; 22 mars 2012, Ahrens c. Allemagne, § | juni 2011, Kruskovic. Kroatië, § 20; 22 maart 2012, Ahrens t. |
60; 12 février 2013, Krisztissn Barnabsss Tóth c. Hongrie, § 28). | Duitsland, § 60; 12 februari 2013, Krisztissn Barnabsss Tóth t. |
Hongarije, § 28). | |
B.5.3. Selon la Cour européenne des droits de l'homme, lorsque le | B.5.3. Volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens moet de |
législateur fixe les règles en matière de filiation, il doit non | wetgever, wanneer hij de regels inzake afstamming vaststelt, niet |
seulement tenir compte des droits des intéressés, mais aussi de la | alleen rekening houden met de rechten van de betrokkenen, maar ook met |
nature de ces droits. Lorsqu'est en cause le droit à une identité, | de aard van die rechten. Wanneer het gaat om het recht op een |
dont relève le droit de connaître son ascendance, un examen approfondi | identiteit, waartoe het recht behoort om zijn afstamming te kennen, is |
est nécessaire pour peser les intérêts en présence (CEDH, 13 juillet | een diepgaande belangenafweging noodzakelijk (EHRM, 13 juli 2006, |
2006, Jäggi c. Suisse, § 37; 3 avril 2014, Konstantinidis c. Grèce, § | Jäggi t. Zwitserland, § 37; 3 april 2014, Konstantinidis t. |
47; 14 janvier 2016, Mandet c. France, § 44). Même si une personne a | Griekenland, § 47; 14 januari 2016, Mandet t. Frankrijk, § 44). Zelfs |
pu développer sa personnalité sans avoir de certitude quant à | indien een persoon zijn persoonlijkheid heeft kunnen uitbouwen zonder |
l'identité de son père biologique, il faut admettre que l'intérêt | zekerheid te hebben over de identiteit van zijn biologische vader, |
qu'un individu peut avoir à connaître son ascendance ne décroît pas | moet worden aangenomen dat het belang dat een individu kan hebben om |
avec les années, bien au contraire (CEDH, 13 juillet 2006, Jäggi c. | zijn afstamming te kennen niet afneemt met de jaren, wel integendeel |
Suisse, § 40; 16 juin 2011, Pascaud c. France, § 65). La Cour | (EHRM, 13 juli 2006, Jäggi t. Zwitserland, § 40; 16 juni 2011, Pascaud |
européenne constate également qu'il ressort d'une étude comparée que | t. Frankrijk, § 65). Het Europees Hof stelt eveneens vast dat uit |
dans un nombre important d'Etats, l'action de l'enfant en recherche de | vergelijkend onderzoek blijkt dat in een belangrijk aantal Staten de |
vordering van het kind om het vaderschap te doen vaststellen niet aan | |
paternité n'est pas soumise à un délai, et que l'on constate une | een termijn is gebonden en dat een tendens waarneembaar is om een |
tendance à accorder à l'enfant une plus grande protection (CEDH, 20 | grotere bescherming toe te kennen aan het kind (EHRM, 20 december |
décembre 2007, Phinikaridou c. Chypre, § 58). | 2007, Phinikaridou t. Cyprus, § 58). |
B.6. Le législateur, lorsqu'il élabore un régime légal qui entraîne | B.6. De wetgever beschikt over een appreciatiemarge om bij de |
une ingérence de l'autorité publique dans la vie privée, jouit d'une | uitwerking van een wettelijke regeling die een overheidsinmenging in |
marge d'appréciation pour tenir compte du juste équilibre à ménager | het privéleven inhoudt, rekening te houden met een billijk evenwicht |
entre les intérêts concurrents de l'individu et de la société dans son | tussen de tegenstrijdige belangen van het individu en de samenleving |
ensemble (CEDH, 26 mai 1994, Keegan c. Irlande, § 49; 27 octobre 1994, | in haar geheel (EHRM, 26 mei 1994, Keegan t. Ierland, § 49; 27 oktober |
Kroon et autres c. Pays-Bas, § 31; 2 juin 2005, Znamenskaya c. Russie, | 1994, Kroon e.a. t. Nederland, § 31; 2 juni 2005, Znamenskaya t. |
§ 28; 24 novembre 2005, Shofman c. Russie, § 34; 20 décembre 2007, | Rusland, § 28; 24 november 2005, Shofman t. Rusland, § 34; 20 december |
Phinikaridou c. Chypre, § § 51 à 53; 25 février 2014, Ostace c. | 2007, Phinikaridou t. Cyprus, § § 51-53; 25 februari 2014, Ostace t. |
Roumanie, § 33). | Roemenië, § 33). |
Cette marge d'appréciation du législateur n'est toutefois pas | |
illimitée : pour apprécier si une règle législative est compatible | Die appreciatiemarge van de wetgever is evenwel niet onbegrensd : om |
avec le droit au respect de la vie privée, il convient de vérifier si | te oordelen of een wettelijke regeling verenigbaar is met het recht op |
le législateur a trouvé un juste équilibre entre tous les droits et | eerbiediging van het privéleven, moet worden nagegaan of de wetgever |
intérêts en cause. Pour cela, il ne suffit pas que le législateur | een billijk evenwicht heeft gevonden tussen alle rechten en belangen |
ménage un équilibre entre les intérêts concurrents de l'individu et de | die in het geding zijn. Zulks vereist dat de wetgever niet alleen een |
la société dans son ensemble mais il doit également ménager un | afweging maakt tussen de belangen van het individu tegenover die van |
équilibre entre les intérêts contradictoires des personnes concernées | de samenleving in haar geheel, maar tevens tussen de tegenstrijdige |
(CEDH, 6 juillet 2010, Backlund c. Finlande, § 46), sous peine de | belangen van de betrokken personen (EHRM, 6 juli 2010, Backlund t. |
prendre une mesure qui ne serait pas proportionnée aux objectifs | Finland, § 46), op gevaar af anders een maatregel te nemen die niet |
légitimes poursuivis. Cette balance des intérêts doit conduire à ce | evenredig is met de nagestreefde wettige doelstellingen. Die |
que la réalité biologique et sociale prévale sur une présomption | belangenafweging moet ertoe leiden dat de biologische en sociale |
werkelijkheid primeert op een wettelijk vermoeden indien dat laatste | |
légale heurtant de front les faits établis et les voeux des personnes | frontaal ingaat tegen de vastgestelde feiten en de wensen van de |
concernées, sans réellement profiter à personne (CEDH, 27 octobre | betrokkenen, zonder dat het iemand een tastbaar voordeel oplevert |
1994, Kroon et autres c. Pays-Bas, § 40; 24 novembre 2005, Shofman c. | (EHRM, 27 oktober 1994, Kroon e.a. t. Nederland, § 40; 24 november |
Russie, § 44; 12 janvier 2006, Mizzi c. Malte, § 113; 10 octobre 2006, | 2005, Shofman t. Rusland, § 44; 12 januari 2006, Mizzi t. Malta, § |
Paulik c. Slovaquie, § 46). | 113; 10 oktober 2006, Paulik t. Slovakije, § 46). |
Même si la présomption légale procure un avantage à une personne, | Zelfs indien het wettelijke vermoeden iemand tot voordeel strekt, dan |
celui-ci ne saurait justifier en soi que toute recherche de paternité | nog kan dat voordeel op zichzelf niet verantwoorden dat elk onderzoek |
soit exclue par avance (voy. CEDH, 16 juin 2011, Pascaud c. France, § | naar het vaderschap bij voorbaat wordt uitgesloten (zie EHRM, 16 juni |
§ 57-69). | 2011, Pascaud t. Frankrijk, § § 57-69). |
B.7. La disposition en cause s'oppose à ce qu'un enfant, dont la | B.7. De in het geding zijnde bepaling staat eraan in de weg dat een |
filiation paternelle est présumée en vertu de la loi parce qu'il est | kind, van wie de afstamming van vaderszijde krachtens de wet wordt |
vermoed omdat het tijdens het huwelijk van zijn moeder is geboren, aan | |
né durant le mariage de sa mère, demande au juge d'établir sa | de rechter vraagt om zijn afstamming vast te stellen ten aanzien van |
filiation à l'égard d'un autre homme que le mari de sa mère présenté | een andere man dan de echtgenoot van zijn moeder die als zijn |
comme son père biologique s'il ne remplit pas l'une des conditions de | biologische vader wordt voorgesteld, indien het niet voldoet aan een |
l'article 320 du Code civil précité. | van de voorwaarden van het voormelde artikel 320 van het Burgerlijk |
Cette disposition faisait partie d'une vaste réforme du droit de la | Wetboek. Die bepaling maakte deel uit van een uitgebreide hervorming van het |
filiation visant, entre autres, à instaurer une égalité de droit entre | afstammingsrecht die onder meer ertoe strekte rechtsgelijkheid voor |
tous les enfants, prenant notamment la forme de la reconnaissance du | alle kinderen in te voeren, met name in de vorm van de toekenning van |
droit de tout enfant à l'établissement de sa filiation (Doc. parl., | het recht van elk kind op vaststelling van zijn afstamming (Parl. St., |
Sénat, 1977-1978, n° 305-1, pp. 3-4). Le souci du législateur était | Senaat, 1977-1978, nr. 305-1, pp. 3-4). De bekommernis van de wetgever |
alors de veiller à ce que l'établissement d'une filiation corresponde | bestond toen erin erover te waken dat de vaststelling van een |
le plus possible à la « réalité biologique », tout en veillant à | afstamming zo veel mogelijk met de « biologische werkelijkheid » |
éviter les « excès » et à ne pas « sacrifier la parenté | overeenstemde, door tevens erover te waken dat « excessen » werden |
vermeden en dat « het socio-affectieve ouderschap [niet werd | |
socio-affective à la vérité biologique » (ibid., pp. 4 et 16). | opgeofferd] aan de biologische waarheid » (ibid., pp. 4 en 16). |
Bij die hervorming van het afstammingsrecht werd een onderscheid | |
Cette réforme du droit de la filiation distinguait trois modes | gemaakt tussen drie wijzen van vaststelling van de afstamming van |
d'établissement de la filiation paternelle (ibid., p. 11) : la « | vaderszijde (ibid., p. 11) : het « vermoeden van vaderschap » dat |
présomption de paternité » liée au mariage de la mère, la « | verband houdt met het huwelijk van de moeder, de « erkenning » en het |
reconnaissance » et la « recherche de paternité » - ce qui tend à | « onderzoek naar het vaderschap », hetgeen strekt tot de vaststelling |
van de afstamming van vaderszijde bij een vonnis. | |
l'établissement de la filiation paternelle par un jugement. | Aangezien hij duidelijk de voorrang gaf aan de eerste van die drie |
Privilégiant nettement le premier de ces trois modes d'établissement | wijzen van vaststelling van de afstamming van vaderszijde (ibid., pp. |
de la filiation paternelle (ibid., pp. 4 et 11; Doc. parl., Chambre, | 4 en 11; Parl. St., Kamer, 1985-1986, nr. 378/16, p. 6), sloot de |
1985-1986, n° 378/16, p. 6), le législateur excluait en principe la « | wetgever in beginsel het « onderzoek naar het vaderschap » uit voor |
een kind ten aanzien van wie het vaderschap op grond van het wettelijk | |
recherche de paternité » d'un enfant dont la paternité était établie | vermoeden vaststond. Dat beleid werd verantwoord vanuit de bekommernis |
par la présomption légale. Cette politique a été justifiée par le | om de « rust der families » te verzekeren, een bekommernis die in een |
souci d'assurer la « paix des familles », souci jugé plus important | dergelijk geval belangrijker werd geacht dan de « drang naar waarheid |
dans un tel cas que le « souci de la vérité » ou le « principe de la | » of het « principe van de biologische waarheid » (Parl. St., Senaat, |
vérité biologique » (Doc. parl., Sénat, 1977-1978, n° 305-1, pp. | 1977-1978, nr. 305-1, pp. 15-16). Het « onderzoek naar het vaderschap |
15-16). La « recherche de paternité » d'un tel enfant devait donc | » van een dergelijk kind moest dus uitzonderlijk blijven en enkel |
rester exceptionnelle et n'être admise que lorsque la présomption de | worden toegestaan wanneer het vermoeden van vaderschap niet werd |
paternité n'était pas corroborée par une possession d'état à l'égard | bevestigd door een bezit van staat ten aanzien van de echtgenoot van |
du mari de la mère et que l'enfant était né 180 jours ou plus après la | de moeder en wanneer het kind 180 dagen of meer na de ontbinding van |
dissolution du mariage de sa mère ou lorsqu'il était né plus de 300 | het huwelijk van zijn moeder was geboren of wanneer het meer dan 300 |
jours après la séparation de fait de sa mère et du mari de celle-ci | dagen na de feitelijke scheiding van zijn moeder en haar echtgenoot |
(ibid., p. 15). | was geboren (ibid., p. 15). |
B.8. Bien que la paix des familles et la sécurité juridique des liens | B.8. Hoewel de rust der families en de rechtszekerheid van de |
familiaux soient des objectifs légitimes dont le législateur pouvait | familiale banden legitieme doelstellingen zijn waarvan de wetgever kon |
tenir compte pour empêcher que la recherche de paternité puisse être | uitgaan om een onbeperkte mogelijkheid tot onderzoek naar het |
exercée sans limitation, le caractère absolu de la condition d'être | vaderschap te verhinderen, heeft het absolute karakter van de |
dans l'un des cas prévus à l'article 320 du Code civil a pour effet | voorwaarde zich te bevinden in één van de in artikel 320 van het |
que le législateur fait prévaloir hors ces cas la présomption légale | Burgerlijk Wetboek bedoelde gevallen tot gevolg dat de wetgever buiten |
de paternité sur la réalité biologique, sans laisser au juge le | die gevallen het wettelijk vermoeden van vaderschap heeft laten |
pouvoir de tenir compte des faits établis et de l'intérêt de toutes | prevaleren op de biologische werkelijkheid, zonder aan de rechter de |
bevoegdheid te laten om rekening te houden met de vaststaande feiten | |
les parties concernées. | en de belangen van alle betrokken partijen. |
Cette mesure constitue une atteinte disproportionnée au droit au | Die maatregel vormt een onevenredige aantasting van het recht op |
respect de la vie privée. | eerbiediging van het privéleven. |
La disposition en cause n'est donc pas compatible avec l'article 22 de la Constitution. | De in het geding zijnde bepaling is derhalve niet bestaanbaar met artikel 22 van de Grondwet. |
B.9. Il n'est dès lors pas nécessaire de contrôler la disposition en | B.9. Het is derhalve niet nodig om de in het geding zijnde bepaling te |
cause au regard de l'article 22bis de la Constitution. | toetsen aan artikel 22bis van de Grondwet. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 323 du Code civil, tel qu'il était en vigueur avant son | Artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht vóór de |
abrogation par l'article 24 de la loi du 1er juillet 2006, viole | opheffing ervan bij artikel 24 van de wet van 1 juli 2006, schendt |
l'article 22 de la Constitution. | artikel 22 van de Grondwet. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 2 juin 2016. | op 2 juni 2016. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
J. Spreutels | J. Spreutels |