← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 33/2016 du 3 mars 2016 Numéro du rôle : 6144 En cause : les
questions préjudicielles relatives aux articles 2, 9°, et 15, § 2, du décret de la Région flamande
du 19 avril 1995 portant des mesures visant à lutter con La Cour constitutionnelle, composée
du juge A. Alen, faisant fonction de président, du président(...)"
Extrait de l'arrêt n° 33/2016 du 3 mars 2016 Numéro du rôle : 6144 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 2, 9°, et 15, § 2, du décret de la Région flamande du 19 avril 1995 portant des mesures visant à lutter con La Cour constitutionnelle, composée du juge A. Alen, faisant fonction de président, du président(...) | Uittreksel uit arrest nr. 33/2016 van 3 maart 2016 Rolnummer : 6144 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 2, 9°, en 15, § 2, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijdin Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit rechter A. Alen, waarnemend voorzitter, voorzitter J. S(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 33/2016 du 3 mars 2016 | Uittreksel uit arrest nr. 33/2016 van 3 maart 2016 |
Numéro du rôle : 6144 | Rolnummer : 6144 |
En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 2, 9°, | In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 2, 9°, en |
et 15, § 2, du décret de la Région flamande du 19 avril 1995 portant | 15, § 2, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 19 april 1995 |
des mesures visant à lutter contre et à prévenir la désaffectation et | houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en |
l'abandon de sites d'activité économique, posées par la Cour d'appel | verwaarlozing van bedrijfsruimten, gesteld door het Hof van Beroep te |
de Bruxelles. | Brussel. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée du juge A. Alen, faisant fonction de président, du président | samengesteld uit rechter A. Alen, waarnemend voorzitter, voorzitter J. |
J. Spreutels, et des juges J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van | Spreutels, en de rechters J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van |
Goey, P. Nihoul et R. Leysen, assistée du greffier F. Meersschaut, | Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. |
présidée par le juge A. Alen, | Meersschaut, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par arrêt du 24 septembre 2014 en cause de la Région flamande contre | Bij arrest van 24 september 2014 in zake het Vlaamse Gewest tegen |
Guido De Palmenaer et Frank De Palmenaer, dont l'expédition est | Guido De Palmenaer en Frank De Palmenaer, waarvan de expeditie ter |
parvenue au greffe de la Cour le 19 janvier 2015, la Cour d'appel de | griffie van het Hof is ingekomen op 19 januari 2015, heeft het Hof van |
Bruxelles a posé les questions préjudicielles suivantes : | Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
1. « L'article 15, § 2, du décret du 19 avril 1995 [portant des | 1. « Schendt art. 15, § 2 van het decreet van 19 april 1995 [houdende |
mesures visant à lutter contre et à prévenir la désaffectation et | maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en |
l'abandon de sites d'activité économique] viole-t-il la Constitution, | verwaarlozing van bedrijfsruimten] de Grondwet, meer in het bijzonder |
et en particulier l'article 134 de la Constitution juncto l'article 6 | art. 134 GW juncto art. 6 BWHI in die zin dat het Vlaamse Gewest |
de la loi spéciale de réformes institutionnelles, en ce sens que la | onbevoegd is om een exclusieve federale materie, met name de |
Région flamande est incompétente pour régler une matière fédérale | |
exclusive, à savoir la responsabilité solidaire ? »; | hoofdelijkheid, te regelen ? »; |
2. « L'article 1er [lire : 2], 9°, juncto l'article 15, § 2, du décret | 2. « Schendt art. 1 [lees : 2], 9° juncto art. 15, § 2 van het decreet |
du 19 avril 1995 portant des mesures visant à lutter contre et à | van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming |
prévenir la désaffectation et l'abandon de sites d'activité économique | van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, het |
viole-t-il le principe d'égalité inscrit aux articles 10 et 11 de la | gelijkheidsbeginsel zoals neergelegd in de artt. 10 en 11 G.W. in |
Constitution en ce que les nus-propriétaires dont le bâtiment à usage | zoverre de naakte eigenaars, wier bedrijfsgebouw per definitie |
professionnel est par définition désaffecté pour des raisons | leegstaat om reden onafhankelijk van hun wil, worden belast terwijl in |
indépendantes de leur volonté sont taxés, alors que le décret du 22 | het decreet van 22 december 1995 de vruchtgebruikers worden belast en |
décembre 1995 taxe les usufruitiers et que les nus-propriétaires sont | terwijl de naakte eigenaars in deze op dezelfde wijze worden behandeld |
traités, en l'occurrence, de la même manière que les autres | als andere eigenaars van leegstaande woningen (die wel aan de |
propriétaires d'habitations désaffectées (qui peuvent quant à eux | |
remédier à la désaffectation) ? ». | leegstand kunnen verhelpen) ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la première question préjudicielle | Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag |
B.1. L'article 15, § 2, du décret de la Région flamande du 19 avril | B.1. Artikel 15, § 2, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 19 |
1995 portant des mesures visant à lutter contre et à prévenir la | april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van |
désaffectation et l'abandon de sites d'activité économique (ci-après : | leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten (hierna : |
le décret relatif à l'inoccupation de sites d'activité économique), | Leegstandsdecreet Bedrijfsruimten), zoals het van toepassing is op het |
dans sa version applicable au litige soumis au juge a quo, dispose : | geschil voor de verwijzende rechter, bepaalt : |
« Cette perception est à charge de celui qui au premier janvier de | « Die heffing komt ten laste van diegene die op 1 januari van het |
l'année d'imposition est propriétaire des biens immobiliers assujettis | aanslagjaar eigenaar is van de aan de heffing onderworpen onroerende |
à la redevance. S'il y a plusieurs propriétaires des mêmes biens | |
immobiliers, ceux-ci sont responsables solidairement de l'intégralité | goederen. Als er meerdere eigenaars voor dezelfde onroerende goederen |
de la redevance ». | zijn, zijn die hoofdelijk aansprakelijk voor de gehele heffing ». |
B.2. La Cour est interrogée sur la conformité de la disposition en | B.2. Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de overeenstemming van |
cause à l'article 134 de la Constitution, combiné avec l'article 6 de | de in het geding zijnde bepaling met artikel 134 van de Grondwet, in |
la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, en ce | samenhang gelezen met artikel 6 van de bijzondere wet van 8 augustus |
qu'elle introduit la solidarité entre les propriétaires d'un même | 1980 tot hervorming der instellingen, in zoverre zij de hoofdelijkheid |
immeuble quant au paiement de la taxe d'inoccupation. | tussen de eigenaars van eenzelfde onroerend goed invoert wat de |
B.3.1. La taxe visant à lutter contre la désaffectation et l'abandon | betaling van de leegstandheffing betreft. |
de sites d'activité économique, prévue par le décret relatif à | B.3.1. De heffing ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van |
l'inoccupation de sites d'activité économique, a été instaurée par la | bedrijfsruimten, zoals vervat in het Leegstandsdecreet |
Région flamande en vertu de la compétence fiscale générale attribuée | Bedrijfsruimten, werd door het Vlaamse Gewest ingevoerd krachtens de |
aux régions par l'article 170, § 2, de la Constitution. | bij artikel 170, § 2, van de Grondwet aan de gewesten toegekende |
algemene fiscale bevoegdheid. | |
B.3.2. Dans son avis relatif à l'avant-projet de décret devenu le | B.3.2. In haar advies over het voorontwerp van decreet dat het in het |
décret en cause, la section de législation du Conseil d'Etat avait | geding zijnde decreet is geworden, had de afdeling wetgeving van de |
clairement affirmé que l'adoption du décret relevait de la compétence | Raad van State daarover duidelijk gesteld dat het uitvaardigen van het |
de la Région flamande : | decreet tot de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest behoorde : |
« La matière réglée dans le projet cadre [...] avec les compétences | « De in het ontwerp geregelde aangelegenheid kadert [...] in de |
attribuées aux Régions par l'article 6, § 1er, I, 1°, 4°, 5° et 6°, de | bevoegdheden die door artikel 6, § 1, I, l°, 4°, 5° en 6°, van de |
la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles. Aux | bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen aan |
termes de ces dispositions, les Régions sont compétentes pour | de Gewesten zijn toegekend. Luidens die bepalingen zijn de Gewesten |
l'urbanisme et l'aménagement du territoire (1°), la rénovation urbaine | bevoegd voor de ruimtelijke ordening en de stedebouw (1°), de |
(4°), la rénovation des sites d'activité économique désaffectés (5°) | stadsvernieuwing (4°), de vernieuwing van afgedankte bedrijfsruimten |
et la politique foncière (6°). | (5°) en het grondbeleid (6°). |
Les travaux préparatoires apportent la précision suivante, notamment | Inzonderheid met betrekking tot het 4° wordt in de parlementaire |
quant au 4° : | voorbereiding verduidelijkt : |
' Cette matière comprend les travaux se rapportant à l'assainissement | ' Deze materie omvat de werken voor de gezondmaking van verlaten |
des sites industriels désaffectés et la rénovation des sites | industriële vestigingen en voor de vernieuwing van afgedankte |
d'activité économique désaffectés, aussi bien pour les entreprises | bedrijfsruimten, zowel voor de ambachtelijke en de dienstverlenende |
artisanales et les entreprises de services, que pour les entreprises | als voor de industriële bedrijven ' (Gedr. St., Senaat, 1979-1980, nr. |
industrielles ' (Doc. parl., Sénat, 1979-1980, n° 434/1, p. 12). | 434/l, p. 12). |
Il ne fait pas de doute que le régime en projet relève donc bien des | Het lijdt geen twijfel dat de ontworpen regeling in de aldus |
compétences décrites » (Doc. parl., Conseil flamand, 1993-1994, n° | omschreven bevoegdheden kan worden ingepast » (Parl. St., Vlaamse |
591/1, p. 53). | Raad, 1993-1994, nr. 591/1, p. 53). |
B.4. Il convient toutefois de vérifier si la compétence fiscale | B.4. Evenwel dient nog te worden nagegaan of de voormelde algemene |
générale précitée de la Région flamande lui permet d'édicter des | fiscale bevoegdheid het Vlaamse Gewest toelaat regels uit te vaardigen |
règles relatives à la solidarité, étant donné que cette matière relève | met betrekking tot de hoofdelijkheid, aangezien die materie tot het |
du droit civil et par conséquent de la compétence résiduaire du | burgerlijk recht en bijgevolg tot de residuaire bevoegdheid van de |
législateur fédéral. | federale wetgever behoort. |
B.5. En ce qui concerne la solidarité, l'article 1202 du Code civil | B.5. Met betrekking tot de hoofdelijkheid bepaalt artikel 1202 van het |
dispose : | Burgerlijk Wetboek : |
« La solidarité ne se présume point; il faut qu'elle soit expressément | « Hoofdelijkheid wordt niet vermoed; zij moet uitdrukkelijk bedongen |
stipulée. | zijn. |
Cette règle ne cesse que dans les cas où la solidarité a lieu de plein | Deze regel lijdt alleen uitzondering in de gevallen waarin |
droit, en vertu d'une disposition de la loi ». | hoofdelijkheid bestaat van rechtswege, krachtens een bepaling van de wet ». |
B.6.1. La compétence fiscale générale des régions s'étend à la | B.6.1. De algemene fiscale bevoegdheid van de gewesten strekt zich uit |
fixation des modalités de recouvrement des taxes qu'elles créent. Il | tot het bepalen van de wijze van invordering van de heffingen die zij |
n'en va pas différemment de la taxe d'inoccupation. Pour fixer les | invoeren. Dat geldt ook voor de leegstandheffing. Voor het bepalen van |
modalités de recouvrement de cette taxe, le législateur décrétal peut | de wijze van invordering van die heffing kan de decreetgever gebruik |
faire usage de la possibilité prévue par l'article 1202 du Code civil | maken van de in artikel 1202 van het Burgerlijk Wetboek voorgeschreven |
et disposer que lorsque plusieurs personnes sont propriétaires du bien | mogelijkheid en bepalen dat, wanneer verschillende personen eigenaar |
concerné par la taxe, elles sont tenues solidairement au paiement de | zijn van het goed waarop de heffing betrekking heeft, zij hoofdelijk |
celle-ci. Ce faisant, il ne règle pas la figure juridique de la solidarité. B.6.2. En faisant usage de cette possibilité, sans modifier les règles concernées, le législateur décrétal n'empiète pas sur la compétence résiduaire du législateur fédéral. B.7. La première question préjudicielle appelle une réponse négative. Quant à la seconde question préjudicielle B.8.1. L'article 2, 9°, du décret relatif à l'inoccupation de sites d'activité économique, dans sa version applicable au litige soumis au juge a quo, dispose : « Propriétaire : toute personne en mesure de faire valoir un droit de nue-propriété entière ou partielle [lire : un droit de pleine propriété ou un droit de nue-propriété] sur le bien immeuble dont question ». | gehouden zijn tot de betaling ervan. Hierdoor regelt hij niet de rechtsfiguur van de hoofdelijkheid. B.6.2. Door die mogelijkheid te benutten, zonder de betrokken regeling te wijzigen, maakt de decreetgever geen inbreuk op de residuaire bevoegdheid van de federale wetgever. B.7. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag B.8.1. Artikel 2, 9°, van het Leegstandsdecreet Bedrijfsruimten, zoals van toepassing in het geschil voor de verwijzende rechter, bepaalt : « Eigenaar : diegene die een geheel dan wel een gedeeltelijk naakte eigendomsrecht kan laten gelden op het betrokken onroerend goed ». |
B.8.2. L'article 15, § 2, du décret relatif à l'inoccupation de sites | B.8.2. Artikel 15, § 2, van het Leegstandsdecreet Bedrijfsruimten werd |
d'activité économique a déjà été cité en B.1. | reeds aangehaald in B.1. |
B.9. Il ressort des termes de la question préjudicielle que le juge a | B.9. Uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag blijkt dat de |
quo demande à la Cour si l'article 2, 9°, combiné avec l'article 15, § | verwijzende rechter van het Hof wenst te vernemen of artikel 2, 9°, |
2, du décret relatif à l'inoccupation de sites d'activité économique | juncto artikel 15, § 2, van het Leegstandsdecreet Bedrijfsruimten de |
viole les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que les | artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre de naakte |
nus-propriétaires de bâtiments à usage professionnel sont redevables | eigenaars van bedrijfsgebouwen de heffingsplichtigen zijn, terwijl in |
de la taxe, alors que dans le décret du 22 décembre 1995 contenant | het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding |
diverses mesures d'accompagnement du budget 1996 (ci-après : le décret relatif aux bâtiments/habitations), ce sont les usufruitiers et les « autres propriétaires d'habitations inoccupées » qui sont désignés comme redevables de la même taxe. La seconde question préjudicielle porte dès lors sur le traitement identique, d'une part, des nus-propriétaires de bâtiments à usage professionnel (décret relatif à l'inoccupation de sites d'activité économique) et, d'autre part, des usufruitiers de bâtiments et habitations inoccupés (décret relatif aux bâtiments/habitations) et des autres propriétaires d'habitations inoccupées, qui se trouvent cependant dans des situations différentes étant donné que les nus-propriétaires de sites d'activité économique n'ont pas la possibilité de remédier à l'inoccupation, alors que les usufruitiers et les pleins propriétaires de bâtiments ou d'habitations ont bien cette possibilité. B.10. Contrairement à ce que soutiennent les parties défenderesses devant le juge a quo, il n'y a pas lieu d'établir une comparaison | van de begroting 1996 (hierna : Decreet Gebouwen/Woningen) het de vruchtgebruikers en de « andere eigenaars van leegstaande woningen » zijn die worden aangewezen als de personen die dezelfde heffing verschuldigd zijn. Derhalve handelt de tweede prejudiciële vraag over de gelijke behandeling van, enerzijds, naakte eigenaars van bedrijfsgebouwen (Leegstandsdecreet Bedrijfsruimten) en, anderzijds, vruchtgebruikers van leegstaande woningen en gebouwen (Decreet Gebouwen/Woningen) en andere eigenaars van leegstaande woningen, die zich evenwel in verschillende situaties bevinden, aangezien de naakte eigenaars van bedrijfsgebouwen de leegstand niet kunnen verhelpen, terwijl de vruchtgebruikers en de volle eigenaars van gebouwen of woningen dat wel kunnen. B.10. In tegenstelling tot wat de verwerende partijen voor de |
entre les nus-propriétaires de sites d'activité économique d'une | verwijzende rechter aanvoeren, dient geen vergelijking te worden |
superficie supérieure à 500 m2 et les nus-propriétaires de sites | gemaakt tussen de naakte eigenaars van bedrijfsruimten groter dan 500 |
d'activité économique d'une superficie inférieure à 500 m2 (décret du | m2 en de naakte eigenaars van bedrijfsruimten kleiner dan 500 m2 |
19 avril 1995). | (decreet van 19 april 1995). |
En effet, les parties devant la Cour ne peuvent modifier ou étendre la | |
portée de la question préjudicielle en désignant d'autres catégories | De partijen voor het Hof vermogen immers de draagwijdte van de |
de personnes que celles qui sont mentionnées dans la question | prejudiciële vraag niet te wijzigen of uit te breiden door andere |
préjudicielle, avec lesquelles il faudrait établir une comparaison | categorieën van personen dan die welke zijn bepaald in de prejudiciële |
supplémentaire dans le cadre du contrôle au regard des articles 10 et | vraag aan te wijzen waarmee bij de toetsing aan de artikelen 10 en 11 |
11 de la Constitution. | van de Grondwet bijkomend zou moeten worden vergeleken. |
B.11.1. Tant le décret relatif aux bâtiments/habitations que le décret | B.11.1. Zowel het Decreet Gebouwen/Woningen als het Leegstandsdecreet |
relatif à l'inoccupation de sites d'activité économique s'inscrivent | Bedrijfsruimten passen in het kader van het beleid van de decreetgever |
dans le cadre de la politique menée par le législateur décrétal en vue | tot verbetering van de kwaliteit van de leef- en woonomgeving. |
d'améliorer la qualité de l'environnement de vie et d'habitat. | Volgens de parlementaire voorbereiding van het Decreet |
Selon les travaux préparatoires du décret relatif aux | |
bâtiments/habitations, l'abandon, l'inoccupation et la qualité | Gebouwen/Woningen zijn verwaarlozing, leegstand en de bedenkelijke |
douteuse de certaines habitations sont à la fois « les symptômes et la | woonkwaliteit van sommige woningen « symptoom én oorzaak van het |
cause du délabrement de quartiers, de la détérioration du climat de | verval van buurten, van de achteruitgang van het leefklimaat, van de |
vie, de la régression sociale des habitants et finalement de la | sociale achterstelling van de bewoners en uiteindelijk van de |
désagrégation du tissu social et communautaire » (Doc. parl., Conseil | desintegratie van het sociale en maatschappelijke weefsel » (Parl. |
flamand, 1995-1996, n° 147/1, p. 16). | St., Vlaamse Raad, 1995-1996, nr. 147/1, p. 16). |
Les travaux préparatoires du décret relatif à l'inoccupation de sites | In de parlementaire voorbereiding van het leegstandsdecreet |
d'activité économique indiquent également : | bedrijfsruimten wordt eveneens aangegeven : |
« de tels biens immeubles exercent en outre une influence négative sur l'environnement, ce qui a pour effet que certains quartiers avoisinants se trouvent également entraînés dans la spirale de la taudisation. De tels sites d'activité économique inoccupés et/ou abandonnés doivent dès lors être considérés comme des zones à problèmes, tant du point de vue économique que du point de vue de la recherche d'un cadre de vie et de logement de qualité » (Doc. parl., Conseil flamand, 1993-1994, n° 591/1, p. 2). Par les deux décrets, le législateur décrétal poursuit le même triple objectif. Les taxes ont un effet dissuasif, elles constituent une | « Dergelijke panden oefenen bovendien een negatieve invloed uit op de omgeving waardoor de aanpalende wijk(en) of buurt(en) eveneens in een verkrottingsspiraal komen te zitten. Dergelijke leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten moeten dan ook beschouwd worden als probleemgebieden zowel vanuit een economisch oogpunt als vanuit het streven naar een kwaliteitsvolle leef- en woonomgeving » (Parl. St., Vlaamse Raad, 1993-1994, nr. 591/1, p. 2). De decreetgever heeft met beide decreten dezelfde drievoudige doelstelling trachten te verwezenlijken. De heffingen hebben een |
sanction à l'égard de ceux qui, par l'inoccupation et l'abandon, | ontradend effect, zijn bestraffend ten aanzien van degenen die door |
contribuent à la dégradation de la qualité de vie et de | leegstand en verwaarlozing bijdragen tot de verloedering van de leef- |
l'environnement et elles sont une source de financement d'initiatives | en omgevingskwaliteit en dienen als financieringsbron voor |
qui améliorent la qualité de la vie et de l'environnement (Doc. parl., | initiatieven die de leef- en omgevingskwaliteit verbeteren (Parl. St., |
Conseil flamand, 1995-1996, n° 147/1, p. 16; Doc. parl., Conseil | Vlaamse Raad, 1995-1996, nr. 147/1, p. 16, en Parl. St., Vlaamse Raad, |
flamand, 1993-1994, n° 591/1, pp. 3-47). | 1993-1994, nr. 591/1, pp. 3-47). |
Les deux décrets peuvent dès lors être considérés comme | Beide decreten kunnen derhalve als complementair worden beschouwd in |
complémentaires en ce sens que toute inoccupation ou tout abandon d'un | die zin dat elk leegstaand of elk verwaarloosd onroerend goed in |
bien immeuble est en principe soumis à une taxe d'inoccupation (Doc. | beginsel aan een leegstandheffing wordt onderworpen (Parl. St., |
parl., Conseil flamand, 1995-1996, n° 147/1, p. 17). | Vlaamse Raad, 1995-1996, nr. 147/1, p. 17). |
B.11.2. Le décret relatif à l'inoccupation de sites d'activité | B.11.2. Het Leegstandsdecreet Bedrijfsruimten en het Decreet |
économique et le décret relatif aux bâtiments/habitations poursuivent | Gebouwen/Woningen hebben dezelfde doelstellingen en bedienen zich |
les mêmes objectifs et recourent à cette fin au même instrument, à | daartoe van hetzelfde instrument, namelijk een leegstandheffing. |
savoir une taxe d'inoccupation. | |
B.12.1. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas | B.12.1. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet |
qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de | uit dat een verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van |
personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et | personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief |
qu'elle soit raisonnablement justifiée. Ce principe s'oppose, par | criterium berust en het redelijk verantwoord is. Dat beginsel verzet |
ailleurs, à ce que soient traitées de manière identique, sans | zich overigens ertegen dat categorieën van personen, die zich ten |
qu'apparaisse une justification raisonnable, des catégories de | aanzien van de aangevochten maatregel in wezenlijk verschillende |
personnes se trouvant dans des situations qui, au regard de la mesure | situaties bevinden, op identieke wijze worden behandeld, zonder dat |
considérée, sont essentiellement différentes. | daarvoor een redelijke verantwoording bestaat. |
L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende |
et le but visé. | middelen en het beoogde doel. |
B.12.2. La Cour doit examiner si le traitement identique des | B.12.2. Het Hof dient te onderzoeken of de identieke behandeling van |
nus-propriétaires de sites d'activité économique, qui ne peuvent par | de naakte eigenaars van bedrijfsruimten, die per definitie de |
définition remédier à l'inoccupation, et des usufruitiers et des | leegstand niet kunnen verhelpen, en van de vruchtgebruikers en andere |
autres propriétaires de bâtiments et d'habitations, qui peuvent quant | eigenaars van woningen en gebouwen, die de leegstand wel kunnen |
à eux remédier à l'inoccupation, est raisonnablement justifié. | verhelpen, redelijk is verantwoord. |
B.13.1. Les travaux préparatoires de la disposition en cause | B.13.1. De parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde |
soulignent que le nu-propriétaire pourrait tenter de récupérer le coût | bepaling benadrukt dat de naakte eigenaar de kosten van de heffing, |
die hij in eerste instantie zelf dient te dragen, zou kunnen trachten | |
de la taxe qu'il a été le premier à supporter, auprès de la personne | te recupereren bij de persoon die verantwoordelijk is voor de |
qui est responsable de l'inoccupation : | leegstand : |
« La notion de propriétaire est définie comme celui qui est en mesure | « Het begrip eigenaar wordt omschreven als degene die het volle dan |
de faire valoir le droit de pleine propriété ou un droit partiel de | we1 een gedeeltelijk naakte eigendomsrecht kan laten gelden op het |
nue-propriété sur le bien immeuble dont question. Si des tiers peuvent | betrokken onroerend goed. Indien derden rechten van welke aard dan ook |
exercer des droits quelconques (usufruit, bail, ...) sur le bien dont | (vruchtgebruik, huurcontract...) kunnen uitoefenen op het betrokken |
question et s'ils sont en fait responsables de l'inoccupation et/ou du | goed en zij in de feiten verantwoordelijk zijn voor de leegstand en/of |
délabrement, le propriétaire peut toujours tenter de mettre en cause | de verwaarlozing, kan de eigenaar nog steeds trachten hen via de |
leur responsabilité par la procédure civile pour récupérer ainsi le | burgerlijke procedure aansprakelijk te stellen om alzo het bedrag van |
montant de la taxe » (Doc. parl., Conseil flamand, 1993-1994, n° | de heffing te recupereren » (Parl. St., Vlaamse Raad, 1993-1994, nr. |
591/1, p. 9). | 591/1, p. 9). |
B.13.2. Le nu-propriétaire redevable de la taxe doit dès lors intenter | B.13.2. Derhalve dient de heffingsplichtige naakte eigenaar |
des procédures juridictionnelles avant de pouvoir récupérer la taxe | jurisdictionele procedures te voeren vooraleer hij de |
d'inoccupation qu'il a payée. | leegstandheffing, die hij betaald heeft, kan recupereren. |
B.14.1. Compte tenu de l'objectif du législateur décrétal et des | B.14.1. Gelet op de doelstelling van de decreetgever en op de |
compétences régionales qui découlent de l'article 134 de la | gewestelijke bevoegdheden die voortvloeien uit artikel 134 van de |
Constitution et de l'article 6, § 1er, IV, de la loi spéciale du 8 | Grondwet en artikel 6, § 1, IV, van de bijzondere wet van 8 augustus |
août 1980, la taxe d'inoccupation sur des sites d'activité économique | 1980, is de leegstandheffing op bedrijfsruimten een pertinente |
est une mesure pertinente. | maatregel. |
B.14.2. Toutefois, lorsque les nus-propriétaires de sites d'activité | B.14.2. Wanneer evenwel ook de naakte eigenaars van leegstaande |
économique inoccupés sont, sans exception, également soumis à la taxe, | bedrijfsruimten zonder uitzondering aan de heffing worden onderworpen, |
la mesure est disproportionnée par rapport à l'objectif poursuivi par | is de maatregel onevenredig met de doelstelling die door de |
la taxe d'inoccupation de sites d'activité économique. En effet, le | leegstandheffing voor bedrijfsruimten wordt nagestreefd. Het is immers |
propre de la figure juridique de la nue-propriété est que les | inherent aan de rechtsfiguur van de naakte eigendom dat de naakte |
nus-propriétaires, qui ne disposent pas du droit d'usage et de | eigenaars, die niet over het recht van gebruik en genot beschikken, |
jouissance, ne peuvent pas prendre de mesures afin de mettre un terme | geen maatregelen vermogen te nemen teneinde aan de leegstand een einde |
à l'inoccupation. | te maken. |
En outre, le législateur décrétal reporte ainsi sur le nu-propriétaire | Bovendien heeft de decreetgever het risico op insolvabiliteit van |
le risque d'insolvabilité de celui à qui incombe la faute de | diegene die schuld heeft aan de leegstand, verschoven naar de naakte |
l'inoccupation. En cas d'insolvabilité de celui qui a causé | eigenaar. In geval van insolvabiliteit van de veroorzaker van de |
l'inoccupation, le nu-propriétaire redevable de la taxe devra de facto | leegstand, zal de heffingsplichtige naakte eigenaar de facto de last |
supporter la charge de la taxe. | van de heffing moeten dragen. |
B.14.3. La circonstance que le produit de la taxe d'inoccupation de | B.14.3. De omstandigheid dat de opbrengst van de leegstandheffing voor |
sites d'activité économique serait utilisé, contrairement à celui de | bedrijfsruimten, in tegenstelling tot de leegstandheffing voor |
la taxe d'inoccupation d'habitations et de bâtiments, pour inciter des | woningen en gebouwen, zou worden gebruikt om nieuwe eigenaars van |
nouveaux propriétaires de sites d'activité économique désaffectés à | verwaarloosde bedrijfsruimten te stimuleren tot vernieuwing, kan geen |
les réhabiliter, ne saurait constituer une justification suffisante de | voldoende verantwoording bieden voor die identieke behandeling, |
cette identité de traitement, étant donné que l'usufruitier | aangezien ook de verantwoordelijke vruchtgebruiker voor de leegstand |
responsable de l'inoccupation peut également contribuer à cet | aan die doelstelling kan bijdragen. |
objectif. B.14.4. La disposition en cause n'est pas compatible avec les articles | B.14.4. De in het geding zijnde bepaling is niet bestaanbaar met de |
10 et 11 de la Constitution en ce qu'elle désigne comme redevables de | artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat zij naakte eigenaars van |
la taxe qu'elle impose des nus-propriétaires de sites d'activité | bedrijfsruimten, die zelf niet verantwoordelijk kunnen worden geacht |
économique qui ne peuvent être tenus pour personnellement responsables | voor de leegstand, aanwijzen als de personen die de daarbij opgelegde |
de l'inoccupation. | heffing verschuldigd zijn. |
B.15. Il ressort de ce qui précède que l'article 2, 9°, combiné avec | B.15. Uit hetgeen voorafgaat blijkt dat artikel 2, 9°, juncto artikel |
l'article 15, § 2, du décret relatif à l'inoccupation de sites | 15, § 2, van het Leegstandsdecreet Bedrijfsruimten, zoals van |
d'activité économique, dans leur version applicable au litige soumis | toepassing in het geschil voor de verwijzende rechter, niet |
au juge a quo, n'est pas compatible avec les articles 10 et 11 de la | bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Constitution. B.16. La seconde question préjudicielle appelle une réponse | B.16. De tweede prejudiciële vraag dient bevestigend te worden |
affirmative. | beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
- L'article 15, § 2, du décret de la Région flamande du 19 avril 1995 | - Artikel 15, § 2, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 19 april |
portant des mesures visant à lutter contre et à prévenir la | 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand |
désaffectation et l'abandon de sites d'activité économique ne viole | en verwaarlozing van bedrijfsruimten schendt niet artikel 134 van de |
pas l'article 134 de la Constitution, combiné avec l'article 6 de la | Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van de bijzondere wet van |
loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles. | 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. |
- L'article 2, 9°, combiné avec l'article 15, § 2, du même décret | - Artikel 2, 9°, juncto artikel 15, § 2, van het hetzelfde decreet, |
viole les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il désigne | schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de |
les nus-propriétaires comme redevables de la taxe d'inoccupation qu'il | naakte eigenaars aanwijst als de personen die de leegstandheffing |
impose. | verschuldigd zijn. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 3 mars 2016. | op 3 maart 2016. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président f.f., | De wnd. voorzitter, |
A. Alen | A. Alen |