← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 66/2015 du 21 mai 2015 Numéro du rôle : 5907 En cause : le recours
en annulation des articles 2 et 4 de la loi du 7 février 2014 portant des dispositions diverses en matière
de bien-être animal, de commerce international La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et J.
Spreutels, et des juges E. De G(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 66/2015 du 21 mai 2015 Numéro du rôle : 5907 En cause : le recours en annulation des articles 2 et 4 de la loi du 7 février 2014 portant des dispositions diverses en matière de bien-être animal, de commerce international La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De G(...) | Uittreksel uit arrest nr. 66/2015 van 21 mei 2015 Rolnummer : 5907 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 2 en 4 van de wet van 7 februari 2014 houdende diverse bepalingen inzake dierenwelzijn, internationale handel in bedreig Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters (...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Extrait de l'arrêt n° 66/2015 du 21 mai 2015 | Uittreksel uit arrest nr. 66/2015 van 21 mei 2015 |
| Numéro du rôle : 5907 | Rolnummer : 5907 |
| En cause : le recours en annulation des articles 2 et 4 de la loi du 7 | In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 2 en 4 van de |
| février 2014 portant des dispositions diverses en matière de bien-être | wet van 7 februari 2014 houdende diverse bepalingen inzake |
| animal, de commerce international des espèces de faune et de flore | |
| sauvages menacées d'extinction, et de santé des animaux (abrogation du | dierenwelzijn, internationale handel in bedreigde in het wild levende |
| 7° de l'article 3bis, § 2, et insertion d'un article 6bis dans la loi | dier- en plantensoorten en dierengezondheid (opheffing van het 7° van |
| du 14 août 1986 relative à la protection et au bien-être des animaux), | artikel 3bis, § 2, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de |
| bescherming en het welzijn der dieren en invoeging van een artikel | |
| introduit par Emmanuel Horwood et autres. | 6bis in die wet), ingesteld door Emmanuel Horwood en anderen. |
| La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
| composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De | samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de |
| Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. | rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. |
| Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée | Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. |
| du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen, | Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet du recours et procédure | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
| Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 26 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 26 mei 2014 |
| mai 2014 et parvenue au greffe le 28 mai 2014, un recours en | ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 28 mei |
| annulation des articles 2 et 4 de la loi du 7 février 2014 portant des | 2014, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 2 en 4 van |
| dispositions diverses en matière de bien-être animal, de commerce | de wet van 7 februari 2014 houdende diverse bepalingen inzake |
| international des espèces de faune et de flore sauvages menacées | dierenwelzijn, internationale handel in bedreigde in het wild levende |
| d'extinction, et de santé des animaux (abrogation du 7° de l'article | dier- en plantensoorten en dierengezondheid (opheffing van het 7° van |
| 3bis, § 2, et insertion d'un article 6bis dans la loi du 14 août 1986 | artikel 3bis, § 2, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de |
| relative à la protection et au bien-être des animaux), publiée au | bescherming en het welzijn der dieren en invoeging van een artikel |
| Moniteur belge du 28 février 2014, a été introduit par Emmanuel | 6bis in die wet), bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 |
| Horwood, l'ASBL « Circus World », Simon Dubois et Teddy Seneca, tous | februari 2014, door Emmanuel Horwood, de vzw « Circus World », Simon |
| Dubois en Teddy Seneca, allen bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. | |
| assistés et représentés par Me M. Deweirdt, avocat au barreau de | M. Deweirdt, advocaat bij de balie te Kortrijk. |
| Courtrai. Par la même requête, les parties requérantes ont demandé également la | Bij hetzelfde verzoekschrift vorderden de verzoekende partijen |
| suspension des mêmes dispositions légales. | eveneens de schorsing van dezelfde wetsbepalingen. |
| Par l'arrêt n° 119/2014 du 30 juillet 2014, publié au Moniteur belge | Bij het arrest nr. 119/2014 van 30 juli 2014, bekendgemaakt in het |
| du 24 novembre 2014, la Cour a rejeté la demande de suspension. | Belgisch Staatsblad van 24 november 2014, heeft het Hof de vordering |
| tot schorsing verworpen. | |
| (...) | (...) |
| II. En droit | II. In rechte |
| (...) | (...) |
| Quant aux dispositions attaquées | Ten aanzien van de bestreden bepalingen |
| B.1. Les parties requérantes demandent l'annulation des articles 2 et | B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van de artikelen |
| 4 de la loi du 7 février 2014 portant des dispositions diverses en | 2 en 4 van de wet van 7 februari 2014 houdende diverse bepalingen |
| matière de bien-être animal, de commerce international des espèces de | inzake dierenwelzijn, internationale handel in bedreigde in het wild |
| faune et de flore sauvages menacées d'extinction, et de santé des | levende dier- en plantensoorten en dierengezondheid. Beide bestreden |
| animaux. Les deux articles attaqués modifient la loi du 14 août 1986 | artikelen brengen wijzigingen aan in de wet van 14 augustus 1986 |
| relative à la protection et au bien-être des animaux (ci-après : la | betreffende de bescherming en het welzijn der dieren (hierna : |
| loi sur le bien-être des animaux). | Dierenwelzijnswet). |
| B.2.1. L'article 2 de la loi du 7 février 2014 dispose : | B.2.1. Artikel 2 van de wet van 7 februari 2014 bepaalt : |
| « Dans l'article 3bis, § 2, de la loi du 14 août 1986 relative à la | « In artikel 3bis, § 2, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de |
| protection et au bien-être des animaux, inséré par la loi du 4 mai | bescherming en het welzijn der dieren, ingevoegd bij de wet van 4 mei |
| 1995 et modifié en dernier lieu par la loi du 6 mai 2009, le 7° est | 1995 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 mei 2009, wordt de |
| abrogé ». | bepaling onder 7° opgeheven ». |
| Du fait de cette modification, l'article 3bis de la loi sur le | Ingevolge die wijziging bepaalt artikel 3bis van de Dierenwelzijnswet |
| bien-être des animaux dispose actuellement : | thans : |
| « § 1er. Il est interdit de détenir des animaux n'appartenant [pas] | « § 1. Het is verboden dieren te houden die niet behoren tot de |
| aux espèces ou aux catégories mentionnées sur une liste établie par le | soorten of categorieën vermeld op een door de Koning vastgestelde |
| Roi. Cette liste ne porte pas préjudice à la législation relative à la | lijst. Deze lijst doet geen afbreuk aan de wetgeving betreffende de |
| protection des espèces animales menacées. | bescherming van bedreigde diersoorten. |
| § 2. Par dérogation au § 1er, des animaux d'espèces ou de catégories | § 2. In afwijking van § 1 mogen dieren van andere soorten of |
| autres que celles désignées par le Roi peuvent être détenus : | categorieën dan die aangewezen door de Koning worden gehouden : |
| 1° dans des parcs zoologiques; | 1° in dierentuinen; |
| 2° dans des laboratoires; | 2° door laboratoria; |
| 3° a) par des particuliers, à condition qu'ils puissent prouver que | 3° a) door particulieren, op voorwaarde dat zij bewijzen kunnen |
| les animaux étaient détenus avant l'entrée en vigueur de l'arrêté visé | voorleggen dat de dieren werden gehouden voor de inwerkingtreding van |
| au présent article. Cette preuve ne doit pas être apportée pour la | het in dit artikel bedoelde besluit. Dit bewijs moet niet worden |
| progéniture de ces animaux à condition que celle-ci se trouve chez le | voorgelegd voor de nakomelingen van deze dieren, op voorwaarde dat ze |
| premier propriétaire; | zich bij de eerste eigenaar bevinden; |
| b) par des particuliers agréés par le ministre qui a le bien-être des | b) door particulieren erkend door de minister bevoegd voor het |
| animaux dans ses attributions, sur avis du comité d'experts visé à l'article 5, § 2, deuxième alinéa. Le Roi fixe la procédure pour l'application du a) et du b). Il fixe également le tarif et les règles pour le payement de la redevance pour la demande de l'agrément mentionné au b). Il peut en outre fixer des conditions particulières pour la détention et l'identification des animaux visés; 4° par des vétérinaires, pour autant que les animaux qui leur sont confiés par tierces personnes soient détenus temporairement pour des soins vétérinaires; 5° par des refuges pour animaux, pour autant qu'il s'agisse d'un hébergement d'animaux saisis, d'animaux dont il est fait abandon ou recueillis dont le détenteur n'a pu être identifié; 6° par des établissements commerciaux pour animaux, pour autant qu'ils détiennent les animaux pour une courte durée et dans la mesure où un accord écrit a été conclu préalablement avec des personnes physiques | dierenwelzijn, op advies van het in artikel 5, § 2, tweede lid, bedoelde comité van deskundigen. De Koning bepaalt de procedure voor de toepassing van het bepaalde in a) en b). Hij bepaalt tevens het tarief en de regels voor de betaling van de retributie voor het aanvragen van de erkenning bedoeld in b). Hij kan bovendien bijzondere voorwaarden vaststellen voor het houden en het identificeren van de bedoelde dieren; 4° door dierenartsen, voor zover het dieren van derden betreft die tijdelijk gehouden worden voor diergeneeskundige verzorging; 5° door dierenasielen, voor zover het een verblijf betreft van dieren die in beslag zijn genomen, waarvan afstand werd gedaan of die aangetroffen werden zonder dat vastgesteld kon worden wie de houder ervan is; 6° door handelszaken voor dieren, voor zover zij de dieren gedurende korte tijd houden en voor zover vooraf een schriftelijke overeenkomst met natuurlijke personen of rechtspersonen bedoeld in de punten 1°, |
| ou morales visées aux 1°, 2°, 3° b) et 7°; | 2°, 3° b) en 7°, werd gesloten; |
| 7° [...] | 7° [...]. |
| § 3. Sans préjudice des dérogations prévues au § 2, le Roi peut | § 3. Onverminderd de afwijkingen voorzien in § 2, kan de Koning het |
| interdire à certaines des personnes physiques ou morales énumérées au | houden van door hem aangewezen dieren van andere soorten of |
| § 2, la détention d'animaux d'autres espèces ou de catégories qu'Il | categorieën verbieden aan sommige van de in § 2 opgesomde natuurlijke |
| désigne ». | personen of rechtspersonen ». |
| B.2.2. L'article 4 de la loi du 7 février 2014 dispose : | B.2.2. Artikel 4 van de wet van 7 februari 2014 bepaalt : |
| « Dans la même loi, il est inséré un article 6bis rédigé comme suit : | « In dezelfde wet wordt een artikel 6bis ingevoegd, luidende : |
| ' Art. 6bis.§ 1. Par dérogation à l'article 3bis, la détention et |
' Art. 6bis.§ 1. In afwijking van artikel 3bis zijn het houden en het |
| l'utilisation d'animaux dans les cirques et les expositions | gebruik van dieren in circussen en rondreizende tentoonstellingen |
| itinérantes sont interdites. | verboden. |
| § 2. Le Roi fixe la liste des animaux domestiqués qui, par dérogation | § 2. De Koning stelt de lijst vast van gedomesticeerde dieren die, in |
| au § 1er, peuvent être détenus et utilisés dans les cirques et les | afwijking van § 1, gehouden en gebruikt kunnen worden in circussen en |
| expositions itinérantes. Il fixe les conditions pour la préservation | rondreizende tentoonstellingen. Hij bepaalt de voorwaarden voor de |
| du bien-être de ces animaux. Ces conditions portent sur les conditions | vrijwaring van het welzijn van deze dieren. Deze voorwaarden hebben |
| administratives et techniques concernant l'identification des animaux | betrekking op de administratieve en technische voorwaarden aangaande |
| et de leurs propriétaires, la guidance vétérinaire, les soins, | de identificatie van de dieren en hun eigenaar, de diergeneeskundige |
| l'hébergement, le transport et le statut vaccinal des animaux, la | begeleiding, de verzorging, de huisvesting, het vervoer en de |
| manipulation des animaux, le nombre et la compétence du personnel et | vaccinatiestatus van de dieren, de omgang met de dieren, het aantal en |
| les emplacements. ' ». | de bekwaamheid van het personeel en de standplaatsen. ' ». |
| B.2.3. Les dispositions attaquées interdisent en principe la détention | B.2.3. De bestreden bepalingen verbieden in principe het houden en |
| et l'utilisation d'animaux dans les cirques et dans les expositions | gebruiken van dieren in circussen en rondreizende tentoonstellingen |
| itinérantes et prévoient une possibilité de dérogation pour les | met de mogelijkheid voor een derogatie voor gedomesticeerde |
| espèces animales domestiquées dont le Roi doit établir la liste, ce | diersoorten waarvan de lijst door de Koning te bepalen is, hetgeen |
| qu'Il a fait dans l'arrêté royal du 11 février 2014 modifiant l'arrêté | thans is gebeurd in het koninklijk besluit van 11 februari 2014 tot |
| royal du 2 septembre 2005 relatif au bien-être des animaux utilisés | wijziging van het koninklijk besluit van 2 september 2005 betreffende |
| dans les cirques et les expositions itinérantes, qui fait l'objet d'un | het welzijn van dieren gebruikt in circussen en rondreizende |
| recours en annulation devant la section du contentieux administratif | tentoonstellingen, dat het voorwerp uitmaakt van een annulatieberoep |
| du Conseil d'Etat. | voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. |
| B.2.4. En instaurant l'interdiction de détenir et d'utiliser des | B.2.4. Met het invoeren van het verbod op het houden en gebruiken van |
| animaux dans les cirques et les expositions itinérantes, le | dieren in circussen en rondreizende tentoonstellingen heeft de |
| législateur considère avoir pris une décision non seulement | wetgever naar zijn oordeel niet alleen een symbolische, maar ook een |
| symbolique, mais aussi logique (Doc. parl., Chambre, 2013-2014, DOC | logische beslissing genomen (Parl. St., Kamer, 2013-2014, DOC |
| 53-3104/003, p. 4) : | 53-3104/003, p. 4) : |
| « Bien que les cirques et les expositions itinérantes représentaient | « Daar waar circussen en rondreizende tentoonstellingen vroeger een |
| autrefois une chance unique de montrer des animaux sauvages aux gens, | enige kans waren om wilde dieren aan de mensen te tonen, is vandaag |
| ce rôle est aujourd'hui dépassé. La société impose des exigences | deze rol voorbijgestreefd. De maatschappij stelt hoge eisen aan het |
| élevées en matière de bien-être des animaux et les aspects éducatifs | welzijn van dieren en de educatieve aspecten worden nu opgenomen door |
| sont maintenant assurés par les zoos, les documentaires animaliers et | dierentuinen, door natuurdocumentaires en door internet als nagenoeg |
| Internet comme bonnes sources d'information. Pour les animaux | onbeperkte bron van informatie. Voor gedomesticeerde soorten waarvoor |
| domestiqués pour lesquels des normes de bien-être sont imposées, on | welzijnsvoorschriften opgelegd zijn, kan aanvaard worden dat deze nog |
| peut convenir que ces normes doivent encore être renforcées. Bien | mee- en opgevoerd worden. Hoewel er geen algemeen aanvaarde definitie |
| qu'il n'existe aucune acceptation générale d'une définition des ' | van ' gedomesticeerde dieren ' bestaat, gaat het hierbij in beginsel |
| animaux domestiqués ', sont en principe concernés les animaux | om dieren behorende tot soorten die sinds vele generaties wereldwijd |
| appartenant à des espèces détenues dans le monde entier comme bête de | algemeen worden gehouden als lastdier, productiedier of |
| somme, animal de production ou animal de compagnie, qui se sont | gezelschapsdier, die zich in de loop van generaties hebben aangepast |
| adaptés à la proximité de l'homme au cours des générations et qui ont | aan de nabijheid van de mens en die door selectie op bepaalde |
| subi des changements importants par la sélection de certaines | kenmerken duidelijke veranderingen hebben ondergaan » (Parl. St., |
| caractéristiques » (Doc. parl., Chambre, 2013-2014, DOC 53-3104/001, | Kamer, 2013-2014, DOC 53-3104/001, p. 6). |
| p. 6). « Le nombre de questions orales portant sur la matière du bien-être | « Over dierenwelzijn werden altijd veel mondelinge vragen gesteld. |
| animal a toujours été élevé. A juste titre, des membres font part de | Leden uiten terecht hun bezorgdheid over situaties waarin geen of |
| leur préoccupation concernant des domaines où le bien-être animal | onvoldoende rekening wordt gehouden met het welzijn van dieren. Dit |
| n'est pas respecté, ou pourrait mieux être respecté. Le présent projet | |
| de loi s'inscrit dans cette préoccupation constante et propose des | wetsontwerp wil aan die constante bekommering tegemoetkomen en bevat |
| actions concrètes. [...] | concrete maatregelen. [...] |
| [...] | [...] |
| Pour la ministre, il ne saurait être justifié de conserver les animaux | De minister vindt het niet kunnen dat wilde dieren worden vastgehouden |
| sauvages dans une telle situation contraire à leur bien-être, | in omstandigheden die haaks staan op hun welzijn, louter tot vermaak |
| simplement pour l'agrément de spectateurs de cirque. La société a | van de kijklustigen. De maatschappelijke waarden zijn geëvolueerd : |
| changé d'échelle : là où il y a un siècle le cirque signifiait | terwijl het circus honderd jaar geleden nog als synoniem gold voor |
| l'ouverture au monde et la confrontation à l'inconnu, désormais | openheid voor de wereld en kennismaking met het onbekende, is de |
| l'accès à l'information sur le monde sauvage est démultiplié. Les | toegang tot informatie over dieren in het wild exponentieel |
| conditions de vie dans les zoos sont très nettement meilleures à | toegenomen. De leefsituatie van dieren in de zoo is oneindig veel |
| celles des cirques et des autres expositions itinérantes. | beter dan die in circussen en andere rondreizende tentoonstellingen. |
| En outre, le ' cirque belge ' avec animaux sauvages n'existe plus. | Bovendien bestaat er niet meer zoiets als het ' Belgisch circus ' met |
| Tous ou presque se sont reconvertis vers d'autres activités. Il ne | wilde dieren. Zowat alle circussen hebben hun activiteit omgeturnd. In |
| reste sur le territoire belge que quelques cirques ambulants. | België bestaat nog maar een handvol rondtrekkende circussen. |
| [...] | [...] |
| Pour la ministre, il n'existe [en outre] pas de problème au niveau | Volgens de minister is er [bovendien] geen sprake van een economisch |
| économique. Les établissements actifs en Belgique n'utiliseront | probleem. De circussen die in België actief zijn, gebruiken gewoon |
| simplement plus d'animaux sauvages. Les autres activités restent | geen wilde dieren meer. De andere activiteiten blijven bestaan » |
| autorisées » (Doc. parl., Chambre, 2013-2014, DOC 53-3104/003, pp. | (Parl. St., Kamer, 2013-2014, DOC 53-3104/003, pp. 12-13). |
| 12-13). Quant à la recevabilité | Ten aanzien van de ontvankelijkheid |
| B.3.1. Le Conseil des ministres objecte que les parties requérantes ne | B.3.1. De Ministerraad werpt op dat de verzoekende partijen niet |
| démontrent pas que les dispositions attaquées peuvent les affecter | aantonen dat de bestreden bepalingen hen rechtstreeks en ongunstig |
| directement. En effet, les dispositions attaquées n'excluraient pas | kunnen raken. Door de bestreden bepalingen zou immers het gebruik van |
| totalement l'utilisation d'animaux et d'autres activités de cirque | dieren in zijn geheel niet worden uitgesloten en blijven andere |
| restent autorisées. | circusactiviteiten wel toegestaan. |
| B.3.2. Les parties requérantes qui organisent des représentations de | B.3.2. De verzoekende partijen die in België circusvoorstellingen met |
| cirque avec des animaux sauvages en Belgique peuvent être affectées | wilde dieren organiseren, kunnen rechtstreeks en ongunstig worden |
| directement par les dispositions attaquées. Elles justifient toutes de | geraakt door de bestreden bepalingen. Zij doen allen blijken van het |
| l'intérêt requis. | rechtens vereiste belang. |
| B.4.1. Les parties requérantes font valoir que le Conseil des | B.4.1. De verzoekende partijen voeren aan dat de Ministerraad geen |
| ministres n'aurait plus intérêt à intervenir dans la procédure | belang meer zou hebben om tussen te komen in de |
| d'annulation, étant donné que l'article 24 de la loi spéciale du 6 | vernietigingsprocedure, aangezien sedert 1 juli 2014, artikel 24 van |
| janvier 2014 modifiant la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes | de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot wijziging van de bijzondere |
| institutionnelles a transféré la compétence relative au bien-être des | wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen de bevoegdheid |
| animaux aux régions depuis le 1er juillet 2014. | inzake dierenwelzijn heeft overgedragen aan de gewesten. |
| B.4.2. Aucune disposition de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la | B.4.2. Geen enkele bepaling in de bijzondere wet van 6 januari 1989 op |
| Cour constitutionnelle n'impose au Conseil des ministres de justifier | het Grondwettelijk Hof vereist van de Ministerraad een belang om een |
| d'un intérêt pour introduire un recours en annulation, des mémoires, | beroep tot vernietiging, dan wel memories, memories van antwoord of |
| des mémoires en réponse ou des mémoires en réplique. | wederantwoord in te dienen. |
| B.5. Les exceptions sont rejetées. | B.5. De excepties worden verworpen. |
| Quant à la violation du principe d'égalité, combiné avec la libre | Ten aanzien van de schending van het gelijkheidsbeginsel, in samenhang |
| circulation des biens et services | gelezen met het vrij verkeer van goederen en diensten |
| B.6. Het eerste middel heeft betrekking op de schending van de | |
| B.6. Le premier moyen est pris de la violation des articles 10 et 11 | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de |
| de la Constitution, combinés avec les articles 34, 36 et 56 du Traité | artikelen 34, 36 en 56 van het Verdrag betreffende de werking van de |
| sur le fonctionnement de l'Union européenne (ci-après : TFUE) et avec le principe du raisonnable. L'interdiction d'utiliser des animaux dans les cirques et la liste restreinte des animaux domestiqués autorisés empêcheraient les parties requérantes et leurs contractants de continuer à collaborer. Il serait également difficile pour les cirques d'autres Etats membres européens de donner encore des représentations en Belgique ou de collaborer avec des cirques belges. Les parties requérantes font valoir que le législateur ne donnerait aucune justification quant au fait que les exploitants ou organisateurs de cirques d'autres Etats membres européens ne peuvent donner des représentations avec des animaux sauvages en Belgique. B.7. Les dispositions législatives interdisant aux cirques et aux expositions itinérantes de détenir et d'utiliser des animaux qui ne sont pas domestiqués sont de nature à entraver, tout au moins indirectement, le commerce intracommunautaire de tels animaux et doivent dès lors être considérées comme une mesure d'effet équivalent | Europese Unie (hierna : VWEU) en het redelijkheidsbeginsel. Door het verbod op het gebruik van dieren in circussen en de beperkte lijst van toegestane gedomesticeerde dieren zou het onmogelijk zijn voor de verzoekende partijen en hun contractanten om nog verder te blijven samenwerken. Het zou tevens voor circussen van andere Europese lidstaten moeilijk worden om nog voorstellingen in België te geven of om samen te werken met Belgische circussen. De verzoekende partijen voeren aan dat de wetgever geen enkele verantwoording zou geven voor het feit dat circusuitbaters of circusorganisatoren uit andere Europese lidstaten geen voorstellingen met wilde dieren mogen houden in België. B.7. Wettelijke bepalingen waarbij een verbod aan circussen en rondreizende tentoonstellingen wordt opgelegd dieren te houden en te gebruiken die niet gedomesticeerd zijn, zijn van dien aard dat het intracommunautair handelsverkeer in dergelijke dieren, minstens onrechtstreeks, wordt belemmerd, en dienen bijgevolg te worden |
| à une restriction quantitative en principe interdite par l'article 34 | beschouwd als een bij artikel 34 van het VWEU in beginsel verboden |
| maatregel die een gelijke werking heeft als een kwantitatieve | |
| du TFUE (cf. arrêt CJCE, 17 septembre 1998, C-400/96, Harpegnies, | invoerbeperking (zie arrest HvJ, 17 september 1998, C-400/96, |
| point 30; 19 juin 2008, C-219/07, Nationale Raad van Dierenkwekers en | Harpegnies, punt 30; 19 juni 2008, C-219/07, Nationale Raad van |
| Liefhebbers VZW e.a., point 22). | Dierenkwekers en Liefhebbers VZW e.a., punt 22). |
| Il y a dès lors lieu d'examiner si l'interdiction de principe peut | Onderzocht moet derhalve worden of het principiële verbod kan worden |
| être justifiée sur la base de l'article 36 du même Traité ou sur la | gerechtvaardigd op grond van artikel 36 van het VWEU of op grond van |
| base d'autres impératifs, compte tenu de la jurisprudence de la Cour | andere dwingende vereisten, rekening houdend met de rechtspraak van |
| de justice de l'Union européenne. | het Hof van Justitie van de Europese Unie. |
| B.8. En interdisant par principe aux cirques et aux expositions | B.8. Met het principiële verbod op het houden en het gebruiken van |
| niet-gedomesticeerde dieren door circussen en rondreizende | |
| itinérantes de détenir et d'utiliser des animaux non domestiqués, le | tentoonstellingen heeft de wetgever het welzijn van de wilde dieren |
| législateur vise le bien-être des animaux sauvages. La protection du | voor ogen. De bescherming van het dierenwelzijn is een legitiem doel |
| bien-être animal est un but légitime d'intérêt général, dont | van algemeen belang, waarvan het belang met name reeds tot uitdrukking |
| l'importance a déjà été relevée, notamment lors de l'établissement, | is gekomen in de vaststelling, door de Europese lidstaten, van het aan |
| het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte | |
| par les Etats membres européens, du Protocole n° 33 sur la protection | Protocol nr. 33 betreffende de bescherming en het welzijn van dieren |
| et le bien-être des animaux, annexé au Traité instituant la Communauté | |
| européenne (JO 1997, C 340, p. 110), dont le contenu a été repris en | (Pb. 1997, C 340, p. 110), waarvan de inhoud grotendeels is |
| grande partie dans l'article 13 du TFUE. | overgenomen in artikel 13 van het VWEU. |
| Conformément à l'article 36 du TFUE, les dispositions des articles 34 | Overeenkomstig artikel 36 van het VWEU, vormt het bepaalde in de |
| et 35 ne font pas obstacle aux interdictions ou restrictions | artikelen 34 en 35 geen beletsel voor verboden of beperkingen die |
| justifiées par des raisons de protection de la santé et de la vie des | gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de gezondheid |
| animaux, à condition que ces interdictions ou restrictions ne | van het leven van dieren, op voorwaarde dat die verboden of |
| constituent ni un moyen de discrimination arbitraire ni une | beperkingen geen middel tot willekeurige discriminatie noch een |
| restriction déguisée dans le commerce entre les Etats membres. | verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten vormen. |
| Conformément à la jurisprudence constante de la Cour de justice, il | Bovendien is het, overeenkomstig de vaste rechtspraak van het Hof van |
| est en outre possible de justifier des restrictions à la libre | Justitie, mogelijk beperkingen op het vrije verkeer van goederen te |
| circulation des biens par des impératifs tels que la protection de | rechtvaardigen door de dwingende vereisten als de bescherming van het |
| l'environnement (CJCE, 14 juillet 1998, C-341/95, Bettati, point 62; | milieu (HvJ, 14 juli 1998, C-341/95, Bettati, punt 62; 12 oktober |
| 12 octobre 2000, C-314/98, Snellers, point 55; 19 juin 2008, C-219/07, | 2000, C-314/98, Snellers, punt 55; 19 juni 2008, C-219/07, Nationale |
| Nationale Raad van Dierenkwekers en Liefhebbers VZW e.a., point 29). | Raad van Dierenkwekers en Liefhebbers VZW e.a., punt 29). |
| B.9.1. L'interdiction de principe de détenir des animaux non | B.9.1. Het principiële verbod van het houden van niet-gedomesticeerde |
| domestiqués doit être considérée comme nécessaire pour garantir une | dieren dient als noodzakelijk te worden beoordeeld om een |
| protection efficace du bien-être de ces animaux. Une telle | doeltreffende bescherming van het welzijn van die dieren te |
| interdiction s'avère essentielle pour exclure tout risque de | verzekeren. Een dergelijk verbod komt als noodzakelijk voor om elk |
| maltraitance physique ou psychique. | risico op fysieke of psychische mishandeling uit te sluiten. |
| Le fait que d'autres Etats membres de l'Union européenne appliquent | De vaststelling dat in andere lidstaten van de Europese Unie minder |
| des règles moins strictes que celles qui sont appliquées en Belgique | strikte bepalingen gelden dan in België, betekent op zich niet dat het |
| ne signifie pas en soi que l'interdiction de principe est | principiële verbod onevenredig is en derhalve onverenigbaar met het |
| disproportionnée et, partant, incompatible avec le droit de l'Union | recht van de Europese Unie. De enkele omstandigheid dat de ene |
| européenne. La seule circonstance qu'un Etat membre a choisi un | lidstaat voor een ander stelsel van bescherming heeft gekozen dan de |
| système de protection différent de celui adopté par un autre Etat | andere, heeft geen invloed op de beoordeling van de noodzaak en de |
| membre ne saurait avoir d'incidence sur l'appréciation de la nécessité | |
| et de la proportionnalité des dispositions attaquées (CJCE, 1er mars | evenredigheid van de bestreden bepalingen (HvJ, 1 maart 2001, |
| 2001, C-108/96, Mac Quen e.a., points 33 et 34; 19 juin 2008, | C-108/96, Mac Quen e.a., punten 33 en 34; 19 juni 2008, C-219/07, |
| C-219/07, Nationale Raad van Dierenkwekers en Liefhebbers VZW e.a., point 31). Une liste négative, qui aurait pour effet que l'interdiction s'appliquerait uniquement aux espèces animales figurant sur cette liste, ne suffirait pas pour atteindre l'objectif de protection ou de respect des intérêts et des exigences du bien-être animal. L'application de telles règles pourrait en effet signifier que tant qu'une espèce animale n'est pas inscrite sur cette liste, l'interdiction de détenir et d'utiliser des animaux de cette espèce ne s'appliquerait pas aux cirques et aux expositions itinérantes, alors qu'aucune évaluation scientifique n'aurait été réalisée qui garantirait que cette détention et cette utilisation ne comportent aucun danger pour la protection de ces intérêts et exigences. | Nationale Raad van Dierenkwekers en Liefhebbers VZW e.a., punt 31). Een negatieve lijst, waarbij het verbod enkel voor de diersoorten op die lijst zou gelden, zou niet voldoende zijn om het doel van bescherming of eerbiediging van de belangen en de vereisten van het dierenwelzijn te verwezenlijken. De toepassing van een dergelijke regeling zou immers kunnen betekenen dat zolang een diersoort niet op die lijst is geplaatst, het verbod op het houden en gebruiken ervan niet zou gelden voor de circussen en rondreizende tentoonstellingen, terwijl er geen wetenschappelijke beoordeling zou zijn verricht die waarborgt dat dit houden en gebruik geen enkel gevaar voor de bescherming van die belangen en vereisten inhoudt. |
| B.9.2. La Cour de justice a jugé, par son arrêt C-219/07 du 19 juin | B.9.2. Het Hof van Justitie oordeelde in zijn arrest van 19 juni 2008, |
| 2008, Nationale Raad van Dierenkwekers en Liefhebbers VZW e.a., qu'une réglementation qui soumet la détention de mammifères à l'inscription préalable des espèces auxquelles ils appartiennent sur une liste positive et qui s'applique également aux spécimens d'espèces qui sont légalement détenues dans d'autres Etats membres n'était conforme au droit de l'Union que si plusieurs conditions, exposées par la Cour de justice dans ledit arrêt (points 33-40), étaient remplies. La législation attaquée a toutefois un champ d'application plus limité, étant donné qu'il ne s'agit pas de la détention de mammifères en général, mais exclusivement de la détention et de l'utilisation d'animaux dans les cirques et les expositions itinérantes. En outre, la Commission européenne a pris position quant à la compatibilité d'une interdiction nationale de détenir des animaux sauvages dans les cirques avec la libre prestation des services. Après que la Commission européenne eut engagé une procédure d'infraction à la suite d'une | C-219/07, Nationale Raad van Dierenkwekers en Liefhebbers VZW e.a., dat een regeling die aan het houden van zoogdieren de voorwaarde verbindt dat de soorten waartoe zij behoren eerst op een positieve lijst zijn geplaatst, en die ook van toepassing is op specimens van soorten die rechtmatig worden gehouden in andere lidstaten, slechts in overeenstemming is met het Unierecht, indien aan diverse voorwaarden is voldaan die door het Hof worden uiteengezet in zijn arrest (punten 33-40). Evenwel heeft de bestreden wettelijke regeling een beperkter toepassingsgebied, nu het niet gaat om het houden van zoogdieren in het algemeen, doch uitsluitend om het houden en gebruiken van dieren in circussen en rondreizende tentoonstellingen. Bovendien heeft de Europese Commissie een standpunt ingenomen over de verenigbaarheid van een nationaal verbod op het houden van wilde dieren in circussen met het vrij verkeer van diensten. Nadat de Europese Commissie naar |
| plainte introduite en 2005 par une association de cirques contre une | aanleiding van een klacht in 2005 van een circusvereniging tegen een |
| gelijkaardige Oostenrijkse wetgeving een inbreukprocedure had geopend, | |
| loi autrichienne similaire mais y eut ensuite mis un terme sans | doch deze daarna zonder opgave van redenen had stopgezet, werd door de |
| motiver cette décision, le directeur de cette association a déposé | directeur van die vereniging klacht neergelegd bij de Europese |
| plainte auprès du médiateur européen. Il ressort de la décision prise | Ombudsman. Uit de beslissing van die laatste (Decision of the European |
| par ce dernier (Decision of the European Ombudsman closing his inquiry | Ombudsman closing his inquiry into complaint 3307/2006/(PB)JMA against |
| into complaint 3307/2006/(PB)JMA against the European Commission, | the European Commission, |
| http://www.ombudsman.europa.eu/cases/decision.faces/en/4653/html.bookmark) | http://www.ombudsman.europa.eu/cases/decision.faces/en/4653/html.bookmark) |
| que la Commission européenne a jugé que la décision d'instaurer ou non | blijkt dat de Europese Commissie heeft geoordeeld dat de beslissing om |
| une interdiction d'utiliser des animaux sauvages dans les cirques | al dan niet over te gaan tot het invoeren van een verbod op het |
| devait être laissée aux Etats membres. La Commission européenne a considéré que la loi autrichienne contenait une restriction à la libre prestation des services mais que, eu égard au Protocole relatif à la protection et au bien-être des animaux, annexé au Traité d'Amsterdam, la protection des animaux est un sujet sensible sur lequel les opinions des populations des Etats membres peuvent être très différentes, selon les caractéristiques sociales, culturelles et religieuses de la société concernée, de sorte que les Etats membres sont les mieux placés pour prendre des mesures adaptées (points 25 et 35 de la décision précitée). | gebruik van wilde dieren in circussen dient te worden overgelaten aan de lidstaten. De Europese Commissie oordeelde dat de Oostenrijkse wetgeving een beperking van het vrije verkeer van diensten inhield, doch dat gelet op het Protocol betreffende de bescherming en het welzijn van dieren toegevoegd aan het Verdrag van Amsterdam, dierenbescherming een gevoelig onderwerp is waarover door de bevolking van de lidstaten, afhankelijk van de sociale, culturele en religieuze kenmerken van de desbetreffende maatschappij, zeer verschillend kan worden gedacht, zodat de lidstaten zich in de beste positie bevinden om gepaste maatregelen te treffen (punten 25 en 35 van voormelde beslissing). |
| B.9.3. L'avis du Conseil du bien-être des animaux « concernant le | B.9.3. Het advies van de Raad voor Dierenwelzijn « betreffende het |
| bien-être des animaux utilisés dans des cirques » montre que les | welzijn van dieren gebruikt in circussen » toont aan dat circussen |
| cirques ont du mal à appliquer les normes légales d'hébergement des | problemen hebben om de wettelijke huisvestingsnormen voor wilde dieren |
| animaux sauvages. Ces difficultés tiennent à la dynamique spécifique | toe te passen. Dit hangt samen met de specifieke dynamiek van een |
| d'un cirque, les multiples déplacements nécessitant une structure | circus, aangezien de veelvuldige verplaatsingen een demonteerbare |
| d'hébergement démontable, de sorte que des camions aux dimensions | huisvesting vereisen waarbij vrachtwagens met beperkte afmetingen vaak |
| réduites font souvent office d'hébergement. Or, les normes minimales | als huisvesting worden gebruikt. De minimale huisvestingsnormen, die |
| d'hébergement fixées dans l'arrêté royal du 2 septembre 2005 sont | in het koninklijk besluit van 2 september 2005 zijn vastgelegd, worden |
| considérées comme le minimum requis pour garantir le bien-être des | evenwel beschouwd als het minimum om het welzijn van wilde dieren in |
| animaux dans les cirques. Si ces conditions minimales d'hébergement | circussen te waarborgen. Indien die minimale huisvestingsvoorwaarden |
| des animaux sauvages ne peuvent être respectées, le bien-être de ceux-ci ne peut être garanti et le rôle éducatif qu'ils jouent pour le public ne peut être rempli, étant donné que ces animaux ne peuvent présenter un comportement normal. B.9.4. Le législateur pouvait donc raisonnablement constater que le fait d'imposer des normes minimales aux cirques et aux expositions itinérantes n'a pas permis de garantir le niveau minimum de bien-être qu'il souhaitait atteindre, de sorte qu'il n'était désormais pas possible de prendre une mesure moins restrictive que de limiter la détention et l'utilisation d'animaux dans les cirques aux espèces dont la pratique a démontré qu'elles pouvaient être détenues par des cirques sans courir trop de risques en ce qui concerne leur bien-être. | voor de wilde dieren niet kunnen worden nageleefd, dan kan het welzijn van de dieren niet worden gewaarborgd en kan dienvolgens de educatieve rol die die wilde dieren vervullen voor het publiek ook niet worden vervuld, aangezien die dieren niet hun normale gedrag kunnen vertonen. B.9.4. Derhalve kon de wetgever in redelijkheid vaststellen dat het opleggen van minimumnormen aan circussen en rondreizende tentoonstellingen niet heeft geleid tot het waarborgen van het minimumwelzijnsniveau dat hij wenste te bereiken, zodat er thans geen minder beperkende maatregel mogelijk was dan het beperken van het houden en gebruiken van dieren in circussen tot die diersoorten waarvan de praktijk heeft aangetoond dat die zonder al te grote welzijnsrisico's gehouden kunnen worden door circussen. |
| B.9.5. Lorsqu'une question relative à l'interprétation du droit de | B.9.5. Wanneer een vraag die betrekking heeft op de uitlegging van het |
| l'Union européenne est soulevée dans une affaire pendante devant une | Unierecht wordt opgeworpen in een zaak aanhangig bij een nationale |
| juridiction nationale dont les décisions ne sont pas susceptibles de | rechterlijke instantie waarvan de beslissingen volgens het nationale |
| recours en vertu du droit national, cette juridiction est tenue de | recht niet vatbaar zijn voor hoger beroep, is die instantie, |
| poser la question à la Cour de justice, conformément à l'article 267, | overeenkomstig artikel 267, derde alinea, van het VWEU, gehouden die |
| alinéa 3, du TFUE. Ce renvoi n'est toutefois pas nécessaire lorsque la | vraag te stellen aan het Hof van Justitie. Die verwijzing is evenwel |
| juridiction a constaté « que la question soulevée n'est pas pertinente | niet nodig wanneer die rechterlijke instantie heeft vastgesteld « dat |
| ou que la disposition communautaire en cause a déjà fait l'objet d'une | de opgeworpen vraag niet relevant is of dat de betrokken |
| interprétation de la part de la Cour ou que l'application correcte du | gemeenschapsbepaling reeds door het Hof is uitgelegd of dat de juiste |
| droit communautaire s'impose avec une telle évidence qu'elle ne laisse | toepassing van het gemeenschapsrecht zo evident is, dat |
| place à aucun doute raisonnable » (CJCE, 6 octobre 1982, C-283/81, | redelijkerwijze geen ruimte voor twijfel kan bestaan » (HvJ, 6 oktober |
| CILFIT, point 21). | 1982, C-283/81, CILFIT, punt 21). |
| Etant donné qu'il est satisfait à cette dernière condition, il n'est | Nu aan die laatste voorwaarde is voldaan, is er geen noodzaak de door |
| pas nécessaire de poser à la Cour de justice les questions | de verzoekende partijen gesuggereerde prejudiciële vragen te stellen |
| préjudicielles suggérées par les parties requérantes. | aan het Hof van Justitie. |
| B.9.6. Le premier moyen n'est pas fondé. | B.9.6. Het eerste middel is niet gegrond. |
| Quant à la violation du principe d'égalité, combiné avec la liberté de | Ten aanzien van de schending van het gelijkheidsbeginsel, in samenhang |
| commerce et d'industrie | gelezen met de vrijheid van handel en nijverheid |
| B.10. Het tweede middel heeft betrekking op de schending van de | |
| B.10. Le deuxième moyen est pris de la violation des articles 10 et 11 | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de |
| de la Constitution, combinés avec la liberté de commerce et | vrijheid van handel en nijverheid zoals daarin onder meer is voorzien |
| d'industrie telle qu'elle est notamment prévue à l'article 23 de la | in artikel 23 van de Grondwet. De verzoekende partijen voeren aan dat |
| Constitution. Les parties requérantes font valoir que les exploitants | circusuitbaters en circusorganisatoren geen wilde dieren meer mogen |
| et les organisateurs de cirques ne peuvent plus utiliser ni détenir | gebruiken of houden, terwijl die wilde dieren een aantrekkingspool |
| d'animaux sauvages, alors que ces derniers constituent un pôle | vormen voor de bezoekers van de circussen; het wordt ook moeilijk voor |
| d'attraction pour les visiteurs des cirques; il devient aussi | |
| difficile pour les cirques d'autres Etats membres de l'Union | circussen van andere lidstaten van de Europese Unie om nog |
| européenne de donner encore des représentations en Belgique ou de | voorstellingen in België te doen, of om samen te werken met Belgische |
| collaborer avec des cirques belges. La liberté de commerce et | circussen. Hierdoor zou de vrijheid van handel en nijverheid |
| d'industrie serait de ce fait restreinte de manière illégitime. | onrechtmatig ingeperkt worden. |
| B.11.1. Le moyen invoque « la liberté de commerce et d'industrie telle | B.11.1. In het middel wordt de « vrijheid van handel en nijverheid » |
| qu'elle est notamment prévue à l'article 23 de la Constitution ». | aangevoerd « zoals onder meer daarin is voorzien in artikel 23 van de |
| L'article 23, alinéa 3, 1°, de la Constitution dispose : | Grondwet ». Artikel 23, derde lid, 1°, van de Grondwet bepaalt : |
| « Ces droits comprennent notamment : | « Die rechten omvatten inzonderheid : |
| 1° le droit au travail et au libre choix d'une activité | 1° het recht op arbeid en op de vrije keuze van beroepsarbeid in het |
| professionnelle dans le cadre d'une politique générale de l'emploi, | raam van een algemeen werkgelegenheidsbeleid dat onder meer gericht is |
| visant entre autres à assurer un niveau d'emploi aussi stable et élevé | op het waarborgen van een zo hoog en stabiel mogelijk |
| que possible, le droit à des conditions de travail et à une | werkgelegenheidspeil, het recht op billijke arbeidsvoorwaarden en een |
| rémunération équitables, ainsi que le droit d'information, de | billijke beloning, alsmede het recht op informatie, overleg en |
| consultation et de négociation collective ». | collectief onderhandelen ». |
| Cette disposition inclut le droit au libre choix d'une activité | Die bepaling vermeldt het recht op de vrije keuze van beroepsarbeid |
| professionnelle parmi les droits économiques, sociaux et culturels. | onder de economische, sociale en culturele rechten. |
| B.11.2. Il ressort des travaux préparatoires de l'article 23 de la | B.11.2. Uit de parlementaire voorbereiding van artikel 23 van de |
| Constitution que le Constituant n'a pas entendu consacrer la liberté | Grondwet blijkt dat de Grondwetgever de vrijheid van handel en |
| de commerce et d'industrie ou la liberté d'entreprendre dans les | nijverheid of de vrijheid van ondernemen niet heeft willen verankeren |
| notions de « droit au travail » et de « libre choix d'une activité | in de begrippen « recht op arbeid » en « vrije keuze van beroepsarbeid |
| professionnelle » (Doc. parl., Sénat, SE 1991-1992, n° 100-2/3°, p. | » (Parl. St., Senaat, BZ 1991-1992, nr. 100-2/3°, p. 15; nr. 100-2/4°, |
| 15; n° 100-2/4°, pp. 93 à 99; n° 100-2/9°, pp. 3 à 10). Une telle | pp. 93 tot 99; nr. 100-2/9°, pp. 3 tot 10). Eenzelfde benadering |
| approche découle également du dépôt de différentes propositions de « | blijkt eveneens uit de indiening van verschillende voorstellen tot « |
| révision de l'article 23, alinéa 3, de la Constitution, en vue de le | herziening van artikel 23, derde lid, van de Grondwet, teneinde het |
| compléter par un 6° garantissant la liberté de commerce et d'industrie | aan te vullen met een 6°, ter vrijwaring van de vrijheid van handel en |
| » (Doc. parl., Sénat, 2006-2007, n° 3-1930/1; Sénat, SE 2010, n° | nijverheid » (Parl. St., Senaat, 2006-2007, nr. 3-1930/1; Senaat, BZ |
| 5-19/1; Chambre, 2014-2015, DOC 54-0581/001). | 2010, nr. 5-19/1; Kamer, 2014-2015, DOC 54-0581/001). |
| B.11.3. Le moyen, en ce qu'il est pris de la violation de l'article | B.11.3. Het middel, in zoverre het is afgeleid uit de schending van |
| 23, alinéa 3, 1°, de la Constitution, n'est pas fondé. | artikel 23, derde lid, 1°, van de Grondwet, is niet gegrond. |
| B.11.4. L'article II.3 du Code de droit économique dispose : « Chacun est libre d'exercer l'activité économique de son choix ». B.11.5. La Cour n'est pas compétente pour contrôler des dispositions législatives au regard de dispositions législatives qui ne sont pas des règles répartitrices de compétence. B.11.6. La loi du 28 février 2013, qui a introduit l'article II.3, précité, du Code de droit économique, a abrogé le décret dit d'Allarde des 2-17 mars 1791. Ce décret, qui garantissait la liberté de commerce et d'industrie, a servi régulièrement de norme de référence à la Cour | B.11.4. Artikel II.3 van het Wetboek van economisch recht bepaalt : « Iedereen is vrij om enige economische activiteit naar keuze uit te oefenen ». B.11.5. Het Hof is niet bevoegd om wettelijke bepalingen te toetsen aan andere wettelijke bepalingen die geen bevoegdheidverdelende regels zijn. B.11.6. De wet van 28 februari 2013 die het voormelde artikel II.3 van het Wetboek van economisch recht heeft ingevoerd, heeft het zogenaamde decreet d'Allarde van 2-17 maart 1791 opgeheven. Dat decreet, dat de vrijheid van handel en nijverheid waarborgde, heeft het Hof meermaals |
| dans son contrôle du respect des articles 10 et 11 de la Constitution. | in zijn toetsing aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet betrokken. |
| B.11.7. La liberté d'entreprendre, visée par l'article II.3 du Code de | B.11.7. De vrijheid van ondernemen, bedoeld in artikel II.3 van het |
| droit économique, doit s'exercer « dans le respect des traités | Wetboek van economisch recht, moet worden uitgeoefend « met |
| inachtneming van de in België van kracht zijnde internationale | |
| internationaux en vigueur en Belgique, du cadre normatif général de | verdragen, van het algemeen normatief kader van de economische unie en |
| l'union économique et de l'unité monétaire tel qu'établi par ou en | de monetaire eenheid zoals vastgesteld door of krachtens de |
| vertu des traités internationaux et de la loi » (article II.4 du même | internationale verdragen en de wet » (artikel II.4 van hetzelfde |
| Code). | Wetboek). |
| La liberté d'entreprendre doit par conséquent être lue en combinaison | De vrijheid van ondernemen dient derhalve in samenhang te worden |
| avec les dispositions de droit de l'Union européenne applicables, | gelezen met de toepasselijke bepalingen van het Europese Unierecht, |
| ainsi qu'avec l'article 6, § 1er, VI, alinéa 3, de la loi spéciale du | alsook met artikel 6, § 1, VI, derde lid, van de bijzondere wet van 8 |
| 8 août 1980 de réformes institutionnelles, au regard duquel la Cour | augustus 1980 tot hervorming der instellingen, waaraan het Hof, als |
| peut effectuer directement un contrôle, en tant que règle répartitrice de compétence. | bevoegdheidverdelende regel, rechtstreeks vermag te toetsen. |
| Enfin, la liberté d'entreprendre est également garantie par l'article | Ten slotte wordt de vrijheid van ondernemen eveneens gewaarborgd door |
| 16 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne. | artikel 16 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. |
| B.11.8. Par conséquent, la Cour est compétente pour contrôler les | B.11.8. Het Hof is derhalve bevoegd om de bestreden bepalingen te |
| dispositions attaquées au regard des articles 10 et 11 de la | toetsen aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang |
| Constitution, combinés avec la liberté d'entreprendre. | gelezen met de vrijheid van ondernemen. |
| B.12.1. Le législateur dispose d'un pouvoir d'appréciation étendu pour | B.12.1. Bij het bepalen van zijn beleid in sociaaleconomische |
| déterminer sa politique dans les matières socio-économiques. | aangelegenheden beschikt de wetgever over een ruime |
| Toutefois, s'il entend restreindre la liberté d'entreprendre, le | beoordelingsbevoegdheid. Bij het beperken van de vrijheid van |
| législateur doit tenir compte des dispositions applicables du droit de | ondernemen dient de wetgever evenwel rekening te houden met de |
| l'Union européenne. | toepasselijke bepalingen van het Unierecht. |
| B.12.2. Il ressort de la réponse au premier moyen que la mesure n'est | B.12.2. Uit het antwoord op het eerste middel blijkt dat de maatregel |
| pas sans justification raisonnable. | niet zonder redelijke verantwoording is. |
| B.13. Le second moyen n'est pas fondé. | B.13. Het tweede middel is niet gegrond. |
| Quant à la violation du principe d'égalité, combiné avec le principe | Ten aanzien van de schending van het gelijkheidsbeginsel, in samenhang |
| de la sécurité juridique et avec le principe de la confiance légitime | gelezen met het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel |
| B.14. Le troisième moyen est pris de la violation des articles 10 et | B.14. Als derde middel wordt de schending aangevoerd van de artikelen |
| 11 de la Constitution, combinés avec les principes de la sécurité | 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het |
| juridique et avec le principe de la confiance légitime. Selon les | rechtszekerheids- en het vertrouwensbeginsel. Er wordt, volgens de |
| parties requérantes, il n'est prévu aucune mesure transitoire, de | verzoekende partijen, in geen enkele overgangsmaatregel voorzien zodat |
| sorte que l'interdiction est entrée en vigueur dix jours après la | het verbod in werking is getreden tien dagen na de bekendmaking van de |
| publication de la loi attaquée au Moniteur belge. Il n'y a pas eu non | bestreden wet in het Belgisch Staatsblad. Er was tevens geen |
| plus de concertation préalable avec le secteur des cirques, de sorte | voorafgaand overleg met de sector van de circussen, zodat zij niet |
| que ceux-ci n'étaient pas avertis et qu'ils n'ont pu s'organiser. | verwittigd waren en zich ook niet konden organiseren. |
| B.15.1. Si le législateur estime qu'un changement de politique s'impose, il peut décider de lui donner un effet immédiat et il n'est pas tenu, en principe, de prévoir un régime transitoire. Les articles 10 et 11 de la Constitution ne sont violés que si le régime transitoire ou l'absence d'un tel régime entraîne une différence de traitement non susceptible de justification raisonnable ou s'il est porté une atteinte excessive au principe de la confiance légitime. Tel est le cas lorsqu'il est porté atteinte aux attentes légitimes d'une catégorie déterminée de justiciables sans qu'un motif impérieux d'intérêt général puisse justifier l'absence d'un régime transitoire établi à leur profit. B.15.2. En l'espèce, les parties requérantes ne pouvaient raisonnablement s'attendre à ce que, eu égard à l'évolution de la société, au fait que celle-ci impose des exigences de plus en plus strictes en matière de bien-être animal et au fait que les aspects éducatifs relatifs à la faune sauvage sont assumés par les jardins zoologiques, les documentaires consacrés à la nature et Internet, des animaux sauvages puissent être exhibés indéfiniment dans un cirque ou une exposition itinérante. Une interdiction générale de détenir des animaux sauvages, à l'exception, notamment, des cirques et des expositions itinérantes, existait déjà avant la modification législative. Les cirques et les expositions itinérantes n'apportant pas de plus-value suffisante sur le plan éducatif et eu égard également à l'enquête réalisée par le Conseil du bien-être des animaux et à l'avis qui s'en est suivi, cette exception n'est plus raisonnablement justifiée. B.16. Le troisième moyen n'est pas fondé. Quant à la violation du principe d'égalité B.17. Dans le quatrième moyen, les parties requérantes allèguent la violation des articles 10 et 11 de la Constitution parce que l'interdiction instaurée par la législation attaquée ne s'applique pas aux jardins zoologiques et parcs animaliers, sans qu'une justification raisonnable existe à cet égard. B.18.1. Le Conseil des ministres estime qu'il ne serait pas question d'une différence de traitement entre des situations équivalentes. Les jardins zoologiques et les cirques ne seraient pas suffisamment comparables à la lumière des dispositions attaquées. B.18.2. Bien que l'on puisse admettre que la détention d'animaux ne se fait pas dans les mêmes circonstances dans les deux types d'institutions, ce constat n'empêche pas que les cirques, les jardins zoologiques et les parcs animaliers soient suffisamment comparables en ce qui concerne la détention d'animaux sauvages. Les deux catégories d'institutions disposaient en effet, avant la modification législative attaquée, de l'autorisation légale de détenir des animaux sauvages, sans que l'autorité ait fixé des conditions distinctes en la matière. B.19.1. La différence de traitement repose toutefois sur un critère objectif qui est pertinent. Dans les jardins zoologiques, les conditions d'hébergement des animaux sauvages imposées par l'autorité sont mieux respectées, non seulement parce qu'aucun déplacement n'est nécessaire, mais aussi parce que l'absence de déplacement permet un contrôle bien plus aisé du respect des conditions d'hébergement. En ce qui concerne les cirques, en revanche, les multiples déplacements et l'espace disponible bien plus restreint ne permettent pas de garantir à tout moment un hébergement adéquat des animaux sauvages. En outre, les jardins zoologiques doivent aussi obtenir un agrément, accordé par le ministre compétent, pouvant être soumis à des restrictions et susceptible d'être retiré à tout moment ou suspendu s'il n'est plus satisfait aux conditions. B.19.2. La mesure attaquée n'a pas d'effets disproportionnés. Les cirques et expositions itinérantes visés peuvent toujours utiliser des animaux domestiqués, tels qu'ils sont énumérés dans l'annexe à l'arrêté royal précité du 2 septembre 2005. En outre, rien ne les empêche de développer d'autres activités de cirque. B.20. Le quatrième moyen n'est pas fondé. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi rendu en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 21 mai 2015. Le greffier, P.-Y. Dutilleux Le président, | B.15.1. Indien de wetgever een beleidswijziging noodzakelijk acht, vermag hij te oordelen dat zij met onmiddellijke ingang moet worden doorgevoerd en is hij in beginsel niet ertoe gehouden in een overgangsregeling te voorzien. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet zijn slechts geschonden indien de overgangsregeling of de ontstentenis daarvan tot een verschil in behandeling leidt waarvoor geen redelijke verantwoording bestaat of indien aan het vertrouwensbeginsel op buitensporige wijze afbreuk wordt gedaan. Dat laatste is het geval wanneer de rechtmatige verwachtingen van een bepaalde categorie van rechtsonderhorigen worden miskend zonder dat een dwingende reden van algemeen belang voorhanden is die het ontbreken van een te hunnen voordele ingestelde overgangsregeling kan verantwoorden. B.15.2. Te dezen konden de verzoekende partijen niet redelijkerwijs verwachten dat, gelet op gewijzigde maatschappelijke opvattingen, waarbij de maatschappij steeds hogere eisen stelt aan het welzijn van de dieren en de overname van de educatieve aspecten aangaande de wilde fauna door de dierentuinen, natuurdocumentaires en internet, wilde dieren voor altijd in een circus of rondreizende tentoonstelling zouden mogen worden opgevoerd. Reeds vóór de wetswijziging was er een algemeen verbod op het houden van wilde dieren, met uitzondering van onder meer de circussen en rondreizende tentoonstellingen. Die uitzondering is, gelet op de omstandigheid dat de circussen en rondreizende tentoonstellingen onvoldoende meerwaarde opleveren op educatief vlak, alsook gelet op het door de Raad voor Dierenwelzijn verrichte onderzoek en het daaruit volgende advies, niet meer in redelijkheid te verantwoorden. B.16. Het derde middel is niet gegrond. Ten aanzien van de schending van het gelijkheidsbeginsel B.17. Als vierde middel voeren de verzoekende partijen de schending aan van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet omdat het door de bestreden wetgeving ingestelde verbod niet geldt voor dierentuinen en dierenparken, zonder dat daarvoor een redelijke verantwoording bestaat. B.18.1. De Ministerraad meent dat er geen sprake zou zijn van een verschil in behandeling van gelijke situaties. Dierentuinen en circussen zouden, in het licht van de bestreden bepalingen, niet voldoende vergelijkbaar zijn. B.18.2. Hoewel kan worden aanvaard dat het houden van dieren in beide soorten van inrichtingen niet gebeurt onder dezelfde omstandigheden, belet die vaststelling niet dat circussen, dierentuinen en dierenparken voldoende vergelijkbaar zijn, voor wat betreft het houden van wilde dieren. Beide categorieën van inrichtingen beschikten immers, vóór de bestreden wetswijziging, over de wettelijke toelating wilde dieren te houden, zonder dat door de overheid onderscheiden voorwaarden dienaangaande werden vastgelegd. B.19.1. Het verschil in behandeling berust evenwel op een objectief en pertinent criterium. In dierentuinen worden de door de overheid opgelegde huisvestingsvoorwaarden voor de wilde dieren beter nageleefd, niet alleen omdat er geen verplaatsingen noodzakelijk zijn, maar tevens omdat door dat gebrek aan verplaatsingen een controle op de naleving van de huisvestingsvoorwaarden veel gemakkelijker kan worden uitgevoerd. Bij circussen daarentegen kan door de veelvuldige verplaatsingen en de beperktere beschikbare ruimte een gepaste huisvesting van de wilde dieren niet op alle momenten worden gewaarborgd. Bovendien hebben dierentuinen daarnaast een erkenning nodig, die wordt toegekend door de bevoegde minister, waaraan beperkingen kunnen zijn verbonden, en die tevens op elk moment kan worden ingetrokken of geschorst indien aan de voorwaarden niet meer is voldaan. B.19.2. De bestreden maatregel heeft geen onevenredige gevolgen. De geviseerde circussen en rondreizende tentoonstellingen hebben nog steeds de mogelijkheid om de gedomesticeerde dieren, zoals opgesomd in de bijlage van het voormelde koninklijk besluit van 2 september 2005, te gebruiken. Bovendien belet hen niets andere circusactiviteiten te ontwikkelen. B.20. Het vierde middel is niet gegrond. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 21 mei 2015. De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, |
| A. Alen | A. Alen |