← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 155/2014 du 23 octobre 2014 Numéro du rôle : 5910 En cause :
la question préjudicielle relative à l'article 1 er , alinéa 6, de la loi du 20 juillet
1971 instituant des prestations familiales garanties, posée pa La
Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges J.-P.
(...)"
Extrait de l'arrêt n° 155/2014 du 23 octobre 2014 Numéro du rôle : 5910 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1 er , alinéa 6, de la loi du 20 juillet 1971 instituant des prestations familiales garanties, posée pa La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges J.-P. (...) | Uittreksel uit arrest nr. 155/2014 van 23 oktober 2014 Rolnummer : 5910 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1, zesde lid, van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, gesteld door het Arbeidshof t Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 155/2014 du 23 octobre 2014 | Uittreksel uit arrest nr. 155/2014 van 23 oktober 2014 |
Numéro du rôle : 5910 | Rolnummer : 5910 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1er, alinéa | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1, zesde lid, van |
6, de la loi du 20 juillet 1971 instituant des prestations familiales | de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, |
garanties, posée par la Cour du travail de Bruxelles. | gesteld door het Arbeidshof te Brussel. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges J.-P. | samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de |
Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, P. Nihoul et R. Leysen, assistée du | rechters J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, P. Nihoul en R. |
greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, | Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt du 21 mai 2014 en cause de Lithy Yefa contre l'Office | Bij arrest van 21 mei 2014 in zake Lithy Yefa tegen de Rijksdienst |
national d'allocations familiales pour travailleurs salariés, dont | voor Kinderbijslag voor Werknemers, waarvan de expeditie ter griffie |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 28 mai 2014, la Cour | van het Hof is ingekomen op 28 mei 2014, heeft het Arbeidshof te |
du travail de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : | Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 1er, alinéa 6, de la loi du 20 juillet 1971 instituant des | « Schendt artikel 1, zesde lid, van de wet van 20 juli 1971 tot |
prestations familiales garanties viole-t-il les articles 10 et 11 de | instelling van gewaarborgde gezinsbijslag de artikelen 10 en 11 van de |
la Constitution, lus en combinaison avec l'article 22 de la | Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 22 van de Grondwet, in |
Constitution, en ce qu'il a pour conséquence que le ressortissant | zoverre het tot gevolg heeft dat de buitenlandse onderdaan die tot |
verblijf is gemachtigd maar sedert minder dan vijf jaar in België | |
étranger, autorisé au séjour, mais séjournant en Belgique depuis moins | verblijft, en verschillende kinderen ten laste heeft van wie er een |
de 5 ans, et ayant à sa charge plusieurs enfants dont l'un n'est pas | geen Belg of onderdaan van de Europese Unie is, een vermindering |
belge ou ressortissant de l'Union européenne, subit une réduction des | ondergaat van de bijslagen die gelijkwaardig zijn aan de bijslagen die |
allocations équivalentes aux allocations normalement dues pour le plus | normaliter voor het jongste van die kinderen verschuldigd zijn, |
jeune de ces enfants, alors que si cet étranger n'avait à sa charge | terwijl die vreemdeling, indien hij enkel Belgische kinderen of |
que des enfants belges ou ressortissants de l'Union européenne, il | kinderen die onderdaan van de Europese Unie zijn, ten laste zou |
obtiendrait des allocations pour tous ces enfants, fixées en fonction | hebben, voor al die kinderen bijslagen zou krijgen, die naar gelang |
du rang de chacun d'eux, traitant ainsi de manière différente des | van de rang van elk van hen zijn vastgelegd, waardoor aldus gezinnen |
familles qui notamment en ce qui concerne leur vocation à séjourner de | die zich met name met betrekking tot hun roeping om op duurzame wijze |
manière durable en Belgique, se trouvent dans des situations | in België te verblijven in vergelijkbare situaties bevinden, |
comparables ? ». | verschillend worden behandeld ? ». |
Op 18 juni 2014 hebben de rechters-verslaggevers P. Nihoul et E. | |
Le 18 juin 2014, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la loi | Derycke, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere |
spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les | wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, het Hof ervan in |
juges-rapporteurs P. Nihoul et E. Derycke ont informé la Cour qu'ils | kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te |
pourraient être amenés à proposer de mettre fin à l'examen de | stellen het onderzoek van de zaak af te doen met een arrest gewezen op |
l'affaire par un arrêt rendu sur procédure préliminaire. | voorafgaande rechtspleging. |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. L'article 1er, alinéas 1er et 6 à 8, de la loi du 20 juillet 1971 | B.1. Artikel 1, eerste en zesde tot achtste lid, van de wet van 20 |
instituant des prestations familiales garanties disposait, dans sa | juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag bepaalde, in |
version applicable au litige pendant devant la juridiction a quo : | de versie ervan die van toepassing is op het voor het verwijzende rechtscollege hangende geschil : |
« Sans préjudice des dispositions de l'article 10, les prestations | « Onverminderd de bepalingen van artikel 10, wordt gezinsbijslag |
familiales sont accordées, dans les conditions fixées par ou en vertu | toegekend, onder de bij of krachtens deze wet bepaalde voorwaarden, |
de la présente loi, en faveur de l'enfant qui est exclusivement ou | ten behoeve van het kind dat uitsluitend of hoofdzakelijk ten laste is |
principalement à la charge d'une personne physique qui réside en Belgique. | van een natuurlijke persoon die in België verblijft. |
[...] | [...] |
La personne physique visée à l'alinéa 1er doit avoir résidé | De natuurlijke persoon bedoeld in het eerste lid moet werkelijk en |
effectivement en Belgique de manière non interrompue pendant au moins | ononderbroken verbleven hebben in België gedurende minstens de laatste |
les cinq dernières années qui précèdent l'introduction de la demande | vijf jaar die de indiening van de aanvraag om gewaarborgde |
de prestations familiales garanties. | gezinsbijslag voorafgaan. |
Sont dispensés de cette condition : | Van deze voorwaarde worden vrijgesteld : |
1° la personne qui tombe sous l'application du Règlement (CEE) n° | 1° de persoon die onder de toepassing valt van de Verordening (EEG) |
1408/71 du 14 juin 1971 du Conseil des Communautés européennes relatif | nr. 1408/71 van 14 juni 1971 van de Raad van de Europese |
à l'application des régimes de sécurité sociale aux travailleurs | Gemeenschappen betreffende de toepassing van de sociale |
salariés, aux travailleurs non-salariés, ainsi qu'aux membres de leur | verzekeringsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun |
famille, qui se déplacent à l'intérieur de la Communauté; | gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen; |
2° l'apatride; | 2° de staatloze; |
3° le réfugié au sens de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers; 4° la personne non visée au 1° qui est ressortissante d'un Etat qui a ratifié la Charte sociale européenne ou la Charte sociale européenne révisée; Si la personne physique visée à l'alinéa 1er est étrangère, elle doit être admise ou autorisée à séjourner en Belgique ou à s'y établir, conformément aux dispositions de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour l'établissement et l'éloignement des étrangers. | 3° de vluchteling in de zin van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen; 4° de persoon die niet bedoeld is onder 1° en die onderdaan is van een Staat die het Europees Sociaal Handvest of het Herziene Europees Sociaal Handvest heeft geratificeerd. Als de natuurlijke persoon bedoeld in het eerste lid vreemdeling is, moet hij toegelaten of gemachtigd zijn in België te verblijven of zich er te vestigen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 december 1980, betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. |
[...] ». | [...] ». |
B.2. Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de l'alinéa | B.2. De verwijzende rechter stelt het Hof een vraag over de |
bestaanbaarheid van het zesde lid van de voormelde bepaling met de | |
6 de la disposition précitée avec les articles 10 et 11, lus en | artikelen 10 en 11, in samenhang gelezen met artikel 22, van de |
combinaison avec l'article 22, de la Constitution, en ce qu'il | Grondwet, in zoverre het van toepassing is op de buitenlandse |
s'applique au demandeur étranger qui est autorisé à séjourner en | aanvrager die ertoe is gemachtigd in België te verblijven, in zoverre |
Belgique, dans la mesure où il sollicite les prestations familiales | hij de gezinsbijslag aanvraagt voor zijn kind dat onderdaan is van een |
pour son enfant qui est ressortissant d'un Etat tiers à l'Union | Staat die geen lid is van de Europese Unie, terwijl het niet op |
européenne, alors qu'il ne s'applique pas au même demandeur étranger | dezelfde buitenlandse aanvrager van toepassing is in zoverre hij de |
dans la mesure où il sollicite les prestations familiales pour son | gezinsbijslag aanvraagt voor zijn ander kind dat van Belgische |
autre enfant qui est de nationalité belge. En conséquence, les | nationaliteit is. De gezinsbijslag die ten goede komt aan het |
prestations familiales bénéficiant à l'enfant belge du demandeur sont | Belgische kind van de aanvrager wordt bijgevolg verminderd ten |
réduites par rapport aux prestations familiales qu'obtiendrait le même | opzichte van de gezinsbijslag die dezelfde aanvrager zou verkrijgen |
demandeur si tous ses enfants étaient belges ou ressortissants de | indien al zijn kinderen Belg of onderdanen van de Europese Unie waren, |
l'Union européenne, de sorte que la disposition en cause traiterait de | zodat de in het geding zijnde bepaling gezinnen die zich in |
manière différente des familles qui se trouvent dans des situations | vergelijkbare situaties bevinden, met name met betrekking tot hun |
comparables, notamment en ce qui concerne leur vocation à séjourner de | roeping om op duurzame wijze in België te verblijven, verschillend zou |
manière durable en Belgique. | behandelen. |
B.3. L'article 22 de la Constitution dispose : | B.3. Artikel 22 van de Grondwet bepaalt : |
« Chacun a droit au respect de sa vie privée et familiale, sauf dans | « Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn privéleven en zijn |
les cas et conditions fixés par la loi. | gezinsleven, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet bepaald. |
La loi, le décret ou la règle visée à l'article 134 garantissent la | De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen de |
protection de ce droit ». | bescherming van dat recht ». |
B.4.1. Par son arrêt n° 12/2013 du 21 février 2013, la Cour a répondu | B.4.1. Bij zijn arrest nr. 12/2013 van 21 februari 2013 heeft het Hof |
à une question préjudicielle posée par la même juridiction dans la | een prejudiciële vraag beantwoord die door hetzelfde rechtscollege in |
même affaire pendante devant elle. Cette question invitait la Cour à | dezelfde voor dat rechtscollege hangende zaak was gesteld. In die |
vraag werd het Hof verzocht zich uit te spreken over de | |
se prononcer sur la compatibilité de l'alinéa 6 de la disposition | bestaanbaarheid van het zesde lid van de voormelde bepaling met de |
précitée avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel |
l'article 191 de la Constitution, avec l'article 1er du Premier | 191 van de Grondwet, met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol |
Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de | |
l'homme, avec l'article 14 de la Convention européenne des droits de | bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 14 |
l'homme et avec les articles 2, paragraphe 2, et 26, paragraphe 1, de | van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met de |
la Convention relative aux droits de l'enfant. | artikelen 2, lid 2, en 26, lid 1, van het Verdrag inzake de rechten |
B.4.2. Par son arrêt n° 12/2013 précité, la Cour a jugé : | van het kind. B.4.2. Bij zijn voormelde arrest nr. 12/2013 heeft het Hof geoordeeld : |
« B.9. Pour répondre à la question préjudicielle, il y a lieu d'abord | « B.9. Om de prejudiciële vraag te beantwoorden, dient eerst te worden |
d'examiner si le critère de différenciation entre les personnes à la | onderzocht of het criterium van onderscheid tussen de personen van wie |
charge de qui sont les enfants bénéficiaires, tiré de l'exigence d'une | de rechtgevende kinderen ten laste zijn, dat is afgeleid uit de |
condition de résidence préalable de cinq années en Belgique, n'est pas | vereiste van een voorafgaand verblijf van vijf jaar in België, niet |
dépourvu de justification raisonnable. | zonder redelijke verantwoording is. |
B.10. Il ressort des travaux préparatoires de la loi du 20 juillet | B.10. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 20 juli 1971 |
1971 que l'objectif poursuivi par le législateur était d'instaurer un | blijkt dat de wetgever de bedoeling had in de sector van de |
régime résiduel dans le secteur des allocations familiales : | kinderbijslagen een residuair stelsel in te voeren : |
' dans l'état actuel de la législation, certains enfants ne peuvent | ' Er zijn sommige kinderen voor wie momenteel de kinderbijslag niet |
bénéficier des allocations familiales du fait qu'il n'y a, de leur | kan worden uitbetaald omdat er in hunnen hoofde geen rechthebbende is |
chef, aucun attributaire, ni dans le régime des salariés ou des | noch in het stelsel der werknemers noch in het stelsel der |
employés, ni dans celui des indépendants. D'où la nécessité de créer | zelfstandigen. Het is derhalve nodig een residuair stelsel van |
un régime résiduaire dans le secteur des allocations familiales ' | kinderbijslag in te richten ' (Parl. St., Senaat, 1970-1971, nr. 576, |
(Doc. parl., Sénat, 1970-1971, n° 576, rapport, p. 1). | verslag, p. 1). |
B.11. Le législateur a pu, eu égard au caractère non contributif du | B.11. Gelet op het niet-contributieve karakter van het residuaire |
régime résiduel des prestations familiales garanties, en subordonner | stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag, vermocht de wetgever dat |
le bénéfice à l'existence, dans le chef de l'adulte à la charge duquel | voordeel afhankelijk te stellen van het bestaan, bij de volwassene van |
se trouve l'enfant, d'un lien suffisant avec la Belgique, qui peut | wie het kind ten laste is, van een voldoende band met België, die kan |
être considéré comme une 'considération très forte', visée dans | worden beschouwd als een ' zeer sterke overweging ', zoals bedoeld in |
l'arrêt, mentionné en B.5.2, Koua Poirrez c. France ( § 46) de la Cour | het in B.5.2 vermelde arrest Koua Poirrez t. Frankrijk ( § 46) van het |
européenne des droits de l'homme. Les articles 1er et 2 de la loi du | Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De artikelen 1 en 2 van de |
20 juillet 1971, nonobstant les modifications successives, ont | wet van 20 juli 1971, niettegenstaande de opeenvolgende wijzigingen |
toujours imposé des conditions - nationalité ou résidence - | ervan, hebben steeds voorwaarden - van nationaliteit of van verblijf - |
d'obtention des prestations familiales garanties. Le législateur n'a | voor het verkrijgen van een gewaarborgde gezinsbijslag opgelegd. De |
tempéré ces exigences que pour traiter de manière identique les Belges | wetgever heeft die vereisten enkel gemilderd om de Belgen en de |
et les ressortissants de l'Espace économique européen (Doc. parl., | onderdanen van de Europese Economische Ruimte (Parl. St., Kamer, |
Chambre, 1995-1996, n° 352/1, p. 40) ainsi que les apatrides, les réfugiés et les personnes demandant les prestations familiales garanties en faveur d'enfants ressortissants d'un Etat européen visé à l'alinéa 7, 5°, de la disposition en cause ou étant apatrides ou réfugiés. Par ailleurs, l'article 1er, alinéa 8, de la loi en cause dispose : ' Si la personne physique visée à l'alinéa 1er est étrangère, elle doit être admise ou autorisée à séjourner en Belgique ou à s'y établir, conformément aux dispositions de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour l'établissement et l'éloignement des étrangers '. Par ses arrêts nos 110/2006, 48/2010 et 1/2012, la Cour a jugé que le législateur pouvait subordonner le bénéfice du régime résiduel à la condition d'un séjour régulier en Belgique. | 1995-1996, nr. 352/1, p. 40) alsook de staatlozen, de vluchtelingen en de personen die gewaarborgde gezinsbijslag aanvragen ten behoeve van kinderen die onderdaan zijn van een Europese Staat bedoeld in het zevende lid, 5°, van de in het geding zijnde bepaling of die staatloze of vluchteling zijn, op identieke wijze te behandelen. Bovendien bepaalt artikel 1, achtste lid, van de in het geding zijnde wet : ' Als de natuurlijke persoon bedoeld in het eerste lid vreemdeling is, moet hij toegelaten of gemachtigd zijn in België te verblijven of zich er te vestigen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 december 1980, betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen '. In zijn arresten nrs. 110/2006, 48/2010 en 1/2012 heeft het Hof geoordeeld dat de wetgever het voordeel van het residuaire stelsel afhankelijk kon stellen van de voorwaarde van een regelmatig verblijf in België. |
B.12.1. Par son arrêt n° 62/2009 précité, la Cour a jugé que, lorsque | B.12.1. In zijn voormelde arrest nr. 62/2009 heeft het Hof geoordeeld |
l'enfant est Belge, l'exigence d'une résidence de cinq années au moins | dat, wanneer het kind Belg is, de vereiste van een verblijf van ten |
de l'attributaire qui ne peut bénéficier des dispenses prévues à | minste vijf jaar voor de rechthebbende die de in artikel 1, zevende |
l'article 1er, alinéa 7, de la loi du 20 juillet 1971, en plus de la | lid, van de wet van 20 juli 1971 bedoelde vrijstellingen niet kan |
condition de la résidence effective de l'enfant, apparaît comme | genieten, naast de voorwaarde van werkelijk verblijf van het kind, |
disproportionnée par rapport au souci d'étendre le bénéfice du régime | onevenredig is met de bedoeling om het voordeel van het residuaire |
résiduel lorsqu'un lien suffisant avec l'Etat belge est établi : ' la | stelsel uit te breiden wanneer een voldoende band met de Belgische |
qualité de Belge de l'enfant, la condition de résidence de l'enfant et | Staat is vastgesteld : ' de hoedanigheid van Belg van het kind, de |
l'exigence pour l'attributaire d'être admis ou autorisé à séjourner en | verblijfsvoorwaarde voor het kind, en de vereiste voor de |
Belgique ou à s'y établir, démontrent en effet à suffisance le | rechthebbende om te zijn toegelaten of gemachtigd in België te |
rattachement recherché avec l'Etat belge et il n'apparaît pas | verblijven of er zich te vestigen, tonen immers voldoende de |
raisonnablement justifié d'exiger en outre de l'attributaire une | nagestreefde verbondenheid met de Belgische Staat aan en het lijkt |
résidence préalable d'une certaine durée en Belgique ' (B.7). La Cour | niet redelijk verantwoord daarenboven van de rechthebbende een |
a par conséquent jugé que, lorsque l'enfant en faveur duquel la | voorafgaand verblijf van een bepaalde duur in België te eisen ' (B.7). |
prestation familiale est demandée, est Belge, le demandeur, compte | Het Hof heeft bijgevolg geoordeeld dat, wanneer het kind ten gunste |
tenu entre autres de cette qualité de son enfant, a démontré un lien | waarvan de aanvrager de gezinsbijslag vraagt, Belg is, de aanvrager, |
mede gelet op die hoedanigheid van zijn kind, een voldoende band met | |
suffisant avec la Belgique pour percevoir des prestations familiales | België heeft aangetoond om gewaarborgde gezinsbijslag ten behoeve van |
garanties pour cet enfant. Pour se conformer à cet arrêt, le | dat kind te ontvangen. Om zich te voegen naar dat arrest, heeft de |
législateur a, par l'article 34 de la loi du 30 décembre 2009 portant | wetgever, bij artikel 34 van de wet van 30 december 2009 houdende |
des dispositions diverses, excepté les personnes à la charge | diverse bepalingen, de personen van wie een kind van Belgische |
desquelles se trouve un enfant de nationalité belge de la condition de | nationaliteit ten laste is, van de voorwaarde van vijf jaar verblijf |
résidence de cinq ans. Ce faisant, il a établi une différence de | uitgezonderd. Zodoende heeft hij een op hun nationaliteit berustend |
traitement entre les enfants bénéficiaires des prestations familiales | verschil in behandeling ingesteld onder de kinderen die recht geven op |
garanties fondée sur leur nationalité. Conformément à la jurisprudence | gewaarborgde gezinsbijslag. Overeenkomstig de in B.5.2 aangehaalde |
de la Cour européenne des droits de l'homme citée en B.5.2, une telle | rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, kan een |
différence de traitement ne peut être admise que si elle est justifiée | dergelijk verschil in behandeling slechts worden aanvaard indien het |
par des ' considérations très fortes '. | door ' zeer sterke overwegingen ' is verantwoord. |
B.12.2. Eu égard au caractère non contributif du régime résiduel des | B.12.2. Gelet op het niet-contributieve karakter van het residuaire |
prestations familiales garanties, qui est financé par les pouvoirs | stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag, dat wordt gefinancierd door |
publics et non par des cotisations, le législateur peut en réserver le | de overheid en niet door bijdragen, vermag de wetgever het voordeel |
bénéfice aux personnes qui sont supposées, en raison de leur situation | ervan voor te behouden aan de personen die, wegens hun individuele |
situatie, verondersteld zijn definitief of op zijn minst voor een | |
individuelle, être installées en Belgique de manière définitive ou à | betekenisvolle duur in België gevestigd te zijn. De doelstelling die |
tout le moins pour une durée significative. L'objectif de réserver les | erin bestaat de - per definitie beperkte - middelen die worden |
moyens, par essence limités, octroyés au régime des prestations | toegekend aan het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag, voor te |
familiales garanties aux enfants dont il peut être présumé que leur | behouden aan de kinderen van wie kan worden vermoed dat hun verblijf |
séjour en Belgique est relativement stabilisé peut être considéré | in België relatief gestabiliseerd is, kan als ' een zeer sterke |
comme étant une ' considération très forte '. | overweging ' worden beschouwd. |
B.12.3. Ainsi qu'il est dit en B.11, le législateur a pu rechercher la | B.12.3. Zoals in B.11 is vermeld, vermocht de wetgever het bewijs van |
preuve de ce rattachement avec la Belgique dans la situation de séjour | die verbondenheid met België te zoeken in de verblijfssituatie van de |
volwassene van wie het rechtgevende kind ten laste is. Maar hij | |
de l'adulte à la charge de qui se trouve l'enfant bénéficiaire. Mais | vermocht eveneens ervan uit te gaan dat, wanneer de nationaliteit van |
il a pu également considérer qu'il fallait, lorsque la nationalité de | het kind op zich alleen een verbondenheid met België aantoont, niet |
l'enfant montrait à elle seule un lien de rattachement avec la | langer alleen ten aanzien van de volwassene, maar wel op het niveau |
Belgique, prendre en compte le lien de rattachement non plus | van de cel die door de volwassene en het kind wordt gevormd, rekening |
uniquement dans le chef de l'adulte, mais bien au niveau de la cellule | dient te worden gehouden met die verbondenheid. Hij kon dus van mening |
formée par l'adulte et l'enfant. Il a donc pu estimer que le lien de | zijn dat de voldoende verbondenheid met België ofwel door de situatie |
rattachement suffisant avec la Belgique pouvait être démontré soit par | van de volwassene - en hij heeft bijgevolg te zijnen aanzien een |
la situation de l'adulte, et a ainsi exigé une condition de durée de | voorwaarde inzake voldoende verblijfsduur geëist - ofwel door de |
résidence suffisante dans son chef, soit par celle de l'enfant. Dans | situatie van het kind kan worden aangetoond. In dat geval kon hij van |
ce cas, il a pu juger que la nationalité belge de l'enfant était un | oordeel zijn dat de Belgische nationaliteit van het kind een relevante |
indicateur pertinent du lien de rattachement unissant la cellule | indicator is voor de verbondenheid die de door de volwassene en het |
formée par l'adulte et l'enfant à la Belgique. | kind gevormde cel met België verbindt. |
B.13.1. En outre, des prestations sociales peuvent être demandées, | B.13.1. Bovendien kan, binnen de grenzen bepaald door artikel 57 van |
dans les limites fixées par l'article 57 de la loi du 8 juillet 1976 | de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor |
organique des centres publics d'action sociale, s'il s'avère, en | maatschappelijk welzijn, om maatschappelijke dienstverlening worden |
attendant qu'il soit satisfait aux conditions d'octroi des prestations | verzocht indien zou blijken dat, in afwachting dat aan de voorwaarden |
familiales garanties, que les moyens de subsistance du demandeur ne | voor de toekenning van gewaarborgde gezinsbijslag is voldaan, de |
lui permettent pas de pourvoir aux besoins réels et actuels de | bestaansmiddelen van de aanvrager hem niet toelaten te voorzien in de |
l'enfant, pour que sa santé et son développement soient garantis. | reële en actuele behoeften van het kind, zodat zijn gezondheid en zijn |
B.13.2. Par ailleurs, aux termes de l'article 2, alinéa 2, de la loi | ontwikkeling worden gevrijwaard. |
du 20 juillet 1971, ' le ministre des Affaires sociales ou le | B.13.2. Overigens kan luidens artikel 2, tweede lid, van de wet van 20 |
fonctionnaire du ministère des Affaires sociales, de la Santé publique | juli 1971 ' de minister van Sociale Zaken of de ambtenaar van het |
ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu die hij | |
et de l'Environnement qu'il désigne peut, dans des cas dignes | aanduidt [...], in behartigenswaardige gevallen, afwijken van de |
d'intérêt, déroger aux conditions fixées à l'article 1er, alinéa 6 ' | voorwaarden bepaald in artikel 1, zesde lid ' van die wet. |
de cette loi. B.14. La différence de traitement n'est pas dépourvue de justification | B.14. Het verschil in behandeling is niet zonder redelijke |
raisonnable ». | verantwoording ». |
B.5. En l'espèce, la combinaison des articles 10 et 11 de la | B.5. Te dezen leidt de combinatie van de artikelen 10 en 11 van de |
Constitution avec l'article 22 de celle-ci ne conduit pas à une | Grondwet met artikel 22 ervan niet tot een andere conclusie. Aangezien |
conclusion différente. En effet, dès lors que la différence de | het verschil in behandeling tussen de aanvragers van gezinsbijslag |
traitement entre les demandeurs de prestations familiales en faveur | voor een kind van Belgische nationaliteit en de aanvragers van |
d'un enfant de nationalité belge et les demandeurs de prestations | gezinsbijslag voor een kind dat de nationaliteit bezit van een Staat |
familiales en faveur d'un enfant qui possède la nationalité d'un Etat | die geen lid is van de Europese Unie, redelijk verantwoord is, is het |
tiers à l'Union européenne est raisonnablement justifiée, la | verschil in behandeling onder gezinnen, dat voortvloeit uit het feit |
différence de traitement entre familles, découlant du fait que le | dat de berekening van de gezinsbijslag die verschuldigd is aan het |
calcul des prestations familiales dues à l'enfant de nationalité belge | kind van Belgische nationaliteit dat zich in een gezin bevindt dat |
qui se trouve au sein d'une famille comprenant également un enfant de | eveneens een kind van vreemde nationaliteit omvat, geen rekening houdt |
nationalité étrangère ne tient pas compte de la présence de ce | met de aanwezigheid van dat laatste, hetgeen een logisch gevolg van |
dernier, qui est une conséquence logique de la première différence de | het eerste verschil in behandeling is, immers eveneens redelijk |
traitement, est également raisonnablement justifiée. | verantwoord. |
B.6. Par ailleurs, la présence d'un enfant de nationalité belge au | B.6. Daarenboven heeft de aanwezigheid van een kind van Belgische |
sein de la cellule familiale n'a pas nécessairement pour effet de | nationaliteit binnen de gezinskern niet noodzakelijkerwijs tot gevolg |
modifier l'intensité du lien de rattachement des autres enfants, de | dat de sterkte van de verbondenheid van de andere kinderen, van |
nationalité étrangère, avec la Belgique. Cette présence n'impose pas, | vreemde nationaliteit, met België wordt gewijzigd. Die aanwezigheid |
en conséquence, au législateur de renoncer à la vérification de ce | legt de wetgever bijgevolg niet de verplichting om af te zien van het |
lien dans le chef des autres enfants de la cellule familiale et de | nagaan van die verbondenheid met betrekking tot de andere kinderen van |
l'adulte qui en assume la responsabilité de la même manière qu'il peut | de gezinskern en de volwassene die de verantwoordelijkheid voor hen |
le faire dans le chef des enfants étrangers appartenant à une cellule | draagt, net zoals hij dat kan doen met betrekking tot de buitenlandse |
familiale qui ne comprend pas d'enfant de nationalité belge. | kinderen die behoren tot een gezinskern die geen kind van Belgische |
nationaliteit omvat. | |
B.7. Enfin, la juridiction a quo se réfère à la jurisprudence de la | B.7. Ten slotte refereert het verwijzende rechtscollege aan de |
Cour européenne des droits de l'homme, et notamment à l'arrêt Dhahbi | rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, en met |
c. Italie, dans lequel la Cour européenne rappelle que seules des | name aan het arrest Dhahbi t. Italië, waarin het Europees Hof in |
considérations très fortes peuvent l'amener à estimer compatible avec | herinnering brengt dat enkel zeer sterke overwegingen het ertoe kunnen |
la Convention une différence de traitement exclusivement fondée sur la | brengen een verschil in behandeling dat uitsluitend op de |
nationalité et conclut en l'espèce que cette différence n'est pas | nationaliteit berust, verenigbaar te achten met het Verdrag en te |
dezen besluit dat dat verschil niet evenredig is met het door de | |
proportionnée à l'objectif de protection des intérêts budgétaires | Italiaanse Staat nagestreefde doel van bescherming van de budgettaire |
poursuivi par l'Etat italien (CEDH, 8 avril 2014, Dhahbi c. Italie). | belangen (EHRM, 8 april 2014, Dhahbi t. Italië). |
A cet égard, il y a lieu de relever que la notion de « considérations | In dat verband dient te worden opgemerkt dat het begrip « zeer sterke |
très fortes » revêt la même portée, dans ce contexte, que dans le | overwegingen » in die context dezelfde draagwijdte heeft als in het |
cadre du contrôle par rapport à l'article 14 de la Convention | kader van de toetsing aan artikel 14 van het Europees Verdrag voor de |
européenne des droits de l'homme, combiné avec l'article 1er du Premier Protocole additionnel à cette Convention. Dès lors que la Cour a jugé, par son arrêt n° 12/2013 précité, que le législateur pouvait, eu égard au caractère non contributif du régime résiduel des prestations familiales garanties, en réserver le bénéfice aux personnes installées en Belgique de manière définitive ou à tout le moins pour une durée significative, les mêmes motifs conduisent à répondre par la négative à la présente question préjudicielle. Par ces motifs, la Cour | rechten van de mens, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag. Aangezien het Hof met zijn voormelde arrest nr. 12/2013 heeft geoordeeld dat de wetgever, gelet op het niet-contributieve karakter van het residuaire stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag, het voordeel ervan vermocht voor te behouden aan de personen die definitief of op zijn minst voor een betekenisvolle duur in België zijn gevestigd, moeten dezelfde redenen ertoe leiden dat de onderhavige prejudiciële vraag ontkennend wordt beantwoord. Om die redenen, het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 1er, alinéa 6, de la loi du 20 juillet 1971 instituant des | Artikel 1, zesde lid, van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van |
prestations familiales garanties ne viole pas les articles 10 et 11, | gewaarborgde gezinsbijslag schendt niet de artikelen 10 en 11, in |
lus en combinaison avec l'article 22, de la Constitution. | samenhang gelezen met artikel 22, van de Grondwet. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 23 octobre 2014. | op 23 oktober 2014. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
J. Spreutels | J. Spreutels |