← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 162/2014 du 6 novembre 2014 Numéros du rôle : 5730, 5766 et 5786 En
cause : les recours en annulation des articles 3, littera a), et 5, littera a), de la loi-programme du
28 juin 2013 La
Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De
(...)"
Extrait de l'arrêt n° 162/2014 du 6 novembre 2014 Numéros du rôle : 5730, 5766 et 5786 En cause : les recours en annulation des articles 3, littera a), et 5, littera a), de la loi-programme du 28 juin 2013 La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De (...) | Uittreksel uit arrest nr. 162/2014 van 6 november 2014 Rolnummers : 5730, 5766 en 5786 In zake : de beroepen tot vernietiging van de artikelen 3, littera a), en 5, littera a), van de programmawet van 28 juni 2013 Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters (...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 162/2014 du 6 novembre 2014 | Uittreksel uit arrest nr. 162/2014 van 6 november 2014 |
Numéros du rôle : 5730, 5766 et 5786 | Rolnummers : 5730, 5766 en 5786 |
En cause : les recours en annulation des articles 3, littera a), et 5, | In zake : de beroepen tot vernietiging van de artikelen 3, littera a), |
littera a), de la loi-programme du 28 juin 2013 (modifications | en 5, littera a), van de programmawet van 28 juni 2013 (wijziging van |
apportées aux articles 171 et 269 du Code des impôts sur les revenus | de artikelen 171 en 269 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen |
1992), introduits par l'ASBL « Syndicat Neutre pour Indépendants » et | 1992), ingesteld door de VZW « Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen » |
autres, par Steven Beckers et autres et par l'ASBL « Verbond der | en anderen, door Steven Beckers en anderen en door de VZW « Verbond |
Vlaamse Tandartsen » et la SPRL « Dr. Stefan Verellen ». | der Vlaamse Tandartsen » en de BVBA « Dr. Stefan Verellen ». |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De | samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de |
Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. | rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. |
Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée | Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. |
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen, | Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des recours des recours et procédure | I. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging |
a. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le | a. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 15 oktober |
15 octobre 2013 et parvenue au greffe le 16 octobre 2013, un recours | 2013 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 16 |
en annulation des articles 3, littera a), et 5, littera a), de la | oktober 2013, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 3, |
loi-programme du 28 juin 2013 (modifications apportées aux articles | littera a), en 5, littera a), van de programmawet van 28 juni 2013 |
171 et 269 du Code des impôts sur les revenus 1992), publiée au | (wijziging van de artikelen 171 en 269 van het Wetboek van de |
inkomstenbelastingen 1992), bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad | |
Moniteur belge du 1er juillet 2013, deuxième édition, a été introduit | van 1 juli 2013, tweede editie, door de VZW « Neutraal Syndicaat voor |
par l'ASBL « Syndicat Neutre pour Indépendants », le « Groupement des | Zelfstandigen », het « Verbond der Belgische Beroepsvereningen van |
Unions Professionnelles Belges de Médecins Spécialistes », l'ASBL « | Geneesheren-Specialisten », de VZW « Belgische Vereniging van |
Association Belge des Syndicats Médicaux », Luc Bogaerts, Stefan | Artsensyndicaten », Luc Bogaerts, Stefan Brebels, Linda Defreyne, |
Brebels, Linda Defreyne, Patrick Hateau, Chris Illegems, Roland Lemye, | Patrick Hateau, Chris Illegems, Roland Lemye, Chris Smout, Alfons |
Chris Smout, Alfons Felix Tirry, Camiel Vennekens, Nick Verheyden et | Felix Tirry, Camiel Vennekens, Nick Verheyden en Geert Verrijken, |
Geert Verrijken, tous assistés et représentés par Me V. Dauginet, | allen bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. V. Dauginet, advocaat |
avocat au barreau d'Anvers. | bij de balie te Antwerpen. |
b. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le | b. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 december |
6 décembre 2013 et parvenue au greffe le 9 décembre 2013, un recours | 2013 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 9 |
december 2013, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen | |
en annulation des articles 3, littera a), et 5, littera a), de la même | 3, littera a), en 5, littera a), van dezelfde programmawet door Steven |
loi-programme a été introduit par Steven Beckers, Marc Buelens, | |
Lubomyr Dybajlo, Herman Laedemans, Christiaan Lemmens, Rita Vanaken, | Beckers, Marc Buelens, Lubomyr Dybajlo, Herman Laedemans, Christiaan |
Kristiaan Vekemans, Ronald Verbruggen, Jozef Vermaerke, Willy Van | Lemmens, Rita Vanaken, Kristiaan Vekemans, Ronald Verbruggen, Jozef |
Reeth et l'ASBL « Nieuw-Vlaamse Alliantie », tous assistés et | Vermaerke, Willy Van Reeth en de VZW « Nieuw-Vlaamse Alliantie », |
représentés par Me G. De Neef, avocat au barreau de Bruxelles. | allen bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. G. De Neef, advocaat bij |
c. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le | de balie te Brussel. c. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 26 |
december 2013 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen | |
26 décembre 2013 et parvenue au greffe le 27 décembre 2013, un recours | op 27 december 2013, is beroep tot vernietiging ingesteld van de |
en annulation des articles 3, littera a), et 5, littera a), de la même | artikelen 3, littera a), en 5, littera a), van dezelfde programmawet |
loi-programme a été introduit par l'ASBL « Verbond der Vlaamse | |
Tandartsen » et la SPRL « Dr. Stefan Verellen », assistées et | door de vzw « Verbond der Vlaamse Tandartsen » en de bvba « Dr. Stefan |
représentées par Me V. Dauginet. | Verellen », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. V. Dauginet. |
Ces affaires, inscrites sous les numéros 5730, 5766 et 5786 du rôle de | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5730, 5766 en 5786 van de rol |
la Cour, ont été jointes. | van het Hof, werden samengevoegd. |
(...) | (...) |
II. En droit | II. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à l'objet du recours | Ten aanzien van het onderwerp van het beroep |
B.1.1. Les articles 3, littera a), et 5, littera a), attaqués, de la | B.1.1. De bestreden artikelen 3, littera a), en 5, littera a), van de |
loi-programme du 28 juin 2013 modifient, à partir du 1er octobre 2014, | programmawet van 28 juni 2013 wijzigen, met ingang van 1 oktober 2014, |
les articles 171, 2°, et 269 du Code des impôts sur les revenus 1992 | de artikelen 171, 2°, en 269 van het Wetboek van de |
(ci-après : « CIR 1992 »), de sorte que l'impôt sur les revenus et le | inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 1992), zodat de |
précompte mobilier sur les sommes distribuées en cas de liquidation - | inkomstenbelasting en de roerende voorheffing op de uitkeringen bij de |
totale ou partielle - d'une société sont portés de 10 à 25 % . | - gehele of gedeeltelijke - vereffening van een vennootschap worden verhoogd van 10 pct. naar 25 pct. |
Les articles 3 et 5 de la loi-programme modifient, respectivement, | De artikelen 3 en 5 van de programmawet wijzigen respectievelijk |
l'article 171 du CIR 1992 et l'article 269 du CIR 1992. Cette | artikel 171 van het WIB 1992 en artikel 269 van het WIB 1992. Door die |
modification a pour effet de soumettre les sommes qui sont qualifiées | wijziging worden uitkeringen die als dividend worden beschouwd bij de |
de dividendes en cas de partage partiel par suite du décès, de la | gedeeltelijke verdeling ingevolge overlijden, uittreding of |
démission ou de l'exclusion d'un associé (article 187 du CIR 1992) ou | uitsluiting van een vennoot (artikel 187 van het WIB 1992) of bij de |
gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen van een vennootschap | |
en cas de partage total de l'avoir social d'une société (article 209 | (artikel 209 van het WIB 1992) ten laste van de verkrijger onderworpen |
du CIR 1992) à un impôt de 25 % à charge du bénéficiaire. La société | aan een belasting van 25 pct. De uitkerende vennootschap houdt een |
distributrice retient un précompte mobilier à concurrence de ce | roerende voorheffing in ten belope van dat percentage op de als |
pourcentage sur les sommes qualifiées de dividendes. | dividenden aangemerkte uitkeringen. |
B.1.2. Depuis la loi du 22 décembre 1989 « portant des dispositions | B.1.2. Sinds de wet van 22 december 1989 « houdende fiscale bepalingen |
fiscales », les bonis de liquidation et d'acquisition sont considérés, | » worden vereffenings- en verkrijgingsuitkeringen in de |
à l'impôt des sociétés, « comme un dividende distribué » (articles | vennootschapsbelasting « als een uitgekeerd dividend aangemerkt » |
186, 187 et 209 du CIR 1992). Cette modification législative visait à | (artikelen 186, 187 en 209 van het WIB 1992). Die wetswijziging |
ce que « les sommes réparties aux actionnaires ou associés [soient] | beoogde « de aan de aandeelhouders en vennoten uitgekeerde sommen |
imposées comme tous autres bénéfices distribués avec retenue du | zoals alle andere uitgekeerde winsten [te belasten] met afhouding van |
précompte mobilier » (Doc. parl., Sénat, 1989-1990, n° 806/1, p. 63). | roerende voorheffing » (Parl. St., Senaat, 1989-1990, nr. 806/1, p. |
Parce que, en dépit de l'objectif poursuivi par le législateur, on ne | 63). Omdat, ondanks het doel van de wetgever, onduidelijkheid bestond |
voyait pas clairement si un précompte mobilier était ou non dû sur ces | omtrent de vraag of op die uitkeringen al dan niet roerende |
bonis, la loi du 23 octobre 1991 « transposant en droit belge la | voorheffing verschuldigd was, heeft de wet van 23 oktober 1991 « tot |
omzetting in het Belgische recht van de Richtlijn van de Raad van de | |
Directive du Conseil des Communautés européennes du 23 juillet 1990 | Europese Gemeenschappen van 23 juli 1990 betreffende de |
concernant le régime fiscal commun applicable aux sociétés mères et | gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en |
filiales » a exonéré du précompte mobilier ces bonis de liquidation | dochterondernemingen » die als roerend inkomen aangemerkte |
considérés comme revenu mobilier (Doc. parl., Chambre, 1991-1992, n° | vereffeningsuitkeringen (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 1784/3, p. |
5) vrijgesteld van roerende voorheffing. Vervolgens heeft de wet van | |
1784/3, p. 5). Ensuite, la loi du 22 décembre 1998 « portant des | 22 december 1998 « houdende fiscale en andere bepalingen » artikel 21, |
dispositions fiscales et autres » a adapté l'article 21, 2°, du CIR | 2°, van het WIB 1992 aangepast, zodat vereffeningsuitkeringen worden |
1992, en sorte que les bonis de liquidation sont exclus comme revenus | uitgesloten als inkomsten van roerende goederen en kapitalen. |
de capitaux et biens mobiliers. | |
La loi du 24 décembre 2002 « modifiant le régime des sociétés en | De wet van 24 december 2002 « tot wijziging van de |
matière d'impôts sur les revenus et instituant un système de décision | vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling |
anticipée en matière fiscale » a mis fin à cette exonération d'impôt | van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken » heeft |
et a soumis à l'impôt des personnes physiques et au précompte mobilier | een einde aan die vrijstelling van belasting gemaakt en heeft datgene |
ce que le CIR 1992 considérait déjà comme un dividende distribué. Les | wat het WIB 1992 reeds als een uitgekeerd dividend aanmerkte, |
onderworpen aan de personenbelasting en aan de roerende voorheffing. | |
articles 2 et 3 de cette loi ont supprimé « les revenus [...] | De artikelen 2 en 3 van die wet hebben « inkomsten van aandelen [...] |
d'actions ou parts, payés ou attribués en cas de partage total ou | betaald of toegekend bij gehele of gedeeltelijke verdeling van het |
partiel de l'avoir social ou d'acquisition d'actions ou parts propres | maatschappelijk vermogen of bij verkrijging van eigen aandelen » |
» de la liste, figurant à l'article 21 du CIR 1992, des « revenus non | gelicht uit de in artikel 21 van het WIB 1992 vervatte lijst van in de |
imposables [à l'impôt des personnes physiques] au titre de revenus des | personenbelasting « niet als inkomsten van roerende goederen en |
capitaux et biens mobiliers » et les ont qualifiés de dividendes. | kapitalen belastbare inkomsten » en hebben ze als dividenden |
L'article 15 de la loi du 24 décembre 2002 a modifié l'article 264, | gekwalificeerd. Artikel 15 van de wet van 24 december 2002 wijzigde de |
alinéa 1er, 2°, du CIR 1992, selon lequel le précompte mobilier | bepaling in artikel 264, eerste lid, 2°, van het WIB 1992 volgens |
welke de roerende voorheffing niet verschuldigd was op uitkeringen die | |
n'était pas dû sur les bonis qui sont considérés comme des dividendes | als dividend worden beschouwd bij de verkrijging van eigen aandelen |
en cas d'acquisition d'actions ou de parts propres (article 186 du CIR | (artikel 186 van het WIB 1992), bij de gedeeltelijke verdeling |
1992), en cas de partage partiel par suite du décès, de la démission | ingevolge overlijden, uittreding of uitsluiting van een vennoot |
ou de l'exclusion d'un associé (article 187 du CIR 1992) ou en cas de | (artikel 187 van het WIB 1992) of bij de gehele verdeling van het |
partage total de l'avoir social d'une société (article 209 du CIR | maatschappelijk vermogen van een vennootschap (artikel 209 van het WIB |
1992). | 1992). |
La loi du 28 décembre 2011 portant des dispositions diverses a modifié | De wet van 28 december 2011 « houdende diverse bepalingen » wijzigde |
l'article 171, 2°, du CIR 1992, de sorte que dorénavant seules les | artikel 171, 2°, van het WIB 1992, zodat sindsdien enkel uitkeringen |
sommes distribuées au sens des articles 187 et 209 du CIR 1992 étaient | in de zin van de artikelen 187 en 209 van het WIB 1992 werden belast |
imposées au taux distinct de 10 %. Les sommes qualifiées de dividendes | tegen het afzonderlijk tarief van 10 pct. Uitkeringen die als dividend |
en cas d'acquisition d'actions ou de parts propres (article 186 du CIR | worden beschouwd bij de verkrijging van eigen aandelen (artikel 186 |
1992) sont imposées, à partir du 1er janvier 2013, au taux distinct de | van het WIB 1992) worden vanaf 1 januari 2013 belast tegen het |
25 % . | afzonderlijk tarief van 25 pct. |
La loi-programme du 28 juin 2013 impose au taux distinct de 25 %, à | De programmawet van 28 juni 2013 belast, met ingang van 1 oktober |
partir du 1er octobre 2014, les sommes considérées comme des | 2014, de uitkeringen die als dividend worden beschouwd bij de |
dividendes en cas de partage partiel par suite du décès, de la | gedeeltelijke verdeling ingevolge overlijden, uittreding of |
démission ou de l'exclusion d'un associé (article 187 du CIR 1992) ou | uitsluiting van een vennoot (artikel 187 van het WIB 1992) of bij de |
gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen van een vennootschap | |
en cas de partage total de l'avoir social d'une société (article 209 | (artikel 209 van het WIB 1992) tegen het afzonderlijk tarief van 25 |
du CIR 1992). | pct. |
Quant à la recevabilité | Ten aanzien van de ontvankelijkheid |
B.2.1. Le Conseil des ministres fait valoir que le recours en | B.2.1. De Ministerraad voert aan dat het beroep tot vernietiging |
annulation introduit par l'ASBL « Nieuw-Vlaamse Alliantie » dans | ingediend door de vzw « Nieuw-Vlaamse Alliantie » in de zaak nr. 5766 |
niet ontvankelijk is bij gebrek aan een collectief belang. | |
B.2.2. Ten aanzien van de andere verzoekende partijen in de zaak nr. | |
l'affaire n° 5766 n'est pas recevable à défaut d'un intérêt collectif. | 5766 wordt het belang door de Ministerraad niet betwist. Aangezien de |
B.2.2. Le Conseil des ministres ne conteste pas l'intérêt des autres | |
parties requérantes dans l'affaire n° 5766. Etant donné que les autres | |
parties requérantes dans l'affaire n° 5766 justifient en tout état de | andere verzoekende partijen in de zaak nr. 5766 als |
cause en tant que contribuables d'un intérêt au recours, il n'est pas | belastingplichtigen in elk geval doen blijken van een belang bij het |
beroep, is het niet noodzakelijk te onderzoeken of de vzw « | |
nécessaire d'examiner si l'ASBL « Nieuw-Vlaamse Alliantie » justifie | Nieuw-Vlaamse Alliantie » eveneens doet blijken van een belang om de |
également d'un intérêt à poursuivre l'annulation des dispositions | vernietiging van de bestreden bepalingen te vorderen. |
attaquées. B.2.3. L'exception est rejetée. | B.2.3. De exceptie wordt verworpen. |
Quant au fond | Ten gronde |
En ce qui concerne la violation du principe d'égalité (second moyen | Wat de schending van het gelijkheidsbeginsel betreft (tweede middel in |
dans les affaires nos 5730 et 5786 et premier moyen dans l'affaire n° | de zaken nrs. 5730 en 5786 en eerste middel in de zaak nr. 5766) |
5766) B.3. Les parties requérantes allèguent la violation des articles 10, | B.3. De verzoekende partijen voeren een schending aan van de artikelen |
11 et 172 de la Constitution, en ce que les dispositions législatives | 10, 11 en 172 van de Grondwet, in zoverre de bestreden wetsbepalingen |
attaquées auraient pour effet d'assimiler, en ce qui concerne le taux | tot gevolg zouden hebben dat de vereffeningsuitkeringen, voor wat het |
d'imposition applicable, la distribution de bonis de liquidation à | toepasbare belastingtarief betreft, worden gelijkgesteld met de gewone |
celle de dividendes ordinaires, alors que les deux types de sommes | dividendenuitkeringen, terwijl beide uitkeringen een verschillende |
distribuées poursuivraient une finalité différente. | finaliteit zouden hebben. |
B.4.1. Les articles 10 et 11 de la Constitution garantissent le | B.4.1. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet waarborgen het beginsel |
principe d'égalité et de non-discrimination. L'article 172 de la Constitution constitue une application particulière de ce principe dans les matières fiscales. B.4.2. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. Ce principe s'oppose, par ailleurs, à ce que soient traitées de manière identique, sans qu'apparaisse une justification raisonnable, des catégories de personnes se trouvant dans des situations qui, au regard de la mesure considérée, sont essentiellement différentes. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | van gelijkheid en niet-discriminatie. Artikel 172 van de Grondwet is een bijzondere toepassing van dat beginsel in fiscale zaken. B.4.2. De grondwettelijke regels van gelijkheid en niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Dezelfde regels verzetten er zich overigens tegen dat categorieën van personen, die zich ten aanzien van de aangevochten maatregel in wezenlijk verschillende situaties bevinden, op identieke wijze worden behandeld, zonder dat daarvoor een redelijke verantwoording bestaat. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. B.5. Il appartient au législateur d'établir la base de l'impôt. Il dispose en la matière d'un large pouvoir d'appréciation. En effet, les mesures fiscales constituent un élément essentiel de la politique socioéconomique. Elles assurent non seulement une part substantielle des recettes qui doivent permettre la réalisation de cette politique, mais elles permettent également au législateur d'orienter certains comportements et d'adopter des mesures correctrices afin de donner corps à la politique sociale et économique. Les choix sociaux qui doivent être réalisés lors de la collecte et de l'affectation des ressources relèvent dès lors du pouvoir d'appréciation du législateur. En conséquence, il appartient au législateur de juger si un système de taux avantageux sur le plan fiscal doit ou non être maintenu ou remplacé. La qualification en tant que dividendes des bonis de liquidation, qui étaient cependant taxés à un taux inférieur à celui des dividendes ordinaires, n'empêche pas le législateur d'imposer ultérieurement ces bonis au même taux que les dividendes ordinaires, pour autant que cette identité de traitement repose sur une justification raisonnable. | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. B.5. Het komt de wetgever toe de grondslag van de belasting vast te stellen. Hij beschikt ter zake over een ruime beoordelingsbevoegdheid. Fiscale maatregelen maken immers een wezenlijk onderdeel uit van het sociaaleconomische beleid. Zij zorgen niet alleen voor een substantieel deel van de inkomsten die de verwezenlijking van dat beleid mogelijk moeten maken; zij laten de wetgever ook toe om sturend en corrigerend op te treden en op die manier het sociale en economische beleid vorm te geven. De maatschappelijke keuzen die bij het inzamelen en het inzetten van middelen moeten worden gemaakt, behoren derhalve tot de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever. Dienvolgens komt het de wetgever toe te oordelen of een stelsel van fiscale voordeeltarieven al dan niet moet worden gehandhaafd of vervangen. Het feit dat vereffeningsuitkeringen als dividenden worden aangemerkt, die evenwel werden belast tegen een lager tarief dan de gewone dividendenuitkeringen, verhindert niet dat de wetgever ze later belast tegen hetzelfde tarief als de gewone dividendenuitkeringen, voor zover die gelijke behandeling berust op een redelijke verantwoording. |
B.6. En accroissant l'impôt et le précompte mobilier sur les bonis de | B.6. Door de belasting en de roerende voorheffing op |
liquidation, les dispositions attaquées visent à « transformer les | vereffeningsuitkeringen te verhogen, beogen de bestreden bepalingen « |
mesures budgétaires en matière d'impôts sur les revenus [...] en des | de begrotingsmaatregelen inzake inkomstenbelastingen [...] in concrete |
textes de loi concrets [...]; 3° pour les revenus qui sont attribués | wetteksten om te zetten : [...]; 3° voor de inkomsten die toegekend of |
ou mis en paiement à partir du 1er octobre 2014, le précompte mobilier | betaalbaar gesteld zijn vanaf 1 oktober 2014 wordt de roerende |
et le taux spécifique de l'impôt des personnes physiques sur les bonis | voorheffing en het afzonderlijk tarief van de personenbelasting op de |
de liquidation passe de 10 % à 25 % . Des mesures transitoires sont | liquidatieboni verhoogd van 10 % tot 25 %. Er worden ook |
également insérées » (Doc. parl., Chambre, 2012-2013, DOC 53-2853/001, | overgangsbepalingen ingevoerd » (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC |
p. 3). | 53-2853/001, p. 3). |
Les dispositions attaquées ont pour but : | De bestreden bepalingen hebben tot doel : |
« [d']encourager la nouvelle formation de capital, notamment pour les | « nieuwe kapitaalvorming [...], inzonderheid voor de kmo's die door |
PME qui, en constituant un patrimoine propre, augmentent également | het opbouwen van een eigen vermogen ook hun kredietwaardigheid |
leur solvabilité. Autrefois, le taux d'imposition en ce qui concerne | verhogen [, aan te moedigen]. Vroeger bedroeg het belastingtarief bij |
les bonis de liquidation était de 48 % sur les réserves imposables et | liquidatieboni 48 % op de belaste reserves en 24 % op de latente |
de 24 % sur les plus-values latentes. Depuis 1983, le taux | |
d'imposition a été ramené à 25 % en moyenne. Une entreprise ne devrait | meerwaarden. Sedert 1983 werd de aanslagvoet verlaagd tot gemiddeld 25 |
pas détenir des réserves pendant plusieurs années pour des raisons | %. Een bedrijf behoort niet gedurende vele jaren reserves aan te |
fiscales. Ce n'est de toute façon pas une bonne stratégie fiscale » | houden om fiscale redenen. Dit is sowieso geen goede fiscale strategie |
(Doc. parl., Chambre, 2012-2013, DOC 53-2853/014, p. 8). | » (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2853/014, p. 8). |
En outre : | Bovendien : |
« Le secrétaire d'Etat déclare très bien comprendre les préoccupations | « De staatssecretaris verklaart begrip te hebben voor de |
exprimées par les patrons de PME, mais les défis budgétaires auxquels | bekommernissen die in de kmo-middens worden geuit, maar de budgettaire |
le gouvernement est confronté sont considérables et l'intervenant part | uitdagingen waarmee de regering wordt geconfronteerd zijn aanzienlijk |
du principe qu'un budget en équilibre constitue malgré tout l'une des | en spreker gaat ervan uit dat een begroting in evenwicht toch ook één |
préoccupations » (Doc. parl., Sénat, 2012-2013, n° 5-2169/3, p. 8). Les objectifs poursuivis en l'espèce par le législateur sont par | van de bekommernissen [...] is » (Parl. St., Senaat, 2012-2013, nr. 5-2169/3, p. 8). |
conséquent liés à la réalisation de l'équilibre budgétaire et à | De te dezen door de wetgever nagestreefde doelstellingen houden |
l'adoption de mesures d'orientation et de correction de la politique | bijgevolg verband met het bereiken van een begrotingsevenwicht en met |
sociale et économique qu'il est autorisé à poursuivre lorsqu'il adopte | het sturen en corrigeren van het sociale en economische beleid hetgeen |
des mesures fiscales. | hij vermag na te streven bij het nemen van fiscale maatregelen. |
B.7. Les dispositions attaquées relèvent le taux d'impôt des personnes | B.7. De bestreden bepalingen verhogen het tarief van de |
physiques et le précompte mobilier, avec pour effet de mettre fin au | personenbelasting en de roerende voorheffing, waardoor een einde wordt |
régime fiscal plus avantageux des bonis de liquidation, par rapport à | gemaakt aan de gunstige fiscale regeling die vereffeningsuitkeringen, |
celui des dividendes. | in vergelijking met dividendenuitkeringen, genoten. |
Le traitement identique des distributions de bonis de liquidation et | De identieke behandeling van de vereffeningsuitkeringen en de |
dividendenuitkeringen beantwoordt aan wettige doelstellingen, namelijk | |
de celles de dividendes répond à des objectifs légitimes, à savoir la | de wil van de wetgever om hierdoor de begroting in evenwicht te |
volonté du législateur d'équilibrer ainsi le budget et d'éviter que | brengen en te vermijden dat hiermee gereserveerde winsten van |
les sociétés ne conservent trop longtemps, pour de pures raisons | ondernemingen te lang in de vennootschappen worden gehouden, enkel en |
fiscales, les bénéfices mis en réserve. En imposant au taux de 25 % | alleen om fiscale redenen. Door de uitkeringen die worden aangemerkt |
les sommes qualifiées de dividendes dans les articles 187 et 209 du | als dividenden in de artikelen 187 en 209 van het WIB 1992 in geval |
CIR 1992 en cas de partage partiel par suite du décès, de la démission | van de gedeeltelijke verdeling ingevolge overlijden, uittreding of |
ou de l'exclusion d'un associé ou en cas de partage total de l'avoir | uitsluiting van een vennoot of bij de gehele verdeling van het |
social d'une société, le législateur a pris une mesure pertinente par | maatschappelijk vermogen van een vennootschap, te belasten tegen het |
tarief van 25 pct., heeft de wetgever een maatregel genomen die | |
rapport aux buts légitimes poursuivis. | relevant is ten aanzien van de nagestreefde doelstellingen. |
B.8. Enfin, le législateur a prévu deux mesures d'accompagnement qui | B.8. Ten slotte heeft de wetgever voorzien in twee begeleidende |
ont pour but d'atténuer l'augmentation du taux d'imposition. C'est | maatregelen die tot doel hebben de verhoging van het belastingtarief |
ainsi que l'article 537 du CIR 1992 prévoit la possibilité pour les | te verzachten. Zo wordt in artikel 537 van het WIB 1992 voor |
sociétés de distribuer, dans le dernier exercice comptable qui se | vennootschappen in de mogelijkheid voorzien om in het laatste |
clôture avant le 1er octobre 2014, moyennant l'application d'un taux | belastbaar tijdperk dat afsluit vóór 1 oktober 2014 de reserves die |
de 10 %, les réserves qui avaient été inscrites dans les derniers | ingeschreven waren op de laatste jaarrekening die was goedgekeurd vóór |
comptes annuels approuvés avant le 31 mars 2013. Outre cette mesure, | 31 maart 2013, uit te keren tegen 10 pct. Daarnaast bedraagt, |
le précompte mobilier s'élève, en vertu de l'article 269, § 2, alinéa | krachtens artikel 269, § 2, tweede lid, van het WIB 1992, de roerende |
2, du CIR 1992, à 20 % pour les dividendes alloués ou attribués lors | voorheffing 20 pct. voor de dividenden verleend of toegekend uit de |
de la répartition bénéficiaire du deuxième exercice comptable après | |
celui de l'apport et à 15 % pour ceux qui sont « alloués ou attribués | winstverdeling van het tweede boekjaar na dat van de inbreng, en 15 |
lors de la répartition bénéficiaire des troisième exercice comptable | pct. voor die verleend of toegekend uit de winstverdeling van het |
et suivants après celui de l'apport ». | derde boekjaar en volgende na dat van de inbreng. |
B.9. Les moyens ne sont pas fondés. | B.9. De middelen zijn niet gegrond. |
En ce qui concerne la violation du droit au respect des biens (premier | Wat de schending van het ongestoord genot van eigendom betreft (eerste |
moyen dans les affaires nos 5730 et 5786 et second moyen dans | middel in de zaken nrs. 5730 en 5786 en tweede middel in de zaak nr. |
l'affaire n° 5766) | 5766) |
B.10. Les parties requérantes dans les affaires nos 5730, 5766 et 5786 | B.10. De verzoekende partijen in de zaken nrs. 5730, 5766 en 5786 |
allèguent une violation de l'article 16 de la Constitution, combiné | voeren een schending aan van artikel 16 van de Grondwet, in samenhang |
avec l'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention | gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het |
européenne des droits de l'homme et avec l'article 17 de la Charte des | Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 17 van het |
droits fondamentaux de l'Union européenne, au motif qu'une ingérence | Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, omdat een inmenging |
dans le droit de propriété ne serait autorisée que s'il peut être | in het eigendomsrecht enkel toegelaten zou zijn wanneer kan worden |
démontré que l'ingérence est prescrite par une disposition légale | aangetoond dat de inmenging wordt voorgeschreven door een voldoende |
suffisamment précise répondant à un besoin social impérieux et que | precieze wettelijke bepaling die beantwoordt aan een dwingende |
l'ingérence est proportionnée à l'objectif poursuivi par la | maatschappelijke behoefte en de inmenging evenredig is met de door de |
disposition législative qui a été instaurée, ce qui ne serait pas le | ingevoerde wetsbepaling nagestreefde doelstelling, hetgeen te dezen |
cas en l'espèce. | niet het geval zou zijn. |
B.11. Etant donné que les parties requérantes ne démontrent aucun lien | B.11. Aangezien de verzoekende partijen geen aanknopingspunt van hun |
de rattachement de leur situation avec la mise en oeuvre du droit de | situatie met de tenuitvoerlegging van het recht van de Unie aantonen, |
l'Union, les moyens ne sont pas recevables en ce qu'ils sont pris de | zijn de middelen niet ontvankelijk in zoverre ze zijn afgeleid uit de |
la violation de la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne. | schending van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. |
B.12.1. L'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention | B.12.1. Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees |
européenne des droits de l'homme a une portée analogue à celle de | Verdrag voor de rechten van de mens heeft een draagwijdte die analoog |
l'article 16 de la Constitution, avec pour effet que les garanties | is met die van artikel 16 van de Grondwet, waardoor de erin vervatte |
qu'il contient forment un ensemble indissociable avec celles qui sont | waarborgen een onlosmakelijk geheel vormen met diegene die zijn |
inscrites dans cette disposition constitutionnelle, de sorte que la | ingeschreven in die grondwetsbepaling, zodat het Hof, bij zijn |
Cour tient compte de cette disposition conventionnelle lors de son | toetsing van de bestreden bepalingen, rekening houdt met die |
contrôle des dispositions attaquées. | verdragsbepaling. |
B.12.2. L'article 1er du Premier Protocole additionnel offre une | B.12.2. Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol biedt niet alleen |
protection non seulement contre une expropriation ou une privation de | bescherming tegen een onteigening of een eigendomsberoving (eerste |
propriété (premier alinéa, deuxième phrase) mais également contre | alinea, tweede zin), maar ook tegen elke verstoring van het genot van |
toute ingérence dans le droit au respect des biens (premier alinéa, | de eigendom (eerste alinea, eerste zin) en elke regeling van het |
première phrase) et contre toute réglementation de l'usage des biens | gebruik van de eigendom (tweede alinea). Een belasting houdt in |
(deuxième alinéa). Un impôt constitue, en principe, une ingérence dans | beginsel een inmenging in het recht op het ongestoord genot van de |
le droit au respect des biens. | eigendom in. |
En outre, aux termes de l'article 1er du Premier Protocole | Bovendien vermeldt artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol dat de |
additionnel, la protection du droit de propriété « ne [porte] pas atteinte au droit que possèdent les Etats de mettre en vigueur les lois qu'ils jugent nécessaires pour réglementer l'usage des biens conformément à l'intérêt général ou pour assurer le paiement des impôts ou d'autres contributions ou des amendes ». A ce sujet, il convient d'observer que, même si le législateur fiscal dispose d'une ample marge d'appréciation, une imposition peut revêtir un caractère disproportionné portant une atteinte injustifiée au respect des biens si elle rompt le juste équilibre entre les exigences de l'intérêt général et la sauvegarde du droit au respect des biens | bescherming van het eigendomsrecht « op geen enkele wijze het recht [aantast] dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen en boeten te verzekeren ». Dienaangaande dient te worden opgemerkt dat, ook al beschikt de fiscale wetgever over een ruime beoordelingsbevoegdheid, een belasting onevenredig kan zijn en op onverantwoorde wijze afbreuk kan doen aan het ongestoord genot van iemands eigendom indien zij het billijk evenwicht verbreekt tussen de vereisten van het algemeen belang en de bescherming van het recht op het ongestoord genot van eigendom (EHRM, |
(CEDH, 31 janvier 2006, Dukmedjian c. France, § § 52-54; décision, 15 | 31 januari 2006, Dukmedjian t. Frankrijk, § § 52-54; beslissing, 15 |
décembre 2009, Tardieu de Maleissye c. France). | december 2009, Tardieu de Maleissye t. Frankrijk). |
B.13. La nécessité de réaliser l'équilibre budgétaire et de mettre sur | B.13. De noodzaak een begrotingsevenwicht tot stand te brengen en te |
pied, pour les sociétés, une stratégie fiscale saine constitue un objectif d'intérêt général. Le législateur a donc pu raisonnablement considérer qu'il fallait porter le taux d'imposition de 10 % à 25 % . Un taux de 25 % ne saurait en effet être considéré comme déraisonnable car il n'est pas de nature à porter une atteinte disproportionnée au droit d'une catégorie de personnes au respect de ses biens. Par ailleurs, les bonis de liquidation et les dividendes ordinaires ne diffèrent pas essentiellement : ils ont comme point commun que des réserves sont distribuées et qu'ils sont tous les deux convertibles en ce sens que tous les bénéfices reportés peuvent être distribués en tant que dividendes ou bien ultérieurement en tant que bonis de liquidation. Les dividendes sont eux aussi soumis à un précompte | komen tot een voor de vennootschappen gezonde fiscale strategie, is een oogmerk van algemeen belang. Derhalve vermocht de wetgever redelijkerwijs te oordelen het belastingtarief van 10 pct. te verhogen tot 25 pct. Een tarief van 25 pct. kan inderdaad niet als onredelijk worden beschouwd, omdat het niet van die aard is dat het op onevenredige wijze afbreuk doet aan het recht van een categorie van personen op het ongestoord genot van hun eigendom. Daarnaast verschillen liquidatie-uitkeringen niet wezenlijk van gewone dividendenuitkeringen; zij hebben gemeen dat er reserves worden uitgekeerd en dat ze beide inwisselbaar zijn in die zin dat alle overgedragen winsten kunnen worden uitgekeerd als dividend, dan wel later als liquidatie-uitkering. Ook dividendenuitkeringen worden onderworpen aan een roerende voorheffing en een inkomstenbelasting van |
mobilier et à un impôt sur les revenus de 25 %. Enfin, comme il est dit en B.8, le législateur a simultanément prévu deux mesures d'accompagnement qui ont pour but d'atténuer l'augmentation du taux d'imposition. B.14. Les moyens ne sont pas fondés. Par ces motifs, la Cour rejette les recours. Ainsi rendu en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 6 novembre 2014. Le greffier, P.-Y. Dutilleux Le président, | 25 pct. Ten slotte heeft, zoals is vermeld in B.8, de wetgever tevens voorzien in twee begeleidende maatregelen die tot doel hebben de verhoging van het belastingtarief te verzachten. B.14. De middelen zijn niet gegrond. Om die redenen, het Hof verwerpt de beroepen. Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 6 november 2014. De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, |
A. Alen | A. Alen |