Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 100/2014 du 10 juillet 2014 Numéro du rôle : 5622 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 162, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, posée par le Tribunal correctionnel de Gand. La Cour constit composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snapp(...)"
Extrait de l'arrêt n° 100/2014 du 10 juillet 2014 Numéro du rôle : 5622 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 162, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, posée par le Tribunal correctionnel de Gand. La Cour constit composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snapp(...) Uittreksel uit arrest nr. 100/2014 van 10 juli 2014 Rolnummer : 5622 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 162, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de Correctionele Rechtbank te Gent. Het Grondwetteli samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J(...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 100/2014 du 10 juillet 2014 Uittreksel uit arrest nr. 100/2014 van 10 juli 2014
Numéro du rôle : 5622 Rolnummer : 5622
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 162, alinéa In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 162, tweede lid,
2, du Code d'instruction criminelle, posée par le Tribunal van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de Correctionele
correctionnel de Gand. Rechtbank te Gent.
La Cour constitutionnelle, Het Grondwettelijk Hof,
composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de
Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E.
Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R.
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen, Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par jugement du 25 mars 2013 en cause du ministère public contre L. Bij vonnis van 25 maart 2013 in zake het openbaar ministerie tegen L.
V.D.P. et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour V.D.P. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is
le 2 avril 2013, le Tribunal correctionnel de Gand a posé la question ingekomen op 2 april 2013, heeft de Correctionele Rechtbank te Gent de
préjudicielle suivante : volgende prejudiciële vraag gesteld :
« Compte tenu des considérations énoncées dans le corps du jugement « Schenden, rekening gehouden met de in het overwegend gedeelte
[...], les dispositions de l'article 162, alinéa 2, du Code vermelde overwegingen [...], de bepalingen van artikel 162, lid 2 Sv.,
d'instruction criminelle violent-elles le principe de
non-discrimination contenu dans les articles 10 et 11 de la het in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet vervatte beginsel van de
Constitution en ce qu'elles obligent le tribunal correctionnel à niet-discriminatie, in zoverre zij de correctionele rechtbank ertoe
condamner la partie civile qui succombe au paiement de tous les frais verplichten de burgerlijke partij die in het ongelijk wordt gesteld,
exposés par l'Etat et par le prévenu, lorsque cette partie a ouvert te veroordelen in alle kosten gemaakt door de Staat en de beklaagde,
l'instruction en déposant une plainte avec constitution de partie wanneer die partij het strafonderzoek heeft geopend door middel van
civile, et donc en ce que ces dispositions privent la partie civile du een klacht met burgerlijke partijstelling, en dus in zoverre zij die
droit d'invoquer des arguments qui peuvent convaincre le juge de la burgerlijke partij het recht ontnemen om argumenten aan te voeren die
dispenser de tout ou partie des frais précités, alors que la cour de rechter ervan kunnen overtuigen haar van alle of een deel van de
d'assises dispose quant à elle toujours d'un pouvoir d'appréciation, voormelde kosten te ontheffen, terwijl het Hof van Assisen
conformément à l'article 350 du Code d'instruction criminelle, pour overeenkomstig artikel 350 Sv. wel steeds over een
beoordelingsbevoegdheid beschikt om de burgerlijke partij al dan niet
condamner ou non la partie civile aux dépens lorsqu'elle succombe ? ». in de kosten te veroordelen wanneer zij in het ongelijk wordt gesteld ? ».
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1. La question préjudicielle concerne l'article 162, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, qui disposait, lorsque la question préjudicielle a été posée : « La partie civile qui succombera pourra être condamnée à tout ou partie des frais envers l'Etat et envers le prévenu. Elle sera condamnée à tous les frais exposés par l'Etat et par le prévenu en cas de citation directe ou lorsque une instruction a été ouverte suite à la constitution de partie civile. Les frais seront liquidés par le jugement ». B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 162, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, dat op het ogenblik van de prejudiciële vraagstelling bepaalde : « De burgerlijke partij die in het ongelijk wordt gesteld, kan worden veroordeeld in de kosten jegens de Staat en jegens de beklaagde of in een gedeelte ervan. Zij wordt veroordeeld in alle kosten door de Staat en door de beklaagde gemaakt, wanneer zij het initiatief tot de rechtstreekse dagvaarding heeft genomen of wanneer een onderzoek is geopend ten gevolge van haar optreden als burgerlijke partij. De kosten worden door het vonnis bepaald ». Die bepaling is van toepassing op de politierechtbanken, de
Cette disposition s'applique aux tribunaux de police, aux tribunaux correctionele rechtbanken en in hoger beroep, op grond van de
correctionnels et en appel, en vertu des articles 194 et 211 du même artikelen 194 en 211 van hetzelfde Wetboek.
Code. B.2. La Cour est interrogée sur la différence de traitement qui B.2. Het Hof wordt ondervraagd over het verschil in behandeling dat
existe, en ce qui concerne les frais exposés par l'Etat et par le ten aanzien van de door de Staat en de beklaagde gemaakte kosten
prévenu, entre les parties civiles succombantes, selon que l'action bestaat onder de burgerlijke partijen die in het ongelijk worden
pénale est portée, après dépôt d'une plainte et constitution de partie gesteld, naargelang de strafvordering, na klacht met burgerlijke
civile, devant le juge d'instruction, devant le tribunal correctionnel partijstelling voor de onderzoeksrechter, wordt gebracht voor de
ou devant la cour d'assises, la cour d'assises étant la seule qui correctionele rechtbank, dan wel het hof van assisen, waarbij enkel
dispose, conformément à l'article 350 du Code d'instruction het hof van assisen, overeenkomstig artikel 350 van het Wetboek van
criminelle, d'un pouvoir d'appréciation lui permettant de condamner ou strafvordering, over een beoordelingsbevoegdheid beschikt om de
non la partie civile aux frais. burgerlijke partij al dan niet in de kosten te veroordelen.
B.3. Le juge pénal dispose en principe d'un pouvoir d'appréciation B.3. De strafrechter beschikt in principe over een
beoordelingsbevoegdheid inzake de tenlastelegging van alle of een
dans la mise à la charge de la partie civile qui succombe, de tout ou gedeelte van de door de Staat of de beklaagde gemaakte kosten aan de
partie des frais exposés par l'Etat ou le prévenu. burgerlijke partij die in het ongelijk wordt gesteld.
Toutefois, lorsque cette constitution de partie civile se faisait Wanneer evenwel die burgerlijke partijstelling plaatshad voor de
devant le juge d'instruction, alors que celui-ci n'était pas encore onderzoeksrechter, terwijl de strafvordering nog niet bij hem
saisi de l'action publique (article 63 du Code précité), ou par aanhangig was gemaakt (artikel 63 van het Wetboek van strafvordering),
citation directe devant le juge pénal (article 64, alinéa 2, et of door rechtstreekse dagvaarding voor de strafrechter (artikel 64,
article 145 du même Code), le juge était tenu de mettre ces frais à tweede lid, en artikel 145 van hetzelfde Wetboek), was de rechter
charge de la partie civile succombante, sans disposer d'un pouvoir ertoe gehouden die kosten ten laste te leggen van de burgerlijke
d'appréciation à cet égard, sauf lorsque l'affaire était renvoyée partij die in het ongelijk wordt gesteld, zonder dat hij daarbij over
een beoordelingsbevoegdheid beschikte, behalve wanneer de zaak werd
devant la cour d'assises. doorverwezen naar het hof van assisen.
B.4.1. L'article 162 du Code d'instruction criminelle a été modifié, B.4.1. Artikel 162 van het Wetboek van strafvordering is, met ingang
avec effet au 10 mai 2014, par l'article 2 de la loi du 2 avril 2014 van 10 mei 2014, gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 2 april 2014
modifiant l'article 162 du Code d'instruction criminelle. tot wijziging van artikel 162 van het Wetboek van strafvordering.
Actuellement, l'article 162 du Code d'instruction criminelle dispose : Thans bepaalt artikel 162 van het Wetboek van strafvordering :
« La partie civile qui succombera pourra être condamnée à tout ou « De burgerlijke partij die in het ongelijk wordt gesteld, kan worden
partie des frais envers l'Etat et envers le prévenu. Elle pourra être veroordeeld in de kosten jegens de Staat en jegens de beklaagde of in
condamnée à tout ou partie des frais exposés par l'Etat et par le een gedeelte ervan. Zij kan worden veroordeeld in alle, dan wel een
prévenu en cas de citation directe ou lorsqu'une instruction a été deel van de kosten door de Staat en door de beklaagde gemaakt, wanneer
ouverte suite à la constitution de partie civile. Les frais seront zij het initiatief tot de rechtstreekse dagvaarding heeft genomen of
wanneer een onderzoek is geopend ten gevolge van haar optreden als
liquidés par le jugement ». burgerlijke partij. De kosten worden door het vonnis bepaald ».
B.4.2. Il ressort des travaux préparatoires de la loi du 2 avril 2014 que le législateur entendait atténuer l'iniquité du système applicable antérieurement. « Actuellement, une victime qui se constitue partie civile pour empêcher la justice de s'endormir sur son dossier, se verra notamment condamner aux frais d'expertise si la justice ne parvient pas à mettre la main sur le coupable. Evidemment, la justice ne peut prendre en charge tous les frais d'expertise des victimes, surtout si ces expertises mettent en doute la qualité de victime de la partie civile. Mais, il n'est pas non plus admissible qu'une victime (de viol, par exemple) qui porte plainte et se constitue partie civile, se retrouve à devoir payer des frais d'expertises jugés nécessaires (puisque acceptés par le juge d'instruction) si la Justice ne parvient pas à trouver le coupable. [...] B.4.2. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 2 april 2014 blijkt dat het de bedoeling van de wetgever was de onbillijkheid van de voorheen van toepassing zijnde regeling te temperen. « Momenteel zal een slachtoffer dat zich burgerlijke partij stelt om te verhinderen dat het gerecht indommelt boven zijn dossier, worden veroordeeld in de kosten van deskundigenonderzoek als het gerecht er niet in slaagt de schuldige te arresteren. Uiteraard kan het gerecht niet alle kosten van deskundigenonderzoek op zich nemen, vooral als de deskundigenonderzoeken de hoedanigheid van slachtoffer van de burgerlijke partij in twijfel trekken. Het is echter evenmin toelaatbaar dat een slachtoffer (van verkrachting, bijvoorbeeld) dat een klacht indient en zich burgerlijke partij stelt, de kosten van deskundigenonderzoek moet betalen die noodzakelijk zijn (aangezien ze werden aanvaard door de onderzoeksrechter) als Justitie er niet in slaagt de schuldige te vinden. [...]
En modifiant l'article 162 du Code d'instruction criminelle, un Door artikel 162 van het Wetboek van strafvordering te wijzigen, zal
pouvoir d'appréciation sera laissé au juge, qui peut alors, en een beoordelingsbevoegdheid aan de rechter worden gelaten, die dan
fonction des circonstances de la cause, décider que la victime devra naar gelang van de omstandigheden van de zaak kan beslissen of het
ou non supporter les frais engagés » (Doc. parl., Chambre, 2012-2013, slachtoffer de gemaakte kosten al dan niet moet dragen » (Parl. St.,
DOC 53-2675/001, pp. 4-5). Kamer, 2012-2013, DOC 53-2675/001, pp. 4-5).
B.5. L'affaire doit être renvoyée à la juridiction a quo pour que B.5. De zaak dient te worden teruggezonden naar het verwijzende
celle-ci puisse réexaminer l'affaire à la lumière du nouvel article rechtscollege, opdat dit de zaak opnieuw kan beoordelen in het licht
162 du Code d'instruction criminelle et apprécier si une question van het nieuwe artikel 162 van het Wetboek van strafvordering en kan
préjudicielle est encore nécessaire. oordelen of een prejudiciële vraag nog nodig is.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
renvoie l'affaire à la juridiction a quo. zendt de zaak terug naar het verwijzende rechtscollege.
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof,
la Cour constitutionnelle, le 10 juillet 2014. op 10 juli 2014.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
Le président, De voorzitter,
A. Alen A. Alen
^
Etaamb.be utilise des cookies
Etaamb.be utilise les cookies pour retenir votre préférence linguistique et pour mieux comprendre comment etaamb.be est utilisé.
ContinuerPlus de details
x