← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 82/2014 du 22 mai 2014 Numéro du rôle : 5664 En cause : le recours
en annulation de l'article 16 de la loi du 4 décembre 2012 modifiant le Code de la nationalité belge
afin de rendre l'acquisition de la nationalité belge La Cour constitutionnelle, composée
des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De G(...)"
Extrait de l'arrêt n° 82/2014 du 22 mai 2014 Numéro du rôle : 5664 En cause : le recours en annulation de l'article 16 de la loi du 4 décembre 2012 modifiant le Code de la nationalité belge afin de rendre l'acquisition de la nationalité belge La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De G(...) | Uittreksel uit arrest nr. 82/2014 van 22 mei 2014 Rolnummer : 5664 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 16 van de wet van 4 december 2012 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit teneinde het verkrijgen van de Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters (...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 82/2014 du 22 mai 2014 | Uittreksel uit arrest nr. 82/2014 van 22 mei 2014 |
Numéro du rôle : 5664 | Rolnummer : 5664 |
En cause : le recours en annulation de l'article 16 de la loi du 4 | In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 16 van de wet van 4 |
décembre 2012 modifiant le Code de la nationalité belge afin de rendre | december 2012 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische |
l'acquisition de la nationalité belge neutre du point de vue de | nationaliteit teneinde het verkrijgen van de Belgische nationaliteit |
l'immigration (remplacement de l'article 19 du Code de la nationalité | migratieneutraal te maken (vervanging van artikel 19 van het Wetboek |
belge), introduit par Philipp Sirij. | van de Belgische nationaliteit), ingesteld door Philipp Sirij. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De | samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de |
Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. | rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. |
Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée | Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. |
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen, | Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet du recours et procédure | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 12 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 12 juni 2013 |
ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 14 juni | |
juin 2013 et parvenue au greffe le 14 juin 2013, Philipp Sirij, | 2013, heeft Philipp Sirij, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. D. |
assisté et représenté par Me D. De Keuster, avocat au barreau | De Keuster, advocaat bij de balie te Antwerpen, beroep tot |
d'Anvers, a introduit un recours en annulation de l'article 16 de la | vernietiging ingesteld van artikel 16 van de wet van 4 december 2012 |
loi du 4 décembre 2012 modifiant le Code de la nationalité belge afin | tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit teneinde |
de rendre l'acquisition de la nationalité belge neutre du point de vue | het verkrijgen van de Belgische nationaliteit migratieneutraal te |
de l'immigration (publiée au Moniteur belge du 14 décembre 2012, | maken (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 14 december 2012, |
deuxième édition), qui a remplacé l'article 19 du Code de la | tweede editie), waarbij artikel 19 van het Wetboek van de Belgische |
nationalité belge. | nationaliteit werd vervangen. |
(...) | (...) |
II. En droit | II. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. L'article 19 du Code de la nationalité belge du 28 juin 1984, | B.1.1. Artikel 19 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit van |
tel qu'il a été remplacé par l'article 16 de la loi du 4 décembre | 28 juni 1984, zoals het werd vervangen bij artikel 16 van de wet van 4 |
2012, dispose : | december 2012, bepaalt : |
« § 1er. Pour pouvoir demander la naturalisation, l'intéressé doit : | « § 1. Om de naturalisatie te kunnen aanvragen, moet de belanghebbende : |
1° avoir atteint l'âge de dix-huit ans; | 1° de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt; |
2° séjourner légalement en Belgique; | 2° wettelijk verblijven in België; |
3° et avoir témoigné ou pouvoir témoigner à la Belgique de mérites | 3° en aan België buitengewone verdiensten hebben bewezen of kunnen |
exceptionnels dans les domaines scientifique, sportif ou socioculturel | bewijzen op het wetenschappelijk, sportief, of sociocultureel vlak en |
et, de ce fait, pouvoir apporter une contribution particulière au | daardoor een bijzondere bijdrage kunnen leveren voor de internationale |
rayonnement international de la Belgique; | uitstraling van België; |
4° et motiver pourquoi il lui est quasiment impossible d'acquérir la | 4° en met redenen omkleden waarom het voor hem zo goed als onmogelijk |
nationalité belge en faisant une déclaration de nationalité | is om de Belgische nationaliteit te verkrijgen door het afleggen van |
conformément à l'article 12bis. | een nationaliteitsverklaring overeenkomstig artikel 12bis. |
Pour pouvoir se prévaloir de mérites exceptionnels, l'intéressé doit, | Om zich te kunnen beroepen op buitengewone verdiensten, moet de |
sous peine d'irrecevabilité, pouvoir fournir la preuve des éléments | belanghebbende op straffe van onontvankelijkheid volgende elementen |
suivants : | kunnen aantonen : |
1° en cas de mérites exceptionnels dans le domaine scientifique : un | 1° in het geval van buitengewone verdiensten op wetenschappelijk vlak |
doctorat; | : een doctoraatstitel; |
2° en cas de mérites exceptionnels dans le domaine sportif : avoir | 2° in het geval van buitengewone verdiensten op sportief vlak : het |
satisfait aux critères de sélection internationaux ou aux critères | halen van de internationale selectiecriteria of de door het BOIC |
imposés par le COIB pour un championnat d'Europe, un championnat du monde ou les Jeux olympiques, ou se trouver dans le cas où la fédération de la discipline sportive concernée considère qu'il ou elle peut représenter une valeur ajoutée pour la Belgique dans le cadre des phases éliminatoires ou finales d'un championnat d'Europe, d'un championnat du monde ou des Jeux olympiques; 3° en cas de mérites exceptionnels dans le domaine socioculturel: avoir atteint la sélection finale d'une compétition culturelle internationale ou être récompensé sur la scène internationale en raison de ses mérites sur le plan culturel ou en raison de son investissement social et sociétal. | opgelegde criteria van een Europees Kampioenschap, een Wereldkampioenschap of de Olympische Spelen, of zich in het geval bevinden dat de federatie van de betrokken sporttak van oordeel is dat hij of zij een meerwaarde kan betekenen voor België in het kader van de voorronde of het eindtoernooi van een Europees Kampioenschap, een Wereldkampioenschap of de Olympische Spelen; 3° In het geval van buitengewone verdiensten op sociocultureel vlak : de eindselectie van een internationale cultuurwedstrijd gehaald hebben of internationaal geprezen worden omwille van zijn verdiensten op cultureel vlak of omwille van zijn sociale en maatschappelijke inzet. |
§ 2. La naturalisation peut également être demandée par un étranger | § 2. De naturalisatie kan eveneens worden aangevraagd door de |
âgé de dix-huit ans qui a la qualité d'apatride en Belgique en vertu | vreemdeling die de leeftijd van achttien jaar heeft en de hoedanigheid |
heeft van staatloze in België krachtens de er vigerende internationale | |
des conventions internationales qui y sont en vigueur, et qui séjourne | overeenkomsten, en sedert ten minste twee jaar wettelijk verblijf |
légalement en Belgique depuis deux ans au moins ». | heeft in België ». |
B.1.2. Il ressort de la portée du moyen unique que l'objet du recours | B.1.2. Uit de draagwijdte van het enige middel blijkt dat het |
est limité au nouvel article 19, § 2, du Code de la nationalité belge. | onderwerp van het beroep is beperkt tot het nieuwe artikel 19, § 2, |
van het Wetboek van de Belgische Nationaliteit. De verzoeker betoogt | |
Le requérant fait valoir que cette disposition n'est pas compatible | dat die bepaling niet bestaanbaar is met het beginsel van gelijkheid |
avec le principe d'égalité et de non-discrimination, en ce qu'elle est | en niet-discriminatie, in zoverre zij enkel van toepassing is op |
uniquement applicable aux personnes qui ont été reconnues comme | personen die als staatloze zijn erkend, met uitsluiting van |
apatrides, à l'exclusion des étrangers qui ne peuvent prouver leur | vreemdelingen die hun nationaliteit niet kunnen aantonen omdat het |
nationalité, parce que le pays dont ils sont ressortissants refuserait | land waarvan zij de onderdaan zijn hiertoe geen medewerking zou |
de coopérer. | verlenen. |
B.2. L'article premier, paragraphe 1, de la Convention de New-York du | B.2. Artikel 1, lid 1, van het Verdrag van New York van 28 september |
28 septembre 1954 relative au statut des apatrides définit l'apatride | 1954 betreffende de status van staatlozen definieert de staatloze als |
comme étant « une personne qu'aucun Etat ne considère comme son | « een persoon die door geen enkele Staat, krachtens diens wetgeving, |
ressortissant par application de sa législation ». | als onderdaan wordt beschouwd ». |
B.3. Le statut d'apatride, qui est requis pour relever du champ | B.3. Het statuut van staatloze, dat vereist is om onder het |
d'application de la disposition attaquée, est, en vertu de l'article | toepassingsgebied van de bestreden bepaling te vallen, wordt krachtens |
569, 1°, du Code judiciaire, attribué par le tribunal de première | artikel 569, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek toegekend door de |
instance du lieu de séjour du candidat apatride, après une procédure | rechtbank van eerste aanleg van de verblijfplaats van de |
sur requête unilatérale. | kandidaat-staatloze na een procedure op eenzijdig verzoekschrift. |
B.4.1. Par la loi du 4 décembre 2012 modifiant le Code de la | B.4.1. Met de wet van 4 december 2012 tot wijziging van het Wetboek |
nationalité belge afin de rendre l'acquisition de la nationalité belge | van de Belgische nationaliteit teneinde het verkrijgen van de |
neutre du point de vue de l'immigration, le législateur a voulu | Belgische nationaliteit migratieneutraal te maken, heeft de wetgever |
beoogd, in afwijking van de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een | |
renforcer à nouveau les conditions d'obtention de la nationalité | aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit, de |
belge, par dérogation à la loi du 1er mars 2000 modifiant certaines | voorwaarden voor de verkrijging van de Belgische nationaliteit opnieuw |
dispositions relatives à la nationalité belge. L'acquisition de la | te verstrengen. Volgens de parlementaire voorbereiding wordt de |
nationalité belge est, selon les travaux préparatoires de la loi du 4 | verwerving van de Belgische nationaliteit als gevolg van de wet van 4 |
décembre 2012, rendue objective et neutre du point de vue de | december 2012 geobjectiveerd en migratieneutraal gemaakt (Parl. St., |
l'immigration (Doc. parl., Chambre, 2010-2011, DOC 53-0476/001, p. 3). | Kamer, 2010-2011, DOC 53-0476/001, p. 3). |
Il a en outre été souligné, au cours des travaux préparatoires, qu'un | Tevens werd in de parlementaire voorbereiding benadrukt dat van de |
étranger ne peut prétendre à l'obtention de la nationalité belge qu'à | verwerving van de Belgische nationaliteit slechts sprake kan zijn |
partir du moment où il jouit d'un statut de séjour stable sur le | wanneer de verblijfsstatus van de betrokkene op het grondgebied is |
territoire et que la nationalité ne peut en aucun cas constituer un | gestabiliseerd en dat zij geen middel mag zijn om een verblijfstitel |
moyen d'obtenir un titre de séjour ou de consolider le statut | te verkrijgen of om het administratief statuut van de vreemdeling te |
administratif de l'étranger (ibid.). | consolideren (ibid.). |
B.4.2. La réforme de la procédure de naturalisation est conforme à cet | B.4.2. De hervorming van de naturalisatieprocedure sluit aan bij die |
objectif général. A la suite de la loi du 1er mars 2000, la | algemene doelstelling. Na de wet van 1 maart 2000 was de naturalisatie |
naturalisation est devenue le mode d'acquisition de la nationalité le | de meest gebruikte wijze van nationaliteitsverwerving geworden (Parl. |
plus prisé (Doc. parl., Chambre, 2010-2011, DOC 53-0476/001, p. 21). | St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-0476/001, p. 21). De wetgever beoogde |
Le législateur a voulu, pour cette raison, ramener la naturalisation « | daarom de naturalisatie « [terug te brengen] naar zijn oorspronkelijke |
à sa finalité première : une faveur octroyée par le législateur dans | doelstelling : een gunst die door de wetgever wordt verleend in |
des cas exceptionnels ' honoris causa '. L'intéressé doit avoir | uitzonderlijke gevallen ' honoris causa '. De betrokkene moet België |
témoigné ou pouvoir témoigner à la Belgique de mérites exceptionnels | buitengewone verdiensten hebben bewezen of kunnen bewijzen op het |
dans les domaines scientifique, sportif, culturel ou social et, de ce | wetenschappelijke, sportieve, culturele of sociale vlak en [...] |
fait, pouvoir apporter une contribution particulière au rayonnement | daardoor een bijzondere bijdrage kunnen leveren voor de internationale |
international de notre pays » (Doc. parl., Chambre, 2011-2012, DOC | uitstraling van ons land » (Parl. St., Kamer, 2011-2012, DOC |
53-0476/013, p. 32). | 53-0476/013, p. 32). |
B.4.3. Outre la naturalisation honoris causa, le législateur a | B.4.3. Naast de naturalisatie honoris causa heeft de wetgever evenwel |
toutefois maintenu la possibilité de naturalisation des apatrides, | de mogelijkheid tot naturalisatie van staatlozen behouden, teneinde de |
afin de respecter les obligations internationales qui reposent sur la | internationale verplichtingen die, met name krachtens het Verdrag van |
Belgique en la matière (ibid.) en vertu notamment de la Convention de | |
New-York du 28 septembre 1954 relative au statut des apatrides. | New York van 28 september 1954 betreffende de status van staatlozen, |
op dat vlak op België rusten, te eerbiedigen (ibid.). | |
B.5. L'article 32 de cette Convention dispose : | B.5. Artikel 32 van dat Verdrag bepaalt : |
« Les Etats contractants faciliteront, dans toute la mesure du | « De Verdragsluitende Staten zullen, voor zover mogelijk, de |
possible, l[00b4]assimilation et la naturalisation des apatrides. Ils | assimilatie en naturalisatie van staatlozen vergemakkelijken. Zij |
s[00b4]efforceront notamment d[00b4]accélérer la procédure de | zullen in het bijzonder ernaar streven de naturalisatieprocedure te |
naturalisation et de réduire, dans toute la mesure du possible, les | bespoedigen en de tarieven en kosten van deze procedure zoveel |
taxes et les frais de cette procédure ». La disposition attaquée donne exécution à cette obligation en autorisant l'apatride à demander la naturalisation s'il a atteint l'âge de dix-huit ans et s'il séjourne légalement en Belgique depuis au moins deux ans (Doc. parl., Chambre, 2011-2012, DOC 53-0476/013, p. 32). B.6. Il n'existe aucune disposition conventionnelle comparable à l'article 32 de la Convention de New-York précitée, qui obligerait le législateur à faciliter la naturalisation d'étrangers qui ne peuvent prouver leur nationalité. Les articles 10 et 11 de la Constitution ont une portée générale. Ils interdisent toute discrimination, quelle qu'en soit l'origine. Parmi les droits et libertés qui doivent être garantis sans discrimination figurent les droits et libertés résultant de dispositions conventionnelles internationales qui lient la Belgique. Il appartient dès lors à la Cour de veiller à ce que les règles que le législateur adopte, lorsqu'il donne exécution à une obligation internationale, n'aboutissent pas à créer des différences de traitement qui ne seraient pas raisonnablement justifiées. B.7. Le Constituant, en ne laissant pas à une autorité administrative la faculté d'accorder la naturalisation mais en réservant cette faculté au pouvoir législatif, qui est constitué d'assemblées élues, alors qu'il est exceptionnel qu'une décision purement individuelle relève exclusivement d'une telle autorité, a entendu marquer qu'il maintenait la conception traditionnelle selon laquelle l'obtention de la nationalité belge par la voie de la naturalisation n'est pas un droit mais résulte de l'exercice d'un pouvoir souverain d'appréciation. B.8.1. La naturalisation constitue, en tant que mode d'obtention de la nationalité, une exception par rapport à la déclaration de nationalité visée à l'article 12bis du Code de la nationalité belge. A la lumière des objectifs relevés en B.4.1, le législateur emploie un critère de distinction objectif et pertinent en ce qu'il réserve cette possibilité aux apatrides. B.8.2. La mesure n'a pas d'effet disproportionné par rapport à l'objectif poursuivi. En effet, rien n'empêche les personnes qui satisfont aux conditions visées à l'article 12bis du Code de la nationalité belge d'obtenir cette nationalité par voie d'une déclaration de nationalité. En outre, il appartient au tribunal de première instance de déterminer à qui il reconnaît le statut d'apatride lorsqu'une personne en fait la demande. B.9. Le moyen n'est pas fondé. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi rendu en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 22 mai 2014. Le greffier, P.-Y. Dutilleux Le président, | mogelijk te verminderen ». De bestreden bepaling geeft uitvoering aan die verplichting door de staatloze toe te staan de naturalisatie aan te vragen indien hij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en sedert ten minste twee jaar wettig verblijf heeft in België (Parl. St., Kamer, 2011-2012, DOC 53-0476/013, p. 32). B.6. Er bestaat geen verdragsbepaling, vergelijkbaar met artikel 32 van het voormelde Verdrag van New York, die de wetgever ertoe zou verplichten de naturalisatie van vreemdelingen die hun nationaliteit niet kunnen bewijzen, te vergemakkelijken. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet hebben een algemene draagwijdte. Zij verbieden elke discriminatie, ongeacht de oorsprong ervan. Tot de rechten en vrijheden die zonder discriminatie moeten worden gewaarborgd, behoren de rechten en vrijheden die voortvloeien uit internationale verdragsbepalingen die België binden. Het staat derhalve aan het Hof erop toe te zien dat de regels die de wetgever aanneemt wanneer hij uitvoering geeft aan een internationaalrechtelijke verplichting, niet ertoe leiden dat verschillen in behandeling in het leven worden geroepen die niet redelijk verantwoord zouden zijn. B.7. Door de bevoegdheid om de naturalisatie te verlenen niet over te laten aan een administratieve overheid maar ze voor te behouden aan de wetgevende macht die uit verkozen vergaderingen bestaat, terwijl het uitzonderlijk is dat een louter individuele beslissing uitsluitend bij een dergelijke overheid berust, heeft de Grondwetgever willen aangeven dat hij de traditionele opvatting handhaafde volgens welke de verkrijging van de Belgische nationaliteit door naturalisatie geen recht is maar voortvloeit uit de uitoefening van een soevereine beoordelingsbevoegdheid. B.8.1. De naturalisatie vormt als wijze van nationaliteitsverkrijging een uitzondering ten opzichte van de nationaliteitsverklaring bepaald in artikel 12bis van het Wetboek van de Belgische nationaliteit. In het licht van de doelstellingen aangegeven onder B.4.1 hanteert de wetgever een objectief en pertinent criterium van onderscheid doordat hij die mogelijkheid voorbehoudt aan de staatlozen. B.8.2. De maatregel heeft geen gevolg dat onevenredig is met de nagestreefde doelstelling. Niets belet de personen die voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 12bis van het Wetboek van de Belgische nationaliteit immers die nationaliteit door een nationaliteitsverklaring te verkrijgen. Overigens staat het aan de rechtbank van eerste aanleg om te bepalen wie zij als staatloze erkent, wanneer een betrokkene daarom verzoekt. B.9. Het middel is niet gegrond. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 22 mei 2014. De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, |
A. Alen | A. Alen |