Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 71/2014 du 24 avril 2014 Numéro du rôle : 5829 En cause : le recours en annulation et la demande de suspension de l'article II.10 du décret de la Communauté flamande du 19 juillet 2013 relatif à l'enseignement XXIII La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée du président A. Alen et des juges-rappor(...)"
Extrait de l'arrêt n° 71/2014 du 24 avril 2014 Numéro du rôle : 5829 En cause : le recours en annulation et la demande de suspension de l'article II.10 du décret de la Communauté flamande du 19 juillet 2013 relatif à l'enseignement XXIII La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée du président A. Alen et des juges-rappor(...) Uittreksel uit arrest nr. 71/2014 van 24 april 2014 Rolnummer : 5829 In zake : het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing van artikel II.10 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 19 juli 2013 betreffende het Onderwijs X Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter A. Alen en de rechters-versl(...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 71/2014 du 24 avril 2014 Uittreksel uit arrest nr. 71/2014 van 24 april 2014
Numéro du rôle : 5829 Rolnummer : 5829
En cause : le recours en annulation et la demande de suspension de In zake : het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing
l'article II.10 du décret de la Communauté flamande du 19 juillet 2013 van artikel II.10 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 19
relatif à l'enseignement XXIII (insertion d'un article 26bis/2 dans le juli 2013 betreffende het Onderwijs XXIII (invoeging van een artikel
décret de la Communauté flamande du 25 février 1997 relatif à 26bis/2 in het decreet basisonderwijs van de Vlaamse Gemeenschap van
l'enseignement fondamental), introduits par Patrick Romeijn et Vera den Boer. 25 februari 1997), ingesteld door Patrick Romeijn en Vera den Boer.
La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer,
composée du président A. Alen et des juges-rapporteurs E. De Groot et samengesteld uit voorzitter A. Alen en de rechters-verslaggevers E. De
J.-P. Moerman, assistée du greffier F. Meersschaut, Groot en J.-P. Moerman, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet du recours et procédure I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 1er Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 1 februari
février 2014 et parvenue au greffe le 3 février 2014, Patrick Romeijn 2014 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 3
februari 2014, hebben Patrick Romeijn en Vera den Boer, wonende te
et Vera den Boer, demeurant à 2320 Hoogstraten, Burg. J. van 2320 Hoogstraten, Burg. J. van Aperenstraat 18, bus 3, een beroep tot
Aperenstraat 18, boîte 3, ont introduit un recours en annulation et vernietiging en een vordering tot schorsing ingesteld van artikel
une demande de suspension de l'article II.10 du décret de la
Communauté flamande du 19 juillet 2013 relatif à l'enseignement XXIII II.10 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 19 juli 2013
(insertion d'un article 26bis/2 dans le décret de la Communauté betreffende het Onderwijs XXIII (invoeging van een artikel 26bis/2 in
flamande du 25 février 1997 relatif à l'enseignement fondamental), het decreet basisonderwijs van de Vlaamse Gemeenschap van 25 februari
publié au Moniteur belge du 27 août 2013. 1997), bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 27 augustus 2013.
Le 11 février 2014, en application de l'article 71, alinéa 1er, de la Op 11 februari 2014 hebben de rechters-verslaggevers E. De Groot en
J.-P. Moerman, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de
loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de
juges-rapporteurs E. De Groot et J.-P. Moerman ont informé le voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden
président qu'ils pourraient être amenés à proposer à la Cour, siégeant gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te
en chambre restreinte, de rendre un arrêt constatant que la requête stellen een arrest te wijzen waarin wordt vastgesteld dat het
introduite est manifestement irrecevable. ingediende verzoekschrift klaarblijkelijk onontvankelijk is.
(...) (...)
II. En droit II. In rechte
(...) (...)
B.1. En vertu de l'article 71, alinéa 2, de la loi spéciale du 6 B.1. Krachtens artikel 71, tweede lid, van de bijzondere wet van 6
janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les parties disposent de januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, beschikken de partijen over
quinze jours à compter de la réception de la notification des vijftien dagen, te rekenen van de ontvangst van de kennisgeving van de
conclusions des rapporteurs pour introduire un mémoire justificatif. conclusies van de verslaggevers, om een memorie met verantwoording in
En l'espèce, les conclusions des rapporteurs ayant été notifiées aux te dienen. Vermits van de conclusies van de verslaggevers te dezen aan de
parties requérantes le 13 février 2014, le second mémoire justificatif verzoekende partijen kennis werd gegeven op 13 februari 2014, is de op
introduit le 3 mars 2014 n'est pas recevable. 3 maart 2014 ingediende tweede memorie met verantwoording niet
ontvankelijk.
B.2. Les parties requérantes demandent tant la suspension que B.2. De verzoekende partijen vorderen zowel de schorsing als de
l'annulation de l'article II.10 du décret de la Communauté flamande du vernietiging van artikel II.10 van het decreet van de Vlaamse
19 juillet 2013 relatif à l'enseignement XXIII, en tant qu'il insère Gemeenschap van 19 juli 2013 betreffende het Onderwijs XXIII, in
un article 26bis/2, § 1er, dans le décret du 25 février 1997 relatif à zoverre het een artikel 26bis/2, § 1, invoegt in het decreet
l'enseignement fondamental. basisonderwijs van 25 februari 1997.
B.3.1. En vertu de l'article 21, alinéa 2, de la loi spéciale du 6 B.3.1. Krachtens artikel 21, tweede lid, van de bijzondere wet van 6
janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les demandes de suspension januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, zijn de verzoekschriften tot
ne sont recevables que si elles sont introduites dans un délai de schorsing slechts ontvankelijk wanneer zij worden ingediend binnen een
trois mois suivant la publication de la loi, du décret ou de la règle termijn van drie maanden na de bekendmaking van de wet, het decreet of
visée à l'article 134 de la Constitution. de in artikel 134 van de Grondwet bedoelde regel.
B.3.2. Le décret du 19 juillet 2013 relatif à l'enseignement XXIII B.3.2. Vermits het decreet van 19 juli 2013 betreffende het Onderwijs
ayant été publié au Moniteur belge du 27 août 2013, la demande de XXIII is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 27 augustus
suspension introduite le 1er février 2014 est manifestement 2013, is de op 1 februari 2014 ingestelde vordering tot schorsing
irrecevable. klaarblijkelijk onontvankelijk.
B.4.1. En vertu de l'article 6 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, une requête doit contenir un exposé des faits et des moyens. Pour satisfaire aux exigences de l'article 6 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les moyens de la requête doivent faire connaître, parmi les règles dont la Cour garantit le respect, celles qui seraient violées ainsi que les dispositions qui violeraient ces règles et exposer en quoi ces règles auraient été transgressées par ces dispositions. Ces exigences sont dictées, d'une part, par la nécessité pour la Cour d'être à même de déterminer, dès le dépôt de la requête, la portée exacte du recours en annulation et, d'autre part, par le souci d'offrir aux autres parties au procès la possibilité de répliquer aux arguments des requérants, en sorte qu'il est indispensable de disposer d'un exposé clair et univoque des moyens. B.4.2. Ni la requête ni le mémoire justificatif ne contiennent en l'espèce un exposé clair et univoque des moyens permettant de déterminer la portée exacte du recours en annulation. B.4.3. Etant donné qu'il n'est pas clairement dit à quels moyens la Cour doit répondre, le recours en annulation est lui aussi manifestement irrecevable. Par ces motifs, la Cour, chambre restreinte, statuant à l'unanimité des voix, rejette la demande de suspension et le recours en annulation. Ainsi prononcé en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 24 avril 2014. Le greffier, F. Meersschaut Le président, B.4.1. Krachtens artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof dient een verzoekschrift een uiteenzetting van de feiten en de middelen te bevatten. Om te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, moeten de middelen van het verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het Hof de naleving waarborgt, zouden zijn geschonden, alsook welke de bepalingen zijn die deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in welk opzicht die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn geschonden. Die vereisten zijn ingegeven, enerzijds, door de noodzaak voor het Hof om vanaf het indienen van het verzoekschrift in staat te zijn de juiste draagwijdte van het beroep tot vernietiging te bepalen, en, anderzijds, door de zorg om aan de andere partijen in het geding de mogelijkheid te bieden op de argumenten van de verzoekers te repliceren, waartoe een duidelijke en ondubbelzinnige uiteenzetting van de middelen onontbeerlijk is. B.4.2. Noch het verzoekschrift, noch de memorie met verantwoording bevatten te dezen een duidelijke en ondubbelzinnige uiteenzetting van de middelen, op grond waarvan de juiste draagwijdte van het beroep tot vernietiging kan worden bepaald. B.4.3. Vermits het niet duidelijk is welke middelen het Hof dient te beantwoorden, is het beroep tot vernietiging eveneens klaarblijkelijk onontvankelijk. Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verwerpt de vordering tot schorsing en het beroep tot vernietiging. Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 24 april 2014. De griffier, F. Meersschaut De voorzitter,
A. Alen A. Alen
^
Etaamb.be utilise des cookies
Etaamb.be utilise les cookies pour retenir votre préférence linguistique et pour mieux comprendre comment etaamb.be est utilisé.
ContinuerPlus de details
x