← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 147/2013 du 7 novembre 2013 Numéro du rôle : 5508 En cause :
les questions préjudicielles relatives à l'article 318 du Code civil, tel qu'il a été remplacé par l'article
7 de la loi du 1 er juillet 2006 modifia La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et J. Spreutels,
et des juges E. D(...)"
Extrait de l'arrêt n° 147/2013 du 7 novembre 2013 Numéro du rôle : 5508 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 318 du Code civil, tel qu'il a été remplacé par l'article 7 de la loi du 1 er juillet 2006 modifia La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et J. Spreutels, et des juges E. D(...) | Uittreksel uit arrest nr. 147/2013 van 7 november 2013 Rolnummer : 5508 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, zoals vervangen bij artikel 7 van de wet van 1 juli 2006 tot wijziging van de bepalin Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en J. Spreutels, en de rechte(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 147/2013 du 7 novembre 2013 | Uittreksel uit arrest nr. 147/2013 van 7 november 2013 |
Numéro du rôle : 5508 | Rolnummer : 5508 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 318 du | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 318 van het |
Code civil, tel qu'il a été remplacé par l'article 7 de la loi du 1er | Burgerlijk Wetboek, zoals vervangen bij artikel 7 van de wet van 1 |
juillet 2006 modifiant des dispositions du Code civil relatives à | juli 2006 tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek |
l'établissement de la filiation et aux effets de celle-ci, et modifié | met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen |
par l'article 368 de la loi du 27 décembre 2006 portant des | ervan, en gewijzigd bij artikel 368 van de wet van 27 december 2006 |
dispositions diverses (I), posées par le Tribunal de première instance | houdende diverse bepalingen (I), gesteld door de Rechtbank van eerste |
de Bruges. | aanleg te Brugge. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents M. Bossuyt et J. Spreutels, et des juges E. De | samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en J. Spreutels, en de |
Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke, P. Nihoul, F. | rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke, |
Daoût et T. Giet, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par | P. Nihoul, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. |
le président M. Bossuyt, | Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par jugement du 22 octobre 2012 en cause de K.S. et A.S. contre C.H. | Bij vonnis van 22 oktober 2012 in zake K.S. en A.S. tegen C.H. en |
et autres, et de K.S. et A.S. contre M.H. et autres, dont l'expédition | anderen, en K.S. en A.S. tegen M.H. en anderen, waarvan de expeditie |
est parvenue au greffe de la Cour le 31 octobre 2012, le Tribunal de | ter griffie van het Hof is ingekomen op 31 oktober 2012, heeft de |
première instance de Bruges a posé les questions préjudicielles | Rechtbank van eerste aanleg te Brugge de volgende prejudiciële vragen |
suivantes : | gesteld : |
« 1. L'article 318 du Code civil, tel qu'il a été remplacé par | « 1. Houdt artikel 318 BW zoals vervangen door art. 7 van de wet van 1 |
l'article 7 de la loi du 1er juillet 2006 et modifié par l'article 368 | |
de la loi du 27 décembre 2006 portant des dispositions diverses (I), | juli 2006 en gewijzigd door art. 368 van de wet van 27 december 2006, |
combiné avec l'article 25 de la loi du 1er juillet 2006, viole-t-il | houdende diverse bepalingen (I), in samenlezing met art. 25 van de wet |
les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que l'article 25, § 4, | van 1 juli 2006, een schending in van de artikelen 10 en 11 van de |
de la loi du 1er juillet 2006 prévoit que : | Grondwet in zoverre art. 25, § 4, van de wet van 1 juli 2006 voorziet |
' La reconnaissance et la présomption de paternité du mari relatives à | dat : ' De erkenning en het vermoeden van vaderschap van de echtgenoot |
un enfant né avant l'entrée en vigueur de la présente loi (à savoir la | betreffende een kind dat geboren werd voor de inwerkingtreding van |
loi du 1er juillet 2006) peuvent être contestées par le mari ou par | deze wet (met name de wet van 1 juli 2006), kunnen worden betwist door |
l'auteur de la reconnaissance dans un délai d'un an à dater de la | de echtgenoot of door degene die het kind erkent, binnen een termijn |
découverte du fait qu'il n'est pas le père de l'enfant, quand bien | van één jaar vanaf de datum van de ontdekking van het feit dat hij |
même il se serait écoulé plus d'un an depuis la naissance ou la | niet de vader van het kind is, zelfs indien er meer dan een jaar zou |
découverte de la naissance de l'enfant ' | zijn verstreken sedert de geboorte of het ontdekken van de geboorte |
alors qu'une telle disposition transitoire n'est pas prévue en faveur | van het kind ' terwijl een dergelijke overgangsbepaling niet voorzien is voor het |
de l'enfant qui, sur la base de l'article 318, § 2, in fine, du Code | kind dat op grond van art. 318, § 2, in fine van het Burgerlijk |
civil, souhaite contester la paternité du mari dans un délai d'un an à | Wetboek, het vaderschap van de echtgenoot wenst te betwisten, binnen |
dater de la découverte du fait que le mari de sa mère n'est pas son | een jaar na de ontdekking van het feit dat de echtgenoot van zijn |
père ? | moeder, zijn vader niet is ? |
2. L'article 318, § 1er, du Code civil viole-t-il l'article 22 de la | 2. Schendt art. 318, § 1, BW, artikel 22 van de Grondwet, eventueel |
Constitution, éventuellement combiné avec l'article 8 de la Convention | samen gelezen met art. 8 EVRM, doordat de vordering tot betwisting van |
européenne des droits de l'homme, en ce que l'action en contestation | vaderschap niet kan worden toegelaten als het kind bezit van staat |
de paternité ne peut être autorisée lorsque l'enfant a la possession | heeft ten aanzien van de echtgenoot [van zijn] moeder, in zoverre de |
d'état à l'égard du mari de sa mère, dans la mesure où les enfants | kinderen reeds minderjarig [lees : meerderjarig] zijn, de wettelijke |
sont déjà mineurs [lire : majeurs], où le père légal est décédé, où le | vader overleden is, de biologisch beweerde vader overleden is, de |
prétendu père biologique est décédé, où la succession du père légal a | nalatenschap van de wettelijke vader reeds werd vereffend en de |
déjà été liquidée et où les enfants ont pris leur part dans la | kinderen hun aandeel hebben genomen in de nalatenschap van hun |
succession du père légal ? ». | wettelijke vader ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la première question préjudicielle | Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag |
B.1. Pour répondre à la première question préjudicielle, la Cour doit | B.1. Om de eerste prejudiciële vraag te beantwoorden, moet het Hof |
se prononcer sur la compatibilité, avec les articles 10 et 11 de la | zich uitspreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van |
Constitution, de l'article 318 du Code civil, tel qu'il a été remplacé | de Grondwet, van artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, zoals |
par l'article 7 de la loi du 1er juillet 2006 « modifiant des | vervangen bij artikel 7 van de wet van 1 juli 2006 « tot wijziging van |
dispositions du Code civil relatives à l'établissement de la filiation | de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het |
et aux effets de celle-ci » et modifié par l'article 368 de la loi du | vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan » en gewijzigd bij |
27 décembre 2006 portant des dispositions diverses (I), combiné avec | artikel 368 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse |
l'article 25 de la loi du 1er juillet 2006, en tant qu'il n'est pas | bepalingen (I), in samenhang gelezen met artikel 25 van de wet van 1 |
juli 2006, in zoverre niet is voorzien in een overgangsbepaling voor | |
prévu de disposition transitoire pour l'enfant né avant l'entrée en | het kind dat vóór de inwerkingtreding van de wet van 1 juli 2006 is |
vigueur de la loi du 1er juillet 2006 qui souhaite contester la | geboren en het vaderschap van de echtgenoot van zijn moeder wenst te |
paternité du mari de sa mère dans un délai d'un an à dater de la | betwisten binnen een termijn van één jaar na de ontdekking van het |
découverte du fait que le mari n'est pas son père. | feit dat de echtgenoot niet zijn vader is. |
B.2. Il résulte des motifs de la décision de renvoi que les enfants | B.2. Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing vloeit voort dat de |
qui ont intenté l'action en contestation de paternité devant le juge a | kinderen die de vordering tot betwisting van het vaderschap voor de |
quo sont nés en 1980, que leur père légal est décédé en 1999 et qu'ils | verwijzende rechter hebben ingesteld, zijn geboren in 1980, dat hun |
ont appris en 2010 qu'un autre homme décédé en 2010 était leur père | wettelijke vader is overleden in 1999 en dat zij in 2010 hebben |
vernomen dat een andere man, in 2010 overleden, hun biologische vader | |
biologique. | is. |
B.3.1. Tel qu'il a été remplacé par l'article 7 de la loi du 1er | B.3.1. Zoals vervangen bij artikel 7 van de wet van 1 juli 2006 en |
juillet 2006 et modifié par l'article 368 de la loi du 27 décembre | gewijzigd bij artikel 368 van de wet van 27 december 2006 houdende |
2006 portant des dispositions diverses (I), l'article 318, §§ 1er et | diverse bepalingen (I) luidt artikel 318, §§ 1 en 2, van het |
2, du Code civil dispose : | Burgerlijk Wetboek : |
« § 1er. A moins que l'enfant ait la possession d'état à l'égard du | « § 1. Tenzij het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de |
mari, la présomption de paternité peut être contestée par la mère, | echtgenoot, kan het vermoeden van vaderschap worden betwist door de |
l'enfant, l'homme à l'égard duquel la filiation est établie et par la | moeder, het kind, de man ten aanzien van wie de afstamming vaststaat |
personne qui revendique la paternité de l'enfant. | en de persoon die het vaderschap van het kind opeist. |
§ 2. L'action de la mère doit être intentée dans l'année de la naissance. L'action du mari doit être intentée dans l'année de la découverte du fait qu'il n'est pas le père de l'enfant, celle de celui qui revendique la paternité de l'enfant doit être intentée dans l'année de la découverte qu'il est le père de l'enfant et celle de l'enfant doit être intentée au plus tôt le jour où il a atteint l'âge de douze ans et au plus tard le jour où il atteint l'âge de vingt-deux ans ou dans l'année de la découverte du fait que le mari n'est pas son père. Si le mari est décédé sans avoir agi, mais étant encore dans le délai utile pour le faire, sa paternité peut être contestée, dans l'année de son décès ou de la naissance, par ses ascendants et par ses descendants. | § 2. De vordering van de moeder moet worden ingesteld binnen een jaar na de geboorte. De vordering van de echtgenoot moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet de vader van het kind is, die van de man die het vaderschap van het kind opeist moet worden ingesteld binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is en die van het kind moet worden ingesteld op zijn vroegst op de dag waarop het de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt en uiterlijk op de dag waarop het de leeftijd van tweeëntwintig jaar heeft bereikt of binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat de echtgenoot zijn vader niet is. Indien de echtgenoot overleden is zonder in rechte te zijn opgetreden, terwijl de termijn om zulks te doen nog niet verstreken is, kan zijn vaderschap binnen een jaar na zijn overlijden of na de geboorte, worden betwist door zijn bloedverwanten in de opgaande en in de neerdalende lijn. |
La paternité établie en vertu de l'article 317 peut en outre être | Het vaderschap dat vaststaat krachtens artikel 317 kan daarenboven |
contestée par le précédent mari ». | worden betwist door de vorige echtgenoot ». |
B.3.2. L'article 25 de la loi du 1er juillet 2006 « modifiant des | B.3.2. Artikel 25 van de wet van 1 juli 2006 « tot wijziging van de |
dispositions du Code civil relatives à l'établissement de la filiation | bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het |
et aux effets de celle-ci » dispose : | vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan » bepaalt : |
« § 1er. Par dérogation à l'article 330, § 1er, alinéa 4, tel que | « § 1. In afwijking van artikel 330, § 1, vierde lid, zoals gewijzigd |
modifié par la présente loi, et à l'article 318, § 1er, alinéa 2, tel | bij deze wet, en van artikel 318, § 1, tweede lid, zoals ingevoegd bij |
qu'inséré par la présente loi, la reconnaissance et la présomption de | deze wet, kunnen de erkenning en het vermoeden van vaderschap van de |
paternité du mari pourront être contestées par la personne qui | |
revendique la maternité ou la paternité de l'enfant pendant un délai | echtgenoot worden betwist door de persoon die het moederschap of |
d'un an prenant cours à l'entrée en vigueur de la présente loi, quand | vaderschap van het kind opeist gedurende een termijn van één jaar |
bien même il se serait écoulé plus d'un an depuis la naissance ou la | vanaf de inwerkingtreding van deze wet, zelfs indien er meer dan een |
découverte de la naissance de l'enfant. | jaar verstreken zou zijn sedert de geboorte of het ontdekken van de |
geboorte van het kind. | |
§ 2. Pendant un délai d'un an prenant cours à l'entrée en vigueur de | § 2. Gedurende een termijn van één jaar vanaf de inwerkingtreding van |
la présente loi, tout tiers intéressé au sens de l'article 330, § 1er, | deze wet, behoudt elke belanghebbende derde, in de zin van artikel |
alinéa 1er, du Code civil dans sa rédaction antérieure, conserve la | 330, § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek in zijn vorige |
faculté de contester une reconnaissance, selon les conditions | lezing, de mogelijkheid een erkenning te betwisten, volgens de |
prescrites par la législation antérieure. | voorwaarden voorgeschreven door de vroegere wetgeving. |
§ 3. Le délai de prescription de l'action en contestation de la | § 3. De verjaringstermijn van de vordering tot betwisting van de |
reconnaissance institué par l'article 330, § 1er, alinéa 4, tel que | erkenning ingesteld door artikel 330, § 1, vierde lid, zoals gewijzigd |
modifié par la présente loi, commence à courir le jour de l'entrée en | bij deze wet, begint te lopen de dag waarop deze wet in werking |
vigueur de celle-ci, à moins que l'action n'était déjà prescrite, et | treedt, tenzij de vordering reeds was verjaard, en zonder dat de |
sans que la durée totale du délai de prescription ne puisse dépasser | totale duur van de verjaringstermijn dertig jaar kan overschrijden. |
trente ans. § 4. La reconnaissance et la présomption de paternité du mari | § 4. De erkenning en het vermoeden van vaderschap van de echtgenoot |
relatives à un enfant né avant l'entrée en vigueur de la présente loi | betreffende een kind dat geboren werd voor de inwerkingtreding van |
peuvent être contestées par le mari ou par l'auteur de la | deze wet, kunnen worden betwist door de echtgenoot of door degene die |
reconnaissance dans un délai d'un an à dater de la découverte du fait | het kind erkent, binnen een termijn van één jaar vanaf de datum van de |
qu'il n'est pas le père de l'enfant, quand bien même il se serait | ontdekking van het feit dat hij niet de vader van het kind is, zelfs |
écoulé plus d'un an depuis la naissance ou la découverte de la | indien er meer dan een jaar zou zijn verstreken sedert de geboorte of |
naissance de l'enfant. | het ontdekken van de geboorte van het kind. |
[...] ». | [...] ». |
B.3.3. C'est l'article 368 de la loi du 27 décembre 2006 portant des | B.3.3. Het is artikel 368 van de wet van 27 december 2006 houdende |
dispositions diverses (I) qui a inséré dans l'article 318, § 2, la | diverse bepalingen (I) dat in artikel 318, § 2, voor het kind de |
mogelijkheid heeft ingevoerd om een vordering tot betwisting van het | |
possibilité pour l'enfant d'intenter une action en contestation de | vaderschap in te stellen binnen het jaar na de ontdekking van het feit |
paternité dans l'année de la découverte du fait que le mari de sa mère | dat de echtgenoot van zijn moeder niet zijn vader is, aangezien de wet |
n'est pas son père, dès lors que la loi du 1er juillet 2006 autorisait | van 1 juli 2006 de echtgenoot en de man die het vaderschap van het |
le mari et l'homme qui revendique la paternité de l'enfant à intenter | kind opeist, toestaat om op dezelfde grond en binnen dezelfde termijn |
une action en contestation de paternité sur la même base et dans le | een vordering tot betwisting van het vaderschap in te stellen. |
même délai. L'exposé des motifs du projet de loi ayant conduit à la loi du 27 | De memorie van toelichting bij het wetsontwerp dat heeft geleid tot de |
décembre 2006 mentionne : | wet van 27 december 2006 vermeldt : |
« La loi du 1er juillet 2006 impose des délais préfix pour les | « De wet van 1 juli 2006 legt vooraf bepaalde termijnen op voor de |
contestations de paternité. Pour les différents intéressés, le point | vaderschapsbetwistingen. Voor de diverse betrokkenen kan het startpunt |
de départ du délai peut être différé puisque la date à prendre en | van de termijn worden uitgesteld, aangezien de datum die in aanmerking |
considération est celle de la prise de connaissance du caractère | moet worden genomen die is van de kennisname van het onjuiste karakter |
erroné du lien de filiation. Seule l'action de l'enfant ne bénéficiait | van de band van afstamming. Alleen de vordering van het kind genoot |
pas de cette possibilité. Il y a lieu de corriger cette restriction | niet van deze mogelijkheid. Deze beperking moet verbeterd worden, want |
qui pourrait être considérée comme discriminatoire » (Doc. parl., | men zou die als discriminerend kunnen beschouwen » (Parl. St., Kamer, |
Chambre, 2006-2007, DOC 51-2760/001, p. 239; Doc. parl., Sénat, | 2006-2007, DOC 51-2760/001, p. 239; Parl. St., Senaat, 2006-2007, nr. |
2006-2007, n° 3-1988/4, pp. 3 et 4). | 3-1988/4, pp. 3 en 4). |
La loi du 27 décembre 2006 n'a cependant pas prévu pour l'enfant une | De wet van 27 december 2006 heeft evenwel voor het kind niet voorzien |
disposition transitoire semblable aux dispositions inscrites à | in een overgangsbepaling die vergelijkbaar is met de bepalingen vervat |
l'article 25 de la loi du 1er juillet 2006, qui permettent à l'homme | in artikel 25 van de wet van 1 juli 2006, die het de man die het |
qui revendique la paternité d'introduire l'action en contestation | vaderschap opeist mogelijk maken om een vordering tot betwisting in te |
pendant un délai d'un an à compter de l'entrée en vigueur de la loi, | stellen gedurende een termijn van één jaar vanaf de inwerkingtreding |
quand bien même il se serait écoulé plus d'un an depuis la naissance | van de wet, zelfs indien er meer dan een jaar zou zijn verstreken |
ou la découverte de la naissance de l'enfant ( § 1er), et permettent | sedert de geboorte of het ontdekken van de geboorte van het kind ( § |
au mari d'introduire l'action en contestation dans le délai d'un an à | 1), en de echtgenoot om een vordering tot betwisting in te stellen |
dater de la découverte du fait qu'il n'est pas le père de l'enfant, | binnen een termijn van één jaar vanaf de datum van de ontdekking van |
het feit dat hij niet de vader van het kind is, zelfs indien er meer | |
quand bien même il se serait écoulé plus d'un an depuis la naissance | dan een jaar zou zijn verstreken sedert de geboorte of het ontdekken |
ou la découverte de la naissance de l'enfant ( § 4). | van de geboorte van het kind ( § 4). |
B.4.1. Lors de l'élaboration de la loi du 1er juillet 2006, le | B.4.1. Bij de totstandkoming van de wet van 1 juli 2006 heeft de |
législateur a estimé que plusieurs règles nouvelles du droit de la | wetgever gesteld dat verschillende nieuwe regels van het |
filiation nécessitaient des dispositions transitoires « soit pour | afstammingsrecht nood hadden aan overgangsbepalingen « ofwel om af te |
wijken van de algemene regels van het overgangsrecht, ofwel om één van | |
déroger aux règles générales du droit transitoire, soit pour préciser | die regels te verduidelijken wanneer ze onvoldoende gekend zijn of er |
une de ces règles qui serait insuffisamment connue ou controversée » | een controverse over bestaat » (Parl. St., Senaat, 2005-2006, nr. |
(Doc. parl., Sénat, 2005-2006, n° 3-1402/5, p. 5). | 3-1402/5, p. 5). |
C'est par suite de l'amendement du gouvernement n° 45, déposé au Sénat | Aansluitend op het in de Senaat ingediend amendement nr. 45 van de |
(Doc. parl., Sénat, 2005-2006, n° 3-1402/5, pp. 3-5), qu'une | Regering (Parl. St., Senaat, 2005-2006, nr. 3-1402/5, pp. 3-5) is in |
disposition de droit transitoire a été insérée dans la loi du 1er | de wet van 1 juli 2006 een bepaling van overgangsrecht ingevoegd om |
juillet 2006 pour permettre, tout d'abord, à l'homme qui revendique la | het, in de eerste plaats, de man die het vaderschap van het kind |
paternité de l'enfant et qui, avant l'entrée en vigueur de la loi du 1er | opeist en vóór de inwerkingtreding van de wet van 1 juli 2006 geen |
juillet 2006, ne pouvait pas introduire d'action en contestation de | vordering tot betwisting van het vaderschap kon instellen, mogelijk te |
paternité, d'intenter l'action prévue par l'article 318, § 2, alinéa 1er, | maken de bij artikel 318, § 2, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek |
du Code civil, pendant un délai d'un an prenant cours à l'entrée en | bepaalde vordering in te stellen gedurende een termijn van één jaar |
vigueur de la loi (article 25, § 1er, de la loi du 1er juillet 2006) : | vanaf de inwerkingtreding van de wet (artikel 25, § 1, van de wet van |
« L'article 330, § 1er, alinéa 1er, en projet instaure le droit du | 1 juli 2006) : « Ontwerpartikel 330, § 1, eerste lid, verleent de biologische vader |
père biologique de contester la paternité légale ou la reconnaissance | het recht het wettelijke vaderschap of de erkenning van het vaderschap |
paternelle. Il n'est pas souhaitable que l'application du nouveau droit de contestation de la paternité du mari accordé au père biologique soit limité[e] aux seuls enfants nés après l'entrée en vigueur de la loi ainsi qu'à ceux nés peu avant celle-ci (pour autant que l'action soit introduite dans l'année de la naissance ou de la découverte). Pour éviter toute difficulté d'interprétation, il est proposé que, pour ces enfants, le délai d'un an commencera à courir à compter du jour de l'entrée en vigueur de la nouvelle loi. | te betwisten. Het is niet wenselijk dat de toepassing van het nieuwe recht inzake betwisting van het vaderschap van de echtgenoot dat verleend wordt aan de biologische vader, beperkt wordt tot alleen maar de kinderen die geboren zijn na de inwerkingtreding van de wet, evenals tot die welke kort daarvoor zijn geboren (voor zover de vordering ingesteld wordt in het jaar van de geboorte of van het ontdekken ervan). Om elk interpretatieprobleem te vermijden, wordt voorgesteld dat voor deze kinderen de termijn zal ingaan vanaf de dag waarop de nieuwe wet in werking treedt. |
Cette disposition transitoire renvoie à l'adage actioni non natae non | Deze overgangsbepaling verwijst naar het adagium ' actioni non natae |
praescribitur (les actions qui ne sont pas nées ne peuvent se | non praescribitur ' (de vorderingen die niet bestaan, kunnen niet |
prescrire), reçu tant en droit commun qu'en droit transitoire, mais | verjaren), dat voorkomt in zowel het gemeen recht als het |
afin d'éviter toute controverse, le gouvernement estime utile de | overgangsrecht. Teneinde elke controverse te voorkomen, heeft de |
clarifier la situation transitoire » (Doc. parl., Sénat, 2005-2006, n° | regering het nuttig geacht de overgangssituatie te verhelderen » |
3-1402/7, p. 57). | (Parl. St., Senaat, 2005-2006, nr. 3-1402/7, p. 57). |
B.4.2. L'amendement du gouvernement n° 45 précité a ensuite prévu une | B.4.2. Het voormelde amendement nr. 45 van de Regering heeft |
disposition transitoire de manière à permettre au mari d'introduire | vervolgens in een overgangsbepaling voorzien teneinde de echtgenoot |
son action en contestation dans un délai d'un an à dater de la | toe te staan zijn vordering tot betwisting in te stellen binnen een |
découverte du fait qu'il n'est pas le père de l'enfant, quand bien | termijn van één jaar vanaf de ontdekking van het feit dat hij niet de |
même il se serait écoulé plus d'un an depuis la naissance ou la | vader van het kind is, zelfs indien er meer dan een jaar zou zijn |
découverte de la naissance de l'enfant (article 25, § 4, de la loi du | verstreken sedert de geboorte of het ontdekken van de geboorte van het |
1er juillet 2006) : | kind (artikel 25, § 4, van de wet van 1 juli 2006) : |
« En vertu des règles générales de droit transitoire, les | « Krachtens de algemene regels van het overgangsrecht blijven de |
prescriptions accomplies au moment de l'entrée en vigueur de la loi | verjaringen die geschied zijn op het moment dat de nieuwe wet van |
nouvelle demeurent acquises. Si, par contre, la prescription n'est pas | kracht wordt, behouden. Indien daarentegen de verjaring nog geen feit |
encore acquise au moment de l'entrée en vigueur de la loi nouvelle, il | is op het moment van het van kracht worden van de nieuwe wet, wordt |
y a report du point de départ du délai de prescription. De la | het startpunt van de verjaringstermijn verschoven. Uit de combinatie |
combinaison de ces règles, il résulte qu'à partir de l'entrée en | van deze regels resulteert dat, vanaf het van kracht worden van de |
vigueur de la loi nouvelle, le délai d'action du mari doit courir à | nieuwe wet, de vorderingstermijn van de echtgenoot moet lopen vanaf |
partir de la découverte du fait qu'il n'est pas le père de l'enfant, | het ontdekken van het feit dat hij niet de vader is van het kind, voor |
pour autant que la prescription ne soit pas acquise sous l'empire de | zover de verjaring niet vaststaat middels de vroegere wetgeving. Dat |
l'ancienne législation. Or, ce sera fréquemment le cas pour les | zal echter vaak het geval zijn voor kinderen die meer dan een jaar |
enfants nés plus d'un an avant celle-ci [...]. | voordien werden geboren [...]. |
Pour remédier à cette situation et ouvrir au mari une chance d'exercer | Om aan deze situatie te verhelpen en aan de echtgenoot een kans te |
ce qui s'apparente à une nouvelle action [...], il faut déroger à ces | geven die neerkomt op het instellen van een nieuwe vordering [...], |
règles générales par une disposition transitoire. Cette disposition | moet men afwijken van deze algemene regels via een overgangsbepaling. |
lève l'obstacle de la prescription acquise aux conditions de la loi | Deze bepaling heft het beletsel op van de verjaring die volgens de |
ancienne, c'est-à-dire par l'expiration d'un délai d'un an courant | voorwaarden van de oude wet een feit is, met name door het aflopen van |
een termijn van één kaar die begint te lopen bij de geboorte, of bij | |
depuis la naissance ou de la découverte de celle-ci (art. 20, § 4) | het ontdekken ervan (art. 20, § 4). [...] » (Parl. St., Senaat, |
[...] » (Doc. parl., Sénat, 2005-2006, n° 3-1402/5, p. 6). | 2005-2006, nr. 3-1402/5, p. 6). |
« Aujourd'hui, le mari ne peut contester sa paternité que dans l'année | « Thans kan de echtgenoot zijn vaderschap slechts betwisten binnen het |
de la découverte de la naissance. Le projet de loi prévoit que le | jaar van de ontdekking van de geboorte. Het wetsontwerp bepaalt dat de |
délai d'un an court à partir du moment où le mari apprend qu'il n'est | termijn ingaat vanaf de dag dat hij ontdekt dat hij de vader van het |
pas le père de l'enfant. | kind niet is. |
Puisqu'il s'agit d'un nouveau droit apparaissant avec la loi nouvelle, | Aangezien het gaat om een nieuw recht dat deze nieuwe wet invoert, zal |
même si ce délai d'un an est déjà largement écoulé lors de l'entrée en | men op grond van deze wet kunnen optreden, ook al is de termijn van |
vigueur de celle-ci, on pourra agir sur la base de la loi en question. | één jaar ruimschoots verstreken bij de inwerkingtreding van de nieuwe wet. |
Il ne faut cependant pas perdre de vue que la possession d'état va | Men mag echter niet vergeten dat het bezit van staat hier zal gelden, |
jouer en la matière, ce qui permettra de prendre en compte l'intérêt | zodat het belang van het kind in aanmerking kan komen, indien het gaat |
de l'enfant, dans le cas d'une situation acquise de longue date » | om een lang verworven staat » (Parl. St., Senaat, 2005-2006, nr. |
(Doc. parl., Sénat, 2005-2006, n° 3-1402/7, p. 58). | 3-1402/7, p. 58). |
B.5. Dans l'hypothèse soumise au contrôle de la Cour, telle qu'elle a | B.5. In de aan de toetsing van het Hof voorgelegde hypothese, zoals |
été précisée en B.2, d'enfants nés avant l'entrée en vigueur de la loi | gepreciseerd in B.2, van kinderen die zijn geboren vóór de |
du 1er juillet 2006 et de la découverte, plus d'un an après l'entrée | inwerkingtreding van de wet van 1 juli 2006 en van de ontdekking, meer |
en vigueur de cette loi, de la paternité biologique d'un tiers, le | dan één jaar na de inwerkingtreding van die wet, van het biologische |
mari a le droit de contester sa paternité sur la base de la | vaderschap van een derde, heeft de echtgenoot het recht zijn |
disposition transitoire prévue par l'article 25, § 4, de la loi du 1er | vaderschap te betwisten op grond van de overgangsbepaling waarin |
juillet 2006 et l'homme qui revendique la paternité a également le | artikel 25, § 4, van de wet van 1 juli 2006 voorziet, en heeft de man |
droit de contester la paternité du mari, non pas sur la base de la | die het vaderschap opeist, eveneens het recht het vaderschap van de |
disposition transitoire inscrite à l'article 25, § 1er, de cette loi, | echtgenoot te betwisten, niet op grond van de in artikel 25, § 1, van |
die wet opgenomen overgangsbepaling, maar door de onmiddellijke | |
mais en raison de l'application immédiate de l'article 318, § 2, | toepassing van artikel 318, § 2, eerste lid, van het Burgerlijk |
alinéa 1er, du Code civil. | Wetboek. |
B.6. Selon le juge a quo, il existerait en l'espèce une différence de | B.6. Volgens de verwijzende rechter zou te dezen een verschil in |
traitement entre le droit d'action du mari ou de celui qui souhaite | behandeling bestaan tussen het vorderingsrecht van de echtgenoot of de |
reconnaître l'enfant, d'une part, et le droit d'action de l'enfant, | persoon die het kind wenst te erkennen, enerzijds, en het |
d'autre part, parce qu'il n'est prévu aucune disposition transitoire | vorderingsrecht van het kind, anderzijds, omdat daarvoor in geen |
pour le droit d'action de l'enfant. | enkele overgangsbepaling is voorzien. |
Avant l'entrée en vigueur des lois du 1er juillet 2006 et du 27 | Vóór de inwerkingtreding van de wetten van 1 juli 2006 en van 27 |
décembre 2006, l'enfant devait intenter son action en contestation de | december 2006 moest het kind zijn vordering tot betwisting van het |
paternité « au plus tard dans les quatre ans à compter du moment où il | vaderschap instellen « uiterlijk vier jaar nadat het de leeftijd van |
atteint l'âge de dix-huit ans » (article 332, alinéa 5, du Code | achttien jaar heeft bereikt » (artikel 332, vijfde lid, van het |
civil). Depuis l'entrée en vigueur des deux lois précitées, l'action | Burgerlijk Wetboek). Sinds de inwerkingtreding van de twee voormelde |
de l'enfant doit être intentée au plus tôt le jour où il atteint l'âge | wetten moet de vordering van het kind op zijn vroegst worden ingesteld |
op de dag waarop het de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt en | |
de douze ans et au plus tard le jour où il atteint l'âge de vingt-deux | uiterlijk op de dag waarop het de leeftijd van tweeëntwintig jaar |
ans ou dans l'année de la découverte du fait que le mari n'est pas son | heeft bereikt of binnen een jaar na het ontdekken van het feit dat de |
père (article 318, § 2, alinéa 1er, du Code civil). | echtgenoot niet zijn vader is (artikel 318, § 2, eerste lid, van het |
Burgerlijk Wetboek). | |
Selon le juge a quo, à défaut de disposition transitoire, l'article | Volgens de verwijzende rechter maakt artikel 318, § 2, eerste lid, van |
het Burgerlijk Wetboek, bij ontstentenis van een overgangsbepaling, | |
318, § 2, alinéa 1er, du Code civil ne permet pas à un enfant né avant | het een vóór de inwerkingtreding van de wetten van 1 juli 2006 en van |
l'entrée en vigueur des lois du 1er juillet 2006 et du 27 décembre | 27 december 2006 geboren kind wiens recht om het vaderschap te |
2006, dont le droit d'agir en contestation de paternité est prescrit | betwisten is verjaard op het ogenblik van de inwerkingtreding van de |
au moment de l'entrée en vigueur des lois du 1er juillet 2006 et du 27 | wetten van 1 juli 2006 en van 27 december 2006 omdat het op dat |
décembre 2006 parce qu'il a plus de vingt-deux ans à ce moment, | ogenblik ouder is dan tweeëntwintig jaar, niet mogelijk een vordering |
d'intenter une action en contestation de paternité s'il découvre après | tot betwisting van het vaderschap in te stellen wanneer het na de |
l'entrée en vigueur des lois du 1er juillet 2006 et du 27 décembre | inwerkingtreding van de wetten van 1 juli 2006 en van 27 december 2006 |
2006 que le mari de sa mère n'est pas son père. C'est dans cette | ontdekt dat de echtgenoot van zijn moeder niet zijn vader is. Het is |
interprétation que la Cour répond à la question préjudicielle. | in die interpretatie dat het Hof de prejudiciële vraag beantwoordt. |
B.7. En ne permettant pas à un enfant né avant l'entrée en vigueur des | B.7. Door het een kind dat vóór de inwerkingtreding van de wetten van |
lois du 1er juillet 2006 et du 27 décembre 2006, dont le droit d'agir | 1 juli 2006 en van 27 december 2006 geboren is en wiens recht om het |
en contestation de paternité est prescrit au moment de l'entrée en | vaderschap te betwisten is verjaard op het ogenblik van de |
inwerkingtreding van die wetten, niet mogelijk te maken een vordering | |
vigueur de ces lois, d'intenter une action en contestation de | tot betwisting van het vaderschap in te stellen wanneer het na de |
paternité, s'il découvre, après l'entrée en vigueur de ces lois, que | inwerkingtreding van die wetten ontdekt dat de echtgenoot van zijn |
le mari de sa mère n'est pas son père, alors que ce mari a, dans ce | moeder niet zijn vader is, terwijl die echtgenoot in dat geval het |
cas, le droit de contester sa paternité sur la base de la disposition | recht heeft zijn vaderschap te betwisten op grond van de in artikel |
transitoire prévue par l'article 25, § 4, de la loi du 1er juillet | 25, § 4, van de wet van 1 juli 2006 opgenomen overgangsbepaling, en |
2006 et que l'homme qui revendique la paternité a, également dans ce | terwijl de man die het vaderschap opeist eveneens in dat geval het |
cas, le droit de contester la paternité du mari, non pas sur la base | recht heeft het vaderschap van de echtgenoot te betwisten, niet op |
de la disposition transitoire inscrite à l'article 25, § 1er, de cette | grond van de in artikel 25, § 1, van die wet opgenomen |
overgangsbepaling, maar door de onmiddellijke toepassing van artikel | |
loi, mais en raison de l'application immédiate de l'article 318, § 2, | 318, § 2, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, heeft de wetgever |
alinéa 1er, du Code civil, le législateur a instauré une différence de | een verschil in behandeling ingevoerd tussen die drie houders van de |
traitement entre ces trois titulaires de l'action en contestation de | vordering tot betwisting van het vaderschap, verschil dat niet op |
paternité qui ne peut se justifier de manière raisonnable. Dans cette | redelijke wijze kan worden verantwoord. In die interpretatie is |
interprétation, l'article 318, § 2, alinéa 1er, du Code civil n'est | artikel 318, § 2, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek niet |
pas compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. | bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
B.8. La Cour relève cependant que l'article 318, § 2, alinéa 1er, du | B.8. Het Hof merkt evenwel op dat artikel 318, § 2, eerste lid, van |
Code civil peut être interprété comme permettant à un enfant né avant | het Burgerlijk Wetboek in die zin kan worden geïnterpreteerd dat het |
een kind dat vóór de inwerkingtreding van de wetten van 1 juli 2006 en | |
l'entrée en vigueur des lois du 1er juillet 2006 et du 27 décembre | van 27 december 2006 is geboren en wiens recht om het vaderschap te |
2006, dont le droit d'agir en contestation de paternité est prescrit | betwisten is verjaard op het ogenblik van de inwerkingtreding van die |
au moment de l'entrée en vigueur de ces lois, d'intenter une action en | wetten, mogelijk maakt een vordering tot betwisting van het vaderschap |
contestation de paternité, s'il découvre après l'entrée en vigueur de | in te stellen wanneer het na de inwerkingtreding van die wetten |
ces lois que le mari de sa mère n'est pas son père. En effet, cet | ontdekt dat de echtgenoot van zijn moeder niet zijn vader is. Dat kind |
enfant ne disposait pas, avant l'entrée en vigueur de la loi du 27 | beschikte immers vóór de inwerkingtreding van de wet van 27 december |
décembre 2006, du droit d'intenter une action en contestation de | 2006 niet over het recht om een vordering tot betwisting van het |
vaderschap in te stellen binnen het jaar na het ontdekken van het feit | |
paternité dans l'année de la découverte du fait que le mari de sa mère | dat de echtgenoot van zijn moeder niet zijn vader is. Zijn recht om op |
n'est pas son père. Son droit d'agir sur cette base ne peut donc être | die grond op te treden, kan dus niet zijn verjaard. Het bevindt zich |
prescrit. Il se trouve dès lors dans la même situation que l'homme qui | bijgevolg in dezelfde situatie als de man die het vaderschap opeist en |
revendique la paternité et peut agir en contestation de paternité en | kan het vaderschap betwisten door de onmiddellijke toepassing van |
raison de l'application immédiate de l'article 318, § 2, alinéa 1er, | artikel 318, § 2, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek. In die |
du Code civil. Dans cette interprétation, l'article 318, § 2, alinéa 1er, | interpretatie voert artikel 318, § 2, eerste lid, van het Burgerlijk |
du Code civil ne crée pas de différence de traitement entre les | Wetboek geen verschil in behandeling in onder de houders van de |
titulaires de l'action en contestation de paternité et est compatible | vordering tot betwisting van het vaderschap en schendt het de |
avec les articles 10 et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Quant à la seconde question préjudicielle | Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag |
B.9. Pour répondre à la seconde question préjudicielle, la Cour doit | B.9. Om de tweede prejudiciële vraag te beantwoorden moet het Hof zich |
se prononcer sur la compatibilité, avec l'article 22 de la | uitspreken over de bestaanbaarheid, met artikel 22 van de Grondwet, al |
Constitution, combiné ou non avec l'article 8 de la Convention | dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag |
européenne des droits de l'homme, de l'article 318, § 1er, du Code | voor de rechten van de mens, van artikel 318, § 1, van het Burgerlijk |
civil, en ce que l'action en contestation de paternité ne peut être | Wetboek, in zoverre de vordering tot betwisting van het vaderschap |
niet kan worden toegestaan als het kind bezit van staat heeft ten | |
autorisée lorsque l'enfant a la possession d'état à l'égard du mari de | aanzien van de echtgenoot van zijn moeder, « in zoverre de kinderen |
sa mère, « dans la mesure où les enfants sont déjà [majeurs], où le | reeds [meerderjarig] zijn, de wettelijke vader overleden is, de |
père légal est décédé, où le prétendu père biologique est décédé, où | biologisch beweerde vader overleden is, de nalatenschap van de |
la succession du père légal a déjà été liquidée et où les enfants ont | wettelijke vader reeds werd vereffend en de kinderen hun aandeel |
pris leur part dans la succession du père légal ». | hebben genomen in de nalatenschap van hun wettelijke vader ». |
B.10. L'article 318, § 1er, du Code civil dispose : | B.10. Artikel 318, § 1, van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : |
« A moins que l'enfant ait la possession d'état à l'égard du mari, la | « Tenzij het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de echtgenoot, |
présomption de paternité peut être contestée par la mère, l'enfant, | kan het vermoeden van vaderschap worden betwist door de moeder, het |
l'homme à l'égard duquel la filiation est établie et par la personne | kind, de man ten aanzien van wie de afstamming vaststaat en de persoon |
qui revendique la paternité de l'enfant ». | die het vaderschap van het kind opeist ». |
Concernant la possession d'état, l'article 331nonies du Code civil | Met betrekking tot het bezit van staat bepaalt artikel 331nonies van |
dispose : | het Burgerlijk Wetboek : |
« La possession d'état doit être continue. | « Het bezit van staat moet voortdurend zijn. |
Elle s'établit par des faits qui, ensemble ou séparément, indiquent le | Het wordt bewezen door feiten die te samen of afzonderlijk de |
rapport de filiation. | betrekking van afstamming aantonen. |
Ces faits sont entre autres : | Die feiten zijn onder meer : |
- que l'enfant a toujours porté le nom de celui dont on le dit issu; | - dat het kind altijd de naam heeft gedragen van degene van wie wordt |
gezegd dat het afstamt; | |
- que celui-ci l'a traité comme son enfant; | - dat laatstgenoemde het als zijn kind heeft behandeld; |
- qu'il a, en qualité de père ou de mère, pourvu à son entretien et à | - dat die persoon als vader of moeder in zijn onderhoud en opvoeding |
son éducation; | heeft voorzien; |
- que l'enfant l'a traité comme son père ou sa mère; | - dat het kind die persoon heeft behandeld als zijn vader of moeder; |
- qu'il est reconnu comme son enfant par la famille et dans la | - dat het als zijn kind wordt erkend door de familie en in de |
société; | maatschappij; |
- que l'autorité publique le considère comme tel ». | - dat de openbare overheid het als zodanig beschouwt ». |
B.11.1. L'article 318 du Code civil règle la possibilité de contester | B.11.1. Artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek regelt de mogelijkheid |
la présomption de paternité du mari de la mère de l'enfant. La | tot betwisting van het vermoeden van het vaderschap van de echtgenoot |
van de moeder van het kind. Het vermoeden van vaderschap is ingesteld | |
présomption de paternité a été instituée par l'article 315 du Code | in artikel 315 van het Burgerlijk Wetboek. Binnen de in paragraaf 2 |
civil. Dans les délais fixés au paragraphe 2 de l'article 318 - qui | van artikel 318 bepaalde termijnen - die verschillen naar gelang van |
diffèrent selon les titulaires de l'action -, l'action est ouverte | de vorderingsgerechtigden - staat de vordering enkel open voor de |
seulement à la mère, à l'enfant, à l'homme à l'égard duquel la | moeder, het kind, de man ten aanzien van wie de afstamming vaststaat |
filiation est établie et à la personne qui revendique la paternité de | en de persoon die het vaderschap van het kind opeist. |
l'enfant. La possibilité de contester la présomption de paternité est toutefois | De mogelijkheid tot betwisting van het vermoeden van vaderschap is |
soumise à une limitation : la demande en contestation est irrecevable | evenwel onderworpen aan een beperking : de vordering is - voor alle |
- pour tous les titulaires de l'action - lorsque l'enfant a la | vorderingsgerechtigden - onontvankelijk wanneer het kind bezit van |
possession d'état à l'égard du mari. | staat heeft ten aanzien van de echtgenoot. |
B.11.2. Il ressort des travaux préparatoires de l'article 318 du Code | B.11.2. Uit de parlementaire voorbereiding van artikel 318 van het |
civil qu'il n'existait pas, initialement, d'unanimité quant à la | Burgerlijk Wetboek blijkt dat aanvankelijk geen eensgezindheid leek te |
question de savoir si la possession d'état devait empêcher toute | bestaan over de vraag of het bezit van staat elke betwisting van de |
contestation de la filiation, entre autres parce que cette notion ne | afstamming onmogelijk diende te maken, onder meer omdat dit begrip |
coïncide pas nécessairement avec celle de l'« intérêt de l'enfant » et | niet noodzakelijk samenvalt met het begrip « belang van het kind », en |
parce que la conception de la paix des familles qu'elle entend | omdat de opvattingen over de familievrede, die het wil beschermen, |
protéger évolue rapidement (Doc. parl., Chambre, 2004-2005, DOC | snel evolueren (Parl. St., Kamer, 2004-2005, DOC 51-0597/024, pp. |
51-0597/024, pp. 60-62). Après un débat approfondi au sein de la | 60-62). Na uitvoerig overleg binnen de subcommissie Familierecht van |
sous-commission « Droit de la famille » de la commission de la Justice | de Commissie voor de Justitie van de Kamer van volksvertegenwoordigers |
de la Chambre des représentants, le législateur a estimé devoir ériger | heeft de wetgever gemeend het « bezit van staat » als grond van |
la « possession d'état » en fin de non-recevoir de la demande en | niet-ontvankelijkheid van de vordering tot betwisting van het |
contestation de la présomption de paternité. L'amendement qui avait | vermoeden van vaderschap te moeten invoeren. Het daartoe strekkende |
cet objet et qui est à la base de la disposition en cause a été | amendement, dat aan de basis ligt van de in het geding zijnde |
justifié comme suit : | bepaling, werd als volgt verantwoord : |
« Tout d'abord, l'amendement proposé entend limiter les titulaires | « Ten eerste beoogt het voorgestelde amendement degenen die een |
d'action aux personnes véritablement intéressées à savoir le mari, la | vordering mogen instellen te beperken tot de personen die |
mère, l'enfant et la personne qui revendique la paternité ou la | daadwerkelijk belanghebbenden zijn, namelijk de echtgenoot, de moeder, |
maternité de l'enfant. | het kind en de persoon die het vaderschap of het moederschap van het |
Ensuite, il nous paraît nécessaire de protéger autant que possible la | kind opeist. Vervolgens lijkt het ons nodig de gezinscel van het kind zoveel |
cellule familiale de l'enfant en maintenant, d'une part, la possession | mogelijk te beschermen door eensdeels het bezit van staat te behouden |
d'état qui correspond à la situation d'un enfant considéré par tous | die overeenstemt met de situatie van een kind dat door iedereen |
comme étant véritablement l'enfant de ses parents même si cela ne | werkelijk als het kind van zijn ouders wordt beschouwd, ook al strookt |
correspond pas à la filiation biologique, et d'autre part, en fixant | dat niet met de biologische afstamming, en anderdeels door termijnen |
des délais d'action » (Doc. parl., Chambre, 2004-2005, DOC | te bepalen voor het instellen van de vordering » (Parl. St., Kamer, |
51-0597/026, p. 6, et DOC 51-0597/032, p. 31). | 2004-2005, DOC 51-0597/026, p. 6, en DOC 51-0597/032, p. 31). |
Le législateur a donc eu l'intention expresse de mieux protéger le | Het was derhalve de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever om de |
lien de filiation, d'une part, en maintenant la possession d'état et, | afstammingsband beter te beschermen, enerzijds, door het bezit van |
d'autre part, en empêchant d'autres tiers, tels que les | staat te behouden en anderzijds, andere derden, zoals grootouders, te |
grands-parents, d'agir (Doc. parl., Sénat, 2005-2006, n° 3-1402/7, p. | beletten om op te treden (Parl. St., Senaat, 2005-2006, nr. 3-1402/7, |
4). Après que la commission de la Justice du Sénat eut émis des doutes | p. 4). Nadat binnen de Senaatscommissie voor de Justitie bij die |
au sujet de ces principes, notamment en ce qui concerne les problèmes | uitgangspunten vraagtekens werden geplaatst, onder meer met betrekking |
d'interprétation auxquels la notion de « possession d'état » pouvait | tot de interpretatieproblemen waartoe het begrip « bezit van staat » |
donner lieu, le ministre de la Justice a confirmé qu'il n'avait pas | aanleiding kon geven, bevestigde de minister van Justitie dat de Kamer |
été envisagé par la Chambre de modifier les règles relatives à la | niet heeft overwogen de regels inzake het « bezit van staat » te |
possession d'état : | wijzigen : |
« Le projet modifie déjà un nombre important de règles et même si | « Het ontwerp wijzigt reeds een groot aantal regels, en ook al rijzen |
l'application de la notion de possession d'état présente parfois | er bij de toepassing van het begrip soms problemen, toch hoeft dit |
certaines difficultés en jurisprudence, il n'est pas nécessaire de | |
modifier cette institution séculaire. Le législateur de 1987 avait | niet te worden aangepast. De wetgever heeft er in 1987 voor gekozen |
choisi de la maintenir afin que la vérité biologique ne l'emporte pas | het begrip te behouden om ervoor te zorgen dat de biologische waarheid |
toujours sur la vérité socio-affective. Ce choix doit être préservé et | het niet altijd wint van de sociaal-affectieve realiteit. Deze keuze |
la nécessité de modifier le concept de possession d'état ne s'impose | moet behouden blijven en het bezit van staat hoeft dus niet te worden |
pas » (Doc. parl., Sénat, 2005-2006, n° 3-1402/7, p. 9). | aangepast » (Parl. St., Senaat, 2005-2006, nr. 3-1402/7, p. 9). |
B.12. La Cour doit contrôler l'article 318, § 1er, du Code civil au | B.12. Het Hof moet artikel 318, § 1, van het Burgerlijk Wetboek |
regard de l'article 22 de la Constitution, combiné avec l'article 8 de | toetsen aan artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met |
la Convention européenne des droits de l'homme. | artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. |
L'article 22 de la Constitution dispose : | Artikel 22 van de Grondwet bepaalt : |
« Chacun a droit au respect de sa vie privée et familiale, sauf dans | « Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn privé-leven en zijn |
les cas et conditions fixés par la loi. | gezinsleven, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet bepaald. |
La loi, le décret ou la règle visée à l'article 134 garantissent la | De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen de |
protection de ce droit ». | bescherming van dat recht ». |
L'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme dispose | Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt |
: | : |
« 1. Toute personne a droit au respect de sa vie privée et familiale, | « 1. Eenieder heeft recht op eerbiediging van zijn privé leven, zijn |
de son domicile et de sa correspondance. | gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling. |
2. Il ne peut y avoir ingérence d'une autorité publique dans | 2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan met betrekking |
l'exercice de ce droit que pour autant que cette ingérence est prévue | tot de uitoefening van dit recht dan voor zover bij de wet is voorzien |
par la loi et qu'elle constitue une mesure qui, dans une société | en in een democratische samenleving nodig is in het belang van 's |
démocratique, est nécessaire à la sécurité nationale, à la sûreté | lands veiligheid, de openbare veiligheid, of het economisch welzijn |
publique, au bien-être économique du pays, à la défense de l'ordre et | van het land, de bescherming van de openbare orde en het voorkomen van |
à la prévention des infractions pénales, à la protection de la santé | strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, |
ou de la morale, ou à la protection des droits et libertés d'autrui ». | of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen ». |
Il ressort des travaux préparatoires de l'article 22 de la | Uit de parlementaire voorbereiding van artikel 22 van de Grondwet |
Constitution que le Constituant a entendu rechercher la plus grande « | blijkt dat de Grondwetgever « een zo groot mogelijke concordantie |
concordance [possible] avec l'article 8 de la Convention européenne de | [heeft willen nastreven] met artikel 8 van het Europees Verdrag tot |
sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales (CEDH), | Bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden |
afin d'éviter toute contestation sur le contenu respectif de l'article | (EVRM), teneinde betwistingen over de inhoud van dit Grondwetsartikel |
de la Constitution et de l'article 8 de la CEDH » (Doc. parl., | respectievelijk art. 8 van het EVRM te vermijden » (Parl. St., Kamer, |
Chambre, 1992-1993, n° 997/5, p. 2). | 1992-1993, nr. 997/5, p. 2). |
B.13. Le régime de contestation de la présomption de paternité en | B.13. De in het geding zijnde regeling van betwisting van het |
cause relève de l'application de l'article 22 de la Constitution et de | vermoeden van vaderschap valt onder de toepassing van artikel 22 van |
l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme. | de Grondwet en van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten |
B.14. Le droit au respect de la vie privée et familiale, tel qu'il est | van de mens. B.14. Het recht op de eerbiediging van het privéleven en het |
garanti par les dispositions précitées, a pour but essentiel de | gezinsleven, zoals het door de voormelde bepalingen wordt gewaarborgd, |
protéger les personnes contre les ingérences dans leur vie privée et | heeft als essentieel doel de personen te beschermen tegen inmengingen |
leur vie familiale. | in hun privéleven en hun gezinsleven. |
L'article 22, alinéa 1er, de la Constitution, pas plus que l'article 8 | Artikel 22, eerste lid, van de Grondwet sluit, evenmin als artikel 8 |
de la Convention européenne des droits de l'homme, n'exclut une | van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, een |
ingérence de l'autorité publique dans le droit au respect de la vie | overheidsinmenging in het recht op eerbiediging van het privéleven |
privée, mais il exige que cette ingérence soit prévue dans une | niet uit, maar vereist dat erin is voorzien in een voldoende precieze |
disposition législative suffisamment précise, qu'elle réponde à un | wettelijke bepaling, dat zij beantwoordt aan een dwingende |
besoin social impérieux et qu'elle soit proportionnée à l'objectif | maatschappelijke behoefte en dat zij evenredig is met de daarmee |
légitime poursuivi. Ces dispositions engendrent en outre l'obligation | nagestreefde wettige doelstelling. Die bepalingen houden bovendien de |
positive pour l'autorité publique de prendre des mesures visant à | positieve verplichting in voor de overheid om maatregelen te nemen die |
een daadwerkelijke eerbiediging van het privéleven en het gezinsleven | |
garantir un respect effectif de la vie familiale, même dans le cadre | verzekeren, zelfs in de sfeer van de onderlinge verhoudingen van |
des relations entre individus (CEDH, 27 octobre 1994, Kroon e.a. c. | individuen (EHRM, 27 oktober 1994, Kroon e.a. t. Nederland, § 31). |
Pays-Bas, § 31). | |
B.15. Les procédures relatives à l'établissement ou à la contestation | B.15. De procedures met betrekking tot het vaststellen of betwisten |
de paternité concernent la vie privée, parce que la matière de la | van de vaderlijke afstamming, raken het privéleven, omdat de materie |
filiation englobe d'importants aspects de l'identité personnelle d'un | van de afstamming belangrijke aspecten van iemands persoonlijke |
individu (CEDH, 28 novembre 1984, Rasmussen c. Danemark, § 33; 24 | identiteit omvat (EHRM, 28 november 1984, Rasmussen t. Denemarken, § |
novembre 2005, Shofman c. Russie, § 30; 12 janvier 2006, Mizzi c. | 33; 24 november 2005, Shofman t. Rusland, § 30; 12 januari 2006, Mizzi |
Malte, § 102; 16 juin 2011, Pascaud c. France, §§ 48-49; 21 juin 2011, | t. Malta, § 102; 16 juni 2011, Pascaud t. Frankrijk, §§ 48-49; 21 juni |
Kruskovic c. Croatie, § 20; 22 mars 2012, Ahrens c. Allemagne, § 60; | 2011, Kruskovic t. Kroatië, § 20; 22 maart 2012, Ahrens t. Duitsland, |
12 février 2013, Krisztissn Barnabsss Tóth c. Hongrie, § 28). | § 60; 12 februari 2013, Krisztissn Barnabsss Tóth t. Hongarije, § 28). |
B.16. Le législateur, lorsqu'il élabore un régime légal qui entraîne | B.16. De wetgever beschikt over een appreciatiemarge om bij de |
une ingérence de l'autorité publique dans la vie privée, jouit d'une | uitwerking van een wettelijke regeling die een overheidsinmenging in |
marge d'appréciation pour tenir compte du juste équilibre à ménager | het privéleven inhoudt, rekening te houden met een billijk evenwicht |
entre les intérêts concurrents de l'individu et de la société dans son | tussen de tegenstrijdige belangen van het individu en de samenleving |
ensemble (CEDH, 26 mai 1994, Keegan c. Irlande, § 49; 27 octobre 1994, | in haar geheel (EHRM, 26 mei 1994, Keegan t. Ierland, § 49; 27 oktober |
Kroon et autres c. Pays-Bas, § 31; 2 juin 2005, Znamenskaya c. Russie, | 1994, Kroon e.a. t. Nederland, § 31; 2 juni 2005, Znamenskaya t. |
§ 28; 24 novembre 2005, Shofman c. Russie, § 34). | Rusland, § 28; 24 november 2005, Shofman t. Rusland, § 34). |
Cette marge d'appréciation du législateur n'est toutefois pas | |
illimitée : pour apprécier si une règle légale est compatible avec le | Die appreciatiemarge van de wetgever is evenwel niet onbegrensd : |
droit au respect de la vie privée, il convient de vérifier si le | opdat een wettelijke regeling verenigbaar is met het recht op |
législateur a trouvé un juste équilibre entre tous les droits et | eerbiediging van het privéleven, moet worden nagegaan of de wetgever |
intérêts en cause. Pour cela, il ne suffit pas que le législateur | een billijk evenwicht heeft gevonden tussen alle rechten en belangen |
ménage un équilibre entre les intérêts concurrents de l'individu et de | die in het geding zijn. Zulks vereist dat de wetgever niet alleen een |
la société dans son ensemble, mais il doit également ménager un | afweging maakt tussen de belangen van het individu tegenover de |
équilibre entre les intérêts contradictoires des personnes concernées | samenleving in haar geheel, maar tevens tussen de tegenstrijdige |
(CEDH, 6 juillet 2010, Backlund c. Finlande, § 46), sous peine de | belangen van de betrokken personen (EHRM, 6 juli 2010, Backlund t. |
prendre une mesure qui ne serait pas proportionnée aux objectifs | Finland, § 46), op gevaar af anders een maatregel te nemen die niet |
légitimes poursuivis. | evenredig is met de nagestreefde wettige doelstellingen. |
B.17. La paix des familles et la sécurité juridique des liens | B.17. De rust der families en de rechtszekerheid van de familiale |
familiaux, d'une part, et l'intérêt de l'enfant, d'autre part, | banden, enerzijds, en het belang van het kind, anderzijds, zijn |
constituent des buts légitimes dont le législateur peut tenir compte | legitieme doelstellingen waarvan de wetgever kan uitgaan om een |
pour empêcher que la contestation de la présomption de paternité | onbeperkte mogelijkheid tot betwisting van het vermoeden van |
puisse être exercée sans limitation. A cet égard, il est pertinent de | vaderschap te verhinderen. In dat opzicht is het pertinent om de |
ne pas laisser prévaloir a priori la réalité biologique sur la réalité | biologische werkelijkheid niet a priori te laten prevaleren op de |
socio-affective de la paternité. | socioaffectieve werkelijkheid van het vaderschap. |
B.18. En érigeant la « possession d'état » en fin de non-recevoir | B.18. Door het « bezit van staat » als absolute grond van |
niet-ontvankelijkheid van de vordering tot betwisting van het | |
absolue de l'action en contestation de la présomption de paternité, le | vermoeden van vaderschap in te stellen, heeft de wetgever de |
législateur a cependant fait prévaloir dans tous les cas la réalité | socioaffectieve werkelijkheid van het vaderschap evenwel steeds laten |
socio-affective de la paternité sur la réalité biologique. Du fait de | prevaleren op de biologische werkelijkheid. Door die absolute grond |
cette fin de non-recevoir absolue, l'enfant est totalement privé de la | van niet-ontvankelijkheid wordt het kind volledig de mogelijkheid |
ontnomen om het vermoeden van vaderschap te betwisten. | |
possibilité de contester la présomption de paternité. | Aldus bestaat voor de rechter geen enkele mogelijkheid om rekening te |
Il n'existe dès lors, pour le juge, aucune possibilité de tenir compte | houden met de belangen van alle betrokken partijen. |
des intérêts de toutes les parties concernées. | Een dergelijke maatregel is onevenredig met de door de wetgever |
Une telle mesure n'est pas proportionnée aux buts légitimes poursuivis | nagestreefde, legitieme doelstellingen, en derhalve niet bestaanbaar |
par le législateur et n'est dès lors pas compatible avec l'article 22 | met artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van |
de la Constitution, combiné avec l'article 8 de la Convention | het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. |
B.19. Aan het voorgaande wordt geen afbreuk gedaan door het gegeven | |
européenne des droits de l'homme. | dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft geoordeeld dat |
B.19. Le fait que la Cour européenne des droits de l'homme ait jugé | een rechterlijke beslissing waarbij een regeling werd toegepast die |
qu'une décision de justice appliquant un régime comparable à la mesure | vergelijkbaar is met de in het geding zijnde maatregel, geen schending |
en cause ne violait pas l'article 8 de la Convention européenne des | van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens |
droits de l'homme (CEDH, 22 mars 2012, Ahrens c. Allemagne; 22 mars | inhield (EHRM, 22 maart 2012, Ahrens t. Duitsland; 22 maart 2012, |
2012, Kautzor c. Allemagne) ne change rien à ce qui précède. La Cour | Kautzor t. Duitsland). Het Europees Hof wees erop dat binnen de |
européenne a souligné que la matière en cause ne faisait pas | lidstaten van de Raad van Europa geen eensgezindheid over de in het |
l'unanimité au sein des Etats membres du Conseil de l'Europe, de sorte | geding zijnde aangelegenheid bestaat, zodat de lidstaten over een |
que ces derniers jouissent d'une grande marge d'appréciation en ce qui | ruime appreciatiebevoegdheid beschikken wat de regelgeving inzake het |
concerne la réglementation visant à fixer le statut juridique de | vaststellen van het juridisch statuut van het kind betreft (Ahrens, |
l'enfant (Ahrens, précité, §§ 69-70 et 89; Kautzor, précité, §§ 70-71 | voormeld, §§ 69-70 en 89; Kautzor, voormeld, §§ 70-71 en 91). |
et 91). Par ailleurs, la Cour européenne a également examiné si | Overigens onderzocht het Europees Hof eveneens of de concrete |
l'application concrète de la réglementation en question, compte tenu | toepassing van de desbetreffende regeling, rekening houdend met alle |
de tous les éléments concrets de la cause, satisfaisait aux exigences | concrete omstandigheden van de zaak, voldeed aan de vereisten van |
de l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme | artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens |
(Ahrens, précité, §§ 75-77; Kautzor, précité, §§ 62, 78 et 80). | (Ahrens, voormeld, §§ 75-77; Kautzor, voormeld, §§ 62, 78 en 80). |
B.20. La question préjudicielle appelle une réponse affirmative. | B.20. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
- Interprété comme ne permettant pas à un enfant né avant l'entrée en | - In die zin geïnterpreteerd dat het een kind dat is geboren vóór de |
vigueur des lois du 1er juillet 2006 « modifiant des dispositions du | inwerkingtreding van de wetten van 1 juli 2006 « tot wijziging van de |
Code civil relatives à l'établissement de la filiation et aux effets | bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het |
de celle-ci » et du 27 décembre 2006 « portant des dispositions | vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan » en van 27 |
diverses (I) », dont le droit d'agir en contestation de paternité est | december 2006 « houdende diverse bepalingen (I) » en wiens recht op de |
prescrit au moment de l'entrée en vigueur de ces lois, d'intenter une | betwisting van het vaderschap is verjaard op het ogenblik van de |
inwerkingtreding van die wetten, niet toestaat een vordering tot | |
action en contestation de paternité, s'il découvre après l'entrée en | betwisting van het vaderschap in te stellen wanneer het na de |
vigueur de ces lois que le mari de sa mère n'est pas son père, | inwerkingtreding van die wetten ontdekt dat de echtgenoot van zijn |
l'article 318, § 2, alinéa 1er, du Code civil viole les articles 10 et | moeder niet zijn vader is, schendt artikel 318, § 2, eerste lid, van |
11 de la Constitution. | het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
- Interprété comme permettant à un enfant né avant l'entrée en vigueur | - In die zin geïnterpreteerd dat het een kind dat is geboren vóór de |
des lois précitées du 1er juillet 2006 et du 27 décembre 2006, dont le | inwerkingtreding van de voormelde wetten van 1 juli 2006 en van 27 |
droit d'agir en contestation de paternité est prescrit au moment de | december 2006 en wiens recht op de betwisting van het vaderschap is |
l'entrée en vigueur de ces lois, d'intenter une action en contestation | verjaard op het ogenblik van de inwerkingtreding van die wetten, |
toestaat een vordering tot betwisting van het vaderschap in te stellen | |
de paternité, s'il découvre après l'entrée en vigueur de ces lois que | wanneer het na de inwerkingtreding van die wetten ontdekt dat de |
le mari de sa mère n'est pas son père, l'article 318, § 2, alinéa 1er, | echtgenoot van zijn moeder niet zijn vader is, schendt artikel 318, § |
du Code civil ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | 2, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de |
Grondwet niet. | |
- L'article 318, § 1er, du Code civil viole l'article 22 de la | - Artikel 318, § 1, van het Burgerlijk Wetboek schendt artikel 22 van |
Constitution, combiné avec l'article 8 de la Convention européenne des | de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees |
droits de l'homme, en ce que l'action en contestation de paternité | Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de door het kind |
ingestelde vordering tot betwisting van het vaderschap niet | |
intentée par l'enfant n'est pas recevable si l'enfant a la possession | ontvankelijk is wanneer het kind bezit van staat heeft ten aanzien van |
d'état à l'égard du mari de sa mère. | de echtgenoot van zijn moeder. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 7 novembre 2013. | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 7 november 2013. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
M. Bossuyt | M. Bossuyt |