← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 129/2012 du 25 octobre 2012 Numéro du rôle : 5456 En cause :
la question préjudicielle relative à l'article 2.4.6, § 1 er , du Code flamand
de l'aménagement du territoire, coordonné par arrêté du Gouverneme La Cour constitutionnelle, composée des présidents
M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De(...)"
Extrait de l'arrêt n° 129/2012 du 25 octobre 2012 Numéro du rôle : 5456 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 2.4.6, § 1 er , du Code flamand de l'aménagement du territoire, coordonné par arrêté du Gouverneme La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De(...) | Uittreksel uit arrest nr. 129/2012 van 25 oktober 2012 Rolnummer 5456 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2.4.6, § 1, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gecoördineerd bij besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 129/2012 du 25 octobre 2012 | Uittreksel uit arrest nr. 129/2012 van 25 oktober 2012 |
Numéro du rôle : 5456 | Rolnummer 5456 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 2.4.6, § 1er, | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2.4.6, § 1, van de |
du Code flamand de l'aménagement du territoire, coordonné par arrêté | Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gecoördineerd bij besluit van de |
du Gouvernement flamand du 15 mai 2009, posée par le Juge de paix du | Vlaamse Regering van 15 mei 2009, gesteld door de Vrederechter van het |
canton de Beringen. | kanton Beringen. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De | samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de |
Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, P. Nihoul et F. Daoût, assistée du | rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, P. Nihoul en F. |
greffier F. Meersschaut, présidée par le président M. Bossuyt, | Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 9 juillet 2012 en cause de la SA « De Scheepvaart » | Bij vonnis van 9 juli 2012 in zake de nv « De Scheepvaart » tegen |
contre Louis Carremans, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | Louis Carremans, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is |
Cour le 17 juillet 2012, le Juge de paix du canton de Beringen a posé | ingekomen op 17 juli 2012, heeft de Vrederechter van het kanton |
la question préjudicielle suivante : | Beringen de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 2.4.6, § 1er, alinéa 1er, du Code flamand de l'aménagement | « Schendt artikel 2.4.6, § 1, eerste lid van de bij besluit van de |
du territoire, coordonné par l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 | Vlaamse Regering van 15 mei 2009 gecoördineerde ' Vlaamse Codex |
mai 2009, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce | Ruimtelijke Ordening ' (VCOR) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in |
sens que le justiciable qui est exproprié en vue de la réalisation | die zin dat de rechtzoekende die, met het oog op de verwezenlijking |
d'un plan d'exécution spatial portant modification de destination et | van een bestemmingswijzigend ruimtelijk uitvoeringsplan onteigend |
qui, en vertu de l'article 2.4.6, § 1er, alinéa 1er, précité, ne peut | wordt en ingevolge vermeld artikel 2.4.6, § 1, eerste lid geen |
prétendre à l'application des règles en matière de bénéfices résultant | aanspraak kan maken op de regeling inzake planbaten overeenkomstig |
de la planification spatiale conformément à l'article 2.6.4 du Code | artikel 2.6.4 VCOR (in casu meer bepaald artikel 2.6.4, 7° VCOR) |
flamand de l'aménagement du territoire (en l'espèce, plus précisément | waardoor hij niet kan genieten van de ontstane meerwaarde, wordt |
l'article 2.6.4, 7°, de ce Code), avec pour effet qu'il ne peut | |
bénéficier de la plus-value générée, est discriminé par rapport à un | gediscrimineerd ten aanzien van een rechtzoekende die met het oog op |
justiciable qui, en vue de la réalisation d'un plan d'exécution | de verwezenlijking van een bestemmingswijzigend ruimtelijk |
spatial portant modification de destination, n'est pas exproprié et | |
peut par conséquent prétendre à la plus-value en application des | uitvoeringsplan niet wordt onteigend en bijgevolg wel aanspraak kan |
règles en matière de bénéfice résultant de la planification spatiale | maken op de meerwaarde met toepassing van de regeling inzake planbaten |
conformément à l'article 2.6.4 dudit Code ? ». | overeenkomstig art. 2.6.4 VCOR ? ». |
Le 19 juillet 2012, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la | Op 19 juli 2012 hebben de rechters-verslaggevers E. De Groot en P. |
Nihoul, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere | |
loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les | wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, het Hof ervan in |
juges-rapporteurs E. De Groot et P. Nihoul ont informé la Cour qu'ils | kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te |
pourraient être amenés à proposer de rendre un arrêt de réponse immédiate. | stellen een arrest van onmiddellijk antwoord te wijzen. |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. L'article 2.4.6, § 1er, alinéa 1er, du Code flamand de | B.1. Artikel 2.4.6, § 1, eerste lid, van de bij besluit van de Vlaamse |
l'aménagement du territoire, coordonné par l'arrêté du Gouvernement | Regering van 15 mei 2009 gecoördineerde Vlaamse Codex Ruimtelijke |
flamand du 15 mai 2009, dispose : | Ordening (hierna : VCRO), bepaalt : |
« Lors de la détermination de la valeur de la parcelle expropriée, la | « Bij het bepalen van de waarde van het onteigende perceel wordt geen |
plus-value ou la moins-value résultant des prescriptions d'un plan | rekening gehouden met de waardevermeerdering of -vermindering die |
d'exécution spatial n'est pas prise en compte, pour autant que | voortvloeit uit de voorschriften van een ruimtelijk uitvoeringsplan, |
l'expropriation soit requise en vue de la réalisation de ce plan | voorzover de onteigening wordt gevorderd voor de verwezenlijking van |
d'exécution spatial ». | dat ruimtelijk uitvoeringsplan ». |
L'article 2.6.4, 7°, du Code flamand de l'aménagement du territoire | Artikel 2.6.4, 7°, van de VCRO bepaalt : |
dispose : « Une taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale | « Een planbatenheffing is verschuldigd wanneer een in werking getreden |
est due lorsque l'entrée en vigueur d'un plan d'exécution spatial ou | |
d'un plan particulier d'aménagement entraîne pour une parcelle, une ou | ruimtelijk uitvoeringsplan of bijzonder plan van aanleg op een perceel |
plusieurs des modifications de destination suivantes : | één of meer van de hiernavolgende bestemmingswijzigingen doorvoert : |
[...] | [...] |
7° la modification de destination d'une zone qui relève de la | 7° de bestemmingswijziging van een zone die onder de categorie van |
catégorie d'affectation de zone ' agriculture '; en une zone relevant | gebiedsaanduiding ' landbouw ' valt, naar een zone die onder de |
de la catégorie d'affectation de zone ' activité économique '; | categorie van gebiedsaanduiding ' bedrijvigheid ' valt; |
[...] ». | [...] ». |
B.2. Il est demandé à la Cour si l'article 2.4.6, § 1er, alinéa 1er, | B.2. Het Hof wordt gevraagd of artikel 2.4.6, § 1, eerste lid, van de |
du Code flamand de l'aménagement du territoire est compatible avec les | |
articles 10 et 11 de la Constitution en ce que les personnes dont les | VCRO bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat |
biens sont expropriés en vue de réaliser un plan d'exécution spatial | de personen wier goederen worden onteigend ter verwezenlijking van een |
qui modifie l'affectation de ces biens ne peuvent prétendre au régime | ruimtelijk uitvoeringsplan dat de bestemming van die goederen wijzigt, |
relatif aux bénéfices résultant de la planification spatiale visé à | geen aanspraak kunnen maken op de regeling betreffende de planbaten |
l'article 2.6.4, 7°, du Code flamand de l'aménagement du territoire et | zoals bedoeld in artikel 2.6.4, 7°, van de VCRO en de door de |
ne peuvent bénéficier de la plus-value générée par la modification de | bestemmingswijziging gerealiseerde meerwaarde niet kunnen genieten, |
l'affectation, alors que les personnes qui ne doivent pas être | |
expropriées en vue de réaliser ce plan entrent dans le champ | terwijl de personen die ter verwezenlijking van dat plan niet dienen |
d'application du régime précité afférent aux bénéfices résultant de la | te worden onteigend wel vallen onder de voormelde regeling betreffende |
planification spatiale et peuvent assurément bénéficier de la | de planbaten en wel de gerealiseerde meerwaarde kunnen genieten. |
plus-value réalisée. | |
B.3. Il ressort des faits de la cause pendante devant le juge a quo et | B.3. Uit de feiten van de zaak die hangende is voor de verwijzende |
des motifs de la décision de renvoi que ce juge doit se prononcer sur | rechter, en uit de motivering van de verwijzingsbeslissing, blijkt dat |
l'indemnité d'expropriation provisoire concernant une expropriation de | die rechter zich dient uit te spreken over de voorlopige |
parcelles qui avaient précédemment reçu la destination de terrain | onteigeningsvergoeding betreffende een onteigening van percelen grond |
agricole mais qui, à la suite d'un arrêté du Gouvernement flamand du | die aanvankelijk waren bestemd als landbouwgronden, maar ingevolge een |
26 mars 2010, ont reçu la destination de zone industrielle. Le juge a | besluit van de Vlaamse Regering van 26 maart 2010 werden bestemd als |
quo déduit de l'article 2.6.4, 7°, du Code flamand de l'aménagement du | industriegebied. Uit artikel 2.6.4, 7°, van de VCRO leidt de |
territoire que, par un tel changement de destination, les parcelles | verwijzende rechter af dat de desbetreffende percelen grond door zulk |
concernées acquièrent en principe une plus-value au titre de laquelle | een bestemmingswijziging in beginsel een meerwaarde verkrijgen, waarop |
le propriétaire est redevable d'une « taxe sur les bénéfices résultant | door de eigenaar een planbatenheffing verschuldigd is. Uit artikel |
de la planification spatiale ». Il déduit de l'article 2.4.6, § 1er, | 2.4.6, § 1, eerste lid, van de VCRO leidt hij af dat, in geval van een |
alinéa 1er, du Code flamand de l'aménagement du territoire qu'en cas | onteigening, de bestemmingswijziging daarentegen geen meerwaarde kan |
d'expropriation, la modification de l'affectation ne peut en revanche | opleveren voor de onteigende. |
générer une plus-value pour l'exproprié. | |
B.4.1. L'expropriation offre aux pouvoirs publics la possibilité | B.4.1. De onteigening biedt de overheid de mogelijkheid om voor |
d'obtenir, pour des motifs d'utilité publique, la disposition de | doeleinden van algemeen nut de beschikking te krijgen over in het |
biens, en particulier immobiliers, qui ne peuvent être acquis par les | bijzonder onroerende goederen die niet middels de gewone wijzen van |
voies normales du transfert de propriété. L'article 16 de la | eigendomsoverdracht kunnen worden verworven. Artikel 16 van de |
Constitution dispose que nul ne peut être privé de sa propriété que | Grondwet bepaalt dat niemand van zijn eigendom kan worden ontzet dan |
pour cause d'utilité publique, dans les cas et de la manière établis | ten algemenen nutte, in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald |
par la loi, et moyennant une juste et préalable indemnité. | en tegen billijke en voorafgaande schadeloosstelling. |
B.4.2. La notion d'« utilité publique » fait l'objet, dans diverses | B.4.2. Aan het begrip « algemeen nut » is in diverse wetskrachtige |
dispositions ayant force de loi, d'une interprétation large. | bepalingen een ruime betekenis verleend. |
Ainsi, l'article 2.4.3 du Code flamand de l'aménagement du territoire | Zo machtigt artikel 2.4.3 van de VCRO de overheid om de onteigening |
autorise les pouvoirs publics à recourir à l'expropriation pour la | aan te wenden als middel ter verwezenlijking van de ruimtelijke |
réalisation des plans d'exécution spatiaux : | uitvoeringsplannen : |
« § 1er. Toute acquisition de biens immeubles, requise pour la | « § 1. Elke verwerving van onroerende goederen, vereist voor de |
réalisation des plans d'exécution spatiaux, peut être réalisée par la voie de l'expropriation pour cause d'utilité publique. § 2. Sans préjudice des dispositions qui confèrent la compétence d'expropriation à d'autres autorités, les instances suivantes peuvent agir comme pouvoir expropriant en vue de la réalisation de plans d'exécution spatiaux : la région, les provinces, les communes, les associations de communes, les institutions publiques, ainsi que les organes habilités par le Gouvernement flamand à exproprier pour cause d'utilité publique. Lorsque l'expropriation envisagée a pour objet l'aménagement d'une partie du territoire destinée au lotissement en vue de la construction | verwezenlijking van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, kan door onteigening ten algemenen nutte tot stand worden gebracht. § 2. Ongeacht de bepalingen die andere overheden bevoegd verklaren tot onteigenen, kunnen de volgende instanties als onteigenende instanties optreden ter verwezenlijking van ruimtelijke uitvoeringsplannen : het gewest, de provincies, de gemeenten, de verenigingen van gemeenten, de openbare instellingen en ook de organen die door de Vlaamse Regering gemachtigd zijn om te onteigenen ten algemenen nutte. Wanneer de voorgenomen onteigening de ordening tot doel heeft van een gedeelte van het grondgebied dat bestemd is om verkaveld te worden met het oog op het oprichten van gebouwen voor huisvestings- of handelsdoeleinden, kan of kunnen de eigenaar of eigenaars die meer dan |
d'immeubles à usage d'habitation ou à des fins commerciales, le | de helft van de oppervlakte van de in dat gebied begrepen gronden |
propriétaire ou les propriétaires possédant en superficie plus de la moitié des terrains compris dans ce territoire, sont en droit de demander à être chargés, dans les délais et conditions fixés par le pouvoir expropriant et pour autant qu'ils puissent démontrer qu'ils disposent des ressources nécessaires, de l'exécution des travaux que postule cet aménagement, ainsi que des opérations de relotissement et de remembrement. La demande doit, à peine de forclusion, être introduite dans les trois mois suivant la date de publication au Moniteur belge de la décision portant approbation du plan d'expropriation. Lorsque l'expropriation a pour but d'organiser l'aménagement d'une partie du territoire désignée à cet effet par un plan d'exécution spatial communal, le propriétaire ou les propriétaires peuvent, dans les conditions fixées au deuxième et au troisième alinéa, demander à être chargés de l'exécution des travaux d'aménagement. Dans les cas prévus au deuxième et au quatrième alinéa, le pouvoir expropriant expropriera, à la demande des personnes chargées de l'aménagement de la zone, les immeubles nécessaires à cette fin, lorsque leur acquisition à l'amiable se sera révélée impossible ». | bezitten, vragen om, binnen de termijnen en onder de voorwaarden die de overheid heeft bepaald en voorzover ze er blijk van geven de nodige middelen te bezitten, belast te worden met de uitvoering van de voor die ordening vereiste werken en ook met de herverkavelings- en ruilverkavelingsverrichtingen. De aanvraag, vermeld in het tweede lid, moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen drie maanden na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het besluit tot goedkeuring van het onteigeningsplan. Wanneer de onteigening de ordening tot doel heeft van een gedeelte van het grondgebied dat krachtens een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan daartoe aangeduid is, kan de eigenaar of kunnen de eigenaars onder de voorwaarden bepaald in het tweede en derde lid, vragen om met de uitvoering van de ordeningswerken te worden belast. In gevallen als bepaald in het tweede en het vierde lid zal de onteigenende overheid, op verzoek van de personen die met de ordening van de strook zijn belast, de daartoe vereiste onroerende goederen onteigenen, wanneer de onderhandse verkrijging daarvan onmogelijk is gebleken ». |
La notion d'« utilité publique » est ici interprétée plus largement | Het begrip « algemeen nut » wordt ter zake ruimer geïnterpreteerd dan |
que dans le cas d'une expropriation ayant un autre but : | bij een onteigening die tot een ander doel strekt : de onteigening tot |
l'expropriation en vue de la réalisation d'un plan d'exécution spatial | verwezenlijking van een ruimtelijk uitvoeringsplan wordt uit kracht |
est réputée d'utilité publique en vertu du décret même. | van het decreet zelf geacht van openbaar nut te zijn. |
Le caractère particulier de telles expropriations est encore souligné | Die eigen aard wordt vervolgens benadrukt door het feit dat de |
par le fait que le pouvoir expropriant, comme il ressort de l'article | onteigenende overheid, zoals blijkt uit het voormelde artikel 2.4.3, § |
2.4.3, § 2, précité, du Code flamand de l'aménagement du territoire, peut, dans certains cas, à la demande des personnes chargées de l'aménagement d'une zone, exproprier les immeubles nécessaires à cette fin lorsque leur acquisition à l'amiable se sera révélée impossible. Les délais dans lesquels il peut être procédé à l'expropriation en vue de la réalisation des plans d'exécution spatiaux sont en outre limités par les articles 2.4.4 et 2.4.8 du Code flamand de l'aménagement du territoire. B.5. La disposition en cause a pour conséquence que les propriétaires d'une parcelle expropriée en vue de la réalisation d'un plan d'exécution spatial obtiennent une indemnité d'expropriation fondée sur la valeur du bien avant la fixation ou la modification de sa | 2, van de VCRO, in bepaalde gevallen, op verzoek van de personen die met de ordening van een strook belast zijn, de daartoe vereiste onroerende goederen kan onteigenen wanneer de onderhandse verkrijging daarvan onmogelijk is gebleken. De termijnen om tot onteigening ter verwezenlijking van ruimtelijke uitvoeringsplannen over te gaan, zijn bovendien beperkt door de artikelen 2.4.4 en 2.4.8 van de VCRO. B.5. De in het geding zijnde bepaling brengt met zich mee dat de eigenaars van een perceel dat wordt onteigend ter verwezenlijking van een ruimtelijk uitvoeringsplan een onteigeningsvergoeding verkrijgen op grond van de waarde van het goed vóór de vaststelling of de |
destination par ce plan. | wijziging van de bestemming door dat plan. |
B.6. La disposition en cause trouve son origine dans l'article 31 de | B.6. De in het geding zijnde bepaling gaat terug op artikel 31 van de |
la loi du 29 mars 1962 organique de l'aménagement du territoire et de | wet van 29 maart 1962 « houdende organisatie van de ruimtelijke |
l'urbanisme. | ordening en van de stedebouw ». |
Au cours des travaux préparatoires de cette disposition, il a été | Tijdens de parlementaire voorbereiding van die bepaling werd |
souligné que le principe « suivant lequel l'indemnité doit être | beklemtoond dat het beginsel « volgens hetwelk de schadeloosstelling |
moet worden berekend overeenkomstig de gesteldheid van het goed en van | |
de omgeving op het ogenblik dat het onteigeningsbesluit werd genomen, | |
calculée suivant l'état du bien et de ses alentours au moment de | evenals overeenkomstig de waarde er van rekening houdend met de markt |
l'arrêté d'expropriation, et suivant sa valeur compte tenu du marché | van de onroerende goederen op het ogenblik van de minnelijke schikking |
immobilier au moment de l'accord amiable ou du jugement, est basée sur | of van het vonnis, is gesteund op de billijkheid. Zo mag geen rekening |
l'équité. C'est ainsi qu'il ne peut être tenu compte des fluctuations | worden gehouden met de prijsschommelingen die het gevolg zouden zijn |
de prix qui seraient la conséquence d'un zoning [lire : zonage] | van een bepaalde zoning [lees : zonering], van de uitvoering der op |
déterminé, de l'exécution des travaux prévus au plan d'aménagement ou | het plan van aanleg voorziene werken, of van de er uit voortvloeiende |
des dispositions prohibitives en résultant. Peuvent seules être prises | verbodsbepalingen. Alleen de waardeveranderingen die te wijten zijn |
en considération les fluctuations de valeur dues à des éléments | aan feiten die met het plan van aanleg hoegenaamd niets te maken |
étrangers au plan d'aménagement, comme par exemple une dévaluation | hebben, zoals een devaluatie van de munt of een verhoging van de |
monétaire ou une augmentation de valeur des immeubles en général » | waarde der onroerende goederen in het algemeen, mogen in aanmerking |
(Doc. parl., Sénat, 1958-1959, n° 124, pp. 62-63, et Doc. parl., | worden genomen » (Parl. St., Senaat, 1958-1959, nr. 124, pp. 62-63, en |
Sénat, 1959-1960, n° 275, p. 42). Par conséquent, « la valeur dont il | Parl. St., Senaat, 1959-1960, nr. 275, p. 42). Bijgevolg zal « |
sera tenu compte sera celle au jour de l'expropriation comme s'il n'y | rekening [...] worden gehouden met de waarde op de dag van de |
avait pas de plan d'aménagement » (Doc. parl., Sénat, 1959-1960, | onteigening alsof er geen plan van aanleg was » (Parl. St., Senaat, |
ibid.). Que le bien concerné connaisse une plus-value ou une | 1959-1960, ibid.). Of het betrokken goed door het plan een |
waardevermeerdering kent dan wel een waardevermindering zou kunnen | |
moins-value n'est pas pertinent à cet égard. | ondergaan, is daarbij niet relevant. |
B.7. Le critère inscrit dans la disposition en cause pour le calcul de | B.7. Het in de in het geding zijnde bepaling vervatte criterium op |
l'indemnité d'expropriation tient compte du lien direct existant entre | grond waarvan de onteigeningsvergoeding wordt vastgesteld, is |
l'objectif de l'expropriation - la réalisation d'un plan d'exécution | ingegeven door het rechtstreekse verband tussen het doel van de |
spatial - et la cause de la modification de la valeur du bien à | onteigening - de verwezenlijking van een ruimtelijk uitvoeringsplan - |
exproprier. En effet, puisque c'est la réalisation du plan d'exécution | en de oorzaak van de wijziging van de waarde van het te onteigenen |
spatial, par l'expropriation, qui influence réellement la valeur du | goed. Aangezien het door de realisatie van het ruimtelijk |
bien immobilier, il est justifié de ne pas tenir compte, pour le | uitvoeringsplan middels de onteigening is dat de waarde van het |
onroerend goed ook daadwerkelijk wordt beïnvloed, is het billijk dat | |
calcul de l'indemnité d'expropriation, de la plus-value ou de la | bij de vaststelling van de onteigeningsvergoeding geen rekening wordt |
moins-value résultant de la réalisation de cet objectif. Pour le surplus, il n'y a pas lieu d'en décider autrement lorsque l'affectation formelle fixée par le plan rejoint une affectation de fait préexistante à celui-ci. Dans ce cas en effet, la valeur de la parcelle expropriée ne devrait pas être affectée par la réalisation du plan, de sorte que la disposition en cause ne devrait pas être appliquée. B.8. La différence de traitement évoquée dans la question préjudicielle est raisonnablement justifiée par la circonstance que ce n'est que par la réalisation du plan d'exécution spatial, moyennant | gehouden met de waardevermeerdering of -vermindering die uit de verwezenlijking van die doelstelling voortvloeit. Voor het overige dient niet anders te worden beslist wanneer de door het plan vastgestelde formele bestemming aansluit bij een reeds bestaande feitelijke bestemming. In dat geval zou immers de waarde van het onteigende perceel niet worden aangetast door de verwezenlijking van het plan, zodat de in het geding zijnde bepaling niet zou moeten worden toegepast. B.8. Het in de prejudiciële vraag aangevoerde verschil in behandeling |
l'expropriation, que la valeur du bien immobilier de la première | wordt redelijk verantwoord door de omstandigheid dat het slechts door |
catégorie de personnes mentionnée dans cette question est | de realisatie van het ruimtelijk uitvoeringsplan middels de |
effectivement influencée. Par ailleurs, la seconde catégorie de | onteigening is dat de waarde van het onroerend goed van de eerste in |
personnes mentionnée dans cette question est, comme le constate le | die vraag vermelde categorie van personen ook daadwerkelijk wordt |
juge a quo, soumise à la « taxe sur les bénéfices résultant de la | beïnvloed. Overigens is de tweede in die vraag vermelde categorie van |
planification spatiale » visée à l'article 2.6.4, 7°, du Code flamand | personen, zoals de verwijzende rechter vaststelt, onderworpen aan de |
de l'aménagement du territoire. | planbatenheffing, zoals bedoeld in artikel 2.6.4, 7°, van de VCRO. |
B.9. Enfin, il n'appartient pas à la Cour d'examiner si l'arrêté du | B.9. Ten slotte staat het niet aan het Hof te beoordelen of het |
Gouvernement flamand du 26 mars 2010 « houdende de definitieve | besluit van de Vlaamse Regering van 26 maart 2010 houdende de « |
vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ' | definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk |
regionaal en specifiek regionaal watergebonden bedrijventerrein " | uitvoeringsplan ' regionaal en specifiek regionaal watergebonden |
Zwartenhoek " te Ham ' met bijgevoegd onteigeningsplan » (portant | bedrijventerrein " Zwartenhoek " te Ham ' met bijgevoegd |
fixation définitive du plan d'exécution spatial régional intitulé « | |
terrain d'activités économiques régional et spécifiquement régional | |
lié à des voies d'eau, intitulé ' Zwartenhoek ', situé à Ham », avec | onteigeningsplan », in zoverre het een verschil in behandeling tussen |
le plan d'expropriation annexé), est compatible avec les articles 10 | personen in het leven zou roepen, bestaanbaar is met de artikelen 10 |
et 11 de la Constitution en tant qu'il établirait une différence de | en 11 van de Grondwet. Noch artikel 1 van de bijzondere wet van 6 |
traitement entre des personnes. Ni l'article 1er de la loi spéciale du | |
6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle ni une autre disposition | januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, noch een andere grondwets- of |
constitutionnelle ou législative ne confèrent en effet à la Cour le | wetsbepaling verleent het Hof immers de bevoegdheid om zulk een |
pouvoir de contrôler pareil arrêté au regard des articles | besluit te toetsen aan de voormelde grondwetsartikelen. |
constitutionnels précités. | |
B.10. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.10. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 2.4.6, § 1er, alinéa 1er, du Code flamand de l'aménagement | Artikel 2.4.6, § 1, eerste lid, van de bij besluit van de Vlaamse |
du territoire, coordonné par l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 | Regering van 15 mei 2009 gecoördineerde Vlaamse Codex Ruimtelijke |
mai 2009, ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | Ordening schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 25 octobre 2012. | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 25 oktober 2012. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
M. Bossuyt | M. Bossuyt |