← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 124/2012 du 18 octobre 2012 Numéro du rôle : 5346 En cause
: la question préjudicielle relative aux articles 50, alinéa 2, 1034 et 1419 du Code judiciaire, posée
par le juge des saisies de Gand. La Cour constitutionn composée des présidents
M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moe(...)"
Extrait de l'arrêt n° 124/2012 du 18 octobre 2012 Numéro du rôle : 5346 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 50, alinéa 2, 1034 et 1419 du Code judiciaire, posée par le juge des saisies de Gand. La Cour constitutionn composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moe(...) | Uittreksel uit arrest nr. 124/2012 van 18 oktober 2012 Rolnummer 5346 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 50, tweede lid, 1034 en 1419 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de beslagrechter te Gent. Het Grondwett samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen,(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 124/2012 du 18 octobre 2012 | Uittreksel uit arrest nr. 124/2012 van 18 oktober 2012 |
Numéro du rôle : 5346 | Rolnummer 5346 |
En cause : la question préjudicielle relative aux articles 50, alinéa | In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 50, tweede |
2, 1034 et 1419 du Code judiciaire, posée par le juge des saisies de | lid, 1034 en 1419 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de |
Gand. | beslagrechter te Gent. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De | samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de |
Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, P. Nihoul et F. Daoût, assistée du | rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, P. Nihoul en F. |
greffier F. Meersschaut, présidée par le président M. Bossuyt, | Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 28 février 2012 en cause de Horacio Muniz et Carmen | Bij vonnis van 28 februari 2012 in zake Horacio Muniz en Carmen |
Martinez Varela, contre la SPRL « Strak Gent », dont l'expédition est | Martinez Varela, tegen de bvba « Strak Gent », waarvan de expeditie |
parvenue au greffe de la Cour le 8 mars 2012, le juge des saisies de | ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 maart 2012, heeft de |
Gand a posé la question préjudicielle suivante : | beslagrechter te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 50, alinéa 2, 1034 et 1419 du Code judiciaire | « Schenden de artikelen 50, tweede lid, 1034 en 1419 van het |
violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que le | Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat de |
termijn voor het instellen van het (derden-)verzet tegen de | |
délai pour former (tierce) opposition contre l'ordonnance du juge des | beschikking van de beslagrechter op eenzijdig verzoekschrift waarbij |
saisies sur requête unilatérale autorisant le requérant à pratiquer | aan de verzoeker de toelating tot bewarend beslag wordt verleend, |
une saisie conservatoire, comme prévu aux articles 1034 et 1419 du | zoals bepaald in de artikelen 1034 en 1419 van het Gerechtelijk |
Code judiciaire, n'est pas prorogé dans le cas visé à l'article 50, | Wetboek, niet wordt verlengd in het in artikel 50, tweede lid, van het |
alinéa 2, du Code judiciaire, alors que l'article 50, alinéa 2, du | Gerechtelijk Wetboek bedoelde geval terwijl artikel 50, tweede lid, |
Code judiciaire prévoit une prorogation du délai pour la partie qui | van het Gerechtelijk Wetboek wel voorziet in een verlenging van de |
intente les voies de recours ordinaires de l'opposition ou de l'appel | termijn voor de partij die de gewone rechtsmiddelen van verzet of |
? ». | hoger beroep instelt ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. L'article 50 du Code judiciaire dispose : | B.1. Artikel 50 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : |
« Les délais établis à peine de déchéance ne peuvent être abrégés, ni | « De termijnen, op straffe van verval gesteld, mogen niet worden |
prorogés, même de l'accord des parties, à moins que cette déchéance | verkort of verlengd, zelfs met instemming van partijen, tenzij dat |
n'ait été couverte dans les conditions prévues par la loi. | verval gedekt is onder de omstandigheden bij de wet bepaald. |
Néanmoins, si le délai d'appel ou d'opposition prévu aux articles 1048 | Indien de termijn van hoger beroep of verzet voorzien in de artikelen |
et 1051 et 1253quater, c) et d) prend cours et expire pendant les | 1048, 1051 en 1253quater, c) en d) binnen de gerechtelijke vakantie |
vacances judiciaires, il est prorogé jusqu'au quinzième jour de | begint te lopen en ook verstrijkt, wordt hij verlengd tot de |
l'année judiciaire nouvelle ». | vijftiende dag van het nieuw gerechtelijk jaar ». |
L'article 1034 du même Code est libellé ainsi : | Artikel 1034 van hetzelfde Wetboek bepaalt : |
« L'article 1125 est applicable à l'opposition formée en vertu de | « Artikel 1125 is mede van toepassing op het verzet dat krachtens |
l'article 1033. Celle-ci doit être formée dans le mois de la | artikel 1033 gedaan wordt. Dit verzet moet geschieden binnen een maand |
signification de la décision qui aura été faite à l'opposant ». | nadat de beslissing aan de eiser in verzet is betekend ». |
L'article 1419 du même Code prévoit : | Artikel 1419 van hetzelfde Wetboek bepaalt : |
« L'ordonnance accordant ou refusant l'autorisation de pratiquer une | « Tegen de beschikking waarbij toelating tot bewarend beslag wordt |
saisie conservatoire et l'ordonnance accordant ou refusant la | verleend of geweigerd, en tegen de beschikking waarbij de intrekking |
rétractation de cette autorisation sont soumises aux recours prévus | van die toelating wordt verleend of geweigerd, staat voorziening open, |
aux articles 1031 à 1034 du présent code. | zoals bepaald in de artikelen 1031 tot 1034 van dit wetboek. |
Le saisi peut, en cas de changement de circonstances, requérir la | De beslagene kan in geval van veranderde omstandigheden de wijziging |
modification ou la rétractation de l'ordonnance en citant à cette fin | of de intrekking van de beschikking vragen door dagvaarding hiertoe |
toutes les parties devant le juge des saisies. | van alle partijen voor de beslagrechter. |
L'ordonnance de rétractation vaut mainlevée ». | De beschikking tot intrekking geldt als opheffing ». |
B.2. Il est demandé à la Cour si les articles 50, alinéa 2, 1034 et | B.2. Het Hof wordt gevraagd of de artikelen 50, tweede lid, 1034 en |
1419 du Code judiciaire violent les articles 10 et 11 de la | 1419 van het Gerechtelijk Wetboek bestaanbaar zijn met de artikelen 10 |
Constitution en ce que le délai pour former tierce opposition contre | en 11 van de Grondwet, doordat de termijn voor het instellen van |
l'ordonnance du juge des saisies sur requête unilatérale autorisant le | derdenverzet tegen een op eenzijdig verzoekschrift genomen beschikking |
requérant à pratiquer une saisie conservatoire, comme prévu aux | van de beslagrechter waarbij aan de verzoekende partij de toelating |
tot het leggen van bewarend beslag wordt verleend, zoals bepaald in de | |
articles 1034 et 1419 du Code judiciaire, n'est pas prorogé dans le | artikelen 1034 en 1419 van hetzelfde Wetboek, niet wordt verlengd in |
cas visé à l'article 50, alinéa 2, du Code judiciaire, alors que | |
l'article 50, alinéa 2, du Code judiciaire prévoit une prorogation du | het in artikel 50, tweede lid, van hetzelfde Wetboek bedoelde geval, |
délai pour la partie qui intente les voies de recours ordinaires de | terwijl dat wel gebeurt met de termijn die geldt voor het instellen |
l'opposition ou de l'appel. | van de gewone rechtsmiddelen van verzet en hoger beroep. |
B.3.1. En vertu de l'article 1413 du Code judiciaire, tout créancier | B.3.1. Krachtens artikel 1413 van het Gerechtelijk Wetboek kan iedere |
peut, dans les cas qui requièrent célérité, demander au juge | schuldeiser in spoedeisende gevallen aan de rechter toelating vragen |
l'autorisation de saisir conservatoirement les biens saisissables qui | om op de voor beslag vatbare goederen van zijn schuldenaar bewarend |
beslag te leggen. Die toelating dient te worden gevraagd bij een | |
appartiennent à son débiteur. Cette autorisation doit être demandée | eenzijdig verzoekschrift dat aan de rechter wordt gericht (artikel |
par requête unilatérale adressée au juge (article 1417 du même Code), | 1417 van hetzelfde Wetboek), waarover die laatste dient te beschikken |
sur laquelle ce dernier doit statuer au plus tard dans les huit jours | |
de son dépôt (article 1418 du même Code). Le juge ne peut accorder | uiterlijk binnen acht dagen na de neerlegging ervan (artikel 1418 van |
l'autorisation que lorsque la créance du créancier est certaine, | hetzelfde Wetboek). De rechter kan de toelating slechts verlenen |
exigible et liquide ou susceptible d'une estimation provisoire | wanneer de schuldvordering van de schuldeiser zeker, opeisbaar en |
(article 1415 du même Code). | vaststaand of vatbaar voor een voorlopige raming is (artikel 1415 van |
B.3.2. L'ordonnance accordant ou refusant l'autorisation de pratiquer | hetzelfde Wetboek). B.3.2. Tegen de beschikking waarbij toelating tot het leggen van |
une saisie conservatoire est soumise aux recours prévus aux articles | bewarend beslag wordt verleend of geweigerd, staat voorziening open |
1031 à 1034 du Code judiciaire (article 1419, alinéa 1er, du même | zoals bepaald in de artikelen 1031 tot 1034 van het Gerechtelijk |
Wetboek (artikel 1419, eerste lid, van hetzelfde Wetboek). De | |
Code). Les articles 1031 à 1034 du Code judiciaire concernent les | artikelen 1031 tot 1034 van het Gerechtelijk Wetboek hebben betrekking |
voies de recours qui peuvent être intentées contre une ordonnance du | op de rechtsmiddelen die kunnen worden aangewend tegen een beschikking |
juge statuant sur une action introduite par requête unilatérale. En | van de rechter waarbij uitspraak wordt gedaan over een vordering op |
vertu de l'article 1033, toute personne qui n'est pas intervenue à la | eenzijdig verzoekschrift. Krachtens artikel 1033 kan al wie niet in |
cause, en la même qualité, peut former « opposition » à la décision | dezelfde hoedanigheid in de zaak is tussengekomen, « verzet » doen |
qui préjudicie à ses droits. Cette « opposition » constitue en réalité | tegen de beslissing die zijn rechten benadeelt. Dat « verzet » is in |
werkelijkheid een « derdenverzet ». Krachtens artikel 1034 is artikel | |
une « tierce opposition ». En vertu de l'article 1034, l'article 1125 | 1125 mede van toepassing op dit « verzet » en moet dit geschieden |
s'applique également à cette « opposition » et celle-ci doit être | binnen een maand nadat de beslissing aan de eiser in « verzet » is |
formée dans le mois de la signification de la décision qui aura été | |
faite à l'opposant. En vertu de l'article 1125 du Code judiciaire, la | betekend. Krachtens artikel 1125 van het Gerechtelijk Wetboek wordt |
tierce opposition est portée par citation, donnée à toutes les | derdenverzet, met dagvaarding aan alle partijen, gebracht voor de |
parties, devant le juge qui a rendu la décision attaquée ou elle peut | rechter die de bestreden beslissing heeft gewezen of kan het |
être formée à titre incident, par conclusions écrites, devant le juge | incidenteel bij schriftelijke conclusie worden gebracht voor de |
saisi de la contestation, s'il est égal ou supérieur à celui qui a | rechter bij wie het geschil aanhangig is, indien deze de gelijke of de |
rendu la décision attaquée, pour autant que toutes les parties en | meerdere is van de rechter die de bestreden beslissing heeft gewezen, |
présence lors de celle-ci soient en cause. | voor zover alle partijen tussen wie deze beslissing is gevallen, in |
het geding zijn. | |
En cas de changement de circonstances, le saisi peut requérir la | In geval van veranderde omstandigheden kan de beslagene bovendien de |
modification ou la rétractation de l'ordonnance en citant à cette fin | wijziging of de intrekking van de beschikking vragen door dagvaarding |
toutes les parties devant le juge des saisies (article 1419, alinéa 2, | hiertoe van alle partijen voor de beslagrechter (artikel 1419, tweede |
du même Code), sans être lié à cet égard par un délai (Doc. parl., | lid, van hetzelfde Wetboek), zonder daarbij gebonden te zijn door een |
Chambre, S.E., 1977, n° 14/2, p. 2). | termijn (Parl. St., Kamer, B.Z. 1977, nr. 14/2, p. 2). |
B.4. L'article 50, alinéa 2, du Code judiciaire dispose que le délai | B.4. Artikel 50, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat |
de termijn van hoger beroep of verzet waarin is voorzien in de | |
d'appel ou d'opposition prévu aux articles 1048, 1051 et 1253quater, | artikelen 1048, 1051 en 1253quater, c) en d), wordt verlengd tot de |
c) et d), est prorogé jusqu'au quinzième jour de l'année judiciaire | vijftiende dag van het nieuwe gerechtelijke jaar indien hij binnen de |
nouvelle s'il prend cours et expire pendant les vacances judiciaires. | |
Etant donné que cette disposition ne mentionne pas le délai prévu à | gerechtelijke vakantie begint te lopen en ook verstrijkt. |
l'article 1034 du Code judiciaire, la prorogation de délai visée ne s'applique pas au délai dans lequel la tierce opposition à une ordonnance du juge des saisies autorisant une saisie conservatoire doit être formée. B.5. Contrairement à ce que prétend le Conseil des ministres, les personnes qui forment tierce opposition contre une ordonnance du juge des saisies autorisant une saisie conservatoire, d'une part, et les personnes qui font appel ou forment opposition d'une décision rendue dans une autre procédure, d'autre part, se trouvent dans des situations suffisamment comparables en ce qui concerne les points de départ et d'expiration des délais fixés pour exercer les voies de recours. B.6. La différence de traitement entre certaines catégories de personnes qui découle de l'application de règles procédurales différentes dans des circonstances différentes n'est pas discriminatoire en soi. Il ne pourrait être question de discrimination que si la différence de traitement qui découle de l'application de ces règles de procédure entraînait une limitation disproportionnée des droits des personnes concernées. B.7. En recourant à une saisie conservatoire, le créancier a pour objectif d'empêcher son débiteur de soustraire au gage commun des créanciers un ou plusieurs éléments constitutifs de son patrimoine, sans que le débiteur perde le droit de propriété sur ces éléments constitutifs, et ce dans l'attente d'une décision quant au fond du litige qui existe entre le créancier et le débiteur. Les articles visés du Code judiciaire règlent ainsi une situation spécifique, en vertu de laquelle des règles procédurales spécifiques sont en principe justifiées. | Vermits die bepaling de in artikel 1034 van het Gerechtelijk Wetboek voorgeschreven termijn niet vermeldt, geldt de bedoelde termijnverlenging niet voor de termijn waarbinnen het derdenverzet tegen een beschikking van de beslagrechter waarbij toelating tot het leggen van bewarend beslag wordt verleend, moet worden ingediend. B.5. In tegenstelling tot wat de Ministerraad beweert, bevinden de personen die derdenverzet aantekenen tegen een beschikking van de beslagrechter waarbij toelating wordt verleend tot het leggen van bewarend beslag, enerzijds, en de personen die hoger beroep of verzet instellen tegen een beslissing die in een andere procedure is gewezen, anderzijds, zich in situaties die voldoende vergelijkbaar zijn, wat het begin- en eindpunt van de termijnen voor het aanwenden van de rechtsmiddelen betreft. B.6. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende procedureregels in verschillende omstandigheden, houdt op zich geen discriminatie in. Van discriminatie zou slechts sprake zijn indien het verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van die procedureregels, een onevenredige beperking van de rechten van de daarbij betrokken personen met zich zou meebrengen. B.7. Met een bewarend beslag beoogt de schuldeiser zijn schuldenaar te beletten één of meer bestanddelen van zijn vermogen aan het onderpand van de schuldeisers te onttrekken, zonder dat de schuldenaar het eigendomsrecht over die bestanddelen verliest, en dit in afwachting van een uitspraak ten gronde over het geschil dat bestaat tussen de schuldeiser en de schuldenaar. De desbetreffende artikelen van het Gerechtelijk Wetboek regelen aldus een specifieke situatie, op grond waarvan specifieke procedureregels in beginsel zijn verantwoord. B.8.1. De parlementaire voorbereiding van het Gerechtelijk Wetboek van |
B.8.1. Les travaux préparatoires du Code judiciaire du 10 octobre 1967 | 10 oktober 1967 vermeldt met betrekking tot het derdenverzet het |
mentionnent, en ce qui concerne la tierce opposition, ce qui suit : | volgende : |
« Enfin, l'organisation pratique de la tierce opposition, procédure | « Ten slotte maakt de praktische inrichting van het derdenverzet, een |
pareillement applicable aux procédures sur requête, permet d'éviter | rechtspleging die eveneens toepasselijk is op de procedures op |
l'inconvénient d'une longue incertitude. Le délai pour introduire le | verzoekschrift, het mogelijk het ongemak van een langdurige |
recours est abrégé lorsque la décision est signifiée au tiers qui | onzekerheid te vermijden. De termijn om het rechtsmiddel aan te wenden |
pourrait être opposant. Ainsi, si une personne a lieu de craindre une | wordt ingekort wanneer de beslissing betekend wordt aan een derde die |
verzet zou kunnen doen. Zo kan een persoon die reden heeft verzet te | |
tierce opposition de la part d'une autre personne, qui n'a pas été | vrezen van een derde die niet voor de rechter is opgeroepen, deze |
appelée devant le juge, elle peut la contraindre à prendre parti dans | ertoe verplichten op korte termijn partij te kiezen door hem de |
un bref délai, en lui signifiant la décision (art. 1034) » (Doc. | beslissing te betekenen (art. 1034) » (Parl. St., Senaat, 1963-1964, |
parl., Sénat, 1963-1964, n° 60, p. 239). | nr. 60, p. 239). |
B.8.2. Il ressort de ceci que le législateur, lorsqu'il a fixé les | B.8.2. Daaruit blijkt dat de wetgever bij het bepalen van de nadere |
règles relatives à la tierce opposition, a tenté d'établir un système | regelgeving betreffende het derdenverzet heeft gestreefd naar een |
offrant à relativement court terme une sécurité juridique à la | systeem waarbij op relatief korte termijn rechtszekerheid kan worden |
personne qui a intenté la procédure sur requête unilatérale, en | geboden aan de persoon die de procedure op eenzijdig verzoekschrift |
l'espèce la personne qui requiert l'autorisation de pratiquer une | heeft ingeleid, te dezen de persoon die om de toelating tot het leggen |
saisie conservatoire. | van bewarend beslag heeft verzocht. |
B.9. Dans sa rédaction initiale, l'article 50 du Code judiciaire | B.9. In de oorspronkelijke redactie ervan bepaalde artikel 50 van het |
prévoyait que « si le délai d'appel ou d'opposition expire pendant les | Gerechtelijk Wetboek dat indien « de termijn van hoger beroep of |
vacances judiciaires ou dans les huit jours qui suivent, il est | verzet [verstrijkt] gedurende de gerechtelijke vakantie of binnen acht |
prorogé jusqu'au quinzième jour de l'année judiciaire ». Cette | dagen daarna, [hij] dan wordt [...] verlengd tot de vijftiende dag van |
disposition était une innovation, les dispositions législatives | het gerechtelijk jaar ». Die bepaling was een nieuwigheid vermits de |
antérieures ne prévoyant pas une telle prorogation (Doc. parl., Sénat, | vorige wetsbepalingen niet in dergelijke verlenging voorzagen (Parl. |
1969-1970, n° 11, p. 3). | St., Senaat, 1969-1970, nr. 11, p. 3). |
Ladite disposition fut modifiée par la loi du 24 juin 1970 (dont est | Die bepaling werd gewijzigd bij de wet van 24 juni 1970 (waaruit het |
issu l'article 50, alinéa 2, en cause), compte tenu de ce qu'elle | in het geding zijnde artikel 50, tweede lid, is voortgekomen), |
rekening houdend met het feit dat zij leidde tot « het invoeren van | |
een gerechtelijk verwijl van twee en een halve maand, waarbij alle | |
aboutissait « à organiser un moratoire judiciaire de deux mois et demi | tenuitvoerleggingen worden vertraagd, terwijl de gerechtelijke |
et à retarder ainsi toutes les exécutions, alors que la réforme | hervorming de vluggere afwikkeling van de zaken tot doel had » (ibid., |
judiciaire tend à accélérer le cours des affaires » (ibid., pp. 2 et | pp. 2 en 3). Sommigen merkten in dat verband op dat « een vonnis |
3). Certains firent observer à cet égard « qu'un arrêt signifié, par | |
exemple, le 3 juin, ne sera réputé coulé en force de chose jugée | betekend, bv. op 3 juni, slechts na 15 september in kracht van |
qu'après le 15 septembre » (Doc. parl., Sénat, 1969-1970, n° 138, p. | gewijsde kan worden geacht » (Parl. St., Senaat, 1969-1970, nr. 138, |
2). | p. 2). |
Il fut décidé, non pas de revenir à la situation antérieure, mais de | Er werd beslist niet naar de vroegere situatie terug te keren, maar te |
prévoir une prorogation n'aboutissant pas à de tels retards dans le | voorzien in een verlenging die niet tot een dergelijke vertraging in |
déroulement des procédures (Doc. parl., Chambre, 1969-1970, n° 582/3, | de afwikkeling van de rechtsplegingen zou leiden (Parl. St., Kamer, |
p. 3). | 1969-1970, nr. 582/3, p. 3). |
Concernant les affaires urgentes, il a en outre été observé dans les | Met betrekking tot dringende zaken werd in de parlementaire |
travaux préparatoires : | voorbereiding bovendien opgemerkt : |
« Dans certains cas urgents, ces prorogations de délais pourront | « In sommige spoedeisende gevallen kan de verlenging van de termijnen |
donner lieu à de très graves difficultés, notamment en matière de | ernstige bezwaren opleveren, inzonderheid ter zake van de middelen tot |
voies d'exécution et de mesures conservatoires » (Doc. parl., Sénat, | tenuitvoerlegging en de bewarende maatregelen » (Parl. St., Senaat, |
1969-1970, n° 11, p. 3). | 1969-1970, nr. 11, p. 3). |
B.10. Le législateur a ainsi entendu concilier, d'une part, le souci | B.10. De wetgever heeft aldus de bekommernis om de rechtzoekende in |
de permettre au justiciable de se défendre, en évitant qu'une | staat te stellen zich te verdedigen, en daarbij te vermijden dat een |
signification faite au cours des vacances judiciaires ne prenne le | betekening tijdens de gerechtelijke vakantie hem zou overvallen omdat |
justiciable au dépourvu en raison d'un caractère de notoriété | zij onvoldoende bekend zou zijn, enerzijds, (Parl. St., Senaat, |
insuffisant (Doc. parl., Sénat, 1969-1970, n° 138, p. 2), et, d'autre | 1969-1970, nr. 138, p. 2), willen verenigen met de bekommernis om de |
part, le souci de ne pas retarder les procédures judiciaires, et plus | gerechtelijke procedures, en meer in het bijzonder de procedures die |
particulièrement les procédures qui sont urgentes. | spoedeisend zijn, niet te vertragen, anderzijds. |
B.11. Compte tenu de l'objectif qu'il poursuivait, d'offrir à | B.11. Rekening houdend met de door hem nagestreefde doelstelling om de |
relativement court terme une sécurité juridique aux créanciers, ainsi | schuldeiser op relatief korte termijn rechtszekerheid te bieden, |
que du fait qu'une autorisation judiciaire de pratiquer une saisie | alsmede met het feit dat een rechterlijke toelating tot het leggen van |
conservatoire ne peut être accordée que dans des cas urgents, le | bewarend beslag slechts in spoedeisende gevallen kan worden verleend, |
législateur pouvait estimer qu'il fallait éviter de retarder la | vermocht de wetgever van oordeel te zijn dat een vertraging van de |
procédure en cas de tierce opposition contre une ordonnance du juge des saisies. Le choix ainsi opéré n'est pas sans justification raisonnable. B.12. La requête relative à l'autorisation de pratiquer une saisie conservatoire est en outre souvent précédée par d'autres actes émanant du créancier, tels que des commandements et des mises en demeure, qui offrent au débiteur l'occasion de prendre les mesures préventives nécessaires pour le cas où le créancier procèderait à une saisie conservatoire et où l'ordonnance judiciaire d'autorisation serait signifiée pendant les vacances judiciaires. B.13. Eu égard aux objectifs précités poursuivis par le législateur et à la nature particulière de la procédure relative à la saisie conservatoire, et compte tenu du principe général de droit selon lequel la rigueur de la loi peut être tempérée en cas de force majeure ou d'erreur invincible, principe auquel les dispositions en cause n'ont pas dérogé, ces dispositions ne portent pas atteinte de manière disproportionnée aux droits du débiteur. B.14. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | rechtspleging in geval van derdenverzet tegen een beschikking van de beslagrechter dient te worden voorkomen. De aldus gemaakte keuze is niet zonder redelijke verantwoording. B.12. Het verzoekschrift betreffende de toelating tot het leggen van bewarend beslag wordt bovendien doorgaans voorafgegaan door andere van de schuldeiser uitgaande handelingen, zoals aanmaningen en ingebrekestellingen, die de schuldenaar in de gelegenheid plaatsen om de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen voor het geval dat de schuldeiser zou overgaan tot het leggen van een bewarend beslag en de rechterlijke beschikking tot toelating tijdens de gerechtelijke vakantie zou worden betekend. B.13. Gelet op de voormelde door de wetgever nagestreefde doelstellingen en op de bijzondere aard van de rechtspleging betreffende het bewarend beslag, en rekening houdend met het algemene rechtsbeginsel dat de strengheid van de wet in geval van overmacht of van onoverwinnelijke dwaling kan worden gemilderd, beginsel waarvan de in het geding zijnde bepalingen niet zijn afgeweken, doen die bepalingen niet op onevenredige wijze afbreuk aan de rechten van de schuldenaar. B.14. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
Les articles 50, alinéa 2, 1034 et 1419 du Code judiciaire ne violent | De artikelen 50, tweede lid, 1034 en 1419 van het Gerechtelijk Wetboek |
pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 18 octobre 2012. | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 18 oktober 2012. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
M. Bossuyt | M. Bossuyt |