← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 120/2012 du 18 octobre 2012 Numéro du rôle : 5276 En cause :
la question préjudicielle relative à l'article 65 de la loi du 16 mars 1971 sur le travail, posée par
la Cour du travail de Mons. La Cour constitutionnelle, composée des présidents R. Henneuse
et M. Bossuyt, et des juges E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moe(...)"
Extrait de l'arrêt n° 120/2012 du 18 octobre 2012 Numéro du rôle : 5276 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 65 de la loi du 16 mars 1971 sur le travail, posée par la Cour du travail de Mons. La Cour constitutionnelle, composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moe(...) | Uittreksel uit arrest nr. 120/2012 van 18 oktober 2012 Rolnummer 5276 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 65 van de arbeidswet van 16 maart 1971, gesteld door het Arbeidshof te Bergen. Het Grondwettelijk Hof, samengeste wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 120/2012 du 18 octobre 2012 | Uittreksel uit arrest nr. 120/2012 van 18 oktober 2012 |
Numéro du rôle : 5276 | Rolnummer 5276 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 65 de la loi | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 65 van de |
du 16 mars 1971 sur le travail, posée par la Cour du travail de Mons. | arbeidswet van 16 maart 1971, gesteld door het Arbeidshof te Bergen. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De | samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de |
Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, P. Nihoul et F. Daoût, assistée du | rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, P. Nihoul en F. |
greffier F. Meersschaut, présidée par le président R. Henneuse, | Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt du 19 décembre 2011 en cause de Roméo Collodel contre la | Bij arrest van 19 december 2011 in zake Roméo Collodel tegen de cvba « |
SCRL « IGRETEC », dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | IGRETEC », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen |
le 26 décembre 2011, la Cour du travail de Mons a posé la question | op 26 december 2011, heeft het Arbeidshof te Bergen de volgende |
préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 3, § 1, 1°, de la loi du 16 mars 1971 sur le travail | « Naar luid van artikel 3, § 1, 1°, van de arbeidswet van 16 maart |
énonce que les dispositions du chapitre III, (sections 1 et 2 et 4 à | 1971 zijn de bepalingen van hoofdstuk III, (afdelingen 1 en 2 en 4 tot |
7), ne sont pas applicables aux personnes occupées par l'Etat, les provinces, les communes, les établissements publics qui en dépendent et les organismes d'intérêt public, sauf si elles sont occupées par des établissements exerçant une activité industrielle ou commerciale ou par des établissements dispensant des soins de santé, de prophylaxie ou d'hygiène. Il en résulte que pour les dispositions relatives au temps de travail et de repos, le législateur a assimilé la situation des personnes occupées par des établissements du secteur public exerçant une activité industrielle ou commerciale et leurs employeurs à celle des travailleurs du secteur privé et leurs employeurs. | 7), niet van toepassing op de personen tewerkgesteld door het Rijk, de provinciën, de gemeenten, de openbare instellingen die eronder ressorteren en de instellingen van openbaar nut, behoudens indien zij tewerkgesteld zijn door instellingen die een industriële of commerciële activiteit uitoefenen of door instellingen die geneeskundige, profylactische of hygiënische verzorging verlenen. Daaruit volgt dat, met betrekking tot de bepalingen betreffende de arbeids- en rusttijden, de wetgever de situatie van de personen die tewerkgesteld zijn door instellingen van de openbare sector die een industriële of commerciële activiteit uitoefenen en hun werkgevers heeft gelijkgesteld met die van de werknemers uit de privésector en hun werkgevers. |
L'article 3, § 3, 1°, de la loi du 16 mars 1971 sur le travail dispose | Artikel 3, § 3, 1°, van de arbeidswet van 16 maart 1971 bepaalt |
toutefois que les dispositions du chapitre III, (section 2 et 4 à 7), | niettemin dat de bepalingen van hoofdstuk III, (afdelingen 2 en 4 tot |
ne sont pas applicables aux travailleurs désignés par le Roi comme | 7), niet van toepassing zijn op de door de Koning aangewezen |
investis d'un poste de direction ou de confiance. | werknemers die een leidende functie uitoefenen of een vertrouwenspost bekleden. |
L'article 2 de l'arrêté royal du 10 février 1965 désignant les | Bij artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 februari 1965 ' tot |
aanwijzing van de personen die met een leidende functie of met een | |
personnes investies d'un poste de direction ou de confiance, dans les | vertrouwenspost zijn bekleed in de particuliere sectors van 's lands |
secteurs privés de l'économie nationale, pour l'application de la loi | bedrijfsleven, voor de toepassing van de wet betreffende de |
sur la durée du travail établit la liste de ces travailleurs. | arbeidsduur ', wordt de lijst van die werknemers vastgesteld. |
Cet arrêté royal a été adopté sous l'empire de la loi du 15 juillet | Dat koninklijk besluit werd aangenomen onder de gelding van de wet van |
1964 sur la durée du travail dans les secteurs public et privé de | 15 juli 1964 ' betreffende de arbeidsduur in de openbare en de |
l'économie nationale. | particuliere sector van 's Lands bedrijfsleven '. |
Cette loi a été abrogée par l'article 64 de la loi du 16 mars 1971 sur | Die wet werd opgeheven bij artikel 64 van de arbeidswet van 16 maart |
le travail qui constitue une coordination de plusieurs législations | 1971, die een coördinatie is van verschillende wetgevingen (waaronder |
(dont la loi du 15 juillet 1964). | de wet van 15 juli 1964). |
L'article 65 de la loi du 16 mars 1971 énonce que les arrêtés pris en | Artikel 65 van de wet van 16 maart 1971 bepaalt dat de besluiten |
exécution des lois et des arrêtés abrogés par l'article 64 restent en | genomen ter uitvoering van de door artikel 64 opgeheven wetten en |
vigueur jusqu'à leur abrogation expresse ou jusqu'à l'expiration de | besluiten van kracht blijven totdat zij uitdrukkelijk worden opgeheven |
leur durée de validité. | of totdat hun geldigheidsduur verstrijkt. |
L'article 65 de la loi du 16 mars 1971 a donc confirmé le maintien en | Artikel 65 van de wet van 16 maart 1971 heeft dus de handhaving van |
vigueur de l'AR du 10 février 1965. | het koninklijk besluit van 10 februari 1965 bekrachtigd. |
Schendt artikel 65 van de wet van 16 maart 1971, in de interpretatie | |
Dans l'interprétation selon laquelle l'arrêté royal du 10 février 1965 | dat het koninklijk besluit van 10 februari 1965 niet van toepassing is |
ne s'applique pas aux personnes occupées par des établissements du | op de personen die tewerkgesteld zijn door instellingen van de |
secteur public exerçant une activité industrielle ou commerciale et à | openbare sector die een industriële of commerciële activiteit |
leurs employeurs, l'article 65 de la loi du 16 mars 1971 ne viole-t-il | uitoefenen, noch op hun werkgevers, de bepalingen van de artikelen 10 |
pas les dispositions des articles 10 et 11 de la Constitution, lus | en 11 van de Grondwet, afzonderlijk of in onderlinge samenhang |
seuls ou en combinaison les uns avec les autres, en ce qu'il créerait | gelezen, in zoverre het de beginselen van gelijkheid en |
une rupture des principes d'égalité et de non-discrimination entre | niet-discriminatie zou verbreken tussen twee vergelijkbare groepen van |
deux groupes comparables de travailleurs et d'employeurs en maintenant | werknemers en werkgevers doordat het zonder beperking in de tijd een |
sans limite dans le temps une différence de traitement non-justifiée | verschil in behandeling dat niet objectief is verantwoord, in stand |
objectivement entre eux soit, d'une part, les travailleurs (tel M. C.) | houdt tussen hen, namelijk, enerzijds, de werknemers (zoals de heer |
qui prestent au sein d'un établissement du secteur public exerçant une | C.) die werken in een instelling van de openbare sector die een |
activité commerciale (telle est la situation de la SCRL IGRETEC) et | commerciële activiteit uitoefent (zoals de cvba ' IGRETEC ') en die, |
qui peuvent revendiquer, à charge de leur employeur, le bénéfice à | ten laste van hun werkgever, aanspraak kunnen maken op het voordeel |
leur profit de la loi du 16 mars 1971 sur la durée du travail (à tout | van de wet van 16 maart 1971 betreffende de arbeidsduur (minstens het |
le moins le bénéfice du chapitre III, section 2) et ce même s'ils sont | voordeel van hoofdstuk III, afdeling 2), zelfs indien zij een leidende |
investis d'un poste de direction ou de confiance dans la mesure où | functie uitoefenen of een vertrouwenspost bekleden, in zoverre het |
l'arrêté royal du 10 février 1965 n'est pas applicable aux | koninklijk besluit van 10 februari 1965 niet van toepassing is op de |
travailleurs prestant au sein d'un établissement public (et, donc, | werknemers die in een openbare instelling werken (en dus evenmin op de |
inapplicable aussi aux employeurs appartenant au secteur public de | werkgevers van de openbare sector van het bedrijfsleven, zoals de cvba |
l'économie comme la SCRL IGRETEC) et, d'autre part, les travailleurs | ' IGRETEC ') en, anderzijds, de werknemers die werken voor een |
prestant pour compte d'un employeur appartenant au secteur privé de | werkgever van de privésector van het bedrijfsleven, die daarentegen |
l'économie qui, quant à eux, sont exclus du champ d'application de la | zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van de wet van 16 maart |
loi du 16 mars 1971 (à tout le moins le chapitre III, section 2 sur la | 1971 (althans van hoofdstuk III, afdeling 2, betreffende de |
durée du travail) s'ils sont investis d'un poste de direction ou de | arbeidsduur) indien zij een leidende functie uitoefenen of een |
confiance dans les conditions et limites prescrites par l'arrêté royal | vertrouwenspost bekleden onder de voorwaarden en binnen de grenzen die |
du 10 février 1965 ? ». | zijn voorgeschreven bij het koninklijk besluit van 10 februari 1965 ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. La question préjudicielle porte sur l'article 65 de la loi du 16 | B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 65 van de |
mars 1971 sur le travail, qui dispose : | arbeidswet van 16 maart 1971, dat bepaalt : |
« Les arrêtés pris en exécution des lois et les arrêtés abrogés par | |
l'article 64 restent en vigueur jusqu'à leur abrogation expresse ou | « De besluiten genomen ter uitvoering van de door artikel 64 opgeheven |
jusqu'à l'expiration de leur durée de validité. | wetten en besluiten blijven van kracht totdat zij uitdrukkelijk worden |
Toutefois, les arrêtés pris en exécution des lois sur le travail des | opgeheven of totdat hun geldigheidsduur verstrijkt. |
enfants coordonnées le 28 février 1919 et abrogés par l'article 64, | De besluiten genomen ter uitvoering van de door artikel 64, 1°, |
1°, cessent en tout cas de produire leurs effets un an après le | opgeheven wetten op de kinderarbeid, gecoördineerd op 28 februari |
dernier jour du mois au cours duquel la présente loi est publiée ». | 1919, houden echter in elk geval op uitwerking te hebben een jaar na |
B.2. La Cour du travail estime que cette disposition a pour effet de | de laatste dag van de maand waarin deze wet is bekendgemaakt ». |
maintenir en vigueur, sans limitation dans le temps, l'arrêté royal du | B.2. Het Arbeidshof is van mening dat die bepaling tot gevolg heeft |
10 février 1965 « désignant les personnes investies d'un poste de | dat het koninklijk besluit van 10 februari 1965 « tot aanwijzing van |
de personen die met een leidende functie of met een vertrouwenspost | |
zijn bekleed in de particuliere sectors van 's lands bedrijfsleven, | |
direction ou de confiance, dans les secteurs privés de l'économie | voor de toepassing van de wet betreffende de arbeidsduur » wordt |
nationale, pour l'application de la loi sur la durée du travail ». | gehandhaafd zonder beperking in de tijd. |
Cet arrêté royal avait été adopté sur la base de la loi du 15 juillet | Dat koninklijk besluit was aangenomen op grond van de wet van 15 juli |
1964 « sur la durée du travail dans les secteurs publics et privés de | 1964 « betreffende de arbeidsduur in de openbare en particuliere |
l'économie nationale », qui a été abrogée par l'article 64, 4°, de la | sectors van 's Lands bedrijfsleven », die werd opgeheven bij artikel |
loi du 16 mars 1971 sur le travail. | 64, 4°, van de arbeidswet van 16 maart 1971. |
B.3. Il ressort des motifs de l'arrêt qui interroge la Cour que le | B.3. Uit de motivering van het arrest waarbij het Hof wordt |
litige pendant devant la juridiction a quo concerne notamment le | ondervraagd, blijkt dat het voor het verwijzende rechtscollege |
paiement d'arriérés de traitement et de sursalaires pour des heures | hangende geschil betrekking heeft op meer bepaald de betaling van |
achterstallen van wedde en weddetoeslag voor overuren die werden | |
supplémentaires accomplies par un employé de la SCRL « IGRETEC ». La | gepresteerd door een bediende van de cvba « IGRETEC ». Het verwijzende |
juridiction a quo a jugé que cette société est un établissement public | rechtscollege oordeelde dat die vennootschap een openbare instelling |
exerçant une activité commerciale et qu'elle est à ce titre soumise | is die een commerciële activiteit uitoefent en dat zij in die |
aux dispositions du chapitre III, sections 1 et 2 et 4 à 7, de la loi | hoedanigheid is onderworpen aan de bepalingen van hoofdstuk III, |
du 16 mars 1971 sur le travail. Ces dispositions sont relatives au | afdelingen 1 en 2 en 4 tot 7, van de arbeidswet van 16 maart 1971. Die |
temps de travail et de repos. | bepalingen hebben betrekking op de arbeidstijd en de rusttijden. |
En effet, en application de l'article 3, § 1er, de la loi du 16 mars | Met toepassing van artikel 3, § 1, van de wet van 16 maart 1971, zijn |
1971, ces dispositions sont applicables notamment aux personnes | die bepalingen immers onder meer van toepassing op de personen |
occupées par des établissements publics exerçant une activité | tewerkgesteld door openbare instellingen die een industriële of |
industrielle ou commerciale. | commerciële activiteit uitoefenen. |
B.4. L'article 3, § 3, 1°, de la loi du 16 mars 1971 sur le travail | B.4. Artikel 3, § 3, 1°, van de arbeidswet van 16 maart 1971 bepaalt |
prévoit toutefois que les dispositions du chapitre III, sections 2 et | niettemin dat de bepalingen van hoofdstuk III, afdelingen 2 en 4 tot |
4 à 7, de cette loi ne sont pas applicables « aux travailleurs | 7, van die wet niet van toepassing zijn op « de door de Koning |
désignés par le Roi comme investis d'un poste de direction ou de | aangewezen werknemers die een leidende functie uitoefenen of een |
confiance ». Il s'agit de celles qui sont relatives à la durée du | vertrouwenspost bekleden ». Het gaat om de bepalingen betreffende de |
travail, au travail de nuit, au respect des horaires de travail, aux | arbeidsduur, nachtarbeid, het naleven van de uurroosters, de |
intervalles de repos et aux pauses. | rusttijden en de pauzes. |
Il en découle qu'il revient au Roi de déterminer quels sont les | Uit die bepaling volgt dat het de Koning toekomt te bepalen welke |
travailleurs qui doivent être considérés comme occupant un poste de | werknemers moeten worden beschouwd als werknemers met een leidende |
direction ou de confiance et qui ne bénéficient pas, en conséquence, | functie of een vertrouwenspost, en die bijgevolg niet die bepalingen |
de ces dispositions de la loi du 16 mars 1971 sur le travail. | van de arbeidswet van 16 maart 1971 genieten. |
B.5. L'arrêté royal du 10 février 1965 précité procède à cette | B.5. Het voormelde koninklijk besluit van 10 februari 1965 gaat over |
désignation pour ce qui concerne les travailleurs occupés dans les | tot die aanwijzing voor wat betreft de werknemers tewerkgesteld « in |
secteurs privés de l'économie nationale. Les établissements du secteur | de particuliere sectors van 's lands bedrijfsleven ». De instellingen |
public exerçant une activité industrielle ou commerciale sont exclus | van de openbare sector die een industriële of commerciële activiteit |
de son champ d'application. Exception faite pour quatre arrêtés royaux | uitoefenen, zijn van het toepassingsgebied ervan uitgesloten. Met |
concernant certaines entreprises publiques spécifiques, le Roi n'a pas | uitzondering van vier koninklijke besluiten betreffende bepaalde |
pris d'initiative comparable en ce qui concerne les entreprises du | specifieke openbare ondernemingen, heeft de Koning geen vergelijkbaar |
secteur public auxquelles s'appliquent les dispositions précitées de | initiatief genomen voor de ondernemingen van de openbare sector, |
la loi du 16 mars 1971 sur le travail. | waarvoor de voormelde bepalingen van de arbeidswet van 16 maart 1971 gelden. |
Il en découle qu'à défaut d'avoir été désignés comme tels par un | Daaruit volgt dat, doordat zij niet als zodanig bij een koninklijk |
arrêté royal, les travailleurs occupant un poste de direction ou de | besluit zijn aangewezen, de werknemers met een leidende functie of een |
confiance dans les établissements publics exerçant une activité | vertrouwenspost in de openbare instellingen die een industriële of |
industrielle ou commerciale bénéficient des dispositions de la loi du | commerciële activiteit uitoefenen, de bepalingen van de arbeidswet van |
16 mars 1971 sur le travail qui concernent le temps de travail et de | 16 maart 1971 genieten die betrekking hebben op de arbeidstijd en de |
repos. | rusttijden. |
B.6. La Cour est invitée à examiner la différence de traitement qui | B.6. Het Hof wordt verzocht het verschil in behandeling te onderzoeken |
existe entre les travailleurs occupant un poste de direction ou de | tussen de werknemers met een leidende functie of een vertrouwenspost |
confiance au sein d'un établissement public exerçant une activité | in een openbare instelling die een industriële of commerciële |
industrielle ou commerciale et les travailleurs occupant un poste | activiteit uitoefent, en de werknemers met een soortgelijke functie in |
similaire au sein d'une entreprise appartenant au secteur privé de | een onderneming uit de privésector van het bedrijfsleven, doordat de |
l'économie, les premiers pouvant revendiquer à leur profit le bénéfice | eerstgenoemden het voordeel kunnen eisen van de bepalingen van de wet |
des dispositions de la loi du 16 mars 1971 qui concernent le temps de | van 16 maart 1971 die betrekking hebben op de arbeidstijd en de |
travail et de repos alors que les seconds ne le peuvent pas. | rusttijden, terwijl de laatstgenoemden dat niet kunnen. |
B.7. Cette différence de traitement ne trouve pas son origine dans | B.7. Dat verschil in behandeling vindt zijn oorsprong niet in artikel |
l'article 65 de la loi du 16 mars 1971. En effet, cette disposition, | 65 van de wet van 16 maart 1971. Doordat die bepaling het koninklijk |
en n'abrogeant pas l'arrêté royal du 10 février 1965 qui est | besluit van 10 februari 1965 dat van toepassing is op de privésector |
van het bedrijfsleven niet opheft, heeft zij immers niet als | |
applicable au secteur privé de l'économie, n'a ni pour portée ni pour | draagwijdte, noch tot gevolg dat de Koning wordt verhinderd |
effet d'empêcher le Roi d'adopter des dispositions semblables pour les | soortgelijke bepalingen aan te nemen voor de werknemers tewerkgesteld |
travailleurs occupés par les établissements publics exerçant une | door de openbare instellingen die een industriële of commerciële |
activité industrielle ou commerciale auxquels s'appliquent les | activiteit uitoefenen, waarop de bepalingen van de wet van 16 maart |
dispositions de la loi du 16 mars 1971 relatives au temps de travail | 1971 die betrekking hebben op de arbeidstijd en de rusttijden van |
et de repos. L'article 3, § 3, 1°, de la même loi L'y autorise | toepassing zijn. Artikel 3, § 3, 1°, van dezelfde wet machtigt Hem |
d'ailleurs expressément, puisque la délégation au Roi qu'il contient | overigens uitdrukkelijk daartoe, omdat de erin vervatte delegatie aan |
ne fait aucune distinction entre les travailleurs relevant du secteur | de Koning geen enkel onderscheid maakt tussen de werknemers van de |
privé et ceux qui relèvent des entreprises publiques auxquelles | privésector en die van de openbare ondernemingen waarop de wet van |
s'applique la loi. De ce que le Roi n'a pas fait usage de cette | toepassing is. Uit het feit dat de Koning voor die laatsten geen |
faculté pour ce qui concerne ces dernières, il ne saurait être déduit | gebruik heeft gemaakt van die mogelijkheid, kan niet worden afgeleid |
que l'article 65 de la loi du 16 mars 1971 serait contraire aux | dat artikel 65 van de wet van 16 maart 1971 strijdig zou zijn met de |
articles 10 et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
B.8. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 65 de la loi du 16 mars 1971 sur le travail ne viole pas les | Artikel 65 van de arbeidswet van 16 maart 1971 schendt de artikelen 10 |
articles 10 et 11 de la Constitution. | en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 18 octobre 2012. | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 18 oktober 2012. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
R. Henneuse | R. Henneuse |