← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 94/2012 du 12 juillet 2012 Numéro du rôle : 5261 En cause :
les questions préjudicielles concernant les articles 343, § 1 er , b), 356-1 et
356-2 du Code civil, posées par le Tribunal de la jeunesse de Lou La Cour constitutionnelle, composée
des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De(...)"
Extrait de l'arrêt n° 94/2012 du 12 juillet 2012 Numéro du rôle : 5261 En cause : les questions préjudicielles concernant les articles 343, § 1 er , b), 356-1 et 356-2 du Code civil, posées par le Tribunal de la jeunesse de Lou La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De(...) | Uittreksel uit arrest nr. 94/2012 van 12 juli 2012 Rolnummer 5261 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 343, § 1, b), 356-1 en 356-2 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Jeugdrechtbank te Leuven. Het Grondw samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen,(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 94/2012 du 12 juillet 2012 | Uittreksel uit arrest nr. 94/2012 van 12 juli 2012 |
Numéro du rôle : 5261 | Rolnummer 5261 |
En cause : les questions préjudicielles concernant les articles 343, § | In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 343, § 1, |
1er, b), 356-1 et 356-2 du Code civil, posées par le Tribunal de la | b), 356-1 en 356-2 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de |
jeunesse de Louvain. | Jeugdrechtbank te Leuven. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De | samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de |
Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, | rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. |
J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul et F. Daoût, assistée du | Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en F. |
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Bossuyt, | Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par jugement du 22 novembre 2011 en cause de C.D., dont l'expédition | Bij vonnis van 22 november 2011 in zake C.D., waarvan de expeditie ter |
est parvenue au greffe de la Cour le 1er décembre 2011, le Tribunal de | griffie van het Hof is ingekomen op 1 december 2011, heeft de |
la jeunesse de Louvain a posé les questions préjudicielles suivantes : | Jeugdrechtbank te Leuven de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« L'article 343, § 1er, b), du Code civil viole-t-il les articles 10, | « Schendt artikel 343, § 1, b), van het Burgerlijk Wetboek de |
11, 22 et 22bis de la Constitution, ainsi que les articles 8 de la | artikelen 10, 11, 22 en 22bis van de Grondwet alsook de artikelen 8 |
Convention européenne des droits de l'homme et 21 de la Convention | EVRM en 21 van het IVRK, waar het niet toelaat aan een voormalige |
relative aux droits de l'enfant, en ce qu'il ne permet pas à un ancien | partner van een biologische of adoptieve ouder van een minderjarig |
partenaire d'un parent biologique ou adoptif d'un enfant mineur | kind om tot adoptie over te gaan vermits er geen samenwoonst meer is |
d'adopter, puisqu'il n'y a plus cohabitation au moment de | op het ogenblik van het neerleggen van het verzoek tot adoptie, maar |
l'introduction de la demande en adoption, même s'il y a eu, pendant au | er gedurende minstens 3 jaren vóór de indiening van het verzoekschrift |
moins trois ans avant l'introduction de la demande, une cohabitation | een affectieve én permanente samenwoonst was, tijdens dewelke het |
affective et permanente, au cours de laquelle l'enfant biologique ou | biologische of adoptieve minderjarige kind van zijn of haar voormalige |
adoptif mineur de son ancien partenaire est né, alors que cela est | partner werd geboren, terwijl dit wel mogelijk is voor iemand die op |
possible pour la personne qui, au moment de l'introduction de la | het ogenblik van het indienen van het verzoekschrift minstens 3 jaren |
demande, cohabite depuis au moins trois ans de manière affective et | op affectieve én permanente wijze samenwoont met de biologische of |
permanente avec le parent biologique ou adoptif d'un enfant mineur né | adoptieve ouder van een minderjarig kind dat tijdens deze affectieve |
au cours de cette cohabitation affective et permanente ? | én permanente samenwoonst is geboren ? |
En cas de violation par l'article 343, § 1er, b), précité, du Code | Bij een eventuele schending van vermeld artikel 343, § 1, b), van het |
civil, le Tribunal pose ensuite, complémentairement, la question | Burgerlijk Wetboek stelt de rechtbank vervolgens aanvullend volgende |
suivante : | vraag : |
Les articles 356-1 et 356-2 du Code civil violent-ils les articles 10, | Schenden de artikelen 356-1 en 356-2 van het Burgerlijk Wetboek de |
11, 22 et 22bis de la Constitution et les articles 8 de la Convention | artikelen 10, 11, 22 en 22bis van de Grondwet en de artikelen 8 EVRM |
européenne des droits de l'homme et 21 de la Convention relative aux | en 21 van het IVRK, waar de artikelen 356-1 en 356-2 van het |
droits de l'enfant, en ce qu'en cas d'adoption plénière, ils ne | Burgerlijk Wetboek, in geval van volle adoptie, aan het biologische of |
permettent pas à l'enfant biologique ou adoptif mineur d'un ancien | adoptieve minderjarige kind van een niet-samenwonende voormalige |
partenaire non cohabitant de continuer à appartenir à sa famille | partner niet toelaten om tot zijn oorspronkelijke familie te blijven |
d'origine, alors que c'est bel et bien le cas pour l'enfant biologique | behoren, terwijl dit wel het geval is voor het biologische of |
ou adoptif mineur d'un partenaire cohabitant ? ». | adoptieve minderjarige kind van een samenwonende partner ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Les articles 343, 356-1 et 356-2 du Code civil disposent : | B.1. De artikelen 343, 356-1 en 356-2 van het Burgerlijk Wetboek bepalen : |
« Art. 343.§ 1er. On entend par : |
« Art. 343.§ 1. Er wordt verstaan onder : |
a) adoptant : une personne, des époux, ou des cohabitants; | a) adoptant : een persoon, echtgenoten, of samenwonenden; |
b) cohabitants : deux personnes ayant fait une déclaration de | b) samenwonenden : twee personen die een verklaring van wettelijke |
cohabitation légale ou deux personnes qui vivent ensemble de façon | samenwoning hebben afgelegd of twee personen die op een permanente en |
permanente et affective depuis au moins trois ans au moment de | affectieve wijze samenwonen sedert ten minste drie jaar op het |
l'introduction de la demande en adoption, pour autant qu'elles ne | tijdstip van de indiening van het verzoek om adoptie, voor zover zij |
soient pas unies par un lien de parenté entraînant une prohibition de | niet door een band van bloedverwantschap zijn verbonden die leidt tot |
mariage dont elles ne peuvent être dispensées par le Roi; | een huwelijksverbod waarvoor de Koning geen ontheffing kan verlenen; |
c) enfant : une personne âgée de moins de dix-huit ans. | c) kind : een persoon van minder dan achttien jaar. |
§ 2. II existe deux sortes d'adoption : l'adoption simple et | § 2. Er bestaan twee vormen van adoptie : de gewone adoptie en de |
l'adoption plénière ». | volle adoptie ». |
« Art. 356-1. L'adoption plénière confère à l'enfant et à ses | « Art. 356-1. De volle adoptie verleent aan het kind en zijn |
descendants un statut comportant des droits et obligations identiques | afstammelingen een statuut met dezelfde rechten en verplichtingen, als |
ware het kind geboren uit de adoptant of uit de adoptanten. | |
à ceux qu'ils auraient si l'enfant était né de l'adoptant ou des adoptants. | Onder voorbehoud van de huwelijksbeletsels omschreven in de artikelen |
Sous réserve des empêchements à mariage prévus aux articles 161 à 164, | 161 tot 164, houdt het kind dat ten volle is geadopteerd, op tot zijn |
l'enfant qui fait l'objet d'une adoption plénière cesse d'appartenir à | oorspronkelijke familie te behoren. |
sa famille d'origine. | Kinderen of adoptieve kinderen van de echtgenoot van de adoptant of |
Toutefois, l'enfant ou l'enfant adoptif du conjoint ou cohabitant, | van de persoon met wie hij samenwoont, zelfs overleden, houden evenwel |
même décédé, de l'adoptant ne cesse pas d'appartenir à la famille de | niet op te behoren tot de familie van die echtgenoot of van de persoon |
ce conjoint ou cohabitant. Si ce dernier vit encore, l'autorité | met wie wordt samengewoond. Indien deze nog in leven is, wordt het |
parentale sur l'adopté est exercée conjointement par l'adoptant et ce | ouderlijk gezag over de geadopteerde gezamenlijk uitgeoefend door de |
conjoint ou cohabitant ». | adoptant en die echtgenoot of persoon met wie wordt samengewoond ». |
« Art. 356-2. § 1er. L'adoption plénière confère à l'enfant, en le | « Art. 356-2. § 1. Door de volle adoptie verkrijgt het kind in plaats |
substituant au sien, le nom de l'adoptant ou de l'homme adoptant. | van zijn naam die van de adoptant of van de adopterende man. |
Toutefois, l'adoption plénière, par une femme, de l'enfant ou de | Volle adoptie door een vrouw van het kind of van het adoptief kind van |
l'enfant adoptif de son époux ou cohabitant n'entraîne aucune | haar echtgenoot of van de persoon met wie zij samenwoont brengt |
modification du nom de l'enfant. § 2. En cas d'adoption plénière simultanée par deux personnes de même sexe, celles-ci déclarent devant le tribunal, de commun accord, laquelle des deux donnera son nom à l'adopté. Le jugement mentionne cette déclaration. En cas d'adoption plénière par une personne de l'enfant ou de l'enfant adoptif de son conjoint de même sexe ou cohabitant de même sexe, l'adoptant et ce dernier déclarent devant le tribunal, de commun accord, lequel des deux donnera son nom à l'adopté. Le jugement mentionne cette déclaration. Le nom choisi par les adoptants conformément aux alinéas 1er et 2 s'impose aux enfants adoptés ultérieurement par eux ». | evenwel geen wijziging mee in de naam van het kind. § 2. In geval van gelijktijdige volle adoptie door twee personen van hetzelfde geslacht, verklaren die personen, in onderlinge overeenstemming, voor de rechtbank wie van beiden zijn naam zal geven aan de geadopteerde. Van die verklaring wordt melding gemaakt in het vonnis. In geval van volle adoptie door een persoon van het kind of het adoptiekind van zijn echtgenoot van hetzelfde geslacht of van de persoon van hetzelfde geslacht met wie hij samenleeft, verklaren de adoptant en laatstgenoemde, in onderlinge overeenstemming, voor de rechtbank wie van beiden zijn naam aan de geadopteerde zal geven. Van die verklaring wordt melding gemaakt in het vonnis. De door de adoptanten overeenkomstig het eerste en tweede lid gekozen naam geldt ook voor de later door hen geadopteerde kinderen ». |
B.2. Il est demandé à la Cour si l'article 343, § 1er, b), du Code | B.2. Het Hof wordt gevraagd of artikel 343, § 1, b), van het |
civil est compatible avec les articles 10, 11, 22 et 22bis de la | Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10, 11, 22 en 22bis |
Constitution, avec l'article 8 de la Convention européenne des droits | van de Grondwet, met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de |
de l'homme et avec l'article 21 de la Convention relative aux droits | rechten van de mens en met artikel 21 van het Verdrag inzake de |
de l'enfant, en ce que l'ancien partenaire du parent légal d'un enfant | rechten van het kind, doordat de voormalige partner van de wettelijke |
ouder van een minderjarig kind, die gedurende minstens drie jaar vóór | |
mineur, qui a cohabité de manière affective et permanente avec ce | de indiening van het verzoek tot adoptie van dat kind op affectieve en |
parent pendant au moins trois ans avant l'introduction de la demande | permanente wijze heeft samengewoond met die ouder, periode tijdens |
en adoption de cet enfant, celui-ci étant né au cours de cette | welke het kind werd geboren, dat kind niet kan adopteren omdat er geen |
période, ne peut adopter cet enfant parce qu'il n'y a plus de | samenwoning meer is op het ogenblik van het neerleggen van het |
cohabitation au moment de l'introduction de la demande en adoption, | verzoekschrift tot adoptie, terwijl de persoon die op het ogenblik van |
alors que la personne qui, au moment de l'introduction de la demande, | het indienen van het verzoekschrift sedert ten minste drie jaar op |
cohabite depuis au moins trois ans de manière affective et permanente | affectieve en permanente wijze samenwoont met de wettelijke ouder van |
avec le parent légal de l'enfant mineur né au cours de cette période | het minderjarige kind dat tijdens die periode van samenwoning is |
de cohabitation peut le faire. | geboren, dat wel kan. |
Si la Cour estimait que cette question appelle une réponse positive, | Indien het Hof van oordeel zou zijn dat die vraag bevestigend dient te |
il est également demandé si les articles 356-1 et 356-2 du Code civil | worden beantwoord, wordt aan het Hof eveneens gevraagd of de artikelen |
sont compatibles avec les articles 10, 11, 22 et 22bis de la | 356-1 en 356-2 van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar zijn met de |
Constitution, avec l'article 8 de la Convention européenne des droits | artikelen 10, 11, 22 en 22bis van de Grondwet, met artikel 8 van het |
de l'homme et avec l'article 21 de la Convention relative aux droits | Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 21 van het |
de l'enfant, en ce qu'en cas d'adoption plénière d'un enfant mineur | Verdrag inzake de rechten van het kind, doordat ze verhinderen, bij |
par l'ancien partenaire du parent légal de cet enfant, ces | volle adoptie van een minderjarig kind door de voormalige partner van |
dispositions empêchent que l'enfant continue à appartenir à sa famille | de wettelijke ouder van dat kind, dat het kind blijft behoren tot zijn |
d'origine, alors que tel n'est pas le cas lors de l'adoption plénière | oorspronkelijke familie, terwijl dit niet het geval is bij de volle |
par un partenaire cohabitant. | adoptie door een samenwonende partner. |
B.3.1. L'article 22 de la Constitution dispose : | B.3.1. Artikel 22 van de Grondwet bepaalt : |
« Chacun a droit au respect de sa vie privée et familiale, sauf dans | « Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn privé-leven en zijn |
les cas et conditions fixés par la loi. | gezinsleven, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet bepaald. |
La loi, le décret ou la règle visée à l'article 134 garantissent la | De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen de |
protection de ce droit ». | bescherming van dat recht ». |
B.3.2. L'article 22bis de la Constitution dispose : « Chaque enfant a droit au respect de son intégrité morale, physique, psychique et sexuelle. Chaque enfant a le droit de s'exprimer sur toute question qui le concerne; son opinion est prise en considération, eu égard à son âge et à son discernement. Chaque enfant a le droit de bénéficier des mesures et services qui concourent à son développement. Dans toute décision qui le concerne, l'intérêt de l'enfant est pris en considération de manière primordiale. | B.3.2. Artikel 22bis van de Grondwet bepaalt : « Elk kind heeft recht op eerbiediging van zijn morele, lichamelijke, geestelijke en seksuele integriteit. Elk kind heeft het recht zijn mening te uiten in alle aangelegenheden die het aangaan; met die mening wordt rekening gehouden in overeenstemming met zijn leeftijd en zijn onderscheidingsvermogen. Elk kind heeft recht op maatregelen en diensten die zijn ontwikkeling bevorderen. Het belang van het kind is de eerste overweging bij elke beslissing die het kind aangaat. |
La loi, le décret ou la règle visée à l'article 134 garantissent ces | De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen |
droits de l'enfant ». | deze rechten van het kind ». |
B.3.3. L'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme | B.3.3. Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens |
dispose : | bepaalt : |
« 1. Toute personne a droit au respect de sa vie privée et familiale, | « 1. Eenieder heeft recht op eerbiediging van zijn privéleven, zijn |
de son domicile et de sa correspondance. | gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling. |
2. Il ne peut y avoir ingérence d'une autorité publique dans | 2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan met betrekking |
l'exercice de ce droit que pour autant que cette ingérence est prévue | tot de uitoefening van dit recht dan voor zover bij de wet is voorzien |
par la loi et qu'elle constitue une mesure qui, dans une société | en in een democratische samenleving nodig is in het belang van 's |
démocratique, est nécessaire à la sécurité nationale, à la sûreté | lands veiligheid, de openbare veiligheid, of het economisch welzijn |
publique, au bien-être économique du pays, à la défense de l'ordre et | van het land, de bescherming van de openbare orde en het voorkomen van |
à la prévention des infractions pénales, à la protection de la santé | strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, |
ou de la morale, ou à la protection des droits et libertés d'autrui ». | of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen ». |
B.3.4. L'article 21 de la Convention relative aux droits de l'enfant | B.3.4. Artikel 21 van het Verdrag inzake de rechten van het kind |
dispose : | bepaalt : |
« Les Etats parties qui admettent et/ou autorisent l'adoption | « De Staten die partij zijn en die de methode van adoptie erkennen |
s'assurent que l'intérêt supérieur de l'enfant est la considération | en/of toestaan, waarborgen dat het belang van het kind daarbij de |
primordiale en la matière, et : | voornaamste overweging is, en : |
a) Veillent à ce que l'adoption d'un enfant ne soit autorisée que par | a) waarborgen dat de adoptie van een kind slechts wordt toegestaan |
les autorités compétentes, qui vérifient, conformément à la loi et aux | |
procédures applicables et sur la base de tous les renseignements | mits daartoe bevoegde autoriteiten, in overeenstemming met de van |
fiables relatifs au cas considéré, que l'adoption peut avoir lieu eu égard à la situation de l'enfant par rapport à ses père et mère, parents et représentants légaux et que, le cas échéant, les personnes intéressées ont donné leur consentement à l'adoption en connaissance de cause, après s'être entourées des avis nécessaires; b) Reconnaissent que l'adoption à l'étranger peut être envisagée comme un autre moyen d'assurer les soins nécessaires à l'enfant, si celui-ci ne peut, dans son pays d'origine, être placé dans une famille nourricière ou adoptive ou être convenablement élevé; c) Veillent, en cas d'adoption à l'étranger, à ce que l'enfant ait le bénéfice de garanties et de normes équivalant à celles existant en cas d'adoption nationale; d) Prennent toutes les mesures appropriées pour veiller à ce que, en cas d'adoption à l'étranger, le placement de l'enfant ne se traduise pas par un profit matériel indu pour les personnes qui en sont responsables; e) Poursuivent les objectifs du présent article en concluant des arrangements ou des accords bilatéraux ou multilatéraux, selon les cas, et s'efforcent dans ce cadre de veiller à ce que les placements d'enfants à l'étranger soient effectués par des autorités ou des organes compétents ». | toepassing zijnde wetten en procedures en op grond van alle van belang zijnde en betrouwbare gegevens, bepalen dat de adoptie kan worden toegestaan gelet op de verhoudingen van het kind met zijn of haar ouders, familieleden en wettige voogden, en mits, indien vereist, de betrokkenen, na volledig te zijn ingelicht, op grond van de adviezen die noodzakelijk worden geacht, daarmee hebben ingestemd; b) erkennen dat interlandelijke adoptie kan worden overwogen als andere oplossing voor de zorg voor het kind, indien het kind niet in een pleeg- of adoptiegezin kan worden geplaatst en op geen enkele andere passende wijze kan worden verzorgd in het land van zijn of haar herkomst; c) verzekeren dat voor het kind dat bij een interlandelijke adoptie is betrokken waarborgen en normen gelden die gelijkwaardig zijn aan die welke bestaan bij adoptie in het eigen land; d) nemen alle passende maatregelen om te waarborgen dat, in het geval van interlandelijke adoptie, de plaatsing niet leidt tot ongepast geldelijk voordeel voor de betrokkenen; e) bevorderen, wanneer passend, de verwezenlijking van de doeleinden van dit artikel door het aangaan van bilaterale of multilaterale regelingen of overeenkomsten, en spannen zich in om, in het kader daarvan, te waarborgen dat de plaatsing van het kind in een ander land wordt uitgevoerd door bevoegde autoriteiten of instellingen ». |
B.4. Il ressort des faits de la cause pendante devant le juge a quo | B.4. Uit de feiten van de zaak die hangende is voor de verwijzende |
que celui-ci doit se prononcer sur une demande en adoption plénière | rechter blijkt dat die rechter zich dient uit te spreken over een |
émanant de l'ancienne partenaire de la mère légale des enfants mineurs concernés. Ces faits font également apparaître que les enfants n'ont pas de père légal, que le père biologique n'est pas connu, que la candidate adoptante et la mère légale ont eu dans le passé une relation affective qui a duré plus de trois ans, pendant laquelle les enfants mineurs concernés sont nés, qu'il existe aussi bien sur le plan moral que sur le plan matériel une relation parent-enfant de fait, durable, entre la candidate adoptante et les enfants et que tant la mère légale que les enfants concernés se déclarent explicitement d'accord avec l'adoption. La Cour limite son examen des questions préjudicielles à la situation caractérisée par ces éléments. B.5. Il découle de la lecture conjointe des dispositions en cause, telles qu'elles sont interprétées par le juge a quo, qu'une « adoption plénière par un beau-parent » avec maintien des liens juridiques entre l'enfant concerné et sa famille d'origine est possible lorsque le candidat adoptant est marié au parent légal, lorsque le candidat adoptant et ce parent ont fait une déclaration de cohabitation légale ou lorsque le candidat adoptant et ce parent cohabitent de manière permanente et affective depuis au moins trois ans au moment de | verzoek tot volle adoptie, uitgaande van de voormalige partner van de wettelijke moeder van de desbetreffende minderjarige kinderen. Die feiten doen er eveneens van blijken dat de kinderen geen wettelijke vader hebben, dat de biologische vader niet bekend is, dat de kandidaat-adoptante en de wettelijke moeder in het verleden een affectieve relatie hebben gehad die meer dan drie jaar heeft geduurd, tijdens welke de desbetreffende minderjarige kinderen zijn geboren, dat er zowel op moreel als op materieel vlak een duurzame feitelijke ouder-kindrelatie bestaat tussen de kandidaat-adoptante en de kinderen, en dat zowel de wettelijke moeder als de desbetreffende kinderen zich uitdrukkelijk akkoord verklaren met de adoptie. Het Hof beperkt zijn onderzoek van de gestelde prejudiciële vragen tot de door die elementen bepaalde situatie. B.5. Uit het in samenhang lezen van de in het geding zijnde bepalingen, zoals geïnterpreteerd door de verwijzende rechter, volgt dat een zogeheten volle « stiefouderadoptie » met behoud van de juridische banden tussen het desbetreffende kind en zijn oorspronkelijke familie, mogelijk is wanneer de kandidaat-adoptant gehuwd is met de wettelijke ouder, wanneer de kandidaat-adoptant en die ouder een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd, |
l'introduction de la demande en adoption, pour autant qu'ils ne soient | of wanneer de kandidaat-adoptant en die ouder op een permanente en |
pas unis par un lien de parenté entraînant une prohibition du mariage | affectieve wijze samenwonen sedert ten minste drie jaar op het |
dont ils ne peuvent être dispensés par le Roi. | tijdstip van de indiening van het verzoek tot adoptie, voor zover zij |
Par contre, lorsque le candidat adoptant et le parent légal ne sont | niet door een band van bloedverwantschap zijn verbonden die leidt tot |
pas mariés ni n'ont fait de déclaration de cohabitation légale et qu'ils ne cohabitent plus de manière affective au moment de l'introduction de la demande en adoption, une telle adoption plénière n'est pas possible. Dans ces conditions, il n'est pas relevant, en vertu des dispositions en cause, que le candidat adoptant et le parent légal aient cohabité de manière affective dans le passé pendant au moins trois ans, ni que l'enfant concerné soit né au cours de cette période, ni qu'il ait toujours existé une relation parent-enfant de fait entre le candidat adoptant et l'enfant. B.6. La différence de traitement en cause est fondée sur un critère objectif, à savoir la circonstance que le candidat adoptant et le parent légal cohabitent ou non de manière affective et permanente depuis au moins trois ans au moment de l'introduction de la demande en adoption. B.7.1. La condition relative à la cohabitation du candidat adoptant et du parent légal trouve son origine dans la loi du 24 avril 2003 réformant l'adoption. Les travaux préparatoires de cette loi mentionnent : | een huwelijksverbod waarvoor de Koning geen ontheffing kan verlenen. Wanneer de kandidaat-adoptant en de wettelijke ouder niet gehuwd zijn, noch een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd, en op het tijdstip van het indienen van het verzoek tot adoptie niet langer op affectieve wijze samenwonen, is een dergelijke volle « stiefouderadoptie » niet mogelijk. In die omstandigheden is het, krachtens de in het geding zijnde bepalingen, niet relevant of de kandidaat-adoptant en de wettelijke ouder in het verleden op affectieve wijze hebben samengewoond gedurende ten minste drie jaar, en evenmin of het desbetreffende kind in die periode is geboren en of er steeds een feitelijke ouder-kindrelatie heeft bestaan tussen de kandidaat-adoptant en het kind. B.6. Het in het geding zijnde verschil in behandeling steunt op een objectief criterium, namelijk de omstandigheid dat de kandidaat-adoptant en de wettelijke ouder op het tijdstip van het indienen van het verzoek tot adoptie al dan niet op affectieve en permanente wijze samenwonen sedert ten minste drie jaar. B.7.1. De voorwaarde betreffende het samenwonen van de kandidaat-adoptant en de wettelijke ouder gaat terug op de wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie. De parlementaire voorbereiding van die wet vermeldt : |
« La loi du 23 novembre 1998 instaurant la cohabitation légale, entrée | « De wet van 23 november 1998 tot invoering van de wettelijke |
en vigueur le 1er janvier 2000, a d'une certaine manière consacré en | samenwoning, in werking getreden op 1 januari 2000, heeft op een |
droit civil l'existence d'une forme de vie commune en-dehors du | zekere wijze het bestaan van een vorm van samenleven buiten huwelijk |
mariage. D'autre part, de plus en plus de voix se sont élevées ces | erkend. Aan de andere kant gaan de laatste jaren steeds meer stemmen |
dernières années pour exprimer le souhait de rendre l'adoption | op om de adoptie door ongehuwde koppels mogelijk te maken en dit in |
possible pour des couples non mariés, et cela notamment depuis | |
l'abrogation par la loi du 31 mars 1987 des notions de filiations ' | het bijzonder sinds de afschaffing door de wet van 31 maart 1987 van |
légitime ' et '; naturelle ';. Le fait que l'adoption par deux | de begrippen ' wettige ' en ' natuurlijke ' afstamming. Het feit dat |
personnes ne puisse intervenir que dans le cadre du mariage a donc été | een adoptie door twee personen slechts binnen een huwelijk kan |
de plus en plus perçu comme incohérent. | geschieden werd dan ook meer en meer als incoherent aangevoeld. |
Il convenait de tenir compte de cette évolution en matière d'adoption | Ook op het stuk van adoptie moet met die evolutie rekening worden |
également. Alors que précédemment, seuls deux époux pouvaient adopter | gehouden. Terwijl vroeger enkel twee echtgenoten samen hetzelfde kind |
ensemble un même enfant, le présent projet introduit la possibilité | konden adopteren, voorziet het ontwerp thans in de mogelijkheid dat |
twee niet gehuwde personen van ongelijk geslacht adopteren. Tevens zal | |
d'adopter pour deux personnes non mariées de sexe différent. De même, | de adoptie mogelijk zijn door een persoon van het kind of geadopteerd |
l'adoption par une personne de l'enfant ou de l'enfant adoptif de son cohabitant (pour autant que l'adoptant et son cohabitant soient de sexe différent) sera possible aux mêmes conditions et avec les mêmes effets que si l'adoptant était marié avec le parent de l'adopté. Trois conditions doivent cependant être remplies. La première est que ces personnes ne peuvent être parentes l'une de l'autre. Une personne ne peut donc être adoptée par un frère et une soeur, ou par un oncle et sa nièce. La deuxième est une condition de stabilité. Les adoptants doivent vivre ensemble de façon permanente depuis au moins trois ans au moment de l'introduction de la demande. Il y va de l'intérêt de l'adopté, le plus souvent un enfant, qui a déjà vécu un déracinement et doit pouvoir bénéficier des meilleurs garanties que la famille dans laquelle il aboutit constitue un environnement stable. La troisième condition porte sur la qualité de la relation des adoptants. Il est exigé que leur union ait une nature affective. | kind van de persoon met wie hij samenwoont (voor zover de adoptant en de persoon met wie hij samenwoont van ongelijk geslacht zijn) onder dezelfde voorwaarden en met dezelfde gevolgen als wanneer de adoptant gehuwd is met de ouder van de geadopteerde. Drie voorwaarden moeten evenwel worden vervuld. De eerste voorwaarde is dat deze personen niet met elkaar verwant mogen zijn. Bijgevolg kan een persoon niet worden geadopteerd door een zus en een broer of door een oom en zijn nicht. De tweede voorwaarde houdt verband met stabiliteit. De adoptanten moeten op het tijdstip van de indiening van het verzoek sedert ten minste drie jaar permanent samenwonen. Het gaat daarbij om het belang van de geadopteerde, meestal een kind, die reeds uit zijn omgeving is weggehaald en over waarborgen moet kunnen beschikken dat de familie waarin het wordt opgevangen een stabiel milieu vormt. De derde voorwaarde heeft betrekking op de hoedanigheid van de relatie tussen de adoptanten, die verplicht van affectieve aard moet zijn. Het belang van de geadopteerde, in hoofdzaak van het geadopteerde kind, |
L'intérêt de l'adopté, de l'enfant adopté essentiellement, est de | schuilt erin te worden opgevangen in een familie, in de algemene |
trouver une famille, au sens commun du terme. Deux amis, pour | betekenis van het woord. Twee vrienden, hoe eerbaar hun streven ook |
honorables que soient leurs objectifs, ne pourraient lui offrir cela | mag zijn, kunnen dat de geadopteerde niet bieden (cf. ontworpen |
(voyez à l'article 343 en projet du Code civil ce que l'on entend par | artikel 343 van het Burgerlijk Wetboek voor datgene dat wordt verstaan |
' ; adoptant ' ; [et] par ' ; cohabitant ';) ». (Doc. parl., Chambre, | onder ' adoptant ' en ' samenwonend ') » (Parl. St., Kamer, 2000-2001, |
2000-2001, DOC 50-1366/001 et 50-1367/001, pp. 11-12). | DOC 50-1366/001 en 50-1367/001, pp. 11-12). |
B.7.2. Il ressort de ce qui précède que le législateur a voulu | B.7.2. Daaruit blijkt dat de wetgever de gezamenlijke adoptie door |
permettre l'adoption conjointe par deux personnes non mariées - qui | twee niet-gehuwde personen - die ten tijde van de inwerkingtreding van |
devaient encore être de sexe différent à l'époque de l'entrée en | de wet van 24 april 2003 nog van ongelijk geslacht dienden te zijn, |
vigueur de la loi du 24 avril 2003, ce qui n'est plus le cas depuis | wat niet meer het geval is sinds de inwerkingtreding van de wet van 18 |
l'entrée en vigueur de la loi du 18 mai 2006 - ainsi que l'adoption de | mei 2006 - mogelijk heeft willen maken, alsmede de adoptie van het |
l'enfant de la personne avec laquelle le candidat adoptant cohabite. | kind van de persoon met wie de kandidaat-adoptant samenwoont. |
La condition relative à la cohabitation permanente et affective depuis | De voorwaarde betreffende het permanente en affectieve samenwonen |
sedert ten minste drie jaar op het ogenblik van het indienen van het | |
au moins trois ans au moment de l'introduction de la demande en | verzoek tot adoptie werd gerechtvaardigd met verwijzing naar het |
adoption a été justifiée par référence à l'intérêt de l'enfant. Selon | belang van het kind. Volgens de parlementaire voorbereiding is het in |
les travaux préparatoires, il est dans l'intérêt de l'adopté, qui « a | het belang van de geadopteerde, die « reeds uit zijn omgeving is |
déjà vécu un déracinement », qu'il aboutisse dans « une famille, au | weggehaald », dat hij terechtkomt in « een familie, in de algemene |
sens commun du terme », laquelle doit, selon ces travaux | betekenis van het woord », die, volgens die voorbereiding, dient te |
préparatoires, être considérée comme un « environnement stable » pour l'enfant. | worden beschouwd als een « stabiel milieu » voor het kind. |
B.8. Bien que la circonstance que le candidat adoptant et le parent | B.8. Ofschoon de omstandigheid dat de kandidaat-adoptant en de |
wettelijke ouder op het ogenblik van het indienen van het verzoek tot | |
légal cohabitent depuis au moins trois ans au moment de l'introduction | adoptie sedert ten minste drie jaar samenwonen, geen zekerheid biedt |
de la demande en adoption n'offre pas de certitude qu'ils formeront | dat beiden in de toekomst een « familie, in de algemene betekenis van |
tous deux à l'avenir une « famille, au sens commun de terme », le | het woord » zullen blijven vormen, vermocht de wetgever te oordelen |
législateur a pu estimer que la durée d'une relation constitue un | dat de duur van een relatie een indicatie vormt voor de stabiliteit |
indice de sa stabilité. Dans ce sens, il est pertinent de fixer des | ervan. In die zin is het pertinent dat voor personen die hun |
conditions en matière de durée de la relation pour les personnes qui | verbintenissen ten aanzien van elkaar niet juridisch hebben verankerd |
n'ont pas consacré juridiquement leurs engagements mutuels dans un | in een huwelijk of in een verklaring van wettelijke samenwoning, |
mariage ou une déclaration de cohabitation légale. En effet, de telles | voorwaarden worden gesteld betreffende de duur van hun relatie. Zulke |
conditions peuvent éviter qu'un enfant soit adopté à la légère par une | voorwaarden kunnen immers voorkomen dat een kind op lichtzinnige wijze |
personne n'offrant pas suffisamment de garanties pour l'établissement | wordt geadopteerd door een persoon die onvoldoende waarborgen biedt |
d'une relation parent-enfant durable. | voor het vestigen van een duurzame ouder-kindrelatie. |
B.9. Il faut toutefois encore examiner si la différence de traitement | B.9. Er dient evenwel nog te worden onderzocht of het in het geding |
en cause n'entraîne pas d'effets disproportionnés, en tenant | zijnde verschil in behandeling niet leidt tot onevenredige gevolgen, |
particulièrement compte de l'article 22bis de la Constitution et de | waarbij in het bijzonder rekening dient te worden gehouden met artikel |
l'article 21 de la Convention relative aux droits de l'enfant, en | 22bis van de Grondwet en artikel 21 van het Verdrag inzake de rechten |
vertu desquels l'intérêt supérieur de l'enfant doit constituer la | van het kind, naar luid waarvan het belang van het kind de eerste |
considération primordiale pour toute décision concernant l'enfant, et | overweging dient te zijn bij elke beslissing die het kind aangaat, en |
en particulier pour des décisions en matière d'adoption. | in het bijzonder bij adoptiebeslissingen. |
B.10. Par son arrêt n° 134/2003 du 8 octobre 2003, la Cour a statué | B.10. Bij zijn arrest nr. 134/2003 van 8 oktober 2003 heeft het Hof |
sur une question préjudicielle relative aux dispositions du Code civil | uitspraak gedaan over een prejudiciële vraag betreffende de bepalingen |
concernant l'autorité exercée sur la personne et la gestion des biens | van het Burgerlijk Wetboek inzake het gezag dat wordt uitgeoefend over |
du mineur. La question préjudicielle portait plus particulièrement sur | de persoon en het beheer van de goederen van de minderjarige. De |
« l'hypothèse où un enfant n'a qu'un seul parent à l'égard duquel la | prejudiciële vraag betrof meer in het bijzonder « het geval waarin een |
filiation est établie mais a vécu de manière durable au sein du ménage | kind slechts een enkele ouder heeft ten aanzien van wie de afstamming |
vaststaat, maar op duurzame wijze heeft geleefd binnen een gezin dat | |
formé par ce parent et par un tiers qui assument tous deux la charge | uit die ouder en een derde wordt gevormd die beiden instaan voor het |
de l'entretien de l'enfant ». | onderhoud van het kind ». |
Dans cet arrêt, la Cour a jugé : | In dat arrest heeft het Hof geoordeeld : |
« B.4. Aux termes de l'article 3.1 de la Convention relative aux | « B.4. Luidens artikel 3.1 van het Verdrag inzake de rechten van het |
droits de l'enfant, adoptée à New York le 20 novembre 1989, ' | kind, dat is aangenomen te New York op 20 november 1989, ' vormen de |
l'intérêt supérieur de l'enfant doit être une considération | belangen van het kind de eerste overweging '. Krachtens artikel 3.2 |
primordiale ';. En vertu de l'article 3.2 de cette Convention, les | van dat Verdrag hebben de Staten die erbij partij zijn zich ertoe |
Etats parties se sont engagés ' à assurer à l'enfant la protection et | verbonden ' het kind te verzekeren van de bescherming en de zorg die |
les soins nécessaires à son bien-être, compte tenu des droits et des | nodig zijn voor zijn welzijn, rekening houdend met de rechten en |
devoirs de ses parents, de ses tuteurs ou des autres personnes | plichten van zijn ouders, wettige voogden of anderen die wettelijk |
légalement responsables de lui '; et ' à prendre à cette fin toutes | verantwoordelijk zijn voor het kind ' en ' hiertoe alle passende |
les mesures législatives et administratives appropriées ';. | wettelijke en bestuurlijke maatregelen [te nemen] '. |
[...] | [...] |
B.6. Ces dispositions [du Code civil] ne permettent toutefois pas qu'un enfant qui se trouve dans la situation décrite en B.1 puisse voir consacrer juridiquement son droit à la protection et au bien-être, alors même que les personnes qui l'éduquent s'engageraient à les lui fournir durablement. L'autorité parentale n'est actuellement possible qu'à l'égard des personnes qui ont un lien de filiation avec l'enfant. L'article 375bis du Code civil, s'il permet l'organisation de relations personnelles entre un enfant et la personne qui justifie d'un lien d'affection particulier avec celui-ci, ne permet pas de donner à ce lien des effets qui consacreraient juridiquement les engagements auxquels cette personne offrirait de souscrire à l'égard de cet enfant. Celui-ci pourrait donc perdre brutalement tout droit aux soins, lesquels comprennent le droit à l'entretien et à la protection de la personne qui l'a élevé, en cas de séparation du couple et, spécialement, en cas de décès du parent qui a un lien de filiation avec lui. B.7. Il s'ensuit que cette catégorie d'enfants fait l'objet d'un traitement différent sans justification admissible. Mais c'est au législateur qu'il appartient de préciser sous quelle forme, à quelles conditions et selon quelle procédure l'autorité parentale pourrait, dans l'intérêt de l'enfant, être étendue à d'autres personnes qui | B.6. Die bepalingen [van het Burgerlijk Wetboek] maken het echter niet mogelijk het recht op bescherming en op welzijn van een kind dat zich in de in B.1 beschreven situatie bevindt, juridisch te verankeren, zelfs al zouden de personen die het kind opvoeden zich ertoe verbinden het kind die bescherming en dat welzijn op duurzame wijze te bieden. Het ouderlijk gezag kan thans enkel worden gevestigd ten aanzien van de personen die een afstammingsband hebben met het kind. Ofschoon artikel 375bis van het Burgerlijk Wetboek het mogelijk maakt persoonlijk contact tot stand te brengen tussen een kind en de persoon die doet blijken van een bijzondere affectieve band met dat kind, maakt die bepaling het niet mogelijk aan die band gevolgen te verbinden die de verbintenissen die die persoon bereid zou zijn aan te gaan ten aanzien van dat kind, juridisch zouden verankeren. Het kind zou dus plots, in geval van scheiding van het paar en in het bijzonder in geval van overlijden van de ouder die een afstammingsband met het kind had, elk recht op verzorging, hieronder begrepen het recht op onderhoud en op bescherming van de persoon die het heeft opgevoed, kunnen verliezen. B.7. Daaruit volgt dat die categorie van kinderen zonder toelaatbare verantwoording verschillend wordt behandeld. Maar het staat aan de wetgever om te preciseren in welke vorm, onder welke voorwaarden en volgens welke procedure het ouderlijk gezag, in het belang van het kind, zou kunnen worden uitgebreid tot andere personen die geen |
n'ont pas un lien de filiation avec lui, les dispositions des articles | afstammingsband met het kind hebben, aangezien de bepalingen van de |
371 à 387bis du Code civil n'étant pas susceptibles d'être appliquées | artikelen 371 tot 387bis van het Burgerlijk Wetboek niet als dusdanig, |
telles quelles, par analogie, à la situation décrite en B.1. | naar analogie, op de in B.1 beschreven situatie kunnen worden |
En conséquence, ces dispositions ne peuvent être considérées comme | toegepast. Bijgevolg kunnen die bepalingen niet als discriminerend worden |
discriminatoires et la question préjudicielle appelle une réponse | beschouwd en dient de prejudiciële vraag ontkennend te worden |
négative ». | beantwoord ». |
B.11.1. C'est notamment en conséquence de l'arrêt précité que | B.11.1. Mede naar aanleiding van het voormelde arrest werden in de |
plusieurs propositions de loi ont été introduites à la Chambre des | Kamer van volksvertegenwoordigers meerdere voorstellen van wet |
représentants en vue d'éliminer le traitement discriminatoire, | ingediend teneinde de door het Hof vastgestelde discriminerende |
constaté par la Cour, de la catégorie d'enfants concernés (voy. Doc. | behandeling van de desbetreffende categorie van kinderen weg te werken |
parl., Chambre, 2003-2004, DOC 51-0393/001; Doc. parl., Chambre, | (zie Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-0393/001; Parl. St., Kamer, |
2003-2004, DOC 51-0815/001; Doc. parl., Chambre, 2003-2004, DOC | 2003-2004, DOC 51-0815/001; Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC |
51-0664/001; et Doc. parl., Chambre, 2004-2005, DOC 51-1958/001). | 51-0664/001; en Parl. St., Kamer, 2004-2005, DOC 51-1958/001). Sommige |
Certaines de ces propositions visaient à permettre l'adoption par des | van die voorstellen beoogden het toelaten van de adoptie door personen |
personnes de même sexe; d'autres propositions concernaient | van gelijk geslacht; andere voorstellen betroffen het invoeren van een |
l'instauration de l'une ou l'autre forme de parenté sociale. | of andere vorm van zorgouderschap. |
B.11.2. Par la loi du 18 mai 2006 « modifiant certaines dispositions | B.11.2. Bij de wet van 18 mei 2006 « tot wijziging van een aantal |
du Code civil en vue de permettre l'adoption par des personnes de même | bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, teneinde de adoptie door |
sexe », le législateur a finalement décidé de permettre aux personnes | personen van hetzelfde geslacht mogelijk te maken » heeft de wetgever |
uiteindelijk ervoor geopteerd om personen van gelijk geslacht toe te | |
de même sexe d'adopter conjointement un enfant et de permettre au | laten gezamenlijk een kind te adopteren en om de gelijkslachtige |
partenaire de même sexe du parent légal d'un enfant d'adopter | partner van de wettelijke ouder van een kind toe te laten dat kind ten |
plénièrement cet enfant. | volle te adopteren. |
La condition en cause relative à la cohabitation n'a toutefois pas été | De in het geding zijnde voorwaarde betreffende het samenwonen werd |
modifiée par la loi du 18 mai 2006, de sorte que l'ancien partenaire | door de wet van 18 mei 2006 evenwel niet gewijzigd, zodat de |
du parent légal de l'enfant ne remplit pas les conditions requises | voormalige partner van de wettelijke ouder van het kind niet voldoet |
pour pouvoir adopter plénièrement cet enfant avec maintien des liens | aan de voorwaarden om dat kind ten volle te kunnen adopteren met |
juridiques entre cet enfant et sa famille d'origine, en application de | behoud van de juridische banden tussen het kind en zijn |
l'article 356-1, alinéa 3, du Code civil. | oorspronkelijke familie overeenkomstig artikel 356-1, derde lid, van |
B.12.1. Comme l'a souligné la section de législation du Conseil d'Etat | het Burgerlijk Wetboek. B.12.1. Zoals door de afdeling wetgeving van de Raad van State werd |
dans son avis relatif aux propositions de loi qui sont devenues la loi | beklemtoond in haar advies over de wetsvoorstellen die hebben geleid |
du 18 mai 2006, l'arrêt n° 134/2003 a été rendu à l'occasion « d'une | tot de wet van 18 mei 2006, werd het arrest nr. 134/2003 gewezen naar |
aanleiding van « een prejudiciële vraag gesteld in een zaak waarin | |
question préjudicielle dans une affaire opposant un ancien couple de | twee voormalige lesbische partners tegenover elkaar stonden » (advies |
lesbiennes » (avis du 20 septembre 2005, Doc. parl., Chambre, | van 20 september 2005, Parl. St., Kamer, 2004-2005, DOC 51-0393/002, |
2004-2005, DOC 51-0393/002, p. 42). | p. 42). |
B.12.2. En ce que les dispositions en cause, telles qu'elles ont été | B.12.2. In zoverre de in het geding zijnde bepalingen, zoals gewijzigd |
modifiées par la loi du 18 mai 2006, permettent exclusivement « | bij de wet van 18 mei 2006, de volle « stiefouderadoptie » van een |
l'adoption plénière par un beau-parent » d'un enfant, avec maintien | kind, met behoud van de juridische banden tussen dat kind en zijn |
des liens juridiques entre cet enfant et sa famille d'origine, si le | oorspronkelijke familie, uitsluitend mogelijk maken indien de |
candidat adoptant est marié au parent légal de l'enfant concerné, a fait avec ce parent une déclaration de cohabitation légale ou cohabite avec lui de manière permanente et affective depuis au moins trois ans au moment de l'introduction de la demande en adoption, elles empêchent l'ancien partenaire du parent légal de l'enfant de lier à la relation parent-enfant de fait, durable, qui existe, le cas échéant, entre cette personne et l'enfant des effets consacrant juridiquement les engagements auxquels cette personne offre de souscrire à l'égard de cet enfant, et ce tant que le législateur n'a pas prévu d'autres procédures. B.12.3. Dans cette mesure, les dispositions en cause ont des effets disproportionnés par rapport à l'objectif poursuivi par le | kandidaat-adoptant gehuwd is met de wettelijke ouder van het desbetreffende kind, met die ouder een verklaring van wettelijke samenwoning heeft afgelegd, of op permanente en affectieve wijze met die laatste samenwoont sedert ten minste drie jaar op het ogenblik van het indienen van het verzoek tot adoptie, verhinderen zij de voormalige partner van de wettelijke ouder van het kind om aan de duurzame feitelijke ouder-kindrelatie die in voorkomend geval bestaat tussen die persoon en het kind, gevolgen te verbinden die de verbintenissen die die persoon bereid is aan te gaan ten aanzien van dat kind, juridisch verankeren, en dit zolang de wetgever niet voorziet in andere procedures. B.12.3. In die mate hebben de in het geding zijnde bepalingen gevolgen die onevenredig zijn ten aanzien van het door de wetgever nagestreefde |
législateur, lequel est dicté, comme cela a été rappelé en B.7.2, par | doel, dat, zoals in herinnering is gebracht in B.7.2, mede is |
la considération qu'il est dans l'intérêt de l'enfant - qui « a déjà | ingegeven door de overweging dat het in het belang is van het kind - |
vécu un déracinement » - qu'il soit accueilli dans un « environnement | dat « reeds uit zijn omgeving is weggehaald » - dat het wordt |
stable ». Dans les cas où la relation parent-enfant de fait entre un | opgevangen in een « stabiel milieu ». In de gevallen waarin de |
enfant et l'ancien partenaire de son parent légal est établie de | feitelijke ouder-kindrelatie tussen een kind en de voormalige partner |
manière durable, l'adoption de cet enfant par l'ancien partenaire, dès lors que les liens juridiques entre l'enfant et sa famille d'origine restent maintenus, n'aurait pour effet ni que l'enfant vive un déracinement, ni qu'il soit élevé dans un environnement devant être considéré, par définition, comme instable. Une telle adoption pourrait au contraire généralement contribuer à la stabilité de l'environnement dans lequel l'enfant grandit et confirmer juridiquement les rapports de fait existant au sein de cet environnement. B.13.1. En ce que les dispositions en cause ne prévoient pas qu'un enfant mineur puisse, dans les circonstances définies en B.4, être | van zijn wettelijke ouder duurzaam vaststaat, zou de adoptie van dat kind door de voormalige partner, in zoverre de juridische banden tussen het kind en zijn oorspronkelijke familie behouden blijven, noch met zich meebrengen dat het kind uit zijn omgeving wordt weggehaald, noch dat het zou worden opgevoed in een milieu dat per definitie dient te worden beschouwd als instabiel. Zulk een adoptie zou integendeel doorgaans kunnen bijdragen tot de stabiliteit van het milieu waarin het kind opgroeit en de bestaande feitelijke verhoudingen binnen dat milieu juridisch kunnen bekrachtigen. B.13.1. In zoverre de in het geding zijnde bepalingen niet erin voorzien dat een minderjarig kind, in de in B.4 omschreven |
adopté plénièrement par l'ancien partenaire du parent légal de cet | omstandigheden, ten volle kan worden geadopteerd door de voormalige |
enfant, avec maintien des liens juridiques entre l'enfant et sa | partner van de wettelijke ouder van dat kind, met behoud van de |
famille d'origine et application des dispositions relatives au nom de | juridische banden tussen het kind en zijn oorspronkelijke familie en |
l'enfant contenues dans l'article 356-2, § 2, alinéas 2 et 3, du Code | met toepassing van de in artikel 356-2, § 2, tweede en derde lid, van |
het Burgerlijk Wetboek vervatte bepalingen betreffende de naam van het | |
civil, elles ne sont pas compatibles avec les articles 10, 11 et 22bis | kind, zijn zij niet bestaanbaar met de artikelen 10, 11 en 22bis van |
de la Constitution, combinés avec l'article 21 de la Convention | de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 21 van het Verdrag |
relative aux droits de l'enfant. | inzake de rechten van het kind. |
B.13.2. L'examen de la compatibilité des dispositions en cause avec | B.13.2. Het onderzoek van de bestaanbaarheid van de in het geding |
l'article 22 de la Constitution, combiné ou non avec l'article 8 de la | zijnde bepalingen met artikel 22 van de Grondwet, al dan niet in |
Convention européenne des droits de l'homme, ne saurait conduire à un | samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de |
plus large constat de violation. | rechten van de mens, kan niet tot een ruimere vaststelling van |
schending leiden. | |
B.14. Dès lors que la lacune définie en B.13.1 est située dans les | B.14. Nu de in B.13.1 omschreven leemte zich bevindt in de aan het Hof |
textes soumis à la Cour, il appartient au juge a quo de mettre fin à | voorgelegde teksten, komt het de verwijzende rechter toe een einde te |
l'inconstitutionnalité constatée par celle-ci, ce constat étant | maken aan de door het Hof vastgestelde ongrondwettigheid, vermits die |
exprimé en des termes suffisamment précis et complets pour permettre | vaststelling is uitgedrukt in voldoende precieze en volledige |
que les dispositions en cause soient appliquées dans le respect des | bewoordingen om toe te laten dat de in het geding zijnde bepalingen |
articles 10, 11 et 22bis de la Constitution. | worden toegepast met inachtneming van de artikelen 10, 11 en 22bis van |
B.15. Les questions préjudicielles appellent une réponse positive. | de Grondwet. B.15. De prejudiciële vragen dienen bevestigend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
Les articles 343, § 1er, b), 356-1 et 356-2 du Code civil violent les | De artikelen 343, § 1, b), 356-1 en 356-2 van het Burgerlijk Wetboek |
articles 10, 11 et 22bis de la Constitution, combinés avec l'article | schenden de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet, in samenhang |
21 de la Convention relative aux droits de l'enfant, en ce qu'ils ne | gelezen met artikel 21 van het Verdrag inzake de rechten van het kind, |
prévoient pas, dans les circonstances définies en B.4, qu'un enfant | in zoverre zij niet erin voorzien dat een minderjarig kind, in de in |
mineur puisse être adopté plénièrement par l'ancien partenaire du | B.4 omschreven omstandigheden, ten volle kan worden geadopteerd door |
parent légal de cet enfant, avec maintien des liens juridiques entre | de voormalige partner van de wettelijke ouder van dat kind, met behoud |
l'enfant et sa famille d'origine, conformément à l'article 356-1, | van de juridische banden tussen het kind en zijn oorspronkelijke |
alinéa 3, du Code civil, et application des dispositions relatives au | familie overeenkomstig artikel 356-1, derde lid, van het Burgerlijk |
nom de l'enfant, contenues dans l'article 356-2, § 2, alinéas 2 et 3, | Wetboek en met toepassing van de in artikel 356-2, § 2, tweede en |
derde lid, van hetzelfde Wetboek vervatte bepalingen betreffende de | |
du même Code. | naam van het kind. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 12 juillet 2012. | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 12 juli 2012. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
M. Bossuyt | M. Bossuyt |