← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 70/2012 du 31 mai 2012 Numéro du rôle : 5156 En cause : la question
préjudicielle concernant l'article 3bis, §§ 2 et 3, de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre
1934 relatif à l'interdiction judiciaire faite à ce La Cour constitutionnelle, composée
des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De(...)"
Extrait de l'arrêt n° 70/2012 du 31 mai 2012 Numéro du rôle : 5156 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 3bis, §§ 2 et 3, de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 relatif à l'interdiction judiciaire faite à ce La Cour constitutionnelle, composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De(...) | Uittreksel uit arrest nr. 70/2012 van 31 mei 2012 Rolnummer 5156 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 3bis, §§ 2 en 3, van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde ver Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 70/2012 du 31 mai 2012 | Uittreksel uit arrest nr. 70/2012 van 31 mei 2012 |
Numéro du rôle : 5156 | Rolnummer 5156 |
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 3bis, §§ 2 | In zake : de prejudiciële vraag over artikel 3bis, §§ 2 en 3, van het |
et 3, de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 relatif à | koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het |
l'interdiction judiciaire faite à certains condamnés et aux faillis | rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om |
d'exercer certaines fonctions, professions ou activités, posée par le | bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen, gesteld |
Tribunal de commerce de Liège. | door de Rechtbank van Koophandel te Luik. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De | samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de |
Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, | rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. |
J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul et F. Daoût, assistée du | Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en F. |
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président R. Henneuse, | Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 6 juin 2011 en cause du procureur du Roi contre C.G. | Bij vonnis van 6 juni 2011 in zake de procureur des Konings tegen C.G. |
en C.P., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op | |
et C.P., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 14 | 14 juni 2011, heeft de Rechtbank van Koophandel te Luik de volgende |
juin 2011, le Tribunal de commerce de Liège a posé la question | |
préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 3bis, § 2 et § 3, de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre | « Schendt artikel 3bis, § 2 en § 3, van het koninklijk besluit nr. 22 |
1934 relatif à l'interdiction judiciaire faite à certains condamnés et | van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde |
aux faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités, | veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of |
prévoyant la possibilité pour un tribunal de commerce de prononcer une | werkzaamheden uit te oefenen, dat voor een rechtbank van koophandel in |
interdiction professionnelle ne pouvant excéder 10 ans maximum | de mogelijkheid voorziet om een beroepsverbod uit te spreken van |
viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution dans la mesure où | maximum 10 jaar, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre, |
le failli cité devant le tribunal de commerce se voit appliquer un | |
régime différent du failli cité devant le tribunal correctionnel, | |
malgré la loi du 28 avril 2011 [lire : 2009], et pour lequel le | ondanks de wet van 28 april 2011 [lees : 2009], voor een gefailleerde |
tribunal correctionnel peut prononcer une mesure d'interdiction | die voor de rechtbank van koophandel wordt gedagvaard een andere |
professionnelle sur pied de l'article 1erbis du même arrêté royal n° | regeling geldt dan voor een gefailleerde die voor de correctionele |
22 particulièrement en ce que le failli cité devant le tribunal de | rechtbank wordt gedagvaard en voor wie de correctionele rechtbank een |
beroepsverbod kan uitspreken op grond van artikel 1bis van hetzelfde | |
koninklijk besluit nr. 22, in het bijzonder doordat de voor de | |
rechtbank van koophandel gedagvaarde gefailleerde geen uitstel van | |
commerce ne peut pas bénéficier du sursis ? ». | tenuitvoerlegging kan genieten ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. La Cour est invitée à se prononcer sur la compatibilité, avec les | B.1. Het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de |
articles 10 et 11 de la Constitution, de l'article 3bis, §§ 2 et 3, de | bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van |
l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 « relatif à l'interdiction | artikel 3bis, §§ 2 en 3, van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 |
judiciaire faite à certains condamnés et aux faillis d'exercer | oktober 1934 « betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde |
certaines fonctions, professions ou activités » en ce que le failli | veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of |
cité devant le tribunal de commerce ne peut pas bénéficier du sursis | werkzaamheden uit te oefenen » in zoverre een voor de rechtbank van |
tandis que tel peut être le cas pour le failli cité devant le tribunal | koophandel gedagvaarde gefailleerde geen uitstel van tenuitvoerlegging |
correctionnel en application de l'article 1erbis du même arrêté royal. | kan genieten, terwijl dat wel kan voor een voor de correctionele |
rechtbank gedagvaarde gefailleerde, met toepassing van artikel 1bis | |
van hetzelfde koninklijk besluit. | |
B.2.1. L'article 3bis, §§ 2 et 3, en cause dispose : | B.2.1. Het in het geding zijnde artikel 3bis, §§ 2 en 3, bepaalt : |
« § 2. Sans préjudice aux dispositions interdisant à un failli non | « § 2. Onverminderd de bepalingen waarbij aan een niet in eer |
réhabilité d'exercer certaines professions ou activités, le tribunal | herstelde gefailleerde, het verbod wordt opgelegd om bepaalde beroepen |
de commerce qui a déclaré la faillite, ou si celle-ci a été déclarée à | of werkzaamheden uit te oefenen, kan de rechtbank van koophandel die |
l'étranger, le tribunal de commerce de Bruxelles, peut, s'il est | het faillissement heeft uitgesproken, of de rechtbank van koophandel |
établi qu'une faute grave et caractérisée du failli a contribué à la faillite, interdire, par un jugement motivé, à ce failli d'exercer, personnellement ou par interposition de personne, toute activité commerciale. § 3. En outre, pour les personnes assimilées au failli en vertu du § 1er, le tribunal de commerce qui a déclaré la faillite de la société commerciale ou, si celle-ci a été déclarée à l'étranger, le tribunal de commerce de Bruxelles, peut, s'il est établi qu'une faute grave et caractérisée de l'une de ces personnes a contribué à la faillite, interdire, par un jugement motivé, à cette personne d'exercer personnellement ou par interposition de personne, toutes fonctions | te Brussel, wanneer het in het buitenland is uitgesproken, indien blijkt dat een kennelijke grove fout van de gefailleerde heeft bijgedragen tot het faillissement, aan deze bij een met redenen omkleed vonnis het verbod opleggen om persoonlijk of door een tussenpersoon enig koopmansbedrijf uit te oefenen. § 3. Daarenboven kan de rechtbank van koophandel die het faillissement van de handelsvennootschap heeft uitgesproken, of de rechtbank van koophandel te Brussel wanneer het in het buitenland is uitgesproken, indien blijkt dat een kennelijke grove fout van een van de personen, krachtens § 1 gelijkgesteld met de gefailleerde, heeft bijgedragen tot het faillissement, aan deze persoon bij een met redenen omkleed vonnis het verbod opleggen om persoonlijk of door een tussenpersoon, enige taak van beheerder, zaakvoerder of commissaris uit te oefenen in een |
d'administrateur, de gérant ou de commissaire dans une société | handelsvennootschap of een vennootschap die de rechtsvorm van een |
commerciale ou à forme commerciale, toutes fonctions conférant le | handelsvennootschap heeft aangenomen, om enige taak uit te oefenen die |
pouvoir d'engager de telles sociétés ainsi que toutes fonctions de | de bevoegdheid inhoudt om zodanige vennootschap rechtsgeldig te |
préposé à la gestion d'un établissement belge, prévue par l'article | verbinden en om het beheer van een Belgisch filiaal waar te nemen, |
198, alinéa 2, des lois coordonnées sur les sociétés commerciales, | zoals bepaald in artikel 198, tweede lid, van de wetten op de |
coordonnées le 30 novembre 1935 ». | handelsvennootschappen, gecoördineerd op 30 november 1935 ». |
L'article 1erbis du même arrêté royal dispose : | Artikel 1bis van hetzelfde koninklijk besluit bepaalt : |
« Lorsqu'il condamne une personne, même conditionnellement, comme | « Wanneer de rechter een persoon veroordeelt, zelfs voorwaardelijk, |
auteur ou complice de l'une des infractions visées aux articles 489, | als dader of als medeplichtige van een van de strafbare feiten |
489bis, 489ter et 492bis du Code pénal, le juge décide également si la | omschreven in de artikelen 489, 489bis, 489ter en 492bis van het |
personne condamnée peut ou non exercer une activité commerciale, | Strafwetboek, oordeelt hij tevens of de veroordeelde al dan niet |
personnellement ou par interposition de personne. | verbod wordt opgelegd om persoonlijk of door een tussenpersoon een |
koopmansbedrijf uit te oefenen. | |
Le juge détermine la durée de cette interdiction sans qu'elle puisse | De rechter stelt de duur van dat verbod vast zonder dat die minder dan |
être inférieure à trois ans, ni supérieure à dix ans ». B.2.2. Dans le rapport au Roi précédant l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934, l'objectif de l'arrêté est défini comme suit : « Pour fortifier la confiance dans ces organismes [l'on vise les sociétés qui font appel à l'épargne de tiers], il convient d'interdire que leur administration, leur surveillance et leur gestion soient confiées à des personnes indignes, d'une improbité manifeste, ou à des personnes, tels les faillis, qui, s'étant montrés inhabiles à gérer leurs propres affaires, ne peuvent sans danger être appelés à gérer celles d'autrui. | drie jaar of meer dan tien jaar mag bedragen ». B.2.2. In het verslag aan de Koning dat het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 voorafgaat, is de doelstelling van het besluit als volgt omschreven : « Om het vertrouwen in bedoelde instellingen [- bedoeld zijn de vennootschappen die een beroep doen op de spaargelden van derden -] te versterken komt het er op aan het bestuur, het toezicht en het beheer er van te ontzeggen aan onwaardige personen, wier gebrek aan rechtschapenheid duidelijk blijkt of aan personen, zoals gefailleerden, die, waar ze zich ongeschikt hebben betoond om hun eigen zaken te beheren, niet zonder gevaar geroepen kunnen worden om andermans belangen waar te nemen. |
[...] Les condamnations énumérées à l'article 1er du projet ne sont prononcées que pour des faits incompatibles avec l'honnêteté la plus élémentaire ou pour des faits qui démontrent l'incapacité de leur auteur de gérer une affaire commerciale ou industrielle. Les faits doivent déjà revêtir une certaine gravité, puisque l'interdiction ne s'applique que si la peine prononcée est une peine privative de liberté de trois mois au moins; mais il n'importe que la peine soit conditionnelle ou qu'elle soit prononcée sans sursis. D'une part, une condamnation à trois mois d'emprisonnement, même avec sursis, n'est jamais prononcée pour une faute minime; d'autre part, il serait injuste de faire dépendre l'interdiction d'une circonstance étrangère à la faute commise, par exemple d'une condamnation antérieure à une peine d'amende correctionnelle du chef d'une infraction à la police de roulage. L'interdiction prend cours dès le jour où la décision est coulée en force de chose jugée; conformément au droit commun, la réhabilitation | [...] De veroordeelingen, in artikel 1 van het ontwerp opgesomd, worden slechts uitgesproken voor feiten die niet strooken met de meeste elementaire eerlijkheid, of voor feiten waaruit blijkt dat de persoon, die ze beging, tot het beheeren van een handelszaak of nijverheidsbedrijf onbevoegd is. De feiten moeten reeds van vrij ernstigen aard zijn, daar het verbod slechts kan toegepast worden, indien de uitgesproken straf een vrijheidsstraf is van ten minste drie maanden. Of de straf al dan niet voorwaardelijk was doet weinig ter zake. Eenerzijds wordt een veroordeeling tot drie maanden gevangenisstraf, zelfs met uitstel, nooit uitgesproken voor een gering vergrijp; anderzijds ware het onrechtvaardig het verbod te doen afhangen van een omstandigheid vreemd aan het gepleegd vergrijp, bijvoorbeeld van een vroegere veroordeeling tot een correctioneele boete uit hoofde van een politieovertreding op het wegverkeer. [...] Het verbod begint den dag waarop de beslissing kracht van gewijsde heeft verkregen; overeenkomstig het gemeen recht doet het eerherstel |
du condamné la fait cesser. (Art. 7 de la loi du 25 avril 1896) | van den veroordeelde het verbod ophouden (art. 7 der wet van 25 April |
Elle s'étend aussi, en vertu de l'article 2, à ceux qui, ayant été | 1896). Het verbod treft ook, krachtens artikel 2, de personen die, |
condamnés à l'étranger, viennent exercer leur activité en Belgique. | veroordeeld in het buitenland, hun werkzaamheid in België komen |
[...] | uitoefenen. [...] |
En raison des motifs qui la justifient, l'interdiction doit être | In verband met de redenen, die dit verbod wettigen, moet het zelfs van |
appliquée même à ceux qui ont été condamnés antérieurement à la mise | toepassing zijn op hen, die vóór het van kracht worden van het |
en vigueur du présent arrêté. Au surplus, l'interdiction n'a pas, ici, | tegenwoordig besluit veroordeeld zijn geworden. Bovendien heeft het |
le caractère d'une peine, mais d'une incapacité civile à laquelle | verbod hier niet het karakter van een straf, maar van eene burgerlijke |
l'article 2 du Code pénal est étranger [...] » (Moniteur belge, 27 | onbekwaamheid waaraan artikel 2 van het Wetboek van Strafrecht vreemd |
octobre 1934, pp. 5768-5769). | is [...] » (Belgisch Staatsblad, 27 oktober 1934, pp. 5768-5769). |
B.2.3. La loi du 4 août 1978 de réorientation économique a étendu cet | B.2.3. Die oorspronkelijke doelstelling is bij wet van 4 augustus 1978 |
objectif originaire en vue de la « lutte contre les pourvoyeurs de | tot economische heroriëntering uitgebreid met het oog op « de strijd |
main-d'oeuvre et d'une manière générale pour l'assainissement de la | tegen de koppelbazen en meer algemeen voor de gezondmaking van de |
fonction commerciale » (Doc. parl., Sénat, 1977-1978, n° 415-1, p. | handelsfunctie » (Parl. St., Senaat, 1977-1978, nr. 415-1, p. 46). |
46). Le législateur a, en outre, voulu « éliminer du circuit commercial | Voorts heeft de wetgever « uit het handelscircuit [willen] bannen, |
ceux qui, comme administrateurs, gérants ou personnes ayant | iedere beheerder, zaakvoerder of andere persoon die werkelijk deze |
effectivement détenu ce pouvoir, ont commis une faute grave et | bevoegdheid hebben gehad, wiens kennelijke grove fout heeft |
caractérisée ayant contribué à la faillite de leur société. Ces | bijgedragen tot de faling van hun vennootschap. Deze beschikkingen |
dispositions complètent ainsi l'interdiction déjà contenue dans | vullen dus het verbod aan dat reeds in het koninklijk besluit nr. 22 |
l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 à l'encontre des faillis non | van 24 oktober 1934 vervat zat t.a.v. de niet in rechten herstelde |
réhabilités » (Doc. parl., Sénat, 1977-1978, n° 415-1, p. 46). | gefailleerden » (Parl. St., Senaat, 1977-1978, nr. 415-1, p. 46). |
A cet effet, l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 a été complété | Daartoe werd in het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 een |
par un article 3bis, en vertu duquel le tribunal de commerce peut | artikel 3bis ingevoegd, op grond waarvan de rechtbank van koophandel |
imposer une interdiction encore plus large, non liée à une | een nog ruimer en niet aan enige strafrechtelijke incriminatie |
incrimination pénale quelconque, aux faillis ou aux personnes | verbonden verbod kan opleggen ten aanzien van de gefailleerden of de |
assimilées ayant commis une faute grave et caractérisée qui a | daarmee gelijkgestelde personen die een kennelijke grove fout hebben |
contribué à la faillite. Cette mesure vise des personnes qui n'ont pas | begaan die heeft bijgedragen tot het faillissement. Die maatregel |
été condamnées au pénal mais auxquelles est reprochée une faute civile. | heeft betrekking op personen die niet strafrechtelijk zijn veroordeeld |
maar aan wie een burgerlijke fout wordt verweten. | |
B.3.1. D'après le Conseil des ministres, la disposition en cause doit | B.3.1. Volgens de Ministerraad moet de in het geding zijnde bepaling |
être lue à la lumière de l'article 3bis, § 4, du même arrêté royal, | worden gelezen in het licht van artikel 3bis, § 4, van hetzelfde |
qui dispose : | koninklijk besluit, dat thans bepaalt : |
« § 4. La durée de cette interdiction est fixée par le tribunal. Elle | « § 4. De duur van dit verbod wordt vastgesteld door de rechtbank. Hij |
ne peut excéder dix ans ». | bedraagt maximum tien jaar ». |
Cette dernière disposition est le résultat d'une modification | Die laatste bepaling is het resultaat van een wijziging bij de wet van |
introduite par la loi du 28 avril 2009 « modifiant l'article 3bis, § | 28 april 2009 « tot wijziging van artikel 3bis, § 4, van het |
4, de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 relatif à l'interdiction | koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het |
judiciaire faite à certains condamnés et aux faillis d'exercer | rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om |
bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen » (Belgisch | |
certaines fonctions, professions ou activités » (Moniteur belge, 29 | Staatsblad, 29 mei 2009), die de woorden « minimum drie jaar en » |
mai 2009), qui a supprimé les mots « être inférieure à trois ans ni ». | heeft geschrapt. |
B.3.2. La modification intervenue a été justifiée dans les travaux | B.3.2. Die wijziging werd in de parlementaire voorbereiding van de wet |
préparatoires de la loi comme suit : | als volgt verantwoord : |
« La loi proprement dite sur les faillites n'est toutefois pas le seul | « De faillissementswet zelf is evenwel niet het enige domein in het |
domaine du droit de la faillite à propos duquel la Cour | faillisementsrecht waar het Grondwettelijk Hof oordeelde dat er sprake |
constitutionnelle a conclu à une violation des articles 10 et 11 de la | was van strijdigheid met de artikelen 10 en 11 G.W. |
Constitution. | |
Saisie d'une question préjudicielle posée par le tribunal de commerce | Op prejudiciële vraag van de rechtbank van koophandel te Namen |
de Namur, la Cour constitutionnelle a considéré que l'arrêté royal n° | oordeelde het Grondwettelijk Hof dat ook in het koninklijk besluit nr. |
22 du 24 octobre 1934 relatif à l'interdiction judiciaire faite à | 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde |
certains condamnés et aux faillis d'exercer certaines fonctions, | veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of |
professions ou activités est lui aussi contraire aux articles 10 et 11 | werkzaamheden uit te oefenen, een strijdigheid met de artikelen 10 en |
de la Constitution (Cour constitutionnelle, 12 juillet 2006, arrêt n° | 11 G.W. vervat zit (Grondwettelijk Hof, 12 juli 2006, arrest nr. |
119/2006). La Cour constitutionnelle a confirmé cet arrêt dans un | 119/2006). Het Grondwettelijk Hof bevestigde dit arrest in een tweede |
deuxième arrêt du 22 novembre 2007 (Cour constitutionnelle, 22 | arrest van 22 november 2007 (Grondwettelijk Hof, 22 november 2007, |
novembre 2007, arrêt n° 144/2007). | Arrest nr. 144/2007). |
La Cour a constaté l'existence d'une différence de traitement | |
injustifiée entre la personne qui se voit infliger l'interdiction | Het Hof stelt een ongerechtvaardigde ongelijke behandeling vast tussen |
professionnelle en question par le juge pénal en vertu de l'article 1erbis | de persoon die onder artikel 1bis van het koninklijk besluit dit |
de l'arrêté royal, et celle qui se voit frappée de la même | beroepsverbod krijgt opgelegd door de strafrechter, en de persoon die |
interdiction par le juge consulaire en application de l'article 3bis, | dit door de handelsrechter krijgt opgelegd op grond van artikel 3bis, |
§ 2. | § 2. |
Les articles 1er, 1erbis et 3bis, § 2, de l'arrêté royal précité n° 22 | De artikelen 1, 1bis en 3bis, § 2, van het voornoemde koninklijk |
du 24 octobre 1934 définissent, en effet, les cas dans lesquels le | besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 omschrijven inderdaad de gevallen |
juge compétent peut imposer une interdiction professionnelle. | waarin de bevoegde rechter een beroepsverbod kan opleggen. |
L'article 1er énumère les infractions pour lesquelles le juge pénal | Artikel 1 bevat de opsomming van een aantal misdrijven waaraan de |
peut assortir la condamnation d'une peine accessoire (voir à ce sujet | |
Cass. 17 mai 2005, Pas. 2005, liv. 5-6, 1055; R.W. 2006-07 (sommaire), | strafrechter als aanvullende straf (zie daarover Cass. 17 mei 2005, |
liv. 11, 477) consistant à interdire aux intéressés d'exercer, | Pas. 2005, afl. 5-6, 1055; R.W. 2006-07 (samenvatting), afl. 11, 477)) |
personnellement ou par interposition de personne, les fonctions | het verbod kan verbinden om, persoonlijk of door een tussenpersoon, de |
functie van bestuurder, commissaris of zaakvoerder in een vennootschap | |
d'administrateur, de commissaire ou de gérant dans une société par | op aandelen, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid |
actions, une société privée à responsabilité limitée ou une société | of een coöperatieve vennootschap, enige functie waarbij macht wordt |
coopérative, de même que des fonctions conférant le pouvoir d'engager | verleend om een van die vennootschappen te verbinden, de functie van |
l'une de ces sociétés ou les fonctions de préposé à la gestion d'un | persoon belast met het bestuur van een vestiging in België, bedoeld in |
établissement belge, prévu par l'article 198, § 6, alinéa 1er, des | artikel 198, § 6, eerste lid, van de op 30 november 1935 |
lois sur les sociétés commerciales, coordonnées le 30 novembre 1935, | gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, of het beroep van |
ou la profession d'agent de change ou d'agent de change correspondant. | effectenmakelaar of correspondent-effectenmakelaar, uit te oefenen. |
[...] | [...] |
L'article 1erbis dispose que lorsque le juge condamne une personne, | Artikel 1bis bepaalt dat wanneer de rechter een persoon veroordeelt, |
même conditionnellement, comme auteur ou complice de l'une des | zelfs voorwaardelijk, als dader of als medeplichtige van één van de |
infractions visées aux articles 489, 489bis, 489ter et 492bis du Code | strafbare feiten omschreven in de artikelen 489, 489bis, 489ter en |
492bis van het Strafwetboek (faillissementsmisdrijven en misbruik van | |
pénal (délits de faillite et abus de biens sociaux), il décide | vennootschapsgoederen), hij tevens bepaalt of de veroordeelde al dan |
également si la personne condamnée peut ou non exercer une activité | niet verbod wordt opgelegd om persoonlijk of door een tussenpersoon |
commerciale, personnellement ou par interposition de personne. Les | een koopmansbedrijf uit te oefenen. De vermelde bepalingen van het |
dispositions citées du Code pénal punissent, entre autres, ' les | Strafwetboek bestraffen onder meer ' de kooplieden die zich in staat |
commerçants en état de faillite au sens de l'article 2 de la loi sur | van faillissement bevinden in de zin van artikel 2 van de |
les faillites ' qui auront notamment commis, dans la gestion de leur | faillissementswet ', welke met name tijdens het beheer van hun |
commerce, les fautes décrites dans ces articles. | handelszaak de in die artikelen omschreven fouten hebben begaan. |
Comme pour l'article 1er, c'est le juge pénal qui détermine la durée | Zoals voor artikel 1 is het de strafrechter die de duur van dat verbod |
de cette interdiction sans qu'elle puisse être inférieure à trois ans, | vaststelt zonder dat die minder dan drie jaar of meer dan tien jaar |
ni supérieure à dix ans. | mag bedragen. |
L'article 3bis, § 2, de l'arrêté royal dispose en revanche que le | Artikel 3bis, § 2, van het koninklijk besluit daarentegen bepaalt dat |
tribunal de commerce qui a déclaré la faillite (ou le tribunal de | de rechtbank van koophandel die het faillissement heeft uitgesproken |
commerce de Bruxelles si la faillite a été déclarée à l'étranger) | (of de rechtbank van koophandel te Brussel indien het faillissement in |
peut, s'il est établi qu'une faute grave et caractérisée du failli a | het buitenland is uitgesproken), indien blijkt dat een kennelijke |
grove fout van de gefailleerde heeft bijgedragen tot het | |
contribué à la faillite, interdire, par un jugement motivé, à ce | faillissement, aan deze bij een met redenen omkleed vonnis het verbod |
failli d'exercer, personnellement ou par interposition de personne, | oplegt om persoonlijk of door een tussenpersoon enig koopmansbedrijf |
toute activité commerciale. | uit te oefenen. |
Le paragraphe 4 de la même disposition précise que la durée de cette | Paragraaf 4 van deze bepaling preciseert dat de duur van dat verbod |
interdiction est également fixée par le tribunal et ne peut être | eveneens wordt vastgesteld door de rechtbank en minimum drie tot |
inférieure à trois ans ni excéder dix ans. | maximum tien jaar bedraagt. |
2. La différence de traitement | 2. De ongelijke behandeling |
La Cour constitutionnelle ne considère pas comme une différence de | Het Grondwettelijk Hof ziet geen ongelijke behandeling in het |
traitement les différences de régimes entre l'article 1er et l'article | verschillen in regeling tussen artikel 1 en artikel 3bis, § 2, van het |
3bis, § 2, de l'arrêté royal n° 22. | koninklijk besluit nr. 22. |
Selon la Cour, les personnes visées aux litterae a) à j) de l'article | De personen die worden beoogd in de litterae a) tot j) van artikel 1 |
1er de l'arrêté royal n° 22 sont des personnes qui ont commis des | van het koninklijk besluit nr.22 zijn volgens het Hof personen die op |
infractions réprimées par des dispositions pénales. A l'exception des | grond van strafrechtelijke bepalingen strafbare feiten hebben |
personnes ayant commis les infractions prévues aux articles 489, | gepleegd. Behalve voor de personen die strafbare feiten hebben |
gepleegd waarin de in het eerste deel van littera g) vermelde | |
489bis et 489ter du Code pénal, cités dans la première partie du | artikelen 489, 489bis en 489ter van het Strafwetboek voorzien, is de |
littera g), l'état de faillite n'est pas un des éléments constitutifs | staat van faillissement niet één van de bestanddelen van die strafbare |
de ces infractions. Il s'agit donc de personnes qui se trouvent dans | feiten. Het betreft dus personen die zich bevinden in een situatie die |
une situation essentiellement différente de celle de la personne visée | wezenlijk verschilt van die van de persoon die wordt beoogd in artikel |
par l'article 3bis, § 2, du même arrêté royal. Celle-ci est ' un | 3bis, § 2, van hetzelfde koninklijk besluit. Die persoon is een ' niet |
failli non réhabilité ', c'est-à-dire un commerçant qui, aux termes de | in eer herstelde gefailleerde ', met andere woorden een koopman die, |
l'article 2 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, a cessé ses | luidens artikel 2 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, op |
paiements de manière persistante et dont le crédit se trouve ébranlé, | duurzame wijze heeft opgehouden te betalen en wiens krediet geschokt |
qui est en état de faillite et qui a commis une faute grave et | is, die zich in staat van faillissement bevindt en die een kennelijk |
caractérisée, laquelle n'est toutefois pas nécessairement de nature | grove fout heeft begaan, die evenwel niet noodzakelijk van |
pénale et a contribué à sa faillite. Les circonstances ne sont pas | strafrechtelijke aard is en die tot zijn faillissement heeft |
comparables, on ne peut dès lors pas non plus parler d'une différence | bijgedragen. De omstandigheden zijn niet vergelijkbaar : dus kan er |
de traitement. | ook geen sprake zijn van ongelijke behandeling. |
En outre, selon la Cour, la portée de l'interdiction prévue par | Bovendien is volgens het Hof de draagwijdte van het in de ene en de |
chacune de ces dispositions est différente : la personne visée à | andere bepaling vervatte verbod verschillend : aan de in artikel 1 |
l'article 1er peut se voir interdire d'exercer, au sein d'une société | beoogde persoon kan het verbod worden opgelegd om, binnen een |
commerciale, les fonctions énumérées par cet article 1er, ainsi que la | handelsvennootschap, de in dat artikel 1 opgesomde functies uit te |
profession d'agent de change ou d'agent de change correspondant; la | oefenen, alsook het beroep van effectenmakelaar of |
personne visée à l'article 3bis, § 2, peut se voir interdire | correspondent-effectenmakelaar; aan de in artikel 3bis, § 2, beoogde |
d'exercer, ' personnellement ou par interposition de personne, toute | persoon kan het verbod worden opgelegd om ' persoonlijk of door een |
activité commerciale '. | tussenpersoon enig koopmansbedrijf uit te oefenen '. |
La Cour estime en revanche que les personnes visées par l'article 1erbis | De in artikel 1bis beoogde personen kunnen volgens het Hof daarentegen |
peuvent être comparées à celles qui sont visées à l'article 3bis, § 2, | wel worden vergeleken met personen die in artikel 3bis, § 2, van het |
de l'arrêté royal n° 22. | koninklijk besluit nr. 22 worden beoogd. |
L'article 1erbis, en effet, s'applique notamment à une personne | Artikel 1bis is immers van toepassing op met name een persoon die, |
condamnée, même conditionnellement, comme auteur ou complice de l'une | zelfs voorwaardelijk, is veroordeeld als dader of als medeplichtige |
des infractions visées aux articles 489, 489bis et 489ter du Code | van een van de strafbare feiten omschreven in de artikelen 489, 489bis |
pénal. Ces dispositions punissent, entre autres, ' les commerçants en | en 489ter van het Strafwetboek. Die bepalingen bestraffen onder meer ' |
de kooplieden die zich in staat van faillissement bevinden in de zin | |
état de faillite au sens de l'article 2 de la loi sur les faillites ' | van artikel 2 van de faillissementswet ', die met name tijdens het |
qui auront notamment commis, dans la gestion de leur commerce, les | beheer van hun handelszaak de in die artikelen omschreven fouten |
fautes décrites dans ces articles. | hebben begaan. |
Ces personnes sont comparables à celles qui sont visées par l'article | Die personen zijn vergelijkbaar met degenen die worden beoogd in |
3bis, § 2, puisqu'elles sont, les unes comme les autres, des | artikel 3bis, § 2, vermits zij, de enen en de anderen, gefailleerde |
commerçants faillis qui ont commis des fautes dans l'exploitation de | kooplieden zijn die tijdens de exploitatie van hun handelszaak fouten |
leur commerce et qui, pour ce motif, sont passibles d'une même mesure | hebben begaan en om die reden het voorwerp kunnen uitmaken van |
d'interdiction portant sur toute activité commerciale. | eenzelfde verbodsmaatregel met betrekking tot enig koopmansbedrijf. |
Selon la Cour, les personnes visées à l'article 1erbis bénéficient bel | De in artikel 1bis beoogde personen genieten volgens het Hof wel |
et bien d'un traitement plus favorable que celles que vise l'article | degelijk een gunstiger behandeling dan degenen die in artikel 3bis, § |
3bis, § 2. | 2, worden beoogd. |
En effet, l'interdiction prononcée par le juge pénal est une peine | Het door de strafrechter uitgesproken verbod is immers een aanvullende |
accessoire (Cass., 17 mai 2005, www.cass.be) qui peut notamment faire | straf (Cass. 17 mei 2005, www.cass.be) die met name het voorwerp kan |
l'objet d'une mesure de sursis à l'exécution de la peine. La Cour | vormen van een maatregel tot uitstel van de tenuitvoerlegging van de |
constate, en outre, que la durée de l'interdiction prononcée par le | straf. Daarnaast stelt het Hof vast dat de duur van het door de |
juge pénal pourrait être inférieure à trois ans s'il existe des | strafrechter uitgesproken verbod minder dan drie jaar zou kunnen |
circonstances atténuantes. | bedragen indien verzachtende omstandigheden aanwezig zijn. |
Au contraire, les personnes visées à l'article 3bis, § 2, ne peuvent | De in artikel 3bis, § 2, beoogde personen daarentegen kunnen vanwege |
bénéficier d'aucune mesure d'adoucissement de l'interdiction de la | de rechter in koophandel evenwel van geen enkele maatregel genieten |
part du juge consulaire. La Cour l'explique comme suit : | die het verbod verzacht. Het Hof verwoordt het als volgt : |
' Selon la Cour, une telle différence de traitement n'est pas | ' Een dergelijk verschil in behandeling is volgens het Hof niet |
raisonnablement justifiée : elle aboutit à traiter les faillis dont | redelijk verantwoord : het leidt ertoe dat gefailleerden wier |
les fautes de gestion sont censées être les plus graves, puisqu'elles | beheersfouten als de meest ernstige worden beschouwd vermits zij |
constituent des infractions pénales, plus favorablement que les | strafbare feiten vormen, gunstiger worden behandeld dan de |
faillis qui n'ont pas commis de faute pénale ' (Cour | gefailleerden die geen strafrechtelijke fout hebben begaan. ' |
constitutionnelle, 12 juillet 2006, arrêt n° 119/2006, B. 5, et Cour | (Grondwettelijk Hof, 12 juli 2006, Arrest nr. 119/2006, B.5 en |
constitutionnelle, 22 novembre 2007, arrêt n° 144/2007, B.7). | Grondwettelijk Hof, 22 november 2007, arrest nr. 144/2007, B.7). |
La Cour constitutionnelle dit pour droit : | Het Grondwettelijk Hof zegt voor recht : |
' L'article 3bis, § 3, de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 | ' Artikel 3bis, § 3, van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober |
relatif à l'interdiction judiciaire faite à certains condamnés et aux | 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en |
faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités viole | gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te |
les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que les faillis visés | oefenen schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de |
par cette disposition législative, ne peuvent bénéficier d'aucune | in die bepaling beoogde gefailleerden, geen enkele maatregel tot |
mesure d'adoucissement de l'interdiction. ' (Cour constitutionnelle, 12 juillet 2006, arrêt n° 119/2006). | verzachting van het verbod kunnen genieten. ' (Grondwettelijk Hof, 12 juli 2006, arrest nr. 119/2006). |
' L'article 3bis, § 3, de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 | ' Artikel 3bis, § 3, van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober |
relatif à l'interdiction judiciaire faite à certains condamnés et aux | 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en |
faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités viole | gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te |
les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que les personnes | oefenen schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de |
assimilées au failli, visées par cette disposition législative, ne | met de gefailleerde gelijkgestelde personen die in die wetsbepaling |
peuvent bénéficier d'aucune mesure d'adoucissement de l'interdiction ' | worden beoogd, geen enkele maatregel tot verzachting van het verbod |
(Cour constitutionnelle, 22 novembre 2007, arrêt n° 144/2007). | kunnen genieten. ' (Grondwettelijk Hof, 22 november 2007, arrest nr. 144/2007). |
3. Portée des arrêts | 3. Draagwijdte van de arresten |
Bien qu'un arrêt rendu par la Cour sur une question préjudicielle | Hoewel een uitspraak van het Hof op prejudiciële vraag geen gelding |
n'ait pas de validité erga omnes, il ne faut certainement pas non plus | heeft erga omnes, is zo'n uitspraak ook zeker niet te begrijpen als |
considérer qu'il ne s'applique qu'aux parties en cause. Un tel arrêt a | beperkt tot de betrokken partijen. Dergelijke uitspraak heeft |
au contraire une ' autorité relative renforcée ', c'est-à-dire que | integendeel een ' autorité relative renforcée ', in die zin dat alle |
tous les tribunaux qui interviendront dans la même affaire devront s'y | rechtbanken optredend in dezelfde zaak zich er aan zullen moeten |
conformer, alors que dans des affaires comparables, tous les ressorts, | houden, terwijl in vergelijkbare zaken alle ù behalve de hoogste |
à l'exception des juridictions suprêmes, devront choisir soit de s'en | rechtsmachten ù de keuze moeten maken zich te houden aan de |
tenir à l'interprétation de la Cour, soit de poser une nouvelle | interpretatie van het Hof ofwel een nieuwe prejudiciële vraag te |
question préjudicielle. | stellen. |
Les gouvernements concernés ont aussi la possibilité d'introduire un | Ook kunnen de betrokken regeringen binnen de zes maand na de uitspraak |
recours en annulation dans les six mois du prononcé de l'arrêt. | een annulatieberoep instellen. |
4. Proposition de modification de la loi | 4. Voorstel tot wetswijzigingen |
Cette autorité relative renforcée est certainement présente dans les | Deze versterkte relatieve draagwijdte is in deze arresten zeker |
arrêts en question, puisque la Cour constitutionnelle postule | aanwezig, aangezien het Grondwettelijk Hof zonder enig voorbehoud en |
clairement et sans ambiguïté l'inégalité de traitement, sans formuler | op klare en ondubbelzinnige wijze de ongelijke behandeling |
la moindre réserve. | vooropstelt. |
Dans un souci de bonne législation, il convient dès lors d'adopter une loi dans les plus brefs délais pour remédier à l'inconstitutionnalité constatée de cette disposition. C'est pourquoi il est proposé de supprimer la durée minimale de l'interdiction professionnelle que le tribunal de commerce doit prononcer. Celui-ci pourra ainsi arguer de circonstances atténuantes pour imposer une interdiction professionnelle de moins de trois ans, de la même manière que le juge pénal peut accorder un sursis ou admettre des circonstances atténuantes. | Het is dan ook een kwestie van behoorlijke wetgeving de vastgestelde ongrondwettelijkheid van deze bepaling zo snel mogelijk bij wet te verhelpen. Daarom wordt voorgesteld de minimumduur van het door de rechtbank van koophandel uit te spreken beroepsverbod op te heffen. Zodoende kan, net zoals in het geval door de strafrechter uitstel wordt verleend of verzachtende omstandigheden worden aangenomen, het beroepsverbod, door de rechtbank van koophandel opgelegd op grond van omstandigheden, voor een kortere duur dan drie jaar worden opgelegd. |
L'article 3bis, § 4, de l'arrêté royal n° 22 est adapté en ce sens » | Daartoe wordt artikel 3bis, § 4, koninklijk besluit nr. 22 aangepast » |
(Doc. parl., Sénat, 2007-2008, n° 4-787/1, pp. 2 à 7). | (Parl. St., Senaat, 2007-2008, nr. 4-787/1, pp. 2 tot 7). |
B.4. Il ressort des travaux préparatoires qui viennent d'être cités | B.4. Uit de voormelde parlementaire voorbereiding blijkt dat de |
que le législateur a entendu donner suite aux arrêts de la Cour n° | wetgever gevolg heeft willen geven aan de arresten van het Hof nr. |
119/2006 du 12 juillet 2006 et n° 144/2007 du 22 novembre 2007, en | 119/2006 van 12 juli 2006 en nr. 144/2007 van 22 november 2007, door |
permettant au tribunal de commerce de tenir compte de circonstances | de rechtbank van koophandel de mogelijkheid te bieden om rekening te |
atténuantes dans le chef du failli ou des personnes assimilées, pour | houden met verzachtende omstandigheden voor de gefailleerde of de met |
éventuellement adoucir la sanction que constitue l'interdiction | hem gelijkgestelde personen, teneinde eventueel de sanctie, zijnde het |
professionnelle pouvant être prononcée à leur égard. Ainsi la durée | beroepsverbod dat tegen hen kan worden uitgesproken, te verzachten. De |
minimale de trois ans de l'interdiction professionnelle a-t-elle été supprimée. | minimumduur van drie jaar van het beroepsverbod werd aldus geschrapt. |
Comme le relève le juge a quo, les personnes concernées ne peuvent, en | Zoals de verwijzende rechter doet opmerken, kunnen de betrokken |
revanche, bénéficier d'une mesure de sursis, laquelle ne peut être | personen daarentegen geen maatregel van uitstel, die enkel door een |
ordonnée que par une juridiction pénale. | strafgerecht kan worden toegestaan, genieten. |
B.5. Le sursis à l'exécution des peines, prévu à l'article 8 de la loi | B.5. Het uitstel van de tenuitvoerlegging van de straffen, dat is |
du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la probation, a | vastgelegd bij artikel 8 van de wet van 29 juni 1964 betreffende de |
pour objectif de réduire les inconvénients inhérents à l'exécution des | opschorting, het uitstel en de probatie, heeft tot doel de nadelen die |
peines et de ne pas compromettre la réinsertion du condamné. | inherent zijn aan de tenuitvoerlegging van de straffen, te beperken en |
B.6.1. Les personnes visées à l'article 1erbis de l'arrêté royal | de re-integratie van de veroordeelde niet in het gedrang te brengen. |
bénéficient d'un traitement plus favorable que celles qui sont visées | B.6.1. De in artikel 1bis van het koninklijk besluit beoogde personen |
à l'article 3bis, § 2. L'interdiction prononcée par le juge pénal est, | genieten een gunstigere behandeling dan diegenen die in artikel 3bis, |
§ 2, worden beoogd. Het door de strafrechter uitgesproken verbod is | |
en effet, une peine accessoire (Cass., 17 mai 2005, Pas., 2005, n° | immers een bijkomende straf (Cass., 17 mei 2005, Arr. Cass., 2005, nr. |
282) qui peut notamment faire l'objet d'une mesure de sursis à | 282) die met name het voorwerp kan uitmaken van een maatregel tot |
l'exécution de la peine. | uitstel van de tenuitvoerlegging van de straf. |
Une telle différence de traitement n'est pas raisonnablement justifiée | Een dergelijk verschil in behandeling is niet redelijk verantwoord : |
: elle aboutit à traiter les faillis dont les fautes de gestion sont | het leidt ertoe dat gefailleerden wier beheersfouten als de meest |
censées être les plus graves, puisqu'elles constituent des infractions | ernstige moeten worden beschouwd aangezien zij strafbare feiten |
pénales, plus favorablement que les faillis qui n'ont pas commis de | vormen, gunstiger worden behandeld dan de gefailleerden die geen |
faute pénale. | strafrechtelijke fout hebben begaan. |
B.6.2. Cette différence de traitement ne trouve toutefois pas son | B.6.2. Dat verschil in behandeling vindt echter niet zijn oorsprong in |
origine dans la disposition en cause, mais dans l'absence de | de in het geding zijnde bepaling, maar in het ontbreken van een |
disposition qui permettrait aux faillis ayant fait l'objet d'une | bepaling die de gefailleerden tegen wie door de rechtbank van |
interdiction professionnelle de nature civile, prononcée par le | koophandel een beroepsverbod van burgerrechtelijke aard is |
tribunal de commerce, de bénéficier d'une mesure de sursis. En effet, | uitgesproken, zou toelaten om een maatregel van uitstel te genieten. |
lorsque la loi du 29 juin 1964 n'est pas applicable, il appartient au | Wanneer de wet van 29 juni 1964 niet van toepassing is, komt het |
législateur de déterminer les conditions auxquelles un sursis peut | immers de wetgever toe de voorwaarden te bepalen waaronder een uitstel |
être ordonné et de fixer les conditions et la procédure de sa | kan worden toegestaan, alsook de voorwaarden en de procedure van |
révocation. | herroeping ervan vast te stellen. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
- L'article 3bis, §§ 2 et 3, de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre | - Artikel 3bis, §§ 2 en 3, van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 |
1934 relatif à l'interdiction judiciaire faite à certains condamnés et | oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde |
aux faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités ne | veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of |
viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | werkzaamheden uit te oefenen schendt de artikelen 10 en 11 van de |
Grondwet niet. | |
- L'absence d'une disposition législative qui permette de faire | - De ontstentenis van een wetsbepaling die het mogelijk maakt dat de |
bénéficier les faillis d'une éventuelle mesure de sursis lorsqu'une | gefailleerden een eventuele maatregel van uitstel genieten wanneer een |
interdiction professionnelle est prononcée par le tribunal de commerce | beroepsverbod wordt uitgesproken door de rechtbank van koophandel, |
viole les articles 10 et 11 de la Constitution. | schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitsproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 31 mai 2012. | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 31 mei 2012. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
R. Henneuse. | R. Henneuse. |