← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 43/2012 du 8 mars 2012 Numéro du rôle : 5269 En cause : la question
préjudicielle relative à l'article 1022 du Code judiciaire , posée par le Tribunal de première inst(...) La Cour constitutionnelle, composée
des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges L. La(...)"
Extrait de l'arrêt n° 43/2012 du 8 mars 2012 Numéro du rôle : 5269 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1022 du Code judiciaire , posée par le Tribunal de première inst(...) La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges L. La(...) | Uittreksel uit arrest nr. 43/2012 van 8 maart 2012 Rolnummer 5269 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek , gesteld door de Rechtbank van e(...) Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 43/2012 du 8 mars 2012 | Uittreksel uit arrest nr. 43/2012 van 8 maart 2012 |
Numéro du rôle : 5269 | Rolnummer 5269 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1022 du Code | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1022 van het |
judiciaire (avant sa modification par la loi du 21 février 2010), | Gerechtelijk Wetboek (vóór de wijziging ervan bij de wet van 21 |
posée par le Tribunal de première instance de Termonde. | februari 2010), gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te |
Dendermonde. | |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de |
Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels et P. Nihoul, | rechters L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels en P. |
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. | Nihoul, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder |
Bossuyt, | voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 25 novembre 2011 en cause de l'inspecteur urbaniste | Bij vonnis van 25 november 2011 in zake de gewestelijk |
régional compétent pour le territoire de la province de Flandre | stedenbouwkundig inspecteur bevoegd voor het grondgebied van de |
orientale contre Didier Heyndrickx, Wilfried Heyndrickx, Philippe | provincie Oost-Vlaanderen tegen Didier Heyndrickx, Wilfried |
Heyndrickx et Jessy Cordemans, dont l'expédition est parvenue au | Heyndrickx, Philippe Heyndrickx en Jessy Cordemans, waarvan de |
greffe de la Cour le 13 décembre 2011, le Tribunal de première | expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 december 2011, |
instance de Termonde a posé la question préjudicielle suivante : | heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde de volgende |
prejudiciële vraag gesteld : | |
« L'article 1022 du Code judiciaire (avant sa modification par la loi | « Schendt artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek (vóór de wijziging |
du 21 février 2010) viole-t-il les articles 10 et 11 de la | ervan bij de wet van 21 februari 2010) de artikelen 10 en 11 van de |
Constitution en ce que le juge civil peut, en vertu de cet article, | Grondwet, in zoverre de burgerlijke rechter krachtens dit artikel een |
imposer une indemnité de procédure à la Région flamande, procédant ou | rechtsplegingsvergoeding kan opleggen aan het Vlaamse Gewest, |
agissant au nom de l'intérêt général, alors que, conformément à | vorderend of handelend in naam van het algemeen belang, terwijl dit |
l'article 162bis du Code d'instruction criminelle, cette possibilité | conform artikel 162bis Sv. onmogelijk is voor de strafrechter ? ». |
ne s'offre pas au juge pénal ? ». | Op 21 december 2011 hebben de rechters-verslaggevers L. Lavrysen en J. |
Le 21 décembre 2011, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la | Spreutels, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de |
loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les | bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, het Hof |
juges-rapporteurs L. Lavrysen et J. Spreutels ont informé la Cour | ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht |
qu'ils pourraient être amenés à proposer de rendre un arrêt de réponse immédiate. | voor te stellen een arrest van onmiddellijk antwoord te wijzen. |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. L'article 1022 du Code judiciaire disposait, avant sa | B.1. Artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, vóór de wijziging |
modification par la loi du 21 février 2010 : | ervan bij de wet van 21 februari 2010, bepaalde : |
« L'indemnité de procédure est une intervention forfaitaire dans les | « De rechtsplegingsvergoeding is een forfaitaire tegemoetkoming in de |
frais et honoraires d'avocat de la partie ayant obtenu gain de cause. | kosten en erelonen van de advocaat van de in het gelijk gestelde partij. |
Na het advies te hebben ingewonnen van de Orde van Vlaamse Balies en | |
Après avoir pris l'avis de l'Ordre des barreaux francophones et | van de Ordre des barreaux francophones et germanophone, stelt de |
Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de | |
germanophone et de l'Orde van Vlaamse Balies, le Roi établit par | basis-, minimum- en maximumbedragen vast van de |
arrêté délibéré en Conseil des ministres, les montants de base, minima | rechtsplegingsvergoeding, onder meer in functie van de aard van de |
et maxima de l'indemnité de procédure, en fonction notamment de la | zaak en van de belangrijkheid van het geschil. |
nature de l'affaire et de l'importance du litige. | Op verzoek van een van de partijen, dat in voorkomend geval wordt |
A la demande d'une des parties, éventuellement formulée sur | gedaan na ondervraging door de rechter, kan deze bij een met |
interpellation par le juge, celui-ci peut, par décision spécialement | bijzondere redenen omklede beslissing ofwel de vergoeding verminderen, |
motivée, soit réduire l'indemnité soit l'augmenter, sans pour autant | ofwel die verhogen, zonder de door de Koning bepaalde maximum- en |
dépasser les montants maxima et minima prévus par le Roi. Dans son | minimumbedragen te overschrijden. Bij zijn beoordeling houdt de |
appréciation, le juge tient compte : | rechter rekening met : |
- de la capacité financière de la partie succombante, pour diminuer le | - de financiële draagkracht van de verliezende partij, om het bedrag |
montant de l'indemnité; | van de vergoeding te verminderen; |
- de la complexité de l'affaire; | - de complexiteit van de zaak; |
- des indemnités contractuelles convenues pour la partie qui obtient | - de contractueel bepaalde vergoedingen voor de in het gelijk gestelde |
gain de cause; | partij; |
- du caractère manifestement déraisonnable de la situation. | - het kennelijk onredelijk karakter van de situatie. |
Si la partie succombante bénéficie de l'aide juridique de deuxième | Indien de in het ongelijk gestelde partij van de tweedelijns |
ligne, l'indemnité de procédure est fixée au minimum établi par le Roi, sauf en cas de situation manifestement déraisonnable. Le juge motive spécialement sa décision sur ce point. Lorsque plusieurs parties bénéficient de l'indemnité de procédure à charge d'une même partie succombante, son montant est au maximum le double de l'indemnité de procédure maximale à laquelle peut prétendre le bénéficiaire qui est fondé à réclamer l'indemnité la plus élevée. Elle est répartie entre les parties par le juge. Aucune partie ne peut être tenue au paiement d'une indemnité pour l'intervention de l'avocat d'une autre partie au-delà du montant de | juridische bijstand geniet, wordt de rechtsplegingsvergoeding vastgelegd op het door de Koning vastgestelde minimum, tenzij in geval van een kennelijk onredelijke situatie. De rechter motiveert in het bijzonder zijn beslissing op dat punt. Wanneer meerdere partijen de rechtsplegingsvergoeding ten laste van dezelfde in het ongelijk gestelde partij genieten, bedraagt het bedrag ervan maximum het dubbel van de maximale rechtsplegingsvergoeding waarop de begunstigde die gerechtigd is om de hoogste vergoeding te eisen aanspraak kan maken. Ze wordt door de rechter tussen de partijen verdeeld. Geen partij kan boven het bedrag van de rechtsplegingsvergoeding worden aangesproken tot betaling van een vergoeding voor de |
l'indemnité de procédure ». | tussenkomst van de advocaat van een andere partij ». |
B.2. Le juge a quo demande à la Cour si cette disposition viole les | B.2. De verwijzende rechter vraagt het Hof of die bepaling de |
articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'une indemnité de | artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt in zoverre een |
procédure peut être imposée à la Région flamande et plus précisément, | rechtsplegingsvergoeding ten laste van het Vlaamse Gewest kan worden |
ainsi qu'il ressort des données de l'affaire, lorsque l'inspecteur | gelegd, meer bepaald, zoals blijkt uit de gegevens van de zaak, |
urbaniste succombe dans son action en réparation intentée devant le | wanneer de stedenbouwkundig inspecteur in het ongelijk wordt gesteld |
tribunal civil, sur pied de l'article 6.1.43 du Code flamand de | bij zijn op grond van artikel 6.1.43 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke |
l'aménagement du territoire. | Ordening voor de burgerlijke rechtbank ingestelde herstelvordering. |
Le juge a quo compare cette situation à celle qui découle de l'article | De verwijzende rechter vergelijkt die situatie met die welke |
162bis du Code d'instruction criminelle. | voortvloeit uit artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering. |
B.3. L'article 162bis du Code d'instruction criminelle avant sa | B.3. Artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, vóór de |
modification par la loi du 21 février 2010, disposait : | wijziging ervan bij de wet van 21 februari 2010, bepaalde : |
« Tout jugement de condamnation rendu contre le prévenu et les | « Ieder veroordelend vonnis, uitgesproken tegen de beklaagde en tegen |
personnes civilement responsables de l'infraction les condamnera | de personen die voor het misdrijf burgerrechtelijk aansprakelijk zijn, |
envers la partie civile à l'indemnité de procédure visée à l'article | veroordeelt hen tot het betalen aan de burgerlijke partij van de |
1022 du Code judiciaire. | rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek. |
La partie civile qui aura lancé une citation directe et qui succombera | De burgerlijke partij die rechtstreeks heeft gedagvaard en die in het |
ongelijk wordt gesteld, zal veroordeeld worden tot het aan de | |
sera condamnée envers le prévenu à l'indemnité visée à l'article 1022 | beklaagde betalen van de vergoeding bedoeld in artikel 1022 van het |
du Code judiciaire. L'indemnité sera liquidée par le jugement ». | Gerechtelijk Wetboek. De vergoeding wordt bepaald door het vonnis ». |
Il découle de cette disposition qu'aucune indemnité de procédure ne | Uit die bepaling vloeit voort dat geen enkele rechtsplegingsvergoeding |
peut être exigée de la part de l'Etat belge lorsque le ministère | van de Belgische Staat kan worden geëist wanneer het openbaar |
ministerie een strafvordering instelt die eindigt met een | |
public intente une action publique se soldant par un non-lieu ou un | buitenvervolgingstelling of een vrijspraak. Uit die bepaling vloeit |
acquittement. Il en découle également qu'aucune indemnité de procédure | tevens voort dat geen enkele rechtsplegingsvergoeding van het Vlaamse |
ne peut être exigée de la part de la Région flamande lorsque, dans le | Gewest kan worden geëist wanneer in het kader van de voormelde |
cadre de la procédure pénale précitée, une action en réparation a été | strafprocedure een herstelvordering werd ingediend door de |
intentée par l'inspecteur urbaniste. | stedenbouwkundig inspecteur. |
B.4. Selon le Conseil des ministres, l'intervention de l'inspecteur | B.4. Volgens de Ministerraad is het optreden van de stedenbouwkundig |
urbaniste devant le juge civil ne peut être comparée à l'intervention | inspecteur voor de burgerlijke rechter niet vergelijkbaar met het |
du même inspecteur devant le juge pénal. Dans la première hypothèse, | optreden van dezelfde inspecteur voor de strafrechter. In het eerste |
l'inspecteur urbaniste intente son action en réparation par voie de citation, ce qui implique qu'il devient partie au procès. Dans la seconde hypothèse, il intente son action en réparation par pli ordinaire adressé au parquet, ce qui impliquerait qu'il n'est pas partie à la cause. Il faut cependant ne pas confondre différence et non-comparabilité. Le mode d'introduction différent d'une action peut certes constituer un élément dans l'appréciation d'une différence de traitement, mais il ne suffit pas pour conclure à la non-comparabilité, sous peine de priver de sa substance le contrôle qui est exercé au regard du principe d'égalité et de non-discrimination. Il faut par ailleurs déduire de la motivation du jugement de renvoi que l'intervention de l'inspecteur urbaniste devant le juge civil ne doit pas simplement être comparée à son intervention devant le juge pénal, mais à l'intervention devant le juge pénal en général, donc en premier lieu à l'intervention du ministère public. Le statut différent des inspecteurs urbanistes et des membres du ministère public ne peut pas davantage suffire pour conclure à la non-comparabilité. | geval dient de stedenbouwkundig inspecteur zijn herstelvordering in door een dagvaarding, waardoor hij partij wordt in het geding. In het tweede geval leidt hij zijn herstelvordering in door een gewone brief aan het parket, waardoor hij geen partij zou worden in het geding. Verschil en niet-vergelijkbaarheid mogen evenwel niet worden verward. De verschillende wijze waarop een vordering wordt ingeleid kan weliswaar een element zijn in de beoordeling van een verschil in behandeling, maar zij kan niet volstaan om tot de niet-vergelijkbaarheid te besluiten, anders zou de toetsing aan het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie van elke inhoud worden ontdaan. Uit de motivering van het verwijzingsvonnis moet overigens worden afgeleid dat het optreden van de stedenbouwkundig inspecteur voor de burgerlijke rechter niet louter moet worden vergeleken met diens optreden voor de strafrechter, maar met het optreden voor de strafrechter in het algemeen, dus in de eerste plaats met het optreden van het openbaar ministerie. Het verschillende statuut van de stedenbouwkundig inspecteurs en van de leden van het openbaar ministerie kan evenmin volstaan om tot de niet-vergelijkbaarheid te besluiten. |
B.5. Dans son arrêt n° 182/2008 du 18 décembre 2008 concernant les | B.5. In zijn arrest nr. 182/2008 van 18 december 2008 met betrekking |
recours en annulation de la loi du 21 avril 2007 relative à la | tot de beroepen tot vernietiging van de wet van 21 april 2007 |
répétibilité des honoraires et des frais liés à l'assistance d'un | betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden |
avocat, la Cour a jugé que les différences fondamentales entre le | aan de bijstand van een advocaat heeft het Hof geoordeeld dat de |
ministère public et la partie civile peuvent justifier la | |
non-application, à charge de l'Etat, du système d'indemnisation | fundamentele verschillen tussen het openbaar ministerie en de |
forfaitaire prévu par la loi du 21 avril 2007. En traitant | burgerlijke partij kunnen verantwoorden dat de in de wet van 21 april |
2007 bedoelde forfaitaire vergoedingsregeling niet wordt toegepast ten | |
différemment le ministère public et la partie civile, le législateur | laste van de Staat. Door het openbaar ministerie en de burgerlijke |
n'a donc pas méconnu le principe d'égalité et de non-discrimination. | partij verschillend te behandelen, heeft de wetgever het beginsel van |
gelijkheid en niet-discriminatie bijgevolg niet geschonden. | |
B.6. Dans son arrêt n° 83/2011 du 18 mai 2011, la Cour a répondu, dans | B.6. In zijn arrest nr. 83/2011 van 18 mei 2011 heeft het Hof op een |
le cadre d'une question préjudicielle, que l'article 1022 du Code | prejudiciële vraag geantwoord dat artikel 1022 van het Gerechtelijk |
judiciaire, avant l'entrée en vigueur de la loi du 21 février 2010, | Wetboek, vóór de inwerkingtreding van de wet van 21 februari 2010, de |
violait les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'une | artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt in zoverre een |
indemnité de procédure pouvait être mise à charge de l'Etat belge | rechtsplegingsvergoeding ten laste van de Belgische Staat kan worden |
lorsque l'auditorat du travail succombait dans son action intentée sur | gelegd wanneer het arbeidsauditoraat in het ongelijk wordt gesteld bij |
pied de l'article 138bis, § 2, du Code judiciaire. | zijn rechtsvordering ingesteld op grond van artikel 138bis, § 2, van |
het Gerechtelijk Wetboek. | |
La Cour considérait en effet que le principe d'égalité et de | Het Hof was met name van oordeel dat het beginsel van gelijkheid en |
non-discrimination exige que ces actions, qui sont intentées par un | niet-discriminatie vereist dat die rechtsvorderingen, die in naam van |
organe public au nom de l'intérêt général et en toute indépendance, | het algemeen belang en in alle onafhankelijkheid door een publiek |
soient traitées de la même manière que les actions pénales. | orgaan zijn ingesteld, op dezelfde wijze worden behandeld als de |
strafvorderingen. | |
B.7. La loi du 21 février 2010 « modifiant les articles 1022 du Code | B.7. Bij de wet van 21 februari 2010 « tot wijziging van de artikelen |
judiciaire et 162bis du Code d'instruction criminelle et abrogeant | 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van |
l'article 6 de la loi du 2 août 2002 concernant la lutte contre le | strafvordering en tot opheffing van artikel 6 van de wet van 2 |
retard de paiement dans les transactions commerciales » a inséré dans | augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand |
bij handelstransacties » werd in artikel 1022 van het Gerechtelijk | |
l'article 1022 du Code judiciaire un alinéa 8 qui dispose : | Wetboek een achtste lid ingevoegd, dat bepaalt : |
« Aucune indemnité n'est due à charge de l'Etat : | « Geen enkele vergoeding is verschuldigd ten laste van de Staat : |
1° lorsque le ministère public intervient par voie d'action dans les | 1° wanneer het openbaar ministerie bij wege van rechtsvordering in |
procédures civiles conformément à l'article 138bis, § 1er; | burgerlijke procedures tussenkomt overeenkomstig artikel 138bis, § 1; |
2° lorsque l'auditorat du travail intente une action devant les | 2° wanneer het arbeidsauditoraat een rechtsvordering instelt voor de |
juridictions du travail conformément à l'article 138bis, § 2 ». | arbeidsgerechten overeenkomstig artikel 138bis, § 2 ». |
En vertu de l'article 6 de la loi du 21 février 2010, cette nouvelle | Krachtens artikel 6 van de wet van 21 februari 2010, zal die nieuwe |
disposition entrera en vigueur à une date que le Roi fixera. | bepaling in werking treden op een datum die de Koning zal bepalen. |
Il ressort des travaux préparatoires de cette loi que le législateur a | Uit de parlementaire voorbereiding van die wet blijkt dat de wetgever |
voulu corriger une série d'imperfections de la loi du 21 avril 2007 | een aantal tekortkomingen van de voormelde wet van 21 april 2007, die |
précitée qui sont sources d'injustices (Doc. parl., Chambre, | aanleiding geven tot een aantal onbillijke situaties, heeft willen |
2009-2010, DOC 52-2313/004, p. 4) et qu'il a voulu tenir compte de | rechtzetten (Parl. St., Kamer, 2009-2010, DOC 52-2313/004, p. 4), en |
dat hij rekening heeft willen houden met het voormelde arrest nr. | |
l'arrêt n° 182/2008 précité. Il a notamment prévu deux exonérations | 182/2008. Hij heeft onder meer in twee nieuwe vrijstellingen voorzien |
nouvelles « [a]fin de permettre au ministère public, qui défend | « om het openbaar ministerie, [dat] het algemeen belang verdedigt, toe |
te staan zijn rechtsvordering uit te oefenen in volle | |
l'intérêt général, d'exercer son action en toute indépendance sans | onafhankelijkheid, zonder rekening te houden met het financieel risico |
tenir compte du risque financier lié au procès » (Doc. parl., Chambre, | verbonden aan het proces » (Parl. St., Kamer, 2009-2010, DOC |
2009-2010, DOC 52-2313/001, p. 6). | 52-2313/001, p. 6). |
B.8. L'action en réparation qui est en cause dans la présente affaire | B.8. De thans in het geding zijnde herstelvordering wordt door de |
est intentée par l'inspecteur urbaniste dans l'intérêt général, en vue | stedenbouwkundig inspecteur uitsluitend ingesteld in het algemeen |
de garantir le bon aménagement du territoire. | belang, met het oog op het vrijwaren van de goede ruimtelijke |
Si les membres du ministère public sont des magistrats de l'ordre | ordening. Weliswaar zijn de leden van het openbaar ministerie magistraten van de |
judiciaire, les inspecteurs urbanistes sont en revanche des | rechterlijke orde, terwijl de stedenbouwkundig inspecteurs ambtenaren |
fonctionnaires qui relèvent du pouvoir exécutif, comme l'observe à | |
juste titre le Conseil des ministres. Les travaux préparatoires de | zijn die tot de uitvoerende macht behoren, zoals de Ministerraad |
l'article 151 de la Constitution, qui garantit l'indépendance du ministère public dans l'exercice des recherches et poursuites individuelles, indiquent cependant : « [...] le ministère public est indépendant lorsqu'il intente l'action pénale et, partant, lorsqu'il poursuit des délits, même si le ministère public n'exerce en l'occurrence [...] pas une fonction de juge mais plutôt une fonction de pouvoir exécutif et qu'il relève ainsi de l'autorité et du contrôle du ministre de la Justice. C'est la raison pour laquelle le paragraphe premier réfère à la possibilité pour le ministre de la Justice d'ordonner les poursuites pénales | terecht opmerkt. Uit de parlementaire voorbereiding van artikel 151 van de Grondwet, dat de onafhankelijkheid van het openbaar ministerie in de individuele opsporing en vervolging waarborgt, blijkt evenwel dat : « het openbaar ministerie onafhankelijk is wanneer het de strafvordering instelt en dus bij het vervolgen van misdrijven, weze het dat het openbaar ministerie hier [...] geen rechterlijk ambt uitoefent maar veeleer een ambt van de uitvoerende macht en aldus onderworpen is aan het gezag en het toezicht van de minister van Justitie. Vandaar dat paragraaf één verwijst naar de mogelijkheid van |
(article 274 Code d'instruction criminelle : le droit d'injonction | de minister van Justitie om de strafvervolging te bevelen (artikel 274 |
positif), ainsi qu'à la compétence du ministre de la Justice d'arrêter | en volgende : het positief injunctierecht), evenals naar de |
les directives de la politique criminelle, en ce compris en matière de | bevoegdheid van de minister van Justitie om de richtlijnen van het |
strafrechtelijk beleid, inclusief die van het opsporings- en | |
politique de recherche et de poursuite » (Doc. Parl., Chambre, | vervolgingsbeleid, vast te stellen » (Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. |
1997-1998, n° 1675/1, p. 4). | 1675/1, p. 4). |
Le statut différent des inspecteurs urbanistes et des membres du | Het verschillende statuut van de stedenbouwkundig inspecteurs en van |
ministère public ne peut dès lors suffire pour justifier la différence | de leden van het openbaar ministerie kan derhalve niet volstaan om het |
in het geding zijnde verschil in behandeling te verantwoorden. | |
de traitement en cause. | Zoals de leden van het openbaar ministerie dienen de stedenbouwkundig |
Tout comme les membres du ministère public, les inspecteurs urbanistes | inspecteurs hun vordering in volle onafhankelijkheid te kunnen |
doivent pouvoir exercer leur action en toute indépendance, sans tenir | uitoefenen, zonder rekening te houden met het financieel risico |
compte du risque financier lié au procès. | verbonden aan het proces. |
B.9. La question préjudicielle appelle une réponse affirmative. | B.9. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 1022 du Code judiciaire, avant l'entrée en vigueur de la loi | Artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, vóór de inwerkingtreding |
du 21 février 2010, viole les articles 10 et 11 de la Constitution en | van de wet van 21 februari 2010, schendt de artikelen 10 en 11 van de |
ce qu'une indemnité de procédure peut être mise à charge de la Région | Grondwet in zoverre een rechtsplegingsvergoeding ten laste van het |
flamande lorsque l'inspecteur urbaniste succombe en son action en | Vlaamse Gewest kan worden gelegd wanneer de stedenbouwkundig |
réparation intentée devant le tribunal civil sur la base de l'article | inspecteur in het ongelijk wordt gesteld bij zijn op grond van artikel |
6.1.43 du Code flamand de l'aménagement du territoire. | 6.1.43 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening voor de burgerlijke |
rechtbank ingestelde herstelvordering. | |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 8 mars 2012. | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 8 maart 2012. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |