← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 152/2011 du 13 octobre 2011 Numéro du rôle : 5050 En cause
: la question préjudicielle relative à l'article 132bis du Code des impôts sur les revenus 1992, inséré
par l'article 4 de la loi du 4 mai 1999 portant des dis La Cour constitutionnelle, composée
des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 152/2011 du 13 octobre 2011 Numéro du rôle : 5050 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 132bis du Code des impôts sur les revenus 1992, inséré par l'article 4 de la loi du 4 mai 1999 portant des dis La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De(...) | Uittreksel uit arrest nr. 152/2011 van 13 oktober 2011 Rolnummer 5050 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 132bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij artikel 4 van de wet van 4 mei 1999 houdende fi Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Extrait de l'arrêt n° 152/2011 du 13 octobre 2011 | Uittreksel uit arrest nr. 152/2011 van 13 oktober 2011 |
| Numéro du rôle : 5050 | Rolnummer 5050 |
| En cause : la question préjudicielle relative à l'article 132bis du | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 132bis van het |
| Code des impôts sur les revenus 1992, inséré par l'article 4 de la loi | Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij artikel 4 van |
| du 4 mai 1999 portant des dispositions fiscales et autres, tel qu'il | de wet van 4 mei 1999 houdende fiscale en andere bepalingen, zoals van |
| était applicable avant son remplacement par l'article 279 de la loi du | toepassing vóór de vervanging ervan bij artikel 279 van de wet van 27 |
| 27 décembre 2006 portant des dispositions diverses (I), posée par le | december 2006 houdende diverse bepalingen (I), gesteld door de |
| Tribunal de première instance de Bruxelles. | Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. |
| La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
| composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De | samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de |
| Groot, L. Lavrysen, E. Derycke, P. Nihoul et F. Daoût, assistée du | rechters E. De Groot, L. Lavrysen, E. Derycke, P. Nihoul en F. Daoût, |
| greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Bossuyt, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
| Par jugement du 18 octobre 2010 en cause de Y.B. contre l'Etat belge, | Bij vonnis van 18 oktober 2010 in zake Y.B. tegen de Belgische Staat, |
| dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 3 novembre | waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 |
| 2010, le Tribunal de première instance de Bruxelles a posé la question | november 2010, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de |
| préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 132bis du Code des impôts sur les revenus, tel qu'il a été | « Schendt artikel 132bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, |
| zoals ingevoerd door de wet houdende fiscale en andere bepalingen van | |
| inséré par la loi du 4 mai 1999 portant des dispositions fiscales et | 4 mei 1999 en van toepassing vóór de inwerkingtreding van de wet van |
| autres et tel qu'il était applicable avant l'entrée en vigueur de la | |
| loi du 27 décembre 2006 portant des dispositions diverses (I), | 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), de artikelen 10 en |
| viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il | 11 van de Grondwet, in zoverre het een verschil in behandeling invoert |
| établit une différence de traitement entre certaines catégories de | tussen categorieën van belastingplichtigen, met name, enerzijds, |
| contribuables, à savoir, d'une part, les contribuables qui exercent | belastingplichtigen die gezamenlijk met de andere ouder het ouderlijk |
| conjointement avec l'autre parent l'autorité parentale sur un enfant | gezag uitoefenen over een gemeenschappelijk kind en een gezamenlijke |
| commun et qui peuvent produire une demande écrite conjointe concernant | schriftelijke aanvraag kunnen voorleggen aangaande de verdeling van de |
| la répartition, entre les deux parents, des suppléments pour enfants à | |
| charge visés à l'article 131 [lire : 132] du même Code et, d'autre | toeslagen bedoeld in artikel 131 [lees : 132] van hetzelfde Wetboek |
| voor kinderen ten laste over beide ouders, en, anderzijds, | |
| part, les contribuables qui exercent conjointement avec l'autre parent | belastingplichtigen die gezamenlijk met de andere ouder het ouderlijk |
| l'autorité parentale sur un enfant commun et qui, en dehors de leur | gezag uitoefenen over een gemeenschappelijk kind en buiten hun wil |
| volonté, ne peuvent pas produire de demande écrite conjointe | geen gezamenlijke schriftelijke aanvraag kunnen voorleggen aangaande |
| concernant la répartition, entre les deux parents, des suppléments | de verdeling van de toeslagen voor kinderen ten laste over beide |
| pour enfants à charge, notamment parce que l'autre parent, sans motif | ouders, met name omdat de andere ouder zonder gegronde reden niet |
| fondé, n'est pas disposé à apporter sa collaboration à cet effet ? ». | bereid is zijn medewerking hiertoe te verlenen ? ». |
| (...) | (...) |
| III. En droit | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. L'article 132bis du Code des impôts sur les revenus 1992 | B.1. Artikel 132bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 |
| (ci-après : CIR 1992), inséré par l'article 4 de la loi du 4 mai 1999 | (hierna : WIB 1992), ingevoegd bij artikel 4 van de wet van 4 mei 1999 |
| portant des dispositions fiscales et autres, disposait, avant son | houdende fiscale en andere bepalingen, bepaalde vóór de vervanging |
| remplacement par l'article 279 de la loi du 27 décembre 2006 portant | ervan bij artikel 279 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse |
| des dispositions diverses (I) : | bepalingen (I) : |
| « Lorsque les père et mère de l'enfant ou des enfants à charge donnant | « Wanneer de vader en de moeder van een of meer kinderen ten laste, |
| droit aux suppléments visés à l'article 132, alinéa 1er, 1° à 5°, ne | recht gevende op de toeslagen vermeld in artikel 132, eerste lid, 1° |
| font pas partie du même ménage mais qu'ils exercent conjointement leur | tot 5°, geen deel uitmaken van hetzelfde gezin, maar gezamenlijk het |
| autorité parentale sur leurs enfants communs et en ont la garde conjointe, les suppléments visés audit article, auxquels ces enfants donnent droit, sont répartis entre les parents à condition que ceux-ci en fassent conjointement la demande écrite qui doit être jointe à leur déclaration aux impôts sur les revenus. En ce cas, les suppléments auxquels lesdits enfants communs donnent droit, déterminés abstraction faite de l'existence éventuelle d'autres enfants dans le ménage dont ils font partie, sont attribués pour moitié à celui des père et mère chez lequel les enfants communs n'ont pas leur domicile fiscal, et le total des suppléments auxquels a droit l'autre parent est diminué d'un même montant. La demande visée à l'alinéa 1er ne vaut que pour un exercice d'imposition; elle est irrévocable ». B.2. Le juge a quo demande si cette disposition est compatible avec | ouderlijk gezag uitoefenen over hun gemeenschappelijke kinderen en er het gezamenlijke hoederecht over hebben, worden de in voormeld artikel bedoelde toeslagen waarop die kinderen recht geven, verdeeld over de beide ouders, op voorwaarde dat zij daartoe gezamenlijk een schriftelijke aanvraag indienen die bij hun aangifte van de inkomstenbelastingen dient te worden gevoegd. In dat geval worden de toeslagen waarop de gemeenschappelijke kinderen recht geven, en die vastgesteld worden ongeacht of er al of niet andere kinderen zijn in het gezin waarvan zij deel uitmaken, voor de helft toegekend aan de ouder bij wie de gemeenschappelijke kinderen hun fiscale woonplaats niet hebben, en wordt het totaal van de toeslagen waarop de andere ouder recht heeft, met eenzelfde bedrag verminderd. De in het eerste lid genoemde aanvraag geldt slechts voor één aanslagjaar; ze kan niet worden herroepen ». B.2. De verwijzende rechter vraagt of die bepaling bestaanbaar is met |
| les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'elle établit une | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij een verschil in |
| différence de traitement entre deux catégories de parents qui, sans | behandeling in het leven roept tussen twee categorieën van ouders die, |
| former un ménage avec l'autre parent, exercent conjointement avec | zonder een gezin te vormen met de andere ouder, gezamenlijk met die |
| l'autre parent l'autorité parentale sur leurs enfants communs à charge | laatste het ouderlijk gezag uitoefenen over hun gemeenschappelijke |
| et en ont la « garde » conjointe : d'une part, ceux qui peuvent | kinderen ten laste en er het gezamenlijke « hoederecht » over hebben : |
| joindre à leur déclaration fiscale la demande écrite conjointe visée | enerzijds, diegenen die de erin bedoelde gezamenlijke schriftelijke |
| dans cette disposition et, d'autre part, ceux qui ne peuvent joindre | aanvraag bij hun belastingaangifte kunnen voegen en, anderzijds, |
| une telle demande à leur déclaration parce que l'autre parent refuse | diegenen die zulk een aanvraag niet kunnen voegen bij hun aangifte |
| d'apporter sa collaboration à cet effet. Si, pour la première | vanwege het feit dat de andere ouder weigert zijn medewerking hiertoe |
| catégorie, les suppléments de quotité du revenu exemptée d'impôt visés | te verlenen. Terwijl voor de eerste categorie de in die bepaling |
| dans cette disposition sont répartis entre les deux parents, tel n'est | bedoelde toeslagen op de belastingvrije som worden verdeeld over de |
| pas le cas pour la seconde catégorie. | beide ouders, is dat niet het geval voor de tweede categorie. |
| B.3. Il ressort des faits de la cause soumise au juge a quo que le | B.3. Uit de feiten van de bij de verwijzende rechter hangende zaak |
| parent qui souhaite l'application de la disposition en cause sans | blijkt dat de ouder die de toepassing van de in het geding zijnde |
| pouvoir produire la demande écrite conjointe visée dans cette | bepaling wenst te verkrijgen zonder de erin bedoelde gezamenlijke |
| disposition dispose d'un jugement du Tribunal de la jeunesse de | schriftelijke aanvraag te kunnen voorleggen, beschikt over een vonnis |
| Bruxelles du 24 novembre 2000 qui décide que l'autorité parentale sur leur enfant commun sera exercée conjointement par les deux parents et que cet enfant logera en alternance une semaine chez la mère et une semaine chez le père. La Cour limite son examen de la disposition en cause à la situation des parents qui ne peuvent produire la demande écrite conjointe précitée, mais qui disposent d'une décision de justice attestant l'exercice conjoint de l'autorité parentale sur les enfants communs et la répartition égalitaire de l'hébergement de ces enfants entre les deux parents. | van de Jeugdrechtbank te Brussel van 24 november 2000 waarbij werd beslist dat het ouderlijk gezag over het gemeenschappelijke kind gezamenlijk zou worden uitgeoefend door de beide ouders en dat dat kind afwisselend een week bij de moeder en een week bij de vader zou verblijven. Het Hof beperkt zijn onderzoek van de in het geding zijnde bepaling tot de situatie van de ouders die de voormelde gezamenlijke schriftelijke aanvraag niet kunnen voorleggen, maar beschikken over een rechterlijke beslissing waaruit de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag over de gemeenschappelijke kinderen en de gelijkmatige verdeling van de huisvesting van die kinderen over beide ouders blijken. |
| B.4.1. Les « suppléments visés à l'article 132, alinéa 1er, 1° à 5° » | B.4.1. De « toeslagen vermeld in artikel 132, eerste lid, 1° tot 5° », |
| dont il s'agit dans la disposition en cause portent sur les suppléments de la quotité de revenu exemptée d'impôt, mentionnée à l'article 131 du CIR 1992, pour enfants à charge. B.4.2. Selon la disposition en cause, le père et la mère d'un ou de plusieurs enfants à charge qui exercent conjointement l'autorité parentale sur leurs enfants communs et qui en ont la « garde » conjointe, mais sans faire partie du même ménage, ne peuvent répartir les suppléments précités entre eux deux que lorsqu'ils introduisent conjointement une demande écrite à cet effet, qui doit être jointe à leurs déclarations aux impôts sur les revenus. Etant donné que la demande doit être introduite « conjointement », tous deux doivent être d'accord avec la répartition de ces suppléments de quotité du revenu exemptée d'impôt. | bedoeld in de in het geding zijnde bepaling, betreffen de toeslagen voor kinderen ten laste op het in artikel 131 van het WIB 1992 vermelde bedrag dat wordt vrijgesteld van belasting. B.4.2. Volgens de in het geding zijnde bepaling kunnen de vader en de moeder van een of meer kinderen ten laste die gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen over hun gemeenschappelijke kinderen en er het gezamenlijke « hoederecht » over hebben, maar geen deel uitmaken van hetzelfde gezin, de voormelde toeslagen slechts over hen beiden verdelen wanneer zij daartoe gezamenlijk een schriftelijke aanvraag indienen die bij hun aangiften in de inkomstenbelasting dient te worden gevoegd. Vermits de aanvraag « gezamenlijk » moet worden ingediend, dienen zij beiden akkoord te gaan over de verdeling van die toeslagen op de belastingvrije som. |
| B.5. La disposition en cause a été insérée dans le CIR 1992 par | B.5. De in het geding zijnde bepaling werd in het WIB 1992 ingevoegd |
| l'article 4 de la loi du 4 mai 1999 portant des dispositions fiscales | bij artikel 4 van de wet van 4 mei 1999 houdende fiscale en andere |
| et autres. | bepalingen. |
| Au cours des travaux préparatoires de cette loi, cette disposition a | In de parlementaire voorbereiding van die wet wordt die bepaling |
| été commentée comme suit : | toegelicht als volgt : |
| « Jusqu'à présent, le Code des impôts sur les revenus 1992 (CIR 92) ne | « Tot op heden worden, in het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 |
| permet en général d'accorder les majorations de la quotité du revenu | (WIB 92), toeslagen op de belastingvrije som voor kinderen ten laste, |
| qui est exemptée d'impôt pour enfants à charge qu'au seul parent chez | gewoonlijk, alleen toegekend aan de ouder bij wie die kinderen |
| qui ces enfants sont domiciliés. Or, lorsque la garde est exercée | gedomicilieerd zijn. Wanneer het hoederecht werkelijk en afwisselend |
| réellement et de manière alternée par chacun des parents, la charge | door elk van de ouders wordt uitgeoefend, wordt de last van de |
| des enfants est supportée équitablement par chaque parent. | kinderen echter door elke ouder billijk gedragen. |
| La disposition projetée vise donc à permettre de répartir la | De beoogde bepaling heeft dus tot doel het mogelijk te maken dat de |
| majoration de la quotité exemptée pour enfants à charge dont la garde | toeslag op de belastingvrije som voor kinderen ten laste van wie het |
| est assurée conjointement par ces parents, pour moitié dans le chef de | hoederecht gezamenlijk door die ouders wordt uitgeoefend, door elke |
| chaque parent, moyennant accord écrit et irrévocable de ceux-ci. Cet | ouder voor de helft wordt gedeeld, mits zij beiden hun schriftelijk en |
| accord devra être joint à chacune des déclarations fiscales des | onherroepelijk akkoord hebben gegeven. Dit akkoord dient te worden |
| parents et est valable pour un exercice d'imposition » (Doc. parl., | gevoegd bij elk van de belastingaangiften van de ouders en is geldig |
| Chambre, 1998-1999, n° 2073/6, p. 2). | voor één aanslagjaar » (Parl. St., Kamer, 1998-1999, nr. 2073/6, p. |
| « Conformément à l'article 374 du Code civil, lorsque les parents ne vivent pas ensemble, ils continuent à exercer conjointement l'autorité parentale, sauf décision contraire du juge. Dans ces circonstances et lorsque les parents ont la garde conjointe de leurs enfants, il n'est que juste que les suppléments de quotité de revenu exemptée d'impôt auxquels ces enfants donnent droit soient répartis entre les deux parents. Pour la détermination des suppléments auxquels les enfants donnent droit conformément à l'article 132, alinéa 1er, 1° à 5°, on ne tient pas compte des éventuels autres enfants du ménage. La moitié du montant du supplément ainsi déterminé sera : | 2). « Luidens artikel 374 van het Burgerlijk Wetboek blijven de ouders, wanneer zij niet samenleven, gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen, behalve wanneer de rechter er anders over beslist. In dergelijke omstandigheden en wanneer de ouders het gezamenlijk hoederecht over hun kinderen hebben, is het dan ook slechts billijk dat de toeslagen op de belastingvrije som waarop die kinderen recht geven, onder die beide ouders worden verdeeld. Voor de vaststelling van de toeslagen waarop deze kinderen overeenkomstig artikel 132, eerste lid, 1° tot 5°, recht geven, zal geen rekening worden gehouden met eventuele andere kinderen van het gezin. De helft van het aldus vastgestelde bedrag van die toeslag zal : |
| - portée en déduction des suppléments auxquels donnent droit les | - in mindering worden gebracht van de toeslagen waarop de kinderen van |
| enfants du ménage où ils sont domiciliés; | het gezin waarin zij gedomicilieerd zijn, recht geven; |
| - allouée à l'autre parent. | - worden toegekend aan de andere ouder. |
| La répartition de ces suppléments entre les parents est subordonnée au | De verdeling van deze toeslagen onder de ouders is afhankelijk van een |
| dépôt par les deux parents d'une requête irrévocable, à renouveler | jaarlijks te hernieuwen uitdrukkelijk en onherroepelijk verzoek van |
| chaque année. Cette requête doit être annexée à leur déclaration aux | die beide ouders. Dit verzoek moet bij hun aangifte in de |
| impôts sur les revenus » (Doc. parl., Chambre, 1998-1999, n° 2073/1, | personenbelasting worden gevoegd » (Parl. St., Kamer, 1998-1999, nr. |
| pp. 1-2). | 2073/1, pp. 1-2). |
| B.6.1. Il apparaît donc que le législateur a estimé qu'il était « | B.6.1. Daaruit blijkt dat de wetgever het « billijk » heeft geacht dat |
| juste » et « équitable » que les majorations de la quotité exemptée | de toeslagen op de belastingvrije som waarop de kinderen ten laste |
| d'impôt auxquelles les enfants à charge donnent droit soient réparties | recht geven, over de beide ouders die geen gezin vormen, worden |
| entre les deux parents qui ne forment pas un ménage lorsqu'ils | verdeeld, wanneer zij gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen over |
| exercent conjointement l'autorité parentale sur leurs enfants communs | hun gemeenschappelijke kinderen en er het gezamenlijke « hoederecht » |
| et en ont la « garde » conjointe parce que, dans ce cas, « la charge | over hebben, omdat in dat geval « de last van de kinderen [...] door |
| des enfants est supportée équitablement par chaque parent ». | elke ouder billijk [wordt] gedragen ». |
| B.6.2. Comme le fait valoir le Conseil des ministres, il peut être | B.6.2. Zoals de Ministerraad doet gelden, kan worden aangenomen dat de |
| admis que le législateur, par la condition relative à la demande | wetgever met de voorwaarde betreffende de gezamenlijke schriftelijke |
| écrite conjointe, ait voulu éviter que l'administration fiscale doive | aanvraag heeft willen voorkomen dat de fiscale administratie zou |
| trancher la question de savoir si les deux parents exercent | moeten oordelen over de vraag of beide ouders het ouderlijk gezag en |
| conjointement ou non l'autorité parentale et la « garde ». | het « hoederecht » al dan niet gezamenlijk uitoefenen. |
| Au regard de cet objectif, il est pertinent que le contribuable ne | Ten aanzien van die doelstelling is het pertinent dat de |
| puisse faire usage du régime inscrit dans la disposition en cause que | belastingplichtige slechts gebruik kan maken van de regeling vervat in |
| si l'administration fiscale a la preuve que les parents exercent | de in het geding zijnde bepaling, wanneer aan de fiscale administratie |
| het bewijs wordt geleverd dat de ouders gezamenlijk het ouderlijk | |
| conjointement l'autorité parentale sur leurs enfants communs et en ont | gezag uitoefenen over hun gemeenschappelijke kinderen en er het |
| la « garde » conjointe. | gezamenlijke « hoederecht » over hebben. |
| B.6.3. En prévoyant que cette preuve peut exclusivement être produite | B.6.3. Door te bepalen dat dat bewijs uitsluitend kan worden geleverd |
| par une demande écrite conjointe des parents, la disposition en cause subordonne toutefois l'application du régime inscrit dans cette disposition, pour un des deux parents, à l'accord de l'autre parent qui, lorsque les enfants sont domiciliés chez ce dernier, a intérêt à refuser cet accord, étant donné qu'il peut dans cette hypothèse bénéficier personnellement de l'intégralité des suppléments en question. Pour cette raison, il n'est pas raisonnablement justifié, à la lumière de l'objectif mentionné en B.6.1, que cette preuve puisse exclusivement être produite par une demande écrite conjointe des parents, et non par une décision de justice. B.7. En ce qu'elle ne prévoit pas que la preuve précitée peut être produite par une décision de justice, la disposition en cause n'est | aan de hand van een gezamenlijke schriftelijke aanvraag van de ouders, maakt de in het geding zijnde bepaling de toepassing van de erin vervatte regeling ten aanzien van één van de ouders, echter afhankelijk van de toestemming van de andere ouder, die, wanneer de kinderen bij hem zijn gedomicilieerd, belang erbij heeft die toestemming te weigeren vermits de bedoelde toeslagen in dat geval volledig in zijn voordeel kunnen worden aangewend. Om die reden is het niet redelijk verantwoord, ten aanzien van de in B.6.1 vermelde doelstelling, dat dat bewijs uitsluitend kan worden geleverd aan de hand van een gezamenlijke schriftelijke aanvraag van de ouders, en niet aan de hand van een rechterlijke beslissing. B.7. In zoverre de in het geding zijnde bepaling niet erin voorziet dat het voormelde bewijs kan worden geleverd aan de hand van een rechterlijke beslissing, is ze niet bestaanbaar met de artikelen 10 en |
| pas compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. | 11 van de Grondwet. |
| B.8. Dès lors que cette lacune est située dans le texte soumis à la | B.8. Nu die leemte zich bevindt in de aan het Hof voorgelegde tekst, |
| Cour, il appartient au juge a quo de mettre fin à | komt het de verwijzende rechter toe een einde te maken aan de door het |
| l'inconstitutionnalité constatée par celle-ci, puisque ce constat est | Hof vastgestelde ongrondwettigheid, vermits die vaststelling is |
| exprimé en des termes suffisamment précis et complets pour permettre | uitgedrukt in voldoende precieze en volledige bewoordingen om toe te |
| que la disposition en cause soit appliquée dans le respect des | laten dat de in het geding zijnde bepaling wordt toegepast met |
| articles 10 et 11 de la Constitution. | inachtneming van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
| B.9. La question préjudicielle appelle une réponse affirmative. | B.9. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. |
| Par ces motifs, | Om die redenen, |
| la Cour | het Hof |
| dit pour droit : | zegt voor recht : |
| L'article 132bis du Code des impôts sur les revenus 1992, tel qu'il | Artikel 132bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals |
| était applicable avant son remplacement par l'article 279 de la loi du | van toepassing vóór de vervanging ervan bij artikel 279 van de wet van |
| 27 décembre 2006 portant des dispositions diverses (I), viole les | 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), schendt de artikelen |
| articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il ne prévoit pas que | 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre niet erin is voorzien dat de |
| les suppléments visés à l'article 132, alinéa 1er, 1° à 5°, de ce Code | toeslagen bedoeld in artikel 132, eerste lid, 1° tot 5°, van dat |
| peuvent être répartis entre les parents qui ne font pas partie du même | Wetboek kunnen worden verdeeld over de ouders die geen deel uitmaken |
| ménage, lorsqu'il ressort d'une décision de justice qu'ils exercent | van hetzelfde gezin, wanneer uit een rechterlijke beslissing blijkt |
| dat zij gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen over hun | |
| conjointement l'autorité parentale sur leurs enfants communs à charge | gemeenschappelijke kinderen ten laste en er het gezamenlijke « |
| et en ont la « garde » conjointe. | hoederecht » over hebben. |
| Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 13 octobre 2011. | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 13 oktober 2011. |
| Le greffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
| Le président, | De voorzitter, |
| M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |