← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 127/2011 du 7 juillet 2011 Numéro du rôle : 5033 En cause :
la question préjudicielle relative à l'article 42 de la loi du 12 avril 1965 concernant la protection
de la rémunération des travailleurs, posée par le Tribuna La Cour
constitutionnelle, composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De(...)"
Extrait de l'arrêt n° 127/2011 du 7 juillet 2011 Numéro du rôle : 5033 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 42 de la loi du 12 avril 1965 concernant la protection de la rémunération des travailleurs, posée par le Tribuna La Cour constitutionnelle, composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De(...) | Uittreksel uit arrest nr. 127/2011 van 7 juli 2011 Rolnummer 5033 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 42 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Brusse Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 127/2011 du 7 juillet 2011 | Uittreksel uit arrest nr. 127/2011 van 7 juli 2011 |
Numéro du rôle : 5033 | Rolnummer 5033 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 42 de la loi | In zake : de prejudiciële vraag over artikel 42 van de wet van 12 |
du 12 avril 1965 concernant la protection de la rémunération des | april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers, |
travailleurs, posée par le Tribunal du travail de Bruxelles. | gesteld door de Arbeidsrechtbank te Brussel. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De | samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de |
Groot, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey et P. Nihoul, | rechters E. De Groot, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey en |
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président R. | P. Nihoul, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder |
Henneuse, | voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 28 septembre 2010 en cause de Carl Résimont contre la | Bij vonnis van 28 september 2010 in zake Carl Résimont tegen de bvba « |
SPRL « A La Grande Cloche », dont l'expédition est parvenue au greffe | A La Grande Cloche », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is |
de la Cour le 5 octobre 2010, le Tribunal du travail de Bruxelles a | ingekomen op 5 oktober 2010, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de |
posé la question préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 42 de la loi du 12 avril 1965 concernant la protection de | « Schendt artikel 42 van de wet van 12 april 1965 betreffende de |
la rémunération des travailleurs, interprété en tant qu'il n'incrimine | bescherming van het loon der werknemers, in die zin geïnterpreteerd |
pas le non-paiement de l'indemnité compensatoire de préavis, ne | dat het de niet-betaling van de compenserende opzeggingsvergoeding |
viole-t-il pas les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il a | niet strafbaar stelt, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in |
pour conséquence de traiter de manière différente, d'une part, la | zoverre het ertoe leidt dat, enerzijds, het slachtoffer van de |
victime du défaut de paiement de l'indemnité compensatoire de préavis, | niet-betaling van de compenserende opzeggingsvergoeding, dat de |
qui ne pourra bénéficier de la prescription ex delicto d'une durée | verjaring ex delicto van een minimumduur van vijf jaar niet zal kunnen |
minimale de 5 ans mais sera tenue par le délai annal de l'article 15 | genieten, maar gebonden zal zijn aan de eenjarige termijn van artikel |
de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, et, | 15 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, |
en, anderzijds, het slachtoffer van de niet-betaling van het loon van | |
d'autre part, la victime du non-paiement de la rémunération de la | de opzeggingsperiode, dat aanspraak zal kunnen maken op de eerste van |
période de préavis, qui pourra se prévaloir du premier de ces délais ? ». | die termijnen, verschillend worden behandeld ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. La question préjudicielle porte sur l'article 42 de la loi du 12 | B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 42 van de wet |
avril 1965 concernant la protection de la rémunération des | van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der |
travailleurs, qui dispose : | werknemers, dat bepaalt : |
« Sans préjudice des articles 269 à 274 du Code pénal, sont punis d'un | « Onverminderd de artikelen 269 tot 274 van het Strafwetboek, worden |
gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot een maand en met | |
emprisonnement de huit jours à un mois et d'une amende de 26 à 500 | geldboete van 26 tot 500 frank of met een van die straffen alleen : |
francs ou d'une de ces peines seulement : | |
1° l'employeur, ses préposés ou mandataires qui ont commis une | 1° de werkgever, zijn aangestelden of lasthebbers die zich schuldig |
infraction aux dispositions des articles 3, 4, 5, 6, 9 à 9quinquies, | hebben gemaakt aan overtreding van de artikelen 3, 4, 5, 6, 9 tot |
11, 13, 14, 15 alinéa 1er, 18, 23 et 27 à 34 ou des arrêtés pris en | 9quinquies, 11, 13, 14, 15, eerste lid, 18, 23 en 27 tot 34 of van de |
exécution des articles 6, § 4, 9quater et 15, alinéa 4, ou d'une | besluiten ter uitvoering van de artikelen 6, § 4, 9quater en 15, |
vierde lid, of van een beslissing van het bevoegde paritair comité, | |
décision de la commission paritaire compétente rendue obligatoire par | algemeen verbindend verklaard door de Koning bij toepassing van |
le Roi en application de l'article 15, alinéa 3; | artikel 15, derde lid; |
2° toute personne visée aux articles 16 et 17 qui a commis une | 2° ieder in artikelen 16 en 17 bedoelde persoon die deze artikelen |
infraction aux dispositions de ces articles; | heeft overtreden; |
3° toute personne qui a mis des entraves à l'exercice, par le | 3° ieder die de werknemer heeft gehinderd in de uitoefening van het |
travailleur, du droit de contrôle qu'il tient de l'article 22; | hem bij artikel 22 verleende recht van toezicht; |
4° l'employeur, ses préposés ou mandataires et les travailleurs qui | 4° de werkgever, zijn aangestelden of lasthebbers en de werknemers die |
ont fait obstacle à la surveillance organisée en vertu de la présente | het krachtens deze wet geregelde toezicht hebben verhinderd ». |
loi. » B.2. En application de l'article 46 de la même loi, l'action publique | B.2. Met toepassing van artikel 46 van dezelfde wet verjaart de |
résultant des infractions aux dispositions de cette loi se prescrit | strafvordering die voortvloeit uit inbreuken op de bepalingen van die |
par cinq ans à compter du fait qui a donné naissance à l'action. Par | wet na verloop van vijf jaar te rekenen vanaf het feit dat de |
ailleurs, l'article 26 du titre préliminaire du Code de procédure pénale prévoit que l'action civile résultant d'une infraction se prescrit selon les règles du Code civil, sans pouvoir se prescrire avant l'action publique. Le juge a quo estime que l'article 2262bis du Code civil, en vertu duquel l'action en réparation d'un dommage fondée sur une responsabilité extracontractuelle se prescrit par cinq ans à partir du jour qui suit celui où la personne lésée a eu connaissance du dommage ou de son aggravation et de l'identité de la personne responsable, est applicable en l'espèce. | vordering heeft doen ontstaan. Artikel 26 van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering bepaalt dat de burgerlijke rechtsvordering volgend uit een misdrijf verjaart volgens de regels van het Burgerlijk Wetboek, zonder te kunnen verjaren vóór de strafvordering. De verwijzende rechter is van mening dat artikel 2262bis van het Burgerlijk Wetboek, krachtens hetwelk de rechtsvordering tot vergoeding van schade op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid verjaart door verloop van vijf jaar vanaf de dag volgend op die waarop de benadeelde kennis heeft gekregen van de schade of van de verzwaring ervan en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon, te dezen van toepassing is. |
Il résulte de ces dispositions que la prescription relative à | Uit die bepalingen vloeit voort dat de verjaring met betrekking tot |
l'infraction visée à l'article 42 de la loi du 12 avril 1965 précité | het in artikel 42 van de voormelde wet van 12 april 1965 bedoelde |
misdrijf, vijf jaar bedraagt. Dat is met name het geval, krachtens | |
est de cinq ans. Tel est notamment le cas, en vertu de l'article 9 de | artikel 9 van dezelfde wet, voor de werknemer die het slachtoffer is |
la même loi, pour le travailleur qui est victime du non-paiement de la | van de niet-betaling van het loon dat hem is verschuldigd voor de door |
rémunération qui lui est due pour la période de préavis avant | hem gepresteerde opzeggingsperiode vóór het ontslag. |
licenciement qu'il a prestée. | B.3. De werkgever die een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur |
B.3. L'employeur qui souhaite mettre fin au contrat de travail à durée | wenst te beëindigen, kan die overeenkomst opzeggen door middel van een |
indéterminée peut le résilier moyennant un préavis, qui est l'acte par | opzegging, die de handeling is waarmee de werkgever de werknemer |
lequel l'employeur informe le travailleur que le congé produira ses | meedeelt dat de opzegging uitwerking zal hebben bij het verstrijken |
effets à l'expiration d'un délai déterminé. Durant le délai de | van een bepaalde termijn. Gedurende de opzeggingstermijn zijn de |
préavis, le contrat de travail continue à lier les parties et à | partijen nog steeds gebonden door de arbeidsovereenkomst, die verder |
déterminer les droits et obligations de chacune d'elles. En | de rechten en de verplichtingen van elk van hen bepaalt. Tijdens de |
conséquence, durant la période de préavis, la rémunération due par | opzeggingsperiode vormt het door de werkgever verschuldigde loon |
l'employeur est la contrepartie du travail qui est fourni par le travailleur. | bijgevolg de tegenprestatie voor het werk dat de werknemer levert. |
L'employeur qui rompt le contrat de travail sans préavis ou moyennant | De werkgever die de arbeidsovereenkomst verbreekt zonder opzegging of |
un délai de préavis insuffisant est tenu, en vertu de l'article 39, § | met een ontoereikende opzeggingstermijn is op grond van artikel 39, § |
1er, de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, de | 1, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, |
ertoe gehouden aan de werknemer een vergoeding te betalen die op | |
payer au travailleur une indemnité qui compense de manière forfaitaire | forfaitaire wijze de schade compenseert die de werknemer heeft geleden |
le dommage subi par le travailleur du fait de la rupture irrégulière | wegens de onregelmatige verbreking van zijn arbeidsovereenkomst. In |
de son contrat de travail. Dans ce cas, le contrat de travail prend | dat geval eindigt de arbeidsovereenkomst op de dag van de kennisgeving |
fin le jour de la notification du congé. | van de opzegging. |
B.4. La Cour est interrogée au sujet de la différence de traitement | B.4. Aan het Hof wordt een vraag gesteld over het verschil in |
qui résulte de l'article 42 de la loi du 12 avril 1965 précité entre | behandeling dat voortvloeit uit artikel 42 van de voormelde wet van 12 |
april 1965 tussen de werknemers die schuldeiser zijn van bedragen die | |
les travailleurs qui sont créanciers de sommes correspondant à la | overeenstemmen met het loon dat hun is verschuldigd voor de door hen |
rémunération qui leur est due pour la période de préavis qu'ils ont | gepresteerde opzeggingsperiode en de werknemers die schuldeiser zijn |
prestée et les travailleurs qui sont créanciers de sommes | van bedragen die overeenstemmen met de compenserende |
correspondant à l'indemnité compensatoire de préavis qui leur est due | opzeggingsvergoeding die hun is verschuldigd omdat de werkgever hun |
parce que l'employeur a mis fin à leur contrat de travail sans | arbeidsovereenkomst heeft beëindigd zonder de opzeggingstermijn in |
respecter le délai de préavis. Alors que la prescription qui s'impose | acht te nemen. Terwijl de verjaring die geldt voor de eerstgenoemden |
aux premiers est de cinq ans, l'action des seconds est soumise à la | vijf jaar bedraagt, is de rechtsvordering van de laatstgenoemden |
prescription annale de l'article 15 de la loi du 3 juillet 1978 | onderworpen aan de eenjarige verjaring van artikel 15 van de wet van 3 |
relative aux contrats de travail, étant donné que le défaut de paiement de l'indemnité compensatoire de préavis n'est pas visé par la disposition en cause. B.5. Contrairement à ce que soutiennent le Conseil des ministres et la partie défenderesse devant le juge a quo, les travailleurs auxquels s'appliquent ces délais de prescription distincts, qui sont tous créanciers de sommes qui leur sont dues par leurs employeurs, sont suffisamment comparables. B.6. La différence de traitement en cause repose sur un critère objectif, étant la nature du fait qui fonde l'action des deux catégories de travailleurs comparées : alors que le non-paiement de la rémunération du travailleur est un fait qui est pénalement sanctionné, le défaut de paiement de l'indemnité due par l'employeur en cas de licenciement sans délai de préavis est un fait qui constitue certes une faute, mais qui n'a pas été érigé par le législateur en infraction pénale. Quand le législateur estime devoir aggraver la sanction de certains manquements en les érigeant en infractions, il est conforme à cet objectif de soumettre l'action en réparation du préjudice causé par ces manquements à la prescription des actions civiles fondées sur une faute pénale. Comme la Cour l'a déjà jugé dans ses arrêts n° 13/97 du | juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, aangezien de niet-betaling van de compenserende opzeggingsvergoeding niet wordt beoogd door de in het geding zijnde bepaling. B.5. In tegenstelling tot wat de Ministerraad en de verwerende partij voor de verwijzende rechter aanvoeren, zijn de werknemers op wie die onderscheiden verjaringstermijnen van toepassing zijn en die allen schuldeiser zijn van bedragen die hun verschuldigd zijn door hun werkgevers, voldoende vergelijkbaar. B.6. Het in het geding zijnde verschil in behandeling berust op een objectief criterium, namelijk de aard van het feit dat ten grondslag ligt aan de rechtsvordering van de twee met elkaar vergeleken categorieën van werknemers : terwijl de niet-betaling van het loon van de werknemer een feit is dat strafrechtelijk wordt bestraft, is de niet-betaling van de vergoeding die de werkgever is verschuldigd in geval van ontslag zonder opzeggingstermijn, een feit dat weliswaar een fout vormt, maar dat de wetgever niet strafbaar heeft gesteld. Wanneer de wetgever oordeelt de sanctie die aan sommige tekortkomingen wordt gekoppeld, te moeten verzwaren door ze als misdrijven te kwalificeren, dan is het in overeenstemming met die doelstelling de vordering tot herstel van het nadeel dat door de tekortkomingen wordt teweeggebracht, te onderwerpen aan de verjaring van de burgerlijke rechtsvorderingen steunend op een strafrechtelijke fout. Zoals het Hof reeds oordeelde in zijn arresten nrs. 13/97 van 18 maart 1997 en |
18 mars 1997 et n° 190/2002 du 19 décembre 2002, il n'est pas | 190/2002 van 19 december 2002, is het niet onevenredig met die |
disproportionné à cet objectif de ne pas soumettre cette action à la | doelstelling die vordering niet te onderwerpen aan de |
prescription annale de l'article 15, alinéa 1er, de la loi du 3 juillet 1978. | verjaringstermijn van één jaar van artikel 15, eerste lid, van de wet van 3 juli 1978. |
B.7. En traitant différemment les travailleurs selon que le fait sur | B.7. Door de werknemers verschillend te behandelen naargelang het feit |
lequel ils fondent leur action constitue ou non une infraction pénale, | waarop zij hun vordering gronden al dan niet een misdrijf vormt, heeft |
le législateur a pris une mesure pertinente. | de wetgever een relevante maatregel genomen. |
B.8.1. Par ailleurs, il relève du pouvoir d'appréciation du | B.8.1. Het valt overigens onder de beoordelingsbevoegdheid van de |
législateur de décider quels sont les comportements qui méritent de | wetgever om te beslissen welke gedragingen het voorwerp van een |
faire l'objet d'une répression pénale. La Cour ne pourrait censurer le | strafrechtelijke bestraffing moeten uitmaken. Het Hof zou de keuze van |
choix du législateur d'ériger en infraction le défaut de paiement de | de wetgever om de niet-betaling van het loon strafbaar te stellen, |
la rémunération alors qu'il ne procède pas de même pour le défaut de | terwijl hij dat niet doet voor de niet-betaling van de |
paiement de l'indemnité de licenciement sans délai de préavis que si | ontslagvergoeding zonder opzeggingstermijn, alleen kunnen afkeuren |
ce choix était manifestement déraisonnable. | indien die keuze kennelijk onredelijk is. |
B.8.2. Tel n'est pas le cas. Le législateur a en effet raisonnablement | B.8.2. Dat is niet het geval. De wetgever vermocht immers |
pu considérer que s'il s'indiquait de protéger pénalement le paiement | redelijkerwijs ervan uit te gaan dat, hoewel het aangewezen was de |
de la rémunération du travailleur, eu égard à la situation de | betaling van het loon van de werknemer strafrechtelijk te beschermen, |
dépendance économique dans laquelle celui-ci se trouve généralement | gelet op de situatie van economische afhankelijkheid waarin die |
vis-à-vis de son employeur, il ne s'imposait pas d'étendre cette | laatste zich doorgaans bevindt ten aanzien van zijn werkgever, die |
protection pénale à toutes les sommes dues au travailleur par son | strafrechtelijke bescherming niet diende te worden uitgebreid tot alle |
employeur, et, en particulier, au paiement de l'indemnité | bedragen die de werkgever aan de werknemer verschuldigd is en in het |
compensatoire de préavis. | bijzonder tot de betaling van de compenserende opzeggingsvergoeding. |
La différence de traitement en cause est raisonnablement justifiée, | Het in het geding zijnde verschil in behandeling is redelijk |
d'une part, par la circonstance que l'indemnité compensatoire de | verantwoord, enerzijds, door het gegeven dat de compenserende |
préavis n'est pas la contrepartie d'une prestation accomplie par le | opzeggingsvergoeding geen tegenprestatie is voor het werk van de |
travailleur mais qu'il s'agit d'une indemnisation forfaitaire du | werknemer, maar een forfaitaire vergoeding van de door hem geleden |
dommage subi par celui-ci et, d'autre part, par le fait que, | schade, en anderzijds door het feit dat, in tegenstelling tot de |
contrairement à la créance relative à la rémunération, la créance | schuldvordering met betrekking tot het loon, de schuldvordering die |
portant sur cette somme naît à un moment où la relation de travail a | dat bedrag betreft, ontstaat op een ogenblik dat de arbeidsrelatie |
pris fin et où le travailleur ne se trouve donc plus dans une relation | eindigt en dat de werknemer zich dus niet langer bevindt in een |
de subordination vis-à-vis de son ex-employeur. | relatie van ondergeschiktheid ten aanzien van zijn voormalige |
B.9. Enfin, la prescription annale fixée par l'article 15, alinéa 1er, | werkgever. B.9. Ten slotte is de eenjarige verjaring bepaald in artikel 15, |
de la loi du 3 juillet 1978 n'est pas dénuée de pertinence. Le | eerste lid, van de wet van 3 juli 1978 niet irrelevant. De wetgever |
législateur a pu juger nécessaire de prévoir, pour les conventions les | vermocht het noodzakelijk te achten om, voor de overeenkomsten die in |
plus courantes dans différents secteurs de la vie sociale, des délais | diverse sectoren van het maatschappelijk leven het meest gangbaar |
empêchant que des litiges s'élèvent entre les parties longtemps après | zijn, te voorzien in verjaringstermijnen die voorkomen dat tussen de |
qu'a pris fin la relation contractuelle dans le cadre de laquelle les | partijen geschillen rijzen lang nadat de contractuele relatie, in het |
obligations sont nées. Considérant que lorsque l'employeur et le | kader waarvan de verbintenissen zijn ontstaan, is geëindigd. |
travailleur ont mis fin à leur relation de travail, ils peuvent | Overwegende dat, wanneer de werkgever en de werknemer hun |
arbeidsrelatie hebben beëindigd, zij in volle vrijheid kunnen uitmaken | |
apprécier en toute liberté ce qui leur est encore dû, le législateur | wat hun nog verschuldigd is, heeft de wetgever niet onredelijk |
n'a pas agi déraisonnablement en prévoyant une prescription extinctive | gehandeld door te voorzien in een kortere uitdovende verjaring van één |
réduite à un an à partir de la dissolution du contrat de travail. | jaar na de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. |
B.10. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.10. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 42 de la loi du 12 avril 1965 concernant la protection de la | Artikel 42 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van |
rémunération des travailleurs ne viole pas les articles 10 et 11 de la | het loon der werknemers schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
Constitution en ce qu'il n'incrimine pas le non-paiement de | niet in zoverre het de niet-betaling van de compenserende |
l'indemnité compensatoire de préavis. | opzeggingsvergoeding niet strafbaar stelt. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 7 juillet 2011, | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 7 juli 2011 door |
par le juge J.-P. Snappe, en remplacement du président R. Henneuse, | rechter J.-P. Snappe, ter vervanging van voorzitter R. Henneuse, |
légitimement empêché d'assister au prononcé du présent arrêt. | wettig verhinderd zijnde de uitspraak van dit arrest bij te wonen. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président f.f., | De wnd. voorzitter, |
J.-P. Snappe. | J.-P. Snappe. |