← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 106/2011 du 16 juin 2011 Numéro du rôle : 4984 En cause : la
question préjudicielle relative aux articles 6, alinéa 1 er , 1°, et 7, § 3, de
la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et parti La
Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges L. La(...)"
Extrait de l'arrêt n° 106/2011 du 16 juin 2011 Numéro du rôle : 4984 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 6, alinéa 1 er , 1°, et 7, § 3, de la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et parti La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges L. La(...) | Uittreksel uit arrest nr. 106/2011 van 16 juni 2011 Rolnummer 4984 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 6, eerste lid, 1°, en 7, § 3, van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 106/2011 du 16 juin 2011 | Uittreksel uit arrest nr. 106/2011 van 16 juni 2011 |
Numéro du rôle : 4984 | Rolnummer 4984 |
En cause : la question préjudicielle relative aux articles 6, alinéa 1er, | In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 6, eerste |
1°, et 7, § 3, de la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité | lid, 1°, en 7, § 3, van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de |
privée et particulière, posée par le Conseil d'Etat. | private en bijzondere veiligheid, gesteld door de Raad van State. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de |
Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, J. Spreutels et T. Merckx-Van | rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, J. Spreutels en T. |
Goey, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président | Merckx-Van Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder |
M. Bossuyt, | voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt n° 205.683 du 24 juin 2010 en cause de Burt Agneessens | Bij arrest nr. 205.683 van 24 juni 2010 in zake Burt Agneessens tegen |
contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is |
Cour le 30 juin 2010, le Conseil d'Etat a posé la question | ingekomen op 30 juni 2010, heeft de Raad van State de volgende |
préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 6, alinéa 1er, 1°, et 7, § 3, de la loi du 10 avril | « Schenden de artikelen 6, eerste lid, 1°, en 7, § 3, van de wet van |
1990 réglementant la sécurité privée et particulière violent-ils | 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid |
l'article 22 de la Constitution, lu isolément et combiné avec | artikel 22 van de Grondwet afzonderlijk en in samenhang gelezen met |
l'article 8 de la Convention européenne de sauvegarde des droits de | artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van |
l'homme et des libertés fondamentales et avec l'article 17 du Pacte | de mens en de fundamentele vrijheden en artikel 17 van het |
international relatif aux droits civils et politiques, en ce qu'ils | Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, |
autorisent le ministre de l'Intérieur ou un fonctionnaire désigné par | doordat deze artikelen toelating geven aan de minister van |
lui à demander des informations relatives à des condamnations à des | Binnenlandse Zaken, of een door hem aangewezen ambtenaar om gegevens |
peines de travail, figurant dans le casier judiciaire d'une personne, | betreffende veroordelingen tot werkstraffen uit het strafregister van |
alors que l'article 594, alinéa 1er, 4°, du Code d'instruction | een persoon op te vragen, terwijl artikel 594, eerste lid, 4°, van het |
criminelle, tel qu'il était formulé avant son abrogation par l'article | Wetboek van Strafvordering, zoals die bepaling luidde vóór de |
204 de la loi du 21 décembre 2009 relative à la réforme de la cour | opheffing ervan door artikel 204 van de wet van 21 december 2009 tot |
d'assises, interdit expressément une telle pratique, quel que soit | hervorming van het hof van assisen, zulks uitdrukkelijk verbiedt, |
l'avis de la Commission de la protection de la vie privée ? ». | ongeacht het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
En ce qui concerne les dispositions en cause | Wat de in het geding zijnde bepalingen betreft |
B.1.1. La Cour est interrogée sur la compatibilité des articles 6, | B.1.1. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van de |
alinéa 1er, 1°, et 7, § 3, de la loi du 10 avril 1990 réglementant la | artikelen 6, eerste lid, 1°, en 7, § 3, van de wet van 10 april 1990 |
sécurité privée et particulière avec l'article 22 de la Constitution, | tot regeling van de private en bijzondere veiligheid met artikel 22 |
combiné ou non avec l'article 8 de la Convention européenne des droits | van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van |
de l'homme et avec l'article 17 du Pacte international relatif aux | het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 17 van |
droits civils et politiques. | het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. |
B.1.2. L'article 6, alinéa 1er, 1°, de la loi du 10 avril 1990, tel | B.1.2. Artikel 6, eerste lid, 1°, van de wet van 10 april 1990, zoals |
qu'il était applicable aux faits soumis à la juridiction a quo, | van toepassing op de feiten voor het verwijzende rechtscollege, |
disposait : | bepaalde : |
« Les personnes qui exercent, dans une entreprise, service ou | « De personen die in een onderneming, dienst of instelling, bedoeld in |
organisme, visé à l'article 1er, une autre fonction que celles qui | artikel 1 een andere functie uitoefenen dan die welke beoogd worden in |
sont visées à l'article 5, doivent satisfaire aux conditions suivantes | artikel 5, moeten voldoen aan de volgende voorwaarden : |
: 1° ne pas avoir été condamnées, même avec sursis, à une peine | 1° niet veroordeeld geweest zijn, zelfs niet met uitstel, tot een |
d'emprisonnement de six mois au moins du chef d'une infraction | gevangenisstraf van ten minste zes maanden wegens enig misdrijf, tot |
quelconque, à un emprisonnement, ou à une autre peine du chef de vol, | een gevangenisstraf of een andere straf wegens diefstal, heling, |
recel, extorsion, abus de confiance, escroquerie, faux en écritures, | afpersing, misbruik van vertrouwen, oplichting, valsheid in |
coups et blessures volontaires, attentat à la pudeur, viol ou | geschriften, opzettelijke slagen en verwondingen, aanranding van de |
d'infractions visées aux articles 379 à 386ter du Code pénal, à | eerbaarheid, verkrachting, of misdrijven, bepaald bij de artikelen 379 |
l'article 227 du Code pénal à l'article 259bis du Code pénal, aux | tot 386ter van het Strafwetboek, bij artikel 227 van het Strafwetboek, |
bij artikel 259bis van het Strafwetboek, bij de artikelen 280 en 281 | |
articles 280 et 281 du Code pénal, aux articles 323, 324 et 324ter du | van het Strafwetboek, bij de artikelen 323, 324 en 324ter van het |
Code pénal, dans la loi du 24 février 1921 concernant le trafic des | Strafwetboek, bij de wet van 24 februari 1921 betreffende het |
substances vénéneuses, soporifiques, stupéfiantes, désinfectantes ou | verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, |
ontsmettingsstoffen en antiseptica en haar uitvoeringsbesluiten, de | |
antiseptiques et ses arrêtés d'exécution, la loi du 3 janvier 1933 | wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in en het |
relative à la fabrication, au commerce et au port des armes et au | dragen van wapens en op de handel in munitie en haar |
commerce des munitions et ses arrêtés d'exécution, ou la loi du 8 | uitvoeringsbesluiten, de wet van 8 december 1992 betreffende de |
décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l'égard des | bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de |
traitements de données à caractère personnel ou la loi du 30 juillet | verwerking van persoonsgegevens, of de wet van 30 juli 1981 tot |
1981 tendant à réprimer certains actes inspirés par le racisme et la | bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden. |
xénophobie. Par dérogation à l'alinéa 1er, les personnes qui exercent des | Personen die activiteiten uitoefenen zoals bedoeld in artikel 1, |
activités visées à l'article 1er, alinéa 1er, §§ 1er, 6°, 6 et 8, ne peuvent avoir été condamnées, même avec sursis, à l'exception des condamnations pour infraction à la réglementation relative à la police de la circulation routière à une quelconque peine correctionnelle ou criminelle consistant en une amende, une peine de travail ou une peine de prison. Les personnes qui, à l'étranger, ont été condamnées à une peine de même nature par un jugement coulé en force de chose jugée, sont réputées ne pas satisfaire à la condition fixée ci-dessus. Toute personne qui ne satisfait plus à cette condition à la suite d'un jugement coulé en force de chose jugée est tenue d'en informer immédiatement les personnes qui assurent la direction effective de | eerste lid, §§ 1, 6°, 6 en 8, mogen, in afwijking van het eerste lid, niet veroordeeld zijn, zelfs niet met uitstel, behoudens veroordelingen wegens inbreuken op de wetgeving betreffende de politie over het wegverkeer, tot enige correctionele of criminele straf, bestaande uit een geldboete, een werkstraf of een gevangenisstraf. Personen die soortgelijke in kracht van gewijsde gegane veroordelingen hebben opgelopen in het buitenland, worden geacht niet aan de hierboven gestelde voorwaarde te voldoen. Iedere persoon die ingevolge een in kracht van gewijsde gegane veroordeling niet meer aan deze voorwaarde voldoet is gehouden hiervan onmiddellijk de personen die de werkelijke leiding hebben van de onderneming, dienst of instelling op de hoogte te brengen. |
l'entreprise, du service ou de l'organisme. | De onderneming, dienst of instelling is gehouden ogenblikkelijk de |
L'entreprise, service ou organisme est tenu de prévenir immédiatement | Minister van Binnenlandse Zaken te waarschuwen, zodra de onderneming, |
le Ministre de l'Intérieur dès qu'il ou elle a connaissance du fait | dienst of instelling kennis heeft van het feit dat een persoon |
qu'une personne ne satisfait plus à cette condition à la suite d'un | ingevolge een in kracht van gewijsde gegane veroordeling niet meer aan |
jugement coulé en force de chose jugée, et doit immédiatement mettre | deze voorwaarde voldoet, en dient ogenblikkelijk een einde te maken |
fin à toute tâche remplie par cette personne dans cette entreprise, | aan elke taak die bij deze onderneming, dienst of instelling door deze |
service ou organisme ». | persoon wordt vervuld ». |
B.1.3. L'article 7 de la loi du 10 avril 1990, tel qu'il était | B.1.3. Artikel 7 van de wet van 10 april 1990, zoals van toepassing op |
applicable aux faits soumis à la juridiction a quo, disposait : | de feiten voor het verwijzende rechtscollege, bepaalde : |
« § 1er. L'enquête sur les conditions de sécurité auxquelles les | « § 1. Het onderzoek naar de veiligheidsvoorwaarden waaraan de |
personnes visées aux articles 5 et 6 doivent répondre, est réalisée à l'initiative du fonctionnaire désigné par le Ministre de l'Intérieur. Le fonctionnaire visé à l'alinéa 1er ne demande une enquête sur les conditions de sécurité que lorsqu'il a constaté que l'intéressé est connu auprès des services visés à l'alinéa 3, pour des faits ou des actes définis par le Roi. Suivant le cas, l'enquête est menée par les personnes visées à l'article 16, alinéa 1er, ou par la Sûreté de l'Etat. § 2. La nature des données qui peuvent être examinées a trait à des renseignements de police judiciaire ou administrative ou à des données professionnelles pertinentes dans le cadre des dispositions contenues | personen bedoeld in de artikelen 5 en 6 moeten voldoen, gebeurt op initiatief van de door de Minister van Binnenlandse Zaken aangewezen ambtenaar. De ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, vraagt een onderzoek naar de veiligheidsvoorwaarden slechts aan nadat hij heeft vastgesteld dat betrokkene gekend is bij de diensten, als bedoeld in het derde lid, voor feiten of handelingen, bepaald door de Koning. Het onderzoek wordt uitgevoerd, al naargelang het geval, door de personen bedoeld in artikel 16, eerste lid, of door de Veiligheid van de Staat. § 2. De aard van de gegevens die kunnen worden onderzocht, heeft betrekking op inlichtingen van gerechtelijke of bestuurlijke politie of beroepsgegevens van belang in het kader van de bepalingen vervat in |
aux articles 5, alinéa 1er, 4° et 8°, et 6, alinéa 1er, 4° et 8°. | de artikelen 5, eerste lid, 4° en 8° en 6, eerste lid, 4° en 8°. |
La personne qui fait l'objet de l'enquête visée au § 1er, alinéa 1er, | De persoon die aan het onderzoek bedoeld in § 1, eerste lid, |
doit y consentir préalablement et une seule fois, par le biais de | onderworpen wordt, dient hiertoe voorafgaandelijk en eenmalig, via de |
l'entreprise, du service ou de l'organisme pour laquelle ou lequel | onderneming, dienst of instelling, waarvoor hij de activiteiten, zoals |
elle exerce ou exercera les activités visées à l'article 1er, selon | bedoeld in artikel 1 uitoefent of zal uitoefenen, zijn instemming te |
des modalités à déterminer par le Ministre de l'Intérieur. | hebben gegeven, op een door de Minister van Binnenlandse Zaken te |
L'entreprise, le service ou l'organisme peut, au sujet de la personne | bepalen wijze. De onderneming, dienst of instelling kan omtrent een persoon die zij |
qu'il souhaite engager, demander au fonctionnaire, visé à l'alinéa 1er, | beoogt aan te werven, en slechts nadat die zijn instemming, als |
si celui-ci envisage une demande d'enquête sur les conditions de | bedoeld in het tweede lid, heeft verleend, de ambtenaar, als bedoeld |
sécurité, et ce uniquement si cette personne a donné son consentement | in het eerste lid, vragen of hij een vraag tot onderzoek naar de |
conformément à l'alinéa 2. | veiligheidsvoorwaarden in overweging neemt. |
§ 3. En vue de la vérification des conditions visées à l'article 5, | § 3. Met het oog op de verificatie van de voorwaarden, bedoeld in |
alinéa 1er, 1° et 8°, et à l'article 6, alinéa 1er, 1° et 8°, | artikel 5, eerste lid, 1° en 8°, en in artikel 6, eerste lid, 1° en |
préalables à la procédure visée au § 1er, les personnes travaillant au | 8°, voorafgaand aan de procedure bedoeld in § 1, hebben de personen, |
sein de la Direction générale de Sécurité et de Prévention, Direction | werkzaam bij de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, |
Sécurité privée, du SPF Intérieur, désignées par un arrêté délibéré en | Directie Private Veiligheid, van de FOD Binnenlandse Zaken, aangeduid |
bij een besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, na advies | |
Conseil des Ministres, après avis de la Commission de la protection de | van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, |
la vie privée, ont gratuitement et directement accès aux données | kosteloos en rechtstreeks toegang tot de in het centraal strafregister |
figurant dans le casier judiciaire central, à l'exception des : | opgenomen gegevens, met uitzondering van : |
1° décisions annulées sur la base des articles 416 à 442 ou des | 1° beslissingen vernietigd op grond van artikel 416 tot 442 of artikel |
articles 443 à 447bis du Code d'instruction criminelle; | 443 tot 447bis van het Wetboek van Strafvordering; |
2° décisions de retrait prises en vertu des articles 10 à 14 de la loi | 2° beslissingen tot intrekking genomen op grond van de artikelen 10 |
spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage; | tot 14 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof; |
3° condamnations et décisions prononcées sur la base d'une disposition | 3° veroordelingen en beslissingen uitgesproken op grond van een |
légale abrogée, à condition que la pénalité du fait ait été abrogée. | opgeheven wetsbepaling, op voorwaarde dat de strafbaarheid van het |
Elles peuvent prendre connaissance des données visées au § 2, alinéa 1er. | feit is opgeheven. Zij kunnen kennis nemen van de gegevens bedoeld in § 2, eerste lid. |
Les données à caractère personnel collectées ou reçues dans le cadre | De persoonsgegevens die in toepassing van het eerste lid worden |
de l'alinéa 1er, sont immédiatement détruites dès que la décision | ingewonnen of ontvangen, worden onmiddellijk vernietigd zodra de |
administrative à laquelle l'examen de ces données à caractère | administratieve beslissing, waartoe het onderzoek van deze |
personnel a donné lieu, est devenue définitive ». | persoonsgegevens aanleiding gaf, definitief geworden is ». |
En ce qui concerne la recevabilité de la question préjudicielle | Wat de ontvankelijkheid van de prejudiciële vraag betreft |
B.2.1. Selon le Conseil des ministres, la question préjudicielle | B.2.1. Volgens de Ministerraad zou de prejudiciële vraag |
serait irrecevable aux motifs que l'application des dispositions en | onontvankelijk zijn omdat de toepassing van de in het geding zijnde |
cause découle du principe lex specialis derogat legi generali et qu'on | bepalingen voortvloeit uit het beginsel lex specialis derogat legi |
ne verrait pas clairement comment ces dispositions violeraient | generali en omdat niet duidelijk zou zijn hoe die bepalingen artikel |
l'article 22 de la Constitution, combiné ou non avec l'article 8 de la | 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van |
Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 17 du | het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 17 van |
Pacte international relatif aux droits civils et politiques. | het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, |
zouden schenden. | |
B.2.2. Le Conseil des ministres reconnaît que les dispositions en | B.2.2. De Ministerraad erkent dat de in het geding zijnde bepalingen |
cause sont applicables aux faits du litige au fond. Pour le surplus, | van toepassing zijn op de feiten in het bodemgeschil. Voor het overige |
la question préjudicielle est suffisamment claire pour permettre à la | is de prejudiciële vraag voldoende duidelijk om het Hof in staat te |
Cour d'y répondre. | stellen ze te beantwoorden. |
B.2.3. L'exception est rejetée. | B.2.3. De exceptie wordt verworpen. |
Quant au fond | Ten gronde |
B.3. Il est demandé à la Cour si les dispositions en cause sont | B.3. Het Hof wordt gevraagd of de in het geding zijnde bepalingen |
compatibles avec l'article 22 de la Constitution, combiné ou non avec | bestaanbaar zijn met artikel 22 van de Grondwet, al dan niet in |
l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec | samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de |
l'article 17 du Pacte international relatif aux droits civils et | rechten van de mens en met artikel 17 van het Internationaal Verdrag |
inzake burgerrechten en politieke rechten, in zoverre de personen die | |
politiques, en ce que les personnes qui travaillent au sein de la | werkzaam zijn bij de Algemene Directie Veiligheids- en |
Direction générale de sécurité et de prévention, Direction sécurité | Preventiebeleid, Directie Private Veiligheid, van de FOD Binnenlandse |
privée, du SPF Intérieur et qui sont désignées par un arrêté délibéré | Zaken en die zijn aangewezen bij een besluit dat is vastgesteld na |
en Conseil des ministres et après avis de la Commission de la | overleg in de Ministerraad en na advies van de Commissie voor de |
protection de la vie privée ont accès gratuitement et directement aux | bescherming van de persoonlijke levenssfeer, kosteloos en rechtstreeks |
données figurant au casier judiciaire central en vue de vérifier les | toegang hebben tot de in het centraal strafregister opgenomen gegevens |
conditions visées à l'article 6, alinéa 1er, 1°, de la loi du 10 avril 1990. | met het oog op de verificatie van de voorwaarden bedoeld in artikel 6, eerste lid, 1°, van de wet van 10 april 1990. |
B.4.1. L'article 22 de la Constitution dispose : | B.4.1. Artikel 22 van de Grondwet bepaalt : |
« Chacun a droit au respect de sa vie privée et familiale, sauf dans | « Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn privéleven en zijn |
les cas et conditions fixés par la loi. | gezinsleven, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet bepaald. |
La loi, le décret ou la règle visée à l'article 134 garantissent la | De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen de |
protection de ce droit ». | bescherming van dat recht ». |
B.4.2. L'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme | B.4.2. Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens |
dispose : | bepaalt : |
« 1. Toute personne a droit au respect de sa vie privée et familiale, | « 1. Eenieder heeft recht op eerbiediging van zijn privéleven, zijn |
de son domicile et de sa correspondance. | gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling. |
2. Il ne peut y avoir ingérence d'une autorité publique dans | 2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan met betrekking |
l'exercice de ce droit que pour autant que cette ingérence est prévue | tot de uitoefening van dit recht dan voor zover bij de wet is voorzien |
par la loi et qu'elle constitue une mesure qui, dans une société | en in een democratische samenleving nodig is in het belang van 's |
démocratique, est nécessaire à la sécurité nationale, à la sûreté | lands veiligheid, de openbare veiligheid, of het economisch welzijn |
publique, au bien-être économique du pays, à la défense de l'ordre et | van het land, de bescherming van de openbare orde en het voorkomen van |
à la prévention des infractions pénales, à la protection de la santé | strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, |
ou de la morale, ou à la protection des droits et libertés d'autrui ». | of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen ». |
B.4.3. L'article 17 du Pacte international relatif aux droits civils | B.4.3. Artikel 17 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten |
et politiques dispose : | en politieke rechten bepaalt : |
« 1. Nul ne sera l'objet d'immixion arbitraire ou illégale dans sa vie | « 1. Niemand mag worden onderworpen aan willekeurige of onwettige |
privée, sa famille, son domicile ou sa correspondance, ni d'atteinte | inmenging in zijn privé-leven, zijn gezinsleven, zijn huis en zijn |
illégale à son honneur et à sa réputation. | briefwisseling, noch aan onwettige aantasting van zijn eer en goede naam. |
2. Toute personne a droit a la protection de la loi contre de telles | 2. Een ieder heeft recht op bescherming door de wet tegen zodanige |
immixions ou de telles atteintes ». | inmenging of aantasting ». |
B.5.1. Les droits que garantissent l'article 22 de la Constitution, | B.5.1. De rechten die bij artikel 22 van de Grondwet, bij artikel 8 |
l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme et | |
l'article 17 du Pacte international relatif aux droits civils et | van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en bij artikel 17 |
van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke | |
politiques ne sont pas absolus. Bien que l'article 22 de la | rechten worden gewaarborgd, zijn niet absoluut. Hoewel artikel 22 van |
Constitution reconnaisse à chacun le droit au respect de sa vie privée | de Grondwet aan eenieder het recht op eerbiediging van zijn privéleven |
et familiale, cette disposition ajoute en effet immédiatement : « sauf | en zijn gezinsleven toekent, voegt die bepaling daar immers aan toe : |
dans les cas et conditions fixés par la loi ». Les dispositions précitées exigent que toute ingérence des autorités dans le droit au respect de la vie privée et familiale soit prévue par une disposition législative suffisamment précise et qu'elle soit nécessaire pour atteindre un objectif légitime, ce qui implique notamment qu'un lien raisonnable de proportionnalité doit exister entre les effets de la mesure pour la personne concernée et les intérêts de la société. B.5.2. Etant donné que les dispositions attaquées constituent une ingérence des autorités publiques dans le droit au respect de la vie | « behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet bepaald ». De voormelde bepalingen vereisen dat elke overheidsinmenging in het recht op eerbiediging van het privéleven en het gezinsleven wordt voorgeschreven door een voldoende precieze wettelijke bepaling en dat zij noodzakelijk is om een wettige doelstelling te bereiken, hetgeen met name inhoudt dat een redelijk verband van evenredigheid moet bestaan tussen de gevolgen van de maatregel voor de betrokken persoon en de belangen van de gemeenschap. B.5.2. Aangezien de bestreden bepalingen een inmenging van de overheid |
privée (voy. CEDH, 18 janvier 2011, Mikolajova c. Slovaquie), la Cour | in het recht op eerbiediging van het privéleven inhouden (zie EHRM, 18 |
doit examiner si cette ingérence satisfait aux exigences précitées. | januari 2011, Mikolajova t. Slowakije), dient het Hof te onderzoeken |
of die inmenging aan de voormelde vereisten voldoet. | |
B.6.1. L'article 6bis de la loi du 10 avril 1990, inséré par l'article | B.6.1. Artikel 6bis van de wet van 10 april 1990, ingevoegd bij |
7 de la loi du 9 juin 1999 « modifiant la loi du 10 avril 1990 sur les | artikel 7 van de wet van 9 juni 1999 « tot wijziging van de wet van 10 |
entreprises de gardiennage, les entreprises de sécurité et les | april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen |
services internes de gardiennage », avant son remplacement et sa | en de interne bewakingsdiensten », vóór het werd vervangen en |
renumérotation par l'article 9 de la loi du 7 mai 2004 « modifiant la | hernummerd bij artikel 9 van de wet van 7 mei 2004 « tot wijziging van |
loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage, les | de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de |
entreprises de sécurité et les services internes de gardiennage, la | beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, de wet van |
loi du 29 juillet 1934 interdisant les milices privées et la loi du 19 | 29 juli 1934 waarbij private milities verboden worden en de wet van 19 |
juillet 1991 organisant la profession de détective privé », disposait | juli 1991 tot regeling van het beroep van privé-detective », bepaalde |
: | : |
« L'enquête sur les conditions de moralité auxquelles les personnes | « Het onderzoek naar de moraliteitsvoorwaarden waaraan de personen |
visées dans les articles 5 et 6 doivent répondre, se fait sur la | bedoeld in de artikelen 5 en 6 moeten voldoen, gebeurt op vraag van de |
demande du fonctionnaire désigné par le Ministre de l'Intérieur ou sur | door de Minister van Binnenlandse Zaken aangewezen ambtenaar of op |
la demande du Ministre de la Justice, dans le cadre de son rôle | vraag van de Minister van Justitie, in het kader van zijn |
consultatif, comme prévu par l'article 2, § 1er, de la loi. Suivant le | adviesverlening, zoals bedoeld in artikel 2, § 1, van de wet. Het |
cas, elle est menée par les personnes visées par l'article 16, alinéa | wordt uitgevoerd, al naargelang het geval, door de personen bedoeld in |
1er, de la loi ou par la Sûreté de l'Etat. | artikel 16, eerste lid, van de wet of door de Veiligheid van de Staat. |
La nature des données qu'on peut examiner a trait à des renseignements | De aard van de gegevens die kunnen worden onderzocht, hebben |
de police judiciaire ou administrative et à des données | betrekking op inlichtingen van gerechtelijke of bestuurlijke politie |
professionnelles important dans le cadre des dispositions dans les | en beroepsgegevens van belang in het kader van de bepalingen in |
articles 5, alinéa 1er, 4°, 5, alinéa 1er, 8°, 6, alinéa 1er, 4° et 6, | artikelen 5, eerste lid, 4°, 5, eerste lid, 8°, 6, eerste lid, 4° en |
alinéa 1er, 8°. | 6, eerste lid, 8°. |
Les personnes qui font l'objet d'une enquête visée à l'alinéa 1er | De personen die aan een onderzoek bedoeld in het eerste lid |
doivent y consentir préalablement et une seule fois, selon des | onderworpen worden, dienen hiertoe voorafgaandelijk en eenmalig hun |
modalités à déterminer par le Ministre de l'Intérieur ». | instemming te hebben gegeven, op een door de Minister van Binnenlandse |
Zaken te bepalen wijze ». | |
B.6.2. Cette disposition a été justifiée comme suit dans les travaux | B.6.2. In de parlementaire voorbereiding werd die bepaling als volgt |
préparatoires : | verantwoord : |
« Le but de l'insertion de cette disposition est de donner suite à la | « De bedoeling van de invoeging van deze bepaling is tegemoet te komen |
remarque du Conseil d'Etat relevant que la nature des données et les | aan de opmerking van de Raad van State die stelt dat in de wet de aard |
façons légitimes de les rassembler doivent être fixées dans la loi. | van de gegevens en de toegestane manieren van inwinnen van deze |
gegevens moeten worden vastgelegd. | |
Les principes proposés se basent sur ceux prévus par la loi relative à | De voorgestelde principes zijn gebaseerd op deze zoals voorzien in de |
la classification et aux habilitations de sécurité. Il n'est pas | wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen. Het is |
possible d'apporter davantage de précisions à ce sujet sans porter | niet mogelijk in de wet verdere verduidelijkingen hieromtrent aan te |
préjudice au caractère effectif des enquêtes et à la compétence | brengen zonder de effectiviteit van de onderzoeken, en de navolgende |
d'évaluation subséquente du ministre de l'Intérieur. | beoordelingsbevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken in het |
gedrang te brengen. | |
L'objectif n'est pas de garder ces données dans des bases de données | Het is niet de bedoeling deze gegevens te bewaren in geautomatiseerde |
automatisées telles que visées par la loi du 8 décembre 1992 relative | gegevensbestanden zoals bedoeld in de wet van 8 december 1992 op de |
à la protection des données à caractère personnel. | bescherming van de persoonsgegevens. |
Cette autorisation peut être octroyée dans le cadre des procédures | Deze toestemming kan verleend worden in het kader van de bestaande |
existantes qui régissent la demande de l'autorisation ainsi que | procedures voor de aanvraag van de vergunning alsmede deze tot het |
l'obtention de la carte d'identification » (Doc. parl., Chambre, | bekomen van de identificatiekaart » (Parl. St., Kamer, 1998-1999, nr. |
1998-1999, n° 2027/1, pp. 8-9). | 2027/1, pp. 8-9). |
B.6.3. L'article 9 de la loi du 7 mai 2004, qui remplace et renumérote | B.6.3. Artikel 9 van de wet van 7 mei 2004, die het voormelde artikel |
l'article 6bis précité, a été justifié comme suit : | 6bis vervangt en hernummert, werd als volgt verantwoord : |
« Le législateur prévoyait en 1999 un système d'enquêtes relatives aux | « De wetgever voorzag in 1999 in een systeem van onderzoeken inzake de |
conditions de sécurité. Il est utile de préciser qu'il ne faut pas | veiligheidsvoorwaarden. Er dient te worden verduidelijkt dat met deze |
entendre par ces enquêtes les enquêtes de sécurité prévues à l'article | onderzoeken niet de veiligheidsonderzoeken worden bedoeld, zoals |
7, 2°, de la loi du 30 novembre 1998 organique des services de | voorzien in artikel 7, 2° van de wet van 30 november 1998 houdende |
renseignement et de sécurité, ni les enquêtes de sécurité prévues à | regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, noch de |
veiligheidsonderzoeken zoals bedoeld in artikel 13, 3° van de wet van | |
l'article 13, 3°, de la loi du 11 décembre 1998 relative à la | 11 december 1998 betreffende de classificatie en de |
classification et aux habilitations de sécurité. C'est pourquoi, dans | veiligheidsmachtigingen. Daarom wordt in het kader van deze wet de |
le cadre de la présente loi, la terminologie ' enquête sur les | terminologie ' onderzoek naar de veiligheidsvoorwaarden ' gehanteerd |
conditions de sécurité ' est utilisée, ce qui renvoie directement aux | waarbij rechtstreeks verwezen wordt naar de voorwaarden bedoeld in de |
conditions visées aux articles 5, alinéa 1er, 8°, et 6, alinéa 1er, 8°, de la loi. L'application pratique de ces enquêtes a cependant montré qu'une adéquation de ce système à la pratique existante en matière d'entrée en service est souhaitable, tant dans le secteur du gardiennage que dans celui de la sécurité. Cette pratique implique dans la plupart des cas qu'une entreprise qui souhaite recruter de nouveaux agents de gardiennage ou installateurs d'alarmes, organisera une sélection des compétences et engagera les candidats répondant au profil souhaité. Ensuite, ces personnes seront formées aux frais de leur employeur, conformément aux formations prévues dans la présente loi. Pour les personnes qui auront réussi, une carte d'identification sera demandée auprès de l'administration. Dans le cadre de cette demande, le fonctionnaire compétent décidera qu'il y aura enquête de sécurité, après quoi la carte sera accordée ou refusée, selon le cas. Si la carte d'identification est en fin de compte refusée, cette pratique est désavantageuse pour toutes les parties : - pour l'intéressé qui, après qu'il soit apparu qu'il était compétent, a été engagé et a suivi la formation avec fruit, le tout pour se voir finalement interdire l'accès au marché du gardiennage ou de la sécurité; - pour son employeur qui, fondant ses espoirs sur un nouveau travailleur, a investi dans cette personne, pour apprendre seulement bien plus tard qu'il devra en fin de compte choisir quelqu'un d'autre; - pour la société car un risque supplémentaire est créé puisque des personnes au sujet desquelles on estime qu'elles constituent un risque en tant que travailleur dans ce secteur, peuvent néanmoins acquérir les connaissances nécessaires dans le domaine, de procédures et systèmes spécifiques de sécurité, et qu'elles peuvent établir des | artikels 5, eerste lid, 8°, en 6, eerste lid, 8°, van de wet. De praktische toepassing van deze onderzoeken heeft evenwel uitgewezen dat een afstemming van dit systeem op de bestaande tewerkstellingspraktijk in zowel de bewakings- als in de beveiligingssector wenselijk is. Deze praktijk houdt meestal in dat een onderneming die nieuwe bewakingsagenten of alarminstallateurs wil aanwerven, een competentieselectie organiseert en de voor haar geschikte kandidaten aanwerft. Vervolgens worden deze personen op kosten van hun werkgever gevormd, conform de opleidingen voorzien in deze wet. Voor wie geslaagd is wordt aan de administratie een identificatiekaart aangevraagd. In het kader van deze aanvraag, wordt door de bevoegde ambtenaar tot een veiligheidsonderzoek beslist, waarna de kaart al naar gelang het geval, wordt toegekend of geweigerd. Deze praktijk is, indien de identificatiekaart uiteindelijk geweigerd wordt, nadelig voor alle partijen : - voor de betrokkene, die nadat hij competent gebleken is, werd aangeworven en de opleiding met succes heeft doorlopen om uiteindelijk de toegang tot de bewakings- of beveiligingsmarkt te worden ontzegd; - voor zijn werkgever, die zijn hoop stelde op een nieuwe werkkracht, hierin investeerde om, een hele tijd later, uiteindelijk te vernemen dat hij iemand anders moet kiezen; - voor de maatschappij doordat er een bijkomend veiligheidsrisico wordt gecreëerd omdat personen van wie geoordeeld wordt dat ze een risico uitmaken als werknemer in deze sector, toch de nodige kennis kunnen opdoen van specifieke veiligheidsprocedures en veiligheidssystemen en dat ze ongewenste contacten kunnen leggen in de private veiligheidssector. |
contacts non souhaités dans le domaine de la sécurité privée. | Om deze redenen stelt de regering voor de procedure [aan] te passen. |
Pour ces raisons, le gouvernement propose d'adapter la procédure. | Dit gebeurt doordat ze wordt opgesplitst in het eigenlijke onderzoek |
Ainsi, elle sera scindée entre l'enquête relative aux conditions de | inzake de veiligheidsvoorwaarden en de in overwegingneming ervan die |
sécurité proprement dite et la prise en considération qui précède | het onderzoek voorafgaat. Alsdan kunnen de ondernemingen die op het |
ladite enquête. C'est alors que les entreprises qui sont sur le point | punt staan een kandidaat aan te werven, mits het respecteren van |
d'engager un candidat, moyennant le respect de certaines conditions et | |
garanties, pourront avoir connaissance de la prise en considération, | bepaalde voorwaarden en garanties, kennis krijgen van de in |
ce qui leur permettra de savoir si le candidat représente un éventuel | overwegingneming zodat ze weten dat de kandidaat wellicht een |
risque pour la sécurité. Ainsi, elles pourront décider elles-mêmes si | |
elles vont engager ou non le candidat en question. Ce faisant, le | veiligheidsrisico uitmaakt en zodat ze zelf kunnen beslissen de |
gouvernement souhaite aussi remédier à la pratique où certaines | betrokken kandidaat al dan niet aan te werven. Zodoende wenst de |
entreprises ont des contacts leur permettant de s'informer | regering ook de praktijk te ondervangen waarbij sommige ondernemingen |
elles-mêmes, via des circuits officieux, quant à la fiabilité des candidats. Cette méthode est soumise aux garanties et règles de procédure suivantes : - une prise en considération est uniquement possible si l'intéressé est connu du chef d'un fait qui figure dans une liste arrêtée par le ministre et rendue publique; les faits et gestes qui sont pris en compte pour certaines fonctions sont donc opposables et les candidats peuvent juger eux-mêmes à l'avance s'ils représentent un risque ou non; - l'intéressé donne son consentement préalable par écrit pour une enquête relative aux conditions de sécurité; une condition en matière d'accord est donc requise; et c'est ainsi que le candidat dispose du droit de décider qu'aucune enquête relative aux conditions de sécurité ne pourra être menée à son sujet; - à sa demande, l'entreprise est uniquement informée du fait qu'une enquête relative aux conditions de sécurité est envisagée; il va de soi que les raisons qui sont à la base d'une telle prise en considération ne peuvent pas être communiquées à l'entreprise en question. Le texte de l'article 7, § 1er, alinéa 2, est adapté en fonction des remarques du Conseil d'Etat. Le but est cependant que ces enquêtes de sécurité soient organisées par l'administration » (Doc. parl., | die hiervoor contacten hebben, zelf, via officieuze circuits zich informeren omtrent de betrouwbaarheid van kandidaten. Deze methode is onderworpen aan volgende garanties en procedureregels : - een in overwegingneming is uitsluitend mogelijk indien betrokkene gekend is wegens een feit dat voorkomt in een door de minister bepaalde en publiek bekende lijst; de handelingen en feiten die in rekening worden gebracht voor bepaalde functies zijn derhalve tegenstelbaar en de kandidaten kunnen op voorhand zelf beoordelen of ze al dan niet een risico uitmaken; - de betrokkene verleent zijn voorafgaande en schriftelijke toestemming voor een onderzoek inzake de veiligheidsvoorwaarden; er is derhalve een instemmingvereiste noodzakelijk; hierdoor beschikt de kandidaat over het recht te beslissen dat over hem geen onderzoek inzake de veiligheidsvoorwaarden mag worden uitgevoerd; - de onderneming wordt op haar vraag enkel en alleen in kennis gesteld van het feit dat een onderzoek inzake de veiligheidsvoorwaarden overwogen wordt; het spreekt voor zich dat de redenen die aan de basis liggen van dergelijke in overwegingneming aan de betrokken onderneming niet kunnen worden bekendgemaakt. De tekst van artikel 7, § 1, tweede lid, is aangepast aan de opmerkingen van de Raad van State. Het is evenwel de bedoeling dat deze veiligheidsonderzoeken door de administratie zouden worden |
Chambre, 2002-2003, DOC 50-2328/001, pp. 28-30). | georganiseerd » (Parl. St., Kamer, 2002-2003, DOC 50-2328/001, pp. 28-30). |
B.7.1. La loi du 7 mai 2004 a aussi élargi les activités que peuvent | B.7.1. De wet van 7 mei 2004 heeft eveneens de activiteiten die de in |
artikel 1 van de wet van 10 april 1990 bedoelde ondernemingen, | |
exercer les entreprises, services ou organismes visés à l'article 1er | diensten of instellingen mogen uitoefenen, uitgebreid (artikel 3). |
de la loi du 10 avril 1990 (article 3). Les conditions de sécurité que | Tevens worden de veiligheidsvoorwaarden waaraan zowel het |
doivent remplir aussi bien le personnel dirigeant que le personnel non | leidinggevend als het niet-leidinggevend personeel van die |
dirigeant de ces entreprises, services ou organismes ont également été | ondernemingen, diensten of instellingen dienen te voldoen, verstrengd |
renforcées (voy. les articles 7 et 8 de la loi du 7 mai 2004, qui | (zie de artikelen 7 en 8 van de wet van 7 mei 2004, die de artikelen 6 |
modifient les articles 6 et 7 de la loi du 10 avril 1990). | en 7 van de wet van 10 april 1990 wijzigen). |
B.7.2. En ce qui concerne le personnel dirigeant, les travaux | B.7.2. Met betrekking tot het leidinggevend personeel wordt in de |
préparatoires de la loi du 7 mai 2004 indiquent : « On estime essentiel que les membres du personnel dirigeant des entreprises, services et organismes visés par la loi, soient des personnes fiables. L'approche plus stricte sur ce plan forme une compensation à l'élargissement des compétences que la loi prévoit pour les entreprises. Dans la mesure où elles sont plus concernées par des activités qui touchent à l'ordre public, la sécurité et la protection des libertés des citoyens, la société peut attendre des membres du personnel dirigeant qu'ils n'aient encouru aucune condamnation correctionnelle ou criminelle, à une amende, une peine de travail ou à une peine de prison. En pratique, les personnes qui ne satisfont pas à ces conditions ' plus sévères ' sont en fait déjà repoussées, mais sur la base de la non-satisfaction aux conditions de moralité. Ceci comporte une lourde et longue procédure et entre-temps, les intéressés sont dans l'incertitude concernant leur situation en relation avec l'exercice professionnel envisagé. On a donc également estimé opportun de remplacer la politique actuelle par une barrière légale. Ainsi fait, il y a plus de clarté pour les | parlementaire voorbereiding van de wet van 7 mei 2004 het volgende vermeld : « Het wordt essentieel geacht dat het leidinggevend personeel van de ondernemingen, diensten en instellingen, geviseerd door de wet uit betrouwbare personen bestaat. De strengere aanpak op dit vak vormt een logische compensatie voor de bevoegdheidsuitbreiding die de wet voor de ondernemingen voorziet. Naarmate ze meer betrokken worden bij activiteiten die raken aan de openbare orde, de veiligheid en het behoeden van de vrijheden van de burgers, mag de maatschappij van het leidinggevend personeel verwachten dat ze geen correctionele of criminele veroordelingen tot een geldboete, werkstraf of gevangenisstraf hebben opgelopen. In de praktijk worden de personen die aan deze ' strengere ' voorwaarden niet voldoen toch al geweerd, maar op basis van het niet voldoen aan de moraliteitsvoorwaarden. Dit behelst een zware en lange procedure en ondertussen bestaat er voor de betrokkenen onzekerheid omtrent hun situatie in relatie tot de voorgenomen beroepsuitoefening. Het wordt dan ook opportuun geacht het actuele beleid direct in een wettelijke barrière om te zetten. Zodoende wordt er meer duidelijkheid |
intéressés ayant un passé judiciaire » (Doc. parl., Chambre, | geschapen voor betrokkenen met een gerechtelijk verleden » (Parl. St., |
2002-2003, DOC 50-2328/001, p. 25). | Kamer, 2002-2003, DOC 50-2328/001, p. 25). |
B.7.3. En ce qui concerne le personnel non dirigeant, les travaux | B.7.3. Wat het niet-leidinggevend personeel wordt in de parlementaire |
préparatoires ajoutent : | voorbereiding daaraan toegevoegd : |
« Les personnes visées à l'article 6 ne peuvent pas être condamnées, même avec sursis, à un emprisonnement de six mois ou plus du chef d'une infraction quelconque ou à un emprisonnement de trois mois ou plus du chef de coups et blessures volontaires. En outre, cet article mentionne que les intéressés ne peuvent pas être condamnés, même avec sursis, à un emprisonnement correctionnel du chef d'infractions bien précises. Cette disposition est vécue comme étant problématique car l'administration a déjà été confrontée à maintes reprises à des candidats agents de gardiennage, par exemple, qui, il est vrai, ont été condamnés à une peine correctionnelle du chef de vol, par exemple, mais qui ne peuvent cependant être refusés car ils ont été condamnés à une lourde amende ou à une peine de travail et non à un emprisonnement. De plus, on estime qu'il est essentiel que les agents de gardiennage chargés de procéder à des constatations et le personnel d'exécution | « De in artikel 6 bedoelde personen mogen niet veroordeeld zijn, zelfs niet met uitstel tot een gevangenisstraf van zes maanden of meer wegens enig misdrijf of tot een gevangenisstraf van drie maanden of meer wegens opzettelijke slagen en verwondingen. Voorts bepaalt dit artikel dat de betrokkenen ook niet mogen veroordeeld zijn, zelfs niet met uitstel tot een correctionele gevangenisstraf wegens welbepaalde misdrijven. Deze bepaling wordt als problematisch ervaren omdat de administratie meer dan eens geconfronteerd wordt met, bijvoorbeeld, kandidaat bewakingsagenten die weliswaar tot een correctionele straf veroordeeld werden wegens, bijvoorbeeld diefstal, doch die niet kunnen geweerd worden omdat zij tot een zware geldstraf of werkstraf en niet tot een gevangenisstraf werden veroordeeld. Het wordt voorts essentieel geacht dat ook bewakingsagenten, belast met het doen van vaststellingen, en het uitvoerend personeel van |
d'entreprises de consultance en sécurité et d'organismes de formation, | ondernemingen voor veiligheidsadvies en van opleidingsinstellingen |
soient tout à fait dignes de confiance. Il se fait en effet que le | uiterst betrouwbare personen zijn. Het is immers zo dat het personeel, |
personnel, via des entretiens avec le client, via un audit ou via une | via gesprekken met de klant, via een audit of via andere weg heel wat |
autre voie, obtient de nombreuses informations sensibles sur ce qui a | gevoelige informatie verkrijgt over het beveiligingsgebeuren bij de |
trait à la sécurité chez le client. C'est pourquoi ils sont soumis aux | klant. Daarom worden zij onderworpen aan dezelfde vereisten inzake |
mêmes conditions en matière d'absence de condamnation et de | afwezigheid van veroordelingen en beroepsdeontologie als het |
déontologie professionnelle que le personnel dirigeant. On est | leidinggevend personeel. Ook van docenten van opleidingsinstellingen |
également en droit de s'attendre à ce que les professeurs des | mag verwacht worden dat ze een voorbeeldfunctie hebben en derhalve van |
organismes de formation occupent une fonction exemplaire et qu'ils | |
soient donc de conduite irréprochable » (ibid., p. 27). | onberispelijk gedrag zijn » (ibid., p. 27). |
B.8. Dès lors que les conditions de sécurité fixées à l'article 6 de | B.8. Nu de in artikel 6 van de wet van 10 april 1990 bepaalde |
la loi du 10 avril 1990 pour le personnel non dirigeant des | |
entreprises, services et organismes visés à l'article 1er de cette loi | veiligheidsvoorwaarden voor het niet-leidinggevend personeel van de |
visent à assurer que ces personnes soient fiables, cette disposition poursuit un but légitime. Il en va de même pour ce qui concerne l'accès aux données figurant dans le casier judiciaire central prévu à l'article 7, § 3, de la loi du 10 avril 1990. En effet, cet accès permet aux membres du personnel du SPF Intérieur mentionnés dans cette disposition de vérifier s'il est satisfait aux conditions de sécurité fixées à l'article 6. B.9. La Cour doit toutefois encore examiner si les dispositions en cause sont proportionnées au but poursuivi par le législateur. B.10.1. A cet égard, il faut constater que la personne qui est soumise à l'enquête sur les conditions de sécurité doit donner préalablement | ondernemingen, diensten en instellingen bedoeld in artikel 1 van die wet beogen te verzekeren dat die personen betrouwbaar zijn, streeft die bepaling een wettig doel na. Hetzelfde geldt wat de in artikel 7, § 3, van de wet van 10 april 1990 bepaalde toegang tot de in het centraal strafregister opgenomen gegevens betreft. Die toegang stelt de in die bepaling vermelde personeelsleden van de FOD Binnenlandse Zaken immers in staat na te gaan of aan de in artikel 6 bepaalde veiligheidsvoorwaarden is voldaan. B.9. Het Hof dient evenwel nog te onderzoeken of de in het geding zijnde bepalingen evenredig zijn met het door de wetgever nagestreefde doel. B.10.1. Te dien aanzien dient te worden vastgesteld dat de persoon die aan het onderzoek van de veiligheidsvoorwaarden wordt onderworpen, hiertoe voorafgaandelijk zijn instemming dient te geven (artikel 7, |
son consentement à cette fin (article 7, alinéa 2, de la loi du 10 | tweede lid, van de wet van 10 april 1990). |
avril 1990). B.10.2. Seules les personnes qui travaillent au sein de la Direction | B.10.2. Enkel de personen die werkzaam zijn bij de Algemene Directie |
générale de sécurité et de prévention, Direction sécurité privée, du | Veiligheids- en Preventiebeleid, Directie Private Veiligheid, van de |
SPF Intérieur et qui sont désignées par un arrêté délibéré en Conseil | FOD Binnenlandse Zaken en die zijn aangewezen bij een besluit dat is |
vastgesteld na overleg in de Ministerraad en na advies van de | |
des ministres et après avis de la Commission de la protection de la | Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, krijgen |
vie privée, ont accès au casier judiciaire central. L'article 2 de | toegang tot het centraal strafregister. Artikel 2 van het koninklijk |
l'arrêté royal du 18 janvier 2007 « relatif à la désignation des | besluit van 18 januari 2007 « betreffende de aanwijzing van personen |
personnes travaillant au sein de la Direction générale Politique de | die tewerkgesteld zijn binnen de Algemene Directie Veiligheids- en |
Sécurité et de Prévention du SPF Intérieur, Direction Sécurité privée, | Preventiebeleid van de FOD Binnenlandse Zaken, Directie Private |
ayant directement accès aux données figurant au casier judiciaire | Veiligheid, en die rechtstreeks toegang hebben tot de gegevens die |
central » dispose à cet égard : | opgenomen zijn in het centraal strafregister » bepaalt dienaangaande : |
« Le Directeur général de la Direction générale Politique de Sécurité | « De Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en |
et de Prévention du SPF Intérieur désigne nommément par écrit les | Preventiebeleid van de FOD Binnenlandse Zaken duidt schriftelijk bij |
membres de la Direction Sécurité privée ayant le droit de recevoir | naam de leden aan van de Directie Private Veiligheid die het recht |
communication et d'avoir accès à ces informations en raison des | hebben om mededelingen te ontvangen en toegang te hebben tot die |
fonctions qu'ils occupent et de leur besoin de connaître lesdites | informatie omwille van de functies die zij uitoefenen en hun behoefte |
informations. | om die informatie te kennen. |
Il désigne également au sein de la Direction Sécurité privée le | Hij wijst eveneens binnen de Directie Private Veiligheid de ambtenaar |
fonctionnaire ou l'agent qui sera chargé de contrôler que la | of agent aan die moet nagaan of de raadpleging van het centraal |
consultation du casier judiciaire central par les personnes désignées | strafregister door de aangewezen personen, zich beperkt tot de |
se limite aux données nécessaires à la vérification du respect des | gegevens die noodzakelijk zijn voor de controle van de naleving van de |
articles 5, alinéa 1er, 1° et 8° et 6, alinéa 1er, 1° et 8°, de la loi | artikelen 5, eerste lid, 1° en 8° en 6, eerste lid, 1° en 8° van de |
du 10 avril 1990 précitée. | voornoemde wet van 10 april 1990. |
Les personnes visées à l'alinéa 1er, s'engagent par écrit à veiller à | De in het eerste lid bedoelde personen verbinden er zich schriftelijk |
la sécurité et à la confidentialité des données auxquelles elles ont | toe te waken over de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de |
accès ». Il ressort de ce qui précède non seulement que le nombre de personnes | gegevens waartoe zij toegang hebben ». |
ayant accès au casier judiciaire central est limité, mais en outre que | Hieruit blijkt dat niet alleen het aantal personen die toegang hebben |
ces personnes ne peuvent consulter que les données leur permettant de | tot het centraal strafregister is beperkt, maar dat zij bovendien |
vérifier s'il est satisfait aux conditions de sécurité fixées dans la | enkel de gegevens mogen raadplegen die hen in staat stellen na te gaan |
loi du 10 avril 1990 et qu'elles doivent garantir le caractère | of aan de in de wet van 10 april 1990 bepaalde veiligheidsvoorwaarden |
confidentiel de ces données. Ainsi, ces données ne peuvent être | is voldaan en dat zij het vertrouwelijk karakter van die gegevens |
communiquées à l'entreprise, au service ou à l'organisme qui souhaite | dienen te waarborgen. Zo mogen die gegevens niet worden medegedeeld |
engager l'intéressé et qui, par application de l'article 7, § 2, de la | aan de onderneming, dienst of instelling die de betrokkene wenst aan |
loi du 10 avril 1990, demande au fonctionnaire désigné par le ministre | te werven en die, met toepassing van artikel 7, § 2, van de wet van 10 |
de l'Intérieur s'il prend en considération une demande d'enquête sur | april 1990, aan de door de minister van Binnenlandse Zaken aangewezen |
les conditions de sécurité. Il peut seulement être communiqué à cette | ambtenaar vraagt of hij een vraag tot onderzoek naar de |
veiligheidsvoorwaarden in overweging neemt. Aan die onderneming, | |
entreprise, à ce service ou à cet organisme que l'intéressé remplit ou | dienst of instelling kan enkel worden medegedeeld of de betrokkene aan |
non les conditions de sécurité. | de veiligheidsvoorwaarden voldoet of niet. |
B.10.3. En outre, ces personnes doivent immédiatement détruire les | B.10.3. Bovendien dienen die personen de geraadpleegde gegevens |
données consultées dès que la décision administrative à laquelle | onmiddellijk te vernietigen zodra de administratieve beslissing |
l'examen de ces données à caractère personnel a donné lieu est devenue | waartoe het onderzoek van die persoonsgegevens aanleiding gaf, |
définitive (article 7, § 3, alinéa 3, de la loi du 10 avril 1990). | definitief is geworden (artikel 7, § 3, derde lid, van de wet van 10 |
B.11.1. Il n'est pas déraisonnable que les personnes qui ont accès au | april 1990). |
casier judiciaire central, sur la base de l'article 7, § 3, de la loi | B.11.1. Dat de personen die, op grond van artikel 7, § 3, van de wet |
du 10 avril 1990, aient également accès aux décisions condamnant à une | van 10 april 1990, toegang hebben tot het centraal strafregister, |
eveneens toegang hebben tot de beslissingen die veroordelen tot een | |
peine de travail conformément à l'article 37ter du Code pénal, eu | werkstraf overeenkomstig artikel 37ter van het Strafwetboek, is niet |
égard au fait qu'en vertu de l'article 6, alinéa 1er, 1°, de la loi du | onredelijk, gelet op het feit dat luidens artikel 6, eerste lid, 1°, |
10 avril 1990, le personnel non dirigeant des entreprises, services et | van de wet van 10 april 1990 niet-leidinggevend personeel van de |
organismes concernés ne peut être condamné à une peine de travail du | ondernemingen, diensten en instellingen in kwestie niet mag zijn |
chef de certaines infractions. Il ressort en effet explicitement des | veroordeeld tot een werkstraf wegens bepaalde misdrijven. Uit de in |
travaux préparatoires cités en B.7.3 que, dans certains cas, le | B.7.3 aangehaalde parlementaire voorbereiding blijkt immers |
législateur a jugé problématique la condamnation à une peine de | uitdrukkelijk dat de wetgever in sommige gevallen de veroordeling tot |
travail. | een werkstraf als problematisch heeft ervaren. |
B.11.2. Au demeurant, il faut constater que l'article 594, alinéa 1er, | B.11.2. Overigens dient te worden vastgesteld dat artikel 594, eerste |
4°, du Code d'instruction criminelle, qui excluait les décisions | lid, 4°, van het Wetboek van strafvordering, dat de beslissingen die |
condamnant à une peine de travail conformément à l'article 37ter du | veroordelen tot een werkstraf overeenkomstig artikel 37ter van het |
Code d'instruction criminelle des données du casier judiciaire central | Strafwetboek, uitsloot van de in het centraal strafregister opgenomen |
auquel les autorités administratives désignées par le Roi avaient | gegevens waartoe de door de Koning aangewezen administratieve |
accès, a été abrogé par l'article 204 de la loi du 21 décembre 2009 | overheden toegang hadden, werd opgeheven bij artikel 204 van de wet 21 |
relative à la réforme de la cour d'assises. Cette disposition a été | december 2009 tot hervorming van het hof van assisen. Die bepaling |
justifiée comme suit : | werd als volgt verantwoord : |
« Le gouvernement propose de supprimer le 4° dans l'article 594, | « De regering stelt voor in artikel 594, eerste lid, van het Wetboek |
alinéa 1er, du Code d'instruction criminelle. | van strafvordering, het 4[00ba] te schrappen. |
Il est indispensable, en effet, d'adapter l'article 594 étant donné | Een aanpassing van artikel 594 is immers noodzakelijk aangezien de |
que le bourgmestre consulte le casier judiciaire central afin de rayer | burgemeester het centraal strafregister raadpleegt om uit de lijst van |
de la liste des jurés les personnes ayant subi une condamnation à une | gezworenen de personen te schrappen die een veroordeling hebben |
peine de travail de plus de 60 heures. La condamnation à une peine de | opgelopen tot een werkstraf van meer dan 60 uur. De veroordeling tot |
travail doit donc figurer sur les extraits mis à la disposition des | een werkstraf moet dan ook worden opgenomen op de uittreksels die aan |
autorités administratives » (Doc. parl., Sénat, 2008-2009, n° 4-924/4, | de administratieve overheden ter beschikking worden gesteld » (Parl. |
p. 221). | St., Senaat, 2008-2009, nr. 4-924/4, p. 221). |
B.12. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.12. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
Les articles 6, alinéa 1er, 1°, et 7, § 3, de la loi du 10 avril 1990 | De artikelen 6, eerste lid, 1°, en 7, § 3, van de wet van 10 april |
1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid schenden | |
réglementant la sécurité privée et particulière ne violent pas | niet artikel 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met |
l'article 22 de la Constitution, combiné ou non avec l'article 8 de la | artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met |
Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 17 du | artikel 17 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en |
Pacte international relatif aux droits civils et politiques. | politieke rechten. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 16 juin 2011. | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 16 juni 2011. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |