← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 64/2011 du 5 mai 2011 Numéro du rôle : 4945 En cause : la
question préjudicielle relative à l'article 1404 du Code judiciaire, posée par le juge des saisies de
Gand. La Cour constitutionnelle, composée des présid après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant
: I. Objet de la question préjudicielle et procéd(...)"
Extrait de l'arrêt n° 64/2011 du 5 mai 2011 Numéro du rôle : 4945 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1404 du Code judiciaire, posée par le juge des saisies de Gand. La Cour constitutionnelle, composée des présid après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procéd(...) | Uittreksel uit arrest nr. 64/2011 van 5 mei 2011 Rolnummer 4945 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1404 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de beslagrechter te Gent. Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 64/2011 du 5 mai 2011 | Uittreksel uit arrest nr. 64/2011 van 5 mei 2011 |
Numéro du rôle : 4945 | Rolnummer 4945 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1404 du Code | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1404 van het |
judiciaire, posée par le juge des saisies de Gand. | Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de beslagrechter te Gent. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de |
Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke, P. Nihoul et F. Daoût, assistée | rechters L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke, P. Nihoul en F. |
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Bossuyt, | Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 18 mai 2010 en cause de D. D.G. contre C.M., dont | Bij vonnis van 18 mei 2010 in zake D. D.G. tegen C.M., waarvan de |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 2 juin 2010, le juge | expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 juni 2010, heeft |
des saisies de Gand a posé la question préjudicielle suivante : | de beslagrechter te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 1404 du Code judiciaire viole-t-il les articles 10 et 11 | « Schendt artikel 1404 Ger.W. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
de la Constitution en ce qu'il prive de manière absolue de la | doordat het aan de schuldenaar van een schuldvordering tot |
possibilité de cantonnement le débiteur d'une créance de caractère | levensonderhoud die veroordeeld is bij een uitvoerbare rechterlijke |
alimentaire qui a été condamné en vertu d'une décision judiciaire | beslissing waartegen verzet of hoger beroep is ingesteld, op absolute |
exécutoire frappée d'opposition ou d'appel ou le prive tout au moins | wijze de mogelijkheid van kantonnement ontzegt, minstens de |
de cette possibilité pour la pension alimentaire qui est due pour la | mogelijkheid van kantonnement ontzegt voor het onderhoudsgeld dat |
période précédant l'introduction de la demande d'obtention d'une | verschuldigd is voor de periode die aan het instellen van de vordering |
tot het verkrijgen van onderhoudsgeld voorafgaat, terwijl aan andere | |
pension alimentaire, alors que d'autres débiteurs ne sont privés du | schuldenaars het recht van kantonnement slechts is ontzegd voor zover |
droit de cantonnement que pour autant que le juge qui statue sur la | de rechter die uitspraak doet over de vordering zelf, voor alle |
demande elle-même ait, pour tout ou partie de toutes les condamnations | veroordelingen die hij uitspreekt of voor een deel ervan, die |
qu'il prononce, exclu cette possibilité sur la base de la | mogelijkheid heeft uitgesloten op grond van de beoordeling dat de |
considération que le retard apporté au règlement expose le créancier à | vertraging in de regeling de schuldeiser aan een ernstig nadeel |
un préjudice grave ? ». | blootstelt ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. La question préjudicielle concerne l'article 1404 du Code | B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 1404 van het |
judiciaire, qui dispose : « Sauf s'il s'agit d'une créance de caractère alimentaire, la même faculté de libération est, selon les mêmes modes, conditions et procédure, réservée au débiteur condamné en vertu d'une décision judiciaire exécutoire frappée d'opposition ou d'appel, comme aussi lorsqu'une surséance aux poursuites a été ordonnée. Le versement est fait avec affectation spéciale de la somme à l'extinction de la créance du saisissant et vaut paiement dans la mesure où le saisi se reconnaît ou est reconnu débiteur ». B.2. Cette disposition permet au débiteur de cantonner la somme qu'il doit à son créancier en vertu d'une décision judiciaire exécutoire, | Gerechtelijk Wetboek, dat bepaalt : « Met uitzondering van schuldvorderingen tot levensonderhoud, komt hetzelfde recht op dezelfde wijzen, onder dezelfde voorwaarden, volgens dezelfde rechtspleging toe aan de schuldenaar die veroordeeld is bij een uitvoerbare rechterlijke beslissing waartegen verzet of hoger beroep is ingesteld, alsook wanneer schorsing van die vervolgingen is bevolen. De storting heeft plaats met bijzondere bestemming van de som tot afdoening van de schuldvordering van de beslaglegger en geldt als betaling voor zover de beslagene erkent schuldenaar te zijn of als zodanig wordt erkend ». B.2. Die bepaling stelt de schuldenaar in staat om de som te kantonneren die hij aan zijn schuldeiser verschuldigd is, krachtens een uitvoerbare rechterlijke beslissing, indien hij verzet of hoger |
s'il fait opposition ou appel, pour se prémunir, en cas de réformation | beroep aantekent, teneinde zich, in geval van vernietiging van de |
de la décision, contre l'insolvabilité de la partie adverse. Elle | beslissing, te wapenen tegen de insolventie van de tegenpartij. Zij |
exclut de la faculté de cantonnement les créances « de caractère | sluit de schuldvorderingen « tot levensonderhoud » uit van de |
mogelijkheid van kantonnement, zodat een schuldenaar van een | |
alimentaire », de sorte que le débiteur d'une créance alimentaire | schuldvordering tot levensonderhoud die werd veroordeeld bij een |
condamné par une décision judiciaire exécutoire est toujours tenu de | uitvoerbare rechterlijke beslissing steeds ertoe is gehouden daaraan |
gevolg te geven, zelfs indien hij verzet of hoger beroep aantekent | |
s'exécuter, même s'il fait opposition ou appel de la décision le | tegen de beslissing waarbij hij wordt veroordeeld. |
condamnant. B.3. Pour toutes les autres créances, en vertu de l'article 1406 du | B.3. Voor alle andere schuldvorderingen kan, krachtens artikel 1406 |
Code judiciaire, « le juge qui statue sur le fond de la demande peut | van het Gerechtelijk Wetboek, « de rechter die uitspraak doet over de |
vordering zelf, [...] beslissen dat er geen reden is tot kantonnement | |
décider qu'il n'y a pas lieu à cantonnement pour tout ou partie des | voor alle veroordelingen die hij uitspreekt of voor een deel ervan, |
condamnations qu'il prononce, si le retard apporté au règlement expose | indien de vertraging in de regeling de schuldeiser aan een ernstig |
le créancier à un préjudice grave ». | nadeel blootstelt ». |
B.4. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid met het | |
B.4. La Cour est interrogée sur la compatibilité de l'article 1404 du | beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, van artikel 1404 van |
Code judiciaire avec le principe d'égalité et de non-discrimination, | het Gerechtelijk Wetboek, doordat die bepaling de schuldenaar van een |
en ce que cette disposition prive le débiteur d'aliments, | schuldvordering tot levensonderhoud, in tegenstelling tot andere |
contrairement aux autres débiteurs, du droit de cantonnement, ou tout | schuldenaars, het recht op kantonnement ontzegt, of minstens het recht |
au moins du droit de cantonnement de la pension alimentaire due pour | op kantonnement ontzegt voor het onderhoudsgeld dat verschuldigd is |
la période antérieure à l'introduction de la demande d'obtention d'une | voor de periode die aan het instellen van de vordering tot het |
pension alimentaire. | verkrijgen van onderhoudsgeld voorafgaat. |
B.5. L'article 1404 figure dans le Code judiciaire depuis l'adoption | B.5. Artikel 1404 van het Gerechtelijk Wetboek staat in dit Wetboek |
de celui-ci en 1967. L'exception à la règle du droit de cantonnement | vermeld sinds de aanneming ervan in 1967. De uitzondering op de regel |
en matière de créances alimentaires a été justifiée par le « caractère | van het recht op kantonnement inzake de schuldvordering tot |
éminemment urgent » du secours alimentaire, de sorte qu'il a été | levensonderhoud werd verantwoord door de « uiterst dringende aard » |
décidé que « l'on ne pourrait permettre un cantonnement qui priverait | van het levensonderhoud, zodat beslist werd dat « men [...] geen |
kantonnement [zou] kunnen toelaten dat de schuldeiser zou beroven van | |
le créancier d'aliments du secours actuel que son titre lui accorde » | de voordelen van het eigenlijke onderhoud die zijn titel hem toekent » |
(Doc. parl., Sénat, 1963-1964, n° 60, p. 306). B.6. La créance alimentaire tend à permettre au créancier d'aliments de mener une vie conforme à la dignité humaine. L'aide qui doit être accordée au créancier d'aliments revêt donc, par définition, un caractère vital et urgent. En conséquence, il est raisonnablement justifié de traiter le créancier d'aliments différemment des autres créanciers, en ce qui concerne la possibilité offerte au débiteur de cantonner les sommes dues, dans l'attente de la décision sur le recours. | (Parl. St., Senaat, 1963-1964, nr. 60, p. 306). B.6. De schuldvordering tot levensonderhoud strekt ertoe de schuldeiser van zulk een schuldvordering in staat te stellen een leven te kunnen leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. De hulp die een schuldeiser van levensonderhoud moet worden toegekend, heeft dus per definitie een vitaal en dringend karakter. Bijgevolg is het redelijk verantwoord de schuldeiser van een vordering tot levensonderhoud anders te behandelen dan andere schuldeisers, wat betreft de mogelijkheid die aan de schuldenaar wordt geboden om de gevorderde sommen te kantonneren in afwachting van de op het beroep gewezen beslissing. |
Par ailleurs, dans son arrêt n° 197/2009 du 17 décembre 2009, la Cour | Overigens heeft het Hof in zijn arrest nr. 197/2009 van 17 december |
a considéré que l'article 1404 du Code judiciaire, interprété en ce | 2009 geoordeeld dat, wanneer artikel 1404 van het Gerechtelijk Wetboek |
sens que l'exclusion de la faculté de cantonnement qu'il prévoit pour | in die zin wordt geïnterpreteerd dat de uitsluiting van de |
mogelijkheid van het kantonnement waarin het voorziet voor de | |
les créances alimentaires s'applique aux créances d'aide sociale et | schuldvorderingen tot levensonderhoud, van toepassing is op de |
aux créances en matière de revenu d'intégration sociale, ne violait | schuldvorderingen inzake maatschappelijke dienstverlening en op de |
pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | schuldvorderingen inzake leefloon, die bepaling de artikelen 10 en 11 |
van de Grondwet niet schendt. | |
B.7. L'exclusion de la faculté de cantonnement ne porte pas atteinte à | B.7. Aan het voorgaande wordt geen afbreuk gedaan door de uitsluiting |
ce qui précède, y compris en ce qui concerne la pension alimentaire | van de mogelijkheid van het kantonnement, ook ten aanzien van het |
due pour la période précédant l'introduction de la demande de paiement | onderhoudsgeld dat verschuldigd is voor de periode die aan het |
de la pension alimentaire. La circonstance qu'un créancier d'aliments a attendu pour introduire cette demande ne permet pas de conclure que le fait de pourvoir à sa subsistance ne revêtirait pas un caractère éminemment urgent. Des circonstances particulières peuvent, le cas échéant, avoir amené le créancier à reporter l'introduction de sa demande. B.8. Pour le surplus, il ne pourrait être raisonnablement soutenu que l'interdiction de cantonnement risquerait de placer le débiteur d'une créance alimentaire dans une situation non conforme à la dignité humaine dans l'hypothèse où, confronté à l'insolvabilité du créancier d'aliments, ledit débiteur se trouverait dans l'impossibilité de récupérer les sommes qu'il a indûment payées en raison d'un premier jugement ultérieurement réformé. Le montant des créances alimentaires est en effet fixé compte tenu de la faculté contributive du débiteur d'aliments et peut, en application | instellen van de vordering tot het betalen van het onderhoudsgeld voorafgaat. Uit het feit dat een schuldeiser van onderhoudsgeld heeft gewacht om die vordering in te stellen, kan niet worden afgeleid dat het voorzien in zijn levensonderhoud geen uiterst dringend karakter zou hebben. Bijzondere omstandigheden kunnen in voorkomend geval de schuldeiser ertoe hebben gebracht zijn vordering uit te stellen. B.8. Voor het overige zou niet redelijk kunnen worden aangevoerd dat het verbod van het kantonnement de schuldenaar van een schuldvordering tot levensonderhoud zou kunnen plaatsen in een situatie die niet beantwoordt aan de menselijke waardigheid in de hypothese dat die schuldenaar, geconfronteerd met de insolventie van de schuldeiser van levensonderhoud, in de onmogelijkheid zou verkeren de sommen te recupereren die hij ten onrechte heeft betaald wegens het eerste vonnis dat later werd hervormd. Het bedrag van de schuldvorderingen tot levensonderhoud wordt immers bepaald rekening houdend met de draagkracht van de schuldenaar van een schuldvordering tot levensonderhoud en kan, met toepassing van artikel |
de l'article 209 du Code civil, être adapté à la demande de ce dernier | 209 van het Burgerlijk Wetboek, worden aangepast op zijn verzoek |
si sa faculté contributive venait à être modifiée. Il en résulte que | indien diens draagkracht verandert. Hieruit vloeit voort dat de |
le débiteur d'aliments ne court pas un risque équivalent à celui | schuldenaar van een schuldvordering tot levensonderhoud geen risico |
qu'encourt le créancier de ne pouvoir subvenir à sa subsistance | loopt dat even groot is als datgene dat de schuldeiser kan lopen om |
conformément à la dignité humaine si le cantonnement des créances | niet te kunnen voorzien in zijn levensonderhoud overeenkomstig de |
alimentaires était autorisé. | menselijke waardigheid indien het kantonnement van de |
schuldvorderingen tot levensonderhoud was toegestaan. | |
B.9. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.9. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 1404 du Code judiciaire ne viole pas les articles 10 et 11 | Artikel 1404 van het Gerechtelijk Wetboek schendt de artikelen 10 en |
de la Constitution en ce qu'il prévoit l'exclusion de la faculté de | 11 van de Grondwet niet, in zoverre het voorziet in de uitsluiting van |
cantonnement pour les créances à caractère alimentaire. | de mogelijkheid van het kantonnement voor de schuldvorderingen tot |
levensonderhoud. | |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi du 6 janvier 1989 sur la Cour | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
constitutionnelle, à l'audience publique du 5 mai 2011. | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 5 mei 2011. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |