Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 53/2011 du 6 avril 2011 Numéro du rôle : 4923 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 60, § 3, 3°, b), des lois relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés, coordonnées par ar La Cour constitutionnelle, composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De(...)"
Extrait de l'arrêt n° 53/2011 du 6 avril 2011 Numéro du rôle : 4923 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 60, § 3, 3°, b), des lois relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés, coordonnées par ar La Cour constitutionnelle, composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De(...) Uittreksel uit arrest nr. 53/2011 van 6 april 2011 Rolnummer 4923 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 60, § 3, 3°, b), van de bij koninklijk besluit van 19 december 1939 samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 53/2011 du 6 avril 2011 Uittreksel uit arrest nr. 53/2011 van 6 april 2011
Numéro du rôle : 4923 Rolnummer 4923
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 60, § 3, 3°, In zake : de prejudiciële vraag over artikel 60, § 3, 3°, b), van de
b), des lois relatives aux allocations familiales pour travailleurs bij koninklijk besluit van 19 december 1939 samengeordende wetten
salariés, coordonnées par arrêté royal du 19 décembre 1939, posée par betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, gesteld door de
le Tribunal du travail de Liège. Arbeidsrechtbank te Luik.
La Cour constitutionnelle, Het Grondwettelijk Hof,
composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de
Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, P. Nihoul et F. Daoût, assistée du rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, P. Nihoul en F.
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président R. Henneuse, Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par jugement du 20 avril 2010 en cause de Valérie Mauguit contre Bij vonnis van 20 april 2010 in zake Valérie Mauguit tegen de
l'Office national d'allocations familiales pour travailleurs salariés, Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers, waarvan de expeditie
dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 28 avril 2010, ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 april 2010, heeft de
le Tribunal du travail de Liège a posé la question préjudicielle suivante : Arbeidsrechtbank te Luik. de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 60, § 3, 3°, b), de la loi coordonnée le 19 décembre 1939 « Schendt artikel 60, § 3, 3°, b), van de op 19 december 1939
relative aux allocations familiales pour travailleurs salariés, tel gecoördineerde wet betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders,
qu'issu de l'article 82 de la loi-programme du 22 décembre 1989, zoals ontstaan uit artikel 82 van de programmawet van 22 december
viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il traite 1989, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de kinderen
différemment les enfants qui vivent dans le ménage formé par l'un de die leven in het gezin dat gevormd wordt door een van hun ouders,
leurs parents, attributaire dans le régime indépendant, et d'un rechthebbende in het stelsel van de zelfstandigen, en een partner,
partenaire, attributaire dans le régime salarié, selon que ce parent rechthebbende in het stelsel van de werknemers, verschillend behandelt
et ce partenaire salarié sont mariés ou ne sont pas mariés; le régime naargelang die ouder en die loontrekkende partner al dan niet gehuwd
salarié étant prioritaire dans le premier cas tandis que le régime zijn, waarbij het stelsel van de werknemers prioritair is in het
indépendant - moins généreux pour le premier enfant - demeure eerste geval, terwijl het - voor het eerste kind minder voordelige -
prioritaire dans le second ? ». stelsel van de zelfstandigen prioritair blijft in het tweede geval ? ».
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1.1. L'article 60, § 3, 3°, b), des lois relatives aux allocations B.1.1. Artikel 60, § 3, 3°, b), van de bij koninklijk besluit van 19
familiales pour travailleurs salariés, coordonnées par arrêté royal du december 1939 samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor
19 décembre 1939 dispose : loonarbeiders bepaalt :
« sauf lorsque, compte tenu des dispositions du 1°, un droit aux « behalve indien, met inachtneming van het bepaalde onder 1°, een
allocations familiales d'orphelin existe, en application des articles recht bestaat op wezenbijslag bij toepassing van de artikelen 56bis of
56bis ou 56quinquies et sans préjudice du 2°, le droit aux allocations 56quinquies en onverminderd 2°, sluit het recht op kinderbijslag
familiales en vertu des dispositions de l'arrêté royal précité du 8 krachtens de bepalingen van voormeld koninklijk besluit van 8 april
avril 1976 exclut tout autre droit en vertu de ces lois : 1976 ieder ander recht krachtens deze wetten uit :
[...] [...]
b) wanneer het kind deel uitmaakt van een gezin dat samengesteld is
b) lorsque l'enfant fait partie d'un ménage composé d'un ou de uit één of meer rechthebbende zelfstandigen, hetzij de vader, de
plusieurs attributaires indépendants soit les père, mère, beau-père ou moeder, stiefvader of stiefmoeder die met één of meer rechthebbenden
belle-mère vivant avec un ou plusieurs attributaires en vertu des krachtens deze wetten leeft die niet de vader, de moeder, de
présentes lois, autres que les père, mère, beau-père ou belle-mère; ». stiefvader of de stiefmoeder is; ».
B.1.2. L'article 60, § 3, 3°, b), des lois coordonnées précitées B.1.2. Artikel 60, § 3, 3°, b), van de voormelde samengeordende wetten
établit une règle de priorité du régime des travailleurs salariés, en stelt, in geval van samenloop van rechthebbenden die tot verschillende
cas de concours d'attributaires appartenant à des régimes différents, regelingen behoren, een regel in van voorrang van de regeling voor
lorsque l'enfant fait partie d'un ménage composé d'un de ses parents attributaire dans le régime des indépendants qui est marié ou remarié avec une personne attributaire dans le régime des travailleurs salariés. B.2. La question soumise à la Cour l'invite à comparer la situation de l'enfant qui vit dans un ménage formé par l'un de ses parents, qui exerce une activité d'indépendant, et le conjoint de celui-ci, qui est attributaire dans le régime des travailleurs salariés, avec la situation de l'enfant qui vit dans un ménage formé par l'un de ses parents, exerçant une activité d'indépendant, et le cohabitant de fait werknemers wanneer het kind deel uitmaakt van een gezin samengesteld uit een van zijn ouders die rechthebbende is in de regeling voor zelfstandigen en die gehuwd of opnieuw gehuwd is met een persoon die rechthebbende is in de regeling voor werknemers. B.2. In de aan het Hof voorgelegde vraag wordt het Hof verzocht de situatie van het kind dat leeft in een gezin gevormd door een van zijn ouders die een activiteit als zelfstandige uitoefent en diens echtgenoot die rechthebbende is in de regeling voor werknemers te vergelijken met de situatie van het kind dat leeft in een gezin gevormd door een van zijn ouders die een activiteit als zelfstandige
de celui-ci, qui est attributaire dans le régime des travailleurs uitoefent en de persoon met wie deze feitelijk samenwoont en die
salariés. Dans le premier cas, l'enfant bénéficie, par application de rechthebbende is in de regeling voor werknemers. In het eerste geval
la disposition en cause, des allocations familiales dans le régime des geniet het kind, met toepassing van de in het geding zijnde bepaling,
travailleurs salariés, alors que, dans le second cas, le régime des kinderbijslag in de regeling voor werknemers, terwijl in het tweede
travailleurs indépendants demeure d'application. La Cour ne se geval de regeling voor zelfstandigen van toepassing blijft. Het Hof
prononce pas sur l'hypothèse dans laquelle les partenaires cohabitent spreekt zich niet uit over het geval waarin de partners wettelijk
légalement. samenwonen.
B.3. L'octroi d'allocations familiales vise à contribuer aux frais B.3. De toekenning van kinderbijslag strekt ertoe bij te dragen in de
d'entretien et d'éducation des enfants. Il offre une compensation kosten van onderhoud en opvoeding van de kinderen. Zij biedt een
partielle pour l'augmentation des charges supportées par le ménage gedeeltelijke compensatie voor de toegenomen lasten die door het gezin
lors de l'extension de celui-ci. A cet égard, le législateur a choisi worden gedragen wanneer het uitbreidt. In dat verband heeft de
d'instaurer un système d'assurance qui est organisé distinctement en wetgever ervoor geopteerd een verzekeringssysteem in te voeren dat
fonction du régime auquel appartient l'ayant droit. Un tel choix n'est onderscheiden is georganiseerd naar gelang van het stelsel waartoe de
pas discriminatoire en soi. La Cour n'en doit pas moins vérifier si la rechthebbende behoort. Op zich is een dergelijke keuze niet
disposition concrète qui lui est soumise établit une différence de discriminerend. Niettemin dient het Hof te onderzoeken of de aan het
traitement qui ne serait pas susceptible de justification raisonnable. Hof voorgelegde bepaling een verschil in behandeling in het leven
roept dat niet redelijkerwijze zou kunnen worden verantwoord.
B.4.1. L'article 60, § 3, 3°, introduit par l'article 33 de la loi du B.4.1. Artikel 60, § 3, 3°, ingevoerd bij artikel 33 van de wet van 1
1er août 1985 portant des dispositions sociales a fait l'objet d'une augustus 1985 houdende sociale bepalingen, heeft een nieuwe versie
nouvelle version dans l'article 82 de la loi-programme du 22 décembre gekregen in artikel 82 van de programmawet van 22 december 1989. In de
1989. L'exposé des motifs définit son objectif dans les termes memorie van toelichting wordt de doelstelling ervan als volgt
suivants : aangegeven :
« Il s'agit de déterminer le régime prioritaire en cas de concurrence « Het betreft het vaststellen van de voorrangsregeling in geval van
de droits entre le régime des travailleurs salariés et le régime des samenloop van rechten tussen de regeling voor werknemers en de
travailleurs indépendants, lorsque des attributaires peuvent être regeling voor zelfstandigen, wanneer rechthebbenden in die twee
désignés dans ces deux régimes. regelingen kunnen aangeduid worden.
Les autres dispositions du point 3 ne sont pas modifiées. De andere bepalingen van punt 3 blijven ongewijzigd.
Les règles actuelles continuent à être appliquées, à savoir que le De huidige regels blijven verder toegepast, namelijk dat de regeling
régime auquel appartient le parent prévaut sur celui du non parent et waartoe de ouder behoort primeert op deze van degene die niet de ouder
que le régime octroyant des allocations majorées d'invalide ou is, en dat de regeling die verhoogde bijslag toekent voor een invalide
d'orphelin est prioritaire » (Doc. parl., Chambre, 1989-1990, n° of een wees voorrang geniet » (Parl. St., Kamer, 1989-1990, nr. 975/1,
975/1, p. 37). p. 37).
B.4.2. L'exposé des motifs de la même loi rappelle aussi : B.4.2. De memorie van toelichting bij dezelfde wet brengt ook in
herinnering :
« Les allocations familiales, on le sait, sont conçues comme une « Men weet dat de kinderbijslag beschouwd wordt als een financiële
intervention financière dans l'éducation des enfants. Elles tiennent tussenkomst bij de opvoeding van de kinderen. Er wordt rekening
compte de la situation de fait des familles dans lesquelles l'enfant gehouden met de feitelijke toestand van het gezin, waarin het kind
est élevé » (ibid., p. 27). wordt opgevoed » (ibid., p. 27).
A cette fin, la loi tend à supprimer certaines distinctions faites Met dat doel strekt de wet ertoe sommige verschillen tussen gehuwde en
entre les couples mariés et non mariés, notamment en matière de niet-gehuwde koppels op te heffen, met name inzake uitkeringen voor
prestation pour les orphelins. L'exposé des motifs l'explique en ces wezen. De memorie van toelichting verklaart dat in de volgende
termes : bewoordingen :
« Cet article rétablit le droit aux allocations familiales majorées en « Dit artikel kent het recht op verhoogde kinderbijslag opnieuw toe
faveur de l'orphelin lorsque le parent survivant remarié se sépare de ten behoeve van de wees wanneer de opnieuw gehuwde overlevende ouder
feitelijk van zijn echtgenoot scheidt, voor zover deze scheiding wordt
fait de son conjoint, pour autant que cette séparation soit consacrée bekrachtigd door een gerechtelijke beschikking. Deze bepaling voert
par une ordonnance judiciaire. Cette disposition rétablit l'égalité opnieuw de gelijkheid in tussen situaties van gehuwde koppels en deze
entre les situations de couples mariés et non mariés » (ibid., p. 35). van niet gehuwde koppels » (ibid., p. 35).
B.4.3. Les travaux préparatoires des règles antérieures que le B.4.3. In de parlementaire voorbereiding van de vroegere regels die de
législateur affirme vouloir maintenir indiquent que les modifications wetgever wenste te behouden, wordt aangegeven dat de aangebrachte
introduites « visent à adapter ladite réglementation aux modifications wijzigingen « [ertoe] strekken [...] deze regeling aan te passen aan
apportées dans d'autres législations ainsi qu'à l'évolution sociale » de in andere wetgevingen doorgevoerde wijzigingen alsmede aan de
(Doc. parl., Chambre, 1984-1985, n° 1194/1, p. 5), et que le maatschappelijke evolutie » (Parl. St., Kamer, 1984-1985, nr. 1194/1,
législateur estimait « logique et administrativement justifié » p. 5), en dat de wetgever het « logisch en administratief verantwoord
d'établir un certain nombre d'exceptions au « principe de la priorité » vond dat een aantal uitzonderingen werden vastgesteld op « de
absolue du régime d'allocations familiales pour travailleurs salariés absolute voorrang van de kinderbijslagregeling voor werknemers op deze
sur celui des indépendants », notamment lorsque l'enfant fait partie voor zelfstandigen », met name wanneer het kind deel uitmaakt van het
du ménage d'un indépendant (ibid., p. 6). gezin van een zelfstandige (ibid., p. 6).
B.5. En l'espèce, la différence de traitement entre enfants repose, non pas sur le statut d'indépendant du parent attributaire avec lequel les enfants vivent, mais sur le fait que le parent attributaire indépendant est ou non marié avec son partenaire, qui est attributaire dans le régime des travailleurs salariés. En pareille hypothèse, la détermination du montant d'allocations dont l'enfant est bénéficiaire dépend de l'existence ou non d'un lien conjugal entre son parent et la personne avec laquelle celui-ci forme le ménage au sein duquel l'enfant est éduqué. B.6. La différence de traitement en cause repose sur le critère de l'existence ou non d'un lien matrimonial entre les adultes qui forment le ménage dans lequel vit l'enfant bénéficiaire. La situation juridique des conjoints et des couples non mariés diffère aussi bien en ce qui concerne les obligations mutuelles qu'en ce qui concerne B.5. Te dezen berust het verschil in behandeling onder kinderen niet op het statuut van zelfstandige van de rechthebbende ouder met wie de kinderen leven, maar op het feit dat de zelfstandige rechthebbende ouder al dan niet gehuwd is met zijn of haar partner die rechthebbende is in de regeling voor werknemers. In zulk een geval hangt het bepalen van het bedrag van de bijslag waarop het kind recht geeft, af van het al dan niet bestaan van een huwelijksband tussen zijn ouder en de persoon met wie deze het gezin vormt waarin het kind wordt opgevoed. B.6. Het in het geding zijnde verschil in behandeling berust op het criterium van het al dan niet bestaan van een huwelijksband tussen de volwassenen die het gezin vormen waarin het rechtgevende kind leeft. De juridische toestand van echtgenoten en niet-gehuwde koppels is verschillend, zowel wat de verplichtingen jegens elkaar, als wat hun
leur situation patrimoniale. Les époux se doivent mutuellement secours vermogensrechtelijke toestand betreft. Echtgenoten zijn elkaar hulp en
et assistance (article 213 du Code civil), ils bénéficient de la bijstand verschuldigd (artikel 213 van het Burgerlijk Wetboek), zij
protection du logement de la famille et des meubles meublants (article genieten de bescherming van de gezinswoning en de huisraad (artikel
215 du Code civil), les époux doivent consacrer leurs revenus par 215 van het Burgerlijk Wetboek), de echtgenoten moeten hun inkomsten
bij voorrang besteden aan hun bijdrage in de lasten van het huwelijk
priorité à leur contribution aux charges du mariage (article 217 du (artikel 217 van het Burgerlijk Wetboek), waarin de echtgenoten moeten
Code civil), auxquelles les époux doivent contribuer selon leurs
facultés (article 221 du Code civil). Les dettes qui sont contractées bijdragen naar vermogen (artikel 221 van het Burgerlijk Wetboek).
Schulden die door een van de echtgenoten worden aangegaan ten behoeve
par l'un des époux pour les besoins du ménage et l'éducation des van de huishouding en de opvoeding van de kinderen, verbinden de
enfants obligent solidairement l'autre époux, sauf lorsqu'elles sont andere echtgenoot hoofdelijk, behoudens wanneer zij, gelet op de
excessives eu égard aux ressources du ménage (article 222 du Code civil). Ces droits et obligations réciproques ne concernent pas en tant que tels les personnes qui forment un ménage de fait et qui, bien qu'elles forment une communauté de vie, n'ont pas pris l'une envers l'autre les mêmes engagements juridiques. Il s'ensuit que la différence de traitement mentionnée dans la question préjudicielle n'est pas manifestement déraisonnable. Enfin, la différence de traitement en cause n'emporte pas de conséquences disproportionnées dès lors que l'enfant bénéficiaire n'est pas privé de toute allocation. B.7. La question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : bestaansmiddelen van het gezin, buitensporig zijn (artikel 222 van het Burgerlijk Wetboek). Die wederzijdse rechten en plichten gelden als zodanig niet voor personen die een feitelijk gezin vormen en die, hoewel zij een levensgemeenschap vormen, tegenover elkaar niet dezelfde juridische verbintenissen hebben aangegaan. Daaruit volgt dat het verschil in behandeling vermeld in de prejudiciële vraag niet kennelijk onredelijk is. Ten slotte brengt het in het geding zijnde verschil in behandeling geen onevenredige gevolgen met zich mee aangezien het rechtgevende kind niet elke bijslag wordt ontzegd. B.7. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht :
L'article 60, § 3, 3°, b), des lois relatives aux allocations Artikel 60, § 3, 3°, b), van de bij koninklijk besluit van 19 december
familiales pour travailleurs salariés, coordonnées par arrêté royal du 1939 samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor
19 décembre 1939, ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. loonarbeiders, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 6 avril 2011. Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 6 april 2011.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
Le président, De voorzitter,
R. Henneuse. R. Henneuse.
^