Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 48/2011 du 30 mars 2011 Numéro du rôle : 5068 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 4, 10°, de l'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire, posée par le Tribunal de police de Vervie La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée du président R. Henneuse et des juges-ra(...)"
Extrait de l'arrêt n° 48/2011 du 30 mars 2011 Numéro du rôle : 5068 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 4, 10°, de l'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire, posée par le Tribunal de police de Vervie La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée du président R. Henneuse et des juges-ra(...) Uittreksel uit arrest nr. 48/2011 van 30 maart 2011 Rolnummer 5068 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4, 10°, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, gesteld door de Politierechtbank te Verviers.
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 48/2011 du 30 mars 2011 Uittreksel uit arrest nr. 48/2011 van 30 maart 2011
Numéro du rôle : 5068 Rolnummer 5068
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 4, 10°, de In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4, 10°, van het
l'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire, posée koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs,
par le Tribunal de police de Verviers. gesteld door de Politierechtbank te Verviers.
La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer,
composée du président R. Henneuse et des juges-rapporteurs J.-P. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers
Moerman et T. Merckx-Van Goey, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, J.-P. Moerman en T. Merckx-Van Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y.
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : Dutilleux, wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par jugement du 14 décembre 2010 en cause du ministère public contre Bij vonnis van 14 december 2010 in zake het openbaar ministerie tegen
Fabienne Vandervalle, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Fabienne Vandervalle, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is
Cour le 21 décembre 2010, le Tribunal de police de Verviers a posé la ingekomen op 21 december 2010, heeft de Politierechtbank te Verviers
question préjudicielle suivante : de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 4 de l'arrêté royal relatif au permis de conduire du 23 « Schendt artikel 4 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998
mars 1998 viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution belge en betreffende het rijbewijs de artikelen 10 en 11 van de Belgische
ce qu'il distingue entre les citoyens selon qu'ils soient nés avant ou Grondwet in zoverre daarin een onderscheid wordt gemaakt tussen de
après le 14 février 1961 pour dispenser les uns [et] requérir des burgers naargelang zij vóór of na 14 februari 1961 zijn geboren, om de
autres d'être titulaire d'un permis de conduire de classe A3 pour enen ervan vrij te stellen en de anderen te verplichten houder te zijn
conduire un véhicule à quatre roues équipé d'un moteur d'une cylindrée van een rijbewijs klasse A3 om een vierwielig voertuig te besturen dat
ne dépassant pas 50 cm3 pour les moteurs à allumage commandé ou, pour is uitgerust met een motor met een cilinderinhoud van ten hoogste 50
les autres types de moteurs, d'une puissance maximale nette n'excédant cm3 voor de motoren met elektrische ontsteking of, voor de andere
pas 4 kW et qui ne peut, par construction et par la seule puissance de typen van motoren, met een nettomaximumvermogen van ten hoogste 4 kW
son moteur, dépasser sur une route en palier la vitesse de 45 km à l'heure ? ». en dat naar bouw en motorvermogen, op een horizontale weg, niet sneller kan rijden dan 45 km per uur ? ».
Le 12 janvier 2011, en application de l'article 71, alinéa 1er, de la Op 12 januari 2011 hebben de rechters-verslaggevers J.-P. Moerman en
T. Merckx-Van Goey, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de
loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de
juges-rapporteurs J.-P. Moerman et T. Merckx-Van Goey ont informé le voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden
président qu'ils pourraient être amenés à proposer à la Cour, siégeant gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te
en chambre restreinte, de rendre un arrêt constatant que la question stellen een arrest te wijzen waarbij wordt vastgesteld dat de
préjudicielle ne relève manifestement pas de la compétence de la Cour. prejudiciële vraag klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof behoort.
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1. Il ressort de la question préjudicielle que le juge a quo B.1. Uit de prejudiciële vraag blijkt dat de verwijzende rechter het
interroge la Cour sur la compatibilité avec les articles 10 et 11 de Hof een vraag stelt over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11
la Constitution d'une différence de traitement en fonction de l'âge van de Grondwet, van een verschil in behandeling naar gelang van de
qui trouve sa source dans l'article 4 de l'arrêté royal du 23 mars leeftijd dat zijn oorsprong vindt in artikel 4 van het koninklijk
1998 relatif au permis de conduire. besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs.
B.2. Ni l'article 26, § 1er, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur B.2. Noch artikel 26, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op
la Cour constitutionnelle ni aucune autre disposition het Grondwettelijk Hof, noch enige andere grondwettelijke of
constitutionnelle ou législative ne confèrent à la Cour le pouvoir de wettelijke bepaling verleent het Hof de bevoegdheid om bij wijze van
statuer à titre préjudiciel sur la question de savoir si les prejudiciële beslissing uitspraak te doen over de vraag of de
dispositions d'un arrêté royal violent les articles 10 et 11 de la bepalingen van een koninklijk besluit de artikelen 10 en 11 van de
Constitution. Grondwet schenden.
B.3. Par application de l'article 159 de la Constitution, il B.3. Met toepassing van artikel 159 van de Grondwet komt het de
appartient au juge de ne pas appliquer les dispositions d'un arrêté rechter toe de bepalingen van een koninklijk besluit die niet in
royal qui ne seraient pas conformes aux articles constitutionnels overeenstemming zouden zijn met de in de prejudiciële vraag vermelde
mentionnés dans la question préjudicielle. grondwetsartikelen, niet toe te passen.
B.4. La question préjudicielle ne relève donc manifestement pas de la B.4. De prejudiciële vraag behoort dus klaarblijkelijk niet tot de
compétence de la Cour. bevoegdheid van het Hof.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour, chambre restreinte, het Hof, beperkte kamer,
statuant à l'unanimité des voix, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende,
constate que la Cour n'est pas compétente pour répondre à la question stelt vast dat het Hof niet bevoegd is om te antwoorden op de
préjudicielle. prejudiciële vraag.
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 30 mars 2011. Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 30 maart 2011.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
Le président, De voorzitter,
R. Henneuse. R. Henneuse.
^