Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 153/2010 du 22 décembre 2010 Numéro du rôle : 4856 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 19 de la loi du 27 décembre 1961 relative au statut des sous-officiers du cadre actif des forces armées, posé La Cour constitutionnelle, composée du président M. Bossuyt et, conformément à l'article 60bis (...)"
Extrait de l'arrêt n° 153/2010 du 22 décembre 2010 Numéro du rôle : 4856 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 19 de la loi du 27 décembre 1961 relative au statut des sous-officiers du cadre actif des forces armées, posé La Cour constitutionnelle, composée du président M. Bossuyt et, conformément à l'article 60bis (...) Uittreksel uit arrest nr. 153/2010 van 22 december 2010 Rolnummer 4856 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 19 van de wet van 27 december 1961 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht, g Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit voorzitter M. Bossuyt en, overeenkomstig artikel 60bis (...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 153/2010 du 22 décembre 2010 Uittreksel uit arrest nr. 153/2010 van 22 december 2010
Numéro du rôle : 4856 Rolnummer 4856
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 19 de la loi In zake : de prejudiciële vraag over artikel 19 van de wet van 27
du 27 décembre 1961 relative au statut des sous-officiers du cadre december 1961 betreffende het statuut van de onderofficieren van het
actif des forces armées, posée par le Conseil d'Etat. actief kader van de krijgsmacht, gesteld door de Raad van State.
La Cour constitutionnelle, Het Grondwettelijk Hof,
composée du président M. Bossuyt et, conformément à l'article 60bis de samengesteld uit voorzitter M. Bossuyt en, overeenkomstig artikel
la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, du 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk
président émérite M. Melchior, et des juges A. Alen, J.-P. Snappe, Hof, emeritus voorzitter M. Melchior, en de rechters A. Alen, J.-P.
J.-P. Moerman, J. Spreutels et T. Merckx-Van Goey, assistée du Snappe, J.-P. Moerman, J. Spreutels en T. Merckx-Van Goey, bijgestaan
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Bossuyt, door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par arrêt n° 199.594 du 18 janvier 2010 en cause de Timothy Bogaert Bij arrest nr. 199.594 van 18 januari 2010 in zake Timothy Bogaert
contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof
Cour le 27 janvier 2010, le Conseil d'Etat a posé la question is ingekomen op 27 januari 2010, heeft de Raad van State de volgende
préjudicielle suivante : prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 19 de la loi du 27 décembre 1961 relative au statut des « Schendt artikel 19 van de wet van 27 december 1961 betreffende het
sous-officiers du cadre actif des forces armées viole-t-il les statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht
articles 10 et 11, combinés avec l'article 182, de la Constitution, en de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met
tant qu'il prive, de manière discriminatoire, les sous-officiers du artikel 182 van de Grondwet, in zoverre het de onderofficieren van het
cadre actif des forces armées de la garantie de l'intervention d'une actieve kader van de krijgsmacht op discriminatoire wijze de waarborg
assemblée délibérante démocratiquement élue, telle qu'elle est prévue van het optreden van een democratisch verkozen beraadslagende
par l'article 182 de la Constitution, en ce que l'article 19 de la loi vergadering, zoals voorgeschreven door artikel 182 van de Grondwet,
du 27 décembre 1961 habilite de manière générale le ministre de la ontzegt, doordat artikel 19 van de wet van 27 december 1961 de
minister van landsverdediging er op algemene wijze toe machtigt
Défense nationale à retirer temporairement les sous-officiers de leur onderofficieren bij tuchtmaatregel tijdelijk uit hun ambt te ontheffen
emploi par mesure disciplinaire et en ce que les cas dans lesquels ce en doordat de gevallen waarin een dergelijke tijdelijke
retrait temporaire d'emploi peut être infligé sont fixés par l'article ambtsontheffing kan opgelegd worden, vastgesteld zijn in artikel 23
23 de l'arrêté royal du 25 octobre 1963 relatif au statut des van het koninklijk besluit van 25 oktober 1963 betreffende het statuut
sous-officiers du cadre actif des forces armées, sans que le Roi ait van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht, zonder
été explicitement habilité à cette fin par le législateur ? ». dat de Koning daarvoor expliciet door de wetgever gemachtigd was ? ».
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1. La question préjudicielle porte sur l'article 19 de la loi du 27 B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 19 van de wet
décembre 1961 relative au statut des sous-officiers du cadre actif des van 27 december 1961 betreffende het statuut van de onderofficieren
forces armées. Cette disposition est rédigée comme suit : van het actief kader van de krijgsmacht. Die bepaling luidt :
« Le Ministre de la Défense nationale peut retirer le sous-officier, « De Minister van Landsverdediging kan de onderofficier voor een
pour une durée déterminée, de son emploi par mesure disciplinaire ». bepaalde tijd bij tuchtmaatregel van zijn ambt ontheffen ».
En exécution de l'article précité, l'article 23 de l'arrêté royal du Ter uitvoering van het voormelde artikel bepaalt artikel 23 van het
25 octobre 1963 relatif au statut des sous-officiers du cadre actif des forces armées dispose : « La non-activité par mesure disciplinaire peut être infligée au sous-officier qui a fait l'objet d'une condamnation, qui a reçu des punitions répétées, qui a été puni pour une transgression grave, qui a commis un fait grave incompatible avec l'état de sous-officier ou qui a fait l'objet, pour motif disciplinaire, d'une proposition de retrait définitif d'emploi. Lorsqu'un chef hiérarchique d'un rang au moins égal à celui de chef de corps estime qu'un sous-officier doit être mis en non-activité par mesure disciplinaire, il adresse au Ministre de la Défense, par la voie hiérarchique, une proposition motivée. Lorsque le Ministre de la Défense estime devoir prendre l'initiative de la mesure, il consulte au préalable les chefs hiérarchiques ». koninklijk besluit van 25 oktober 1963 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht : « De op non-activiteitstelling bij tuchtmaatregel kan toegepast worden op de onderofficier die een veroordeling heeft opgelopen, die herhaalde tuchtstraffen heeft ondergaan, die gestraft is geweest voor een ernstig vergrijp, die een ernstig feit onverenigbaar met de staat van onderofficier heeft begaan of die, om tuchtredenen, het voorwerp is geweest van een voorstel tot definitieve ambtsontheffing. Wanneer een hiërarchische meerdere met een rang ten minste gelijk aan die van korpscommandant van oordeel is dat een officier op non-activiteit bij tuchtmaatregel moet worden gesteld, zendt zij langs hiërarchische weg een gemotiveerd voorstel aan de Minister van Landsverdediging. Wanneer de Minister van Landsverdediging het initiatief tot de maatregel meent te moeten nemen, raadpleegt hij vooraf de hiërarchische meerderen ».
B.2. Il est demandé à la Cour si l'article 19 précité viole les B.2. Het Hof wordt gevraagd of het voormelde artikel 19 de artikelen
articles 10 et 11, combinés avec l'article 182, de la Constitution, en 10 en 11, in samenhang gelezen met artikel 182, van de Grondwet
ce que cette disposition habilite de manière générale le ministre de schendt, in zoverre die bepaling de minister van Landsverdediging op
la Défense nationale à retirer temporairement le sous-officier de son algemene wijze ertoe machtigt onderofficieren bij tuchtmaatregel
emploi par mesure disciplinaire. tijdelijk uit hun ambt te ontheffen.
B.3.1. L'article 182 de la Constitution dispose : B.3.1. Artikel 182 van de Grondwet bepaalt :
« Le mode de recrutement de l'armée est déterminé par la loi. Elle « De wet bepaalt op welke wijze het leger wordt aangeworven. Zij
règle également l'avancement, les droits et les obligations des regelt eveneens de bevordering, de rechten en de verplichtingen van de
militaires ». militairen ».
B.3.2. En attribuant au pouvoir législatif la compétence de régler les B.3.2. Door de bevoegdheid inzake de regeling van de rechten en
droits et obligations des militaires, le Constituant a voulu éviter verplichtingen van de militairen aan de wetgevende macht toe te
que le pouvoir exécutif seul règle les forces armées. Ainsi, l'article wijzen, heeft de Grondwetgever willen vermijden dat de krijgsmacht zou
worden geregeld door de uitvoerende macht alleen. Aldus waarborgt
182 de la Constitution garantit qu'une assemblée délibérante artikel 182 van de Grondwet dat over die aangelegenheid wordt beslist
démocratiquement élue décide en cette matière. door een democratisch verkozen beraadslagende vergadering.
Bien que l'article 182 de la Constitution réserve ainsi la compétence Ofschoon artikel 182 van de Grondwet de normatieve bevoegdheid in die
normative relative à cette matière au législateur fédéral - qui doit aangelegenheid aldus voorbehoudt aan de federale wetgever - die de
essentiële elementen ervan moet regelen -, sluit het niet uit dat een
en régler les éléments essentiels -, cet article n'exclut pas de beperkte uitvoeringsbevoegdheid aan de Koning of aan een andere
laisser un pouvoir limité d'exécution au Roi ou à une autre autorité. overheid wordt overgelaten. Een dergelijke delegatie is niet in strijd
Une telle délégation n'est pas contraire au principe de légalité pour met het wettigheidsbeginsel voor zover de machtiging voldoende
autant que l'habilitation soit définie de manière suffisamment précise nauwkeurig is omschreven en betrekking heeft op de tenuitvoerlegging
et porte sur l'exécution de mesures dont les éléments essentiels sont van maatregelen waarvan de essentiële elementen voorafgaandelijk door
préalablement fixés par le législateur. de wetgever zijn vastgelegd.
Par conséquent, il y a lieu d'examiner si l'habilitation conférée par Bijgevolg dient te worden onderzocht of de bij de in het geding zijnde
la disposition en cause au ministre de la Défense nationale respecte bepaling aan de minister van Landsverdediging verleende machtiging
les limites ainsi définies. binnen de aldus vastgestelde perken blijft.
B.3.3. Cette disposition confère au ministre de la Défense nationale B.3.3. Die bepaling verleent de minister van Landsverdediging de
le pouvoir de retirer le sous-officier, pour une durée déterminée, de bevoegdheid om een onderofficier voor een bepaalde tijd bij
son emploi par mesure disciplinaire. L'autorité disciplinaire peut tuchtmaatregel van zijn ambt te ontheffen. De tuchtoverheid mag
seulement infliger les sanctions disciplinaires qui ont été slechts de tuchtstraffen opleggen die bij de wet zijn bepaald. Artikel
déterminées par la loi. L'article 19 de la loi du 27 décembre 1961 19 van de wet van 27 december 1961 voorziet in een tijdelijke
prévoit un retrait temporaire d'emploi, de sorte que cet article est ambtsontheffing, zodat het op dit punt bestaanbaar is met de artikelen
compatible sur ce point avec les articles 10 et 11, combinés avec 10 en 11, in samenhang gelezen met artikel 182, van de Grondwet.
l'article 182, de la Constitution.
B.3.4. Le principe de légalité inscrit à l'article 12, alinéa 2, de la B.3.4. Het wettigheidsbeginsel in artikel 12, tweede lid, van de
Constitution ne s'applique pas en matière disciplinaire. Il s'ensuit Grondwet is niet van toepassing in tuchtzaken. Daaruit volgt dat de
que l'action disciplinaire qui a pour objet d'examiner si le titulaire tuchtvordering die tot doel heeft te onderzoeken of de titularis van
d'une fonction publique ou d'une profession a enfreint les règles de een openbaar ambt of van een beroep de deontologische of disciplinaire
déontologie ou de discipline ou a porté atteinte à l'honneur ou à la regels heeft overschreden of afbreuk heeft gedaan aan de eer of de
dignité de sa fonction ou de sa profession peut concerner des waardigheid van zijn ambt of beroep, betrekking kan hebben op
manquements qui ne font pas nécessairement l'objet d'une définition tekortkomingen die niet noodzakelijk het voorwerp uitmaken van een
précise. precieze definitie.
Il en découle que le fait que l'article 19 de la loi du 27 décembre Hieruit vloeit voort dat het feit dat in artikel 19 van de wet van 27
1961 ne précise pas les infractions disciplinaires pour lesquelles le december 1961 niet is bepaald voor welke tuchtrechtelijke inbreuken de
sous-officier peut être privé temporairement de sa fonction est onderofficier tijdelijk uit het ambt kan worden ontzet, bestaanbaar is
compatible avec les articles 10 et 11, combinés avec l'article 182, de met de artikelen 10 en 11, in samenhang gelezen met artikel 182, van
la Constitution. de Grondwet.
B.4. La question préjudicielle appelle une réponse négative. B.4. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
L'article 19 de la loi du 27 décembre 1961 relative au statut des Artikel 19 van de wet van 27 december 1961 betreffende het statuut van
sous-officiers du cadre actif des forces armées ne viole pas les de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht schendt de
articles 10 et 11, combinés avec l'article 182, de la Constitution. artikelen 10 en 11, in samenhang gelezen met artikel 182, van de Grondwet niet.
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 22 décembre 2010. Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 22 december 2010.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
Le président, De voorzitter,
M. Bossuyt. M. Bossuyt.
^