← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 72/2010 du 23 juin 2010 Numéro du rôle : 4777 En cause : la
question préjudicielle relative aux articles 1469, alinéa 2, et 1595, alinéa 1 er , 4°,
du Code civil, posée par la Cour d'appel de Gand. La Cour composée
des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges R. Henneuse, J.-P. Moerman, E. Dery(...)"
Extrait de l'arrêt n° 72/2010 du 23 juin 2010 Numéro du rôle : 4777 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 1469, alinéa 2, et 1595, alinéa 1 er , 4°, du Code civil, posée par la Cour d'appel de Gand. La Cour composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges R. Henneuse, J.-P. Moerman, E. Dery(...) | Uittreksel uit arrest nr. 72/2010 van 23 juni 2010 Rolnummer 4777 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 1469, tweede lid, en 1595, eerste lid, 4°, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. He samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechters R. Henneuse, J.-P. Moerma(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 72/2010 du 23 juin 2010 | Uittreksel uit arrest nr. 72/2010 van 23 juni 2010 |
Numéro du rôle : 4777 | Rolnummer 4777 |
En cause : la question préjudicielle relative aux articles 1469, | In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 1469, tweede |
alinéa 2, et 1595, alinéa 1er, 4°, du Code civil, posée par la Cour | lid, en 1595, eerste lid, 4°, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door |
d'appel de Gand. | het Hof van Beroep te Gent. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges R. | samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de |
Henneuse, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey et P. Nihoul, | rechters R. Henneuse, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey en |
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. | P. Nihoul, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder |
Bossuyt, | voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt du 24 septembre 2009 en cause de Françoise Dardenne contre | Bij arrest van 24 september 2009 in zake Françoise Dardenne tegen |
Patrick Laurent et Yves Tytgat, dont l'expédition est parvenue au | Patrick Laurent en Yves Tytgat, waarvan de expeditie ter griffie van |
greffe de la Cour le 5 octobre 2009, la Cour d'appel de Gand a posé la | het Hof is ingekomen op 5 oktober 2009, heeft het Hof van Beroep te |
question préjudicielle suivante : | Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 1595, 4°, du Code civil, juncto l'article 1469, alinéa 2, | « Schendt art. 1595, 4°, B.W. iuncto art. 1469, al. 2, B.W., de |
du Code civil, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en | artikelen 10 en 11 Grondwet in de mate dat het een rechterlijke |
ce qu'il soumet à une autorisation judiciaire préalable le rachat de | machtiging vereist voordat een echtgenoot, tijdens het huwelijk, zou |
gré à gré, pendant le mariage, par un des époux, de la part de son | kunnen overgaan tot de onderhandse inkoop van het aandeel van de |
conjoint dans un bien immobilier acquis par eux, appartenant par | andere echtgenoot in een door hen verworven onroerend goed dat in |
indivis aux époux mariés sous le régime de la séparation des biens, | onverdeeldheid behoort aan de echtgenoten gehuwd onder het stelsel van |
alors que les articles 1475 et suivants du Code civil n'imposent pas | scheiding van goederen, terwijl de artikelen 1475 e.v. B.W. deze |
cette condition aux cohabitants légaux ? ». | vereiste niet stelt ten aanzien van wettelijk samenwonenden ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. L'article 1469 du Code civil, tel qu'il a été remplacé par | B.1.1. Artikel 1469 van het Burgerlijk Wetboek, zoals vervangen bij |
l'article 2 de la loi du 14 juillet 1976 relative aux droits et | artikel 2 van de wet van 14 juli 1976 betreffende de wederzijdse |
devoirs respectifs des époux et aux régimes matrimoniaux, dispose : | rechten en verplichtingen van echtgenoten en de huwelijksvermogensstelsels, luidt : |
« Sans préjudice de l'application de l'article 215, § 1er, et sous | « Onverminderd de toepassing van artikel 215, § 1, en onder voorbehoud |
réserve des dispositions de l'alinéa 2 de l'article 815, chacun des | van de bepalingen van artikel 815, tweede lid, kan elk der echtgenoten |
époux peut à tout moment demander le partage de tout ou partie des | te allen tijde verdeling vorderen van al hun onverdeelde goederen of |
biens indivis entre eux. | een deel ervan. |
Le rachat par l'un des époux de la part de l'autre époux dans un ou | De ene echtgenoot kan het aandeel van de andere in een of meer |
plusieurs biens ne peut avoir lieu qu'en vente publique ou moyennant | goederen slechts inkopen op een openbare verkoping of met machtiging |
l'autorisation du tribunal ». | van de rechter ». |
B.1.2. L'article 1595 du même Code, tel qu'il a été modifié par | B.1.2. Artikel 1595 van hetzelfde Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel |
l'article 4 de la même loi du 14 juillet 1976, dispose : | 4 van diezelfde wet van 14 juli 1976, luidt : |
« Le contrat de vente ne peut avoir lieu entre époux que dans les quatre cas suivants : 1° Celui où l'un des deux époux cède des biens à l'autre, séparé judiciairement d'avec lui, en payement de ses droits; 2° Celui où la cession que le mari fait à sa femme, même non séparée, a une cause légitime, telle que le remploi de ses immeubles aliénés, ou de denier à elle appartenant, si ces immeubles ou deniers ne tombent pas en communauté; 3° Celui où la femme cède des biens à son mari en payement d'une somme qu'elle lui aurait promise en dot, et lorsqu'il y a exclusion de communauté; 4° Celui où l'un des époux rachète en vente publique ou avec l'autorisation du tribunal, la part de son conjoint dans un bien indivis entre eux. Sauf, dans ces quatre cas, les droits des héritiers des parties contractantes, s'il y a avantage indirect ». B.2. La juridiction a quo demande si les articles 1469, alinéa 2, et | « Tussen echtgenoten kan geen koopcontract worden aangegaan, dan in de vier volgende gevallen : 1° Wanneer een van de echtgenoten aan de andere echtgenoot, van wie hij gerechtelijk gescheiden is, goederen overdraagt tot voldoening van diens rechten; 2° Wanneer de overdracht die de man doet aan zijn vrouw, zelfs als hij van haar niet gescheiden is, een wettige oorzaak heeft, zoals de wederbelegging van haar vervreemde onroerende goederen of van penningen die haar toebehoren, indien die onroerende goederen of penningen niet in de gemeenschap vallen; 3° Wanneer de vrouw aan haar man goederen overdraagt tot betaling van een geldsom die zij hem als huwelijksgoed beloofd heeft, en er geen gemeenschap van goederen is; 4° Wanneer een der echtgenoten op een openbare verkoping of met machtiging van de rechter het aandeel inkoopt van de andere echtgenoot in een goed dat onverdeeld tussen hen is. Behoudens echter, in deze vier gevallen, de rechten van de erfgenamen van de contracterende partijen, indien er onrechtstreeks bevoordeling is ». B.2. Het verwijzende rechtscollege vraagt of de artikelen 1469, tweede |
1595, alinéa 1er, 4°, du Code civil sont compatibles avec les articles | lid, en 1595, eerste lid, 4°, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar |
10 et 11 de la Constitution en ce qu'un époux, marié sous le régime de | zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre een |
echtgenoot, gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen, die | |
la séparation de biens, qui souhaite racheter de gré à gré la part de | onderhands het aandeel wil inkopen van de andere echtgenote in een |
son conjoint dans un bien immobilier qui leur appartient en indivision | onroerend goed dat hun in onverdeeldheid toebehoort, de machtiging van |
doit disposer de l'autorisation du juge, alors que cette condition | de rechter nodig heeft, terwijl die vereiste niet geldt ten aanzien |
n'est pas applicable aux cohabitants légaux. | van wettelijk samenwonenden. |
B.3. Avant la loi du 14 juillet 1976, un contrat de vente entre époux | B.3. Vóór de wet van 14 juli 1976 was een koopovereenkomst tussen |
n'était possible que dans les cas prévus par l'article 1595, alinéa 1er, | echtgenoten enkel mogelijk in de in artikel 1595, eerste lid, 1° tot |
1° à 3°, du Code civil. | 3°, van het Burgerlijk Wetboek bepaalde gevallen. |
B.4.1. Au cours des travaux préparatoires, l'article 1469 du Code | B.4.1. In de parlementaire voorbereiding werd artikel 1469 van het |
civil a été justifié comme suit : | Burgerlijk Wetboek als volgt verantwoord : |
« La Commission a estimé utile de régler par la loi certains problèmes | « De Commissie heeft het nuttig geacht in de wet bepaalde problemen te |
que peut poser l'existence de biens indivis entre les époux. | regelen die zich kunnen voordoen wanneer er onverdeelde goederen zijn. |
Le partage des biens indivis ou de certains d'entre eux peut-il avoir | Kan de verdeling van onverdeelde goederen te allen tijde plaatshebben |
lieu à tout moment ou seulement à la dissolution du régime ? On | of alleen bij de ontbinding van het stelsel ? Er wordt verwezen naar |
invoque l'article 815 du Code civil selon lequel nul n'est tenu de rester dans l'indivision; à quoi on répond que cet article vise l'indivision involontaire née d'une succession recueillie par plusieurs, alors que l'indivision entre époux séparés de biens est généralement volontaire, résultant de l'achat fait ensemble d'un bien ou est la conséquence de la négligence des époux à se réserver la preuve de leur droit de propriété. Relevant toutefois qu'un des époux pourrait céder sa part indivise à un tiers qui à son tour pourrait exiger le partage, la Commission décide d'autoriser à tout moment le partage des biens indivis, soit pour la totalité, soit pour certains d'entre eux; les époux pourront | artikel 815 van het Burgerlijk Wetboek volgens hetwelk niemand kan worden genoodzaakt in onverdeeldheid te blijven. Hierop wordt geantwoord dat dit artikel betrekking heeft op een onvrijwillige onverdeeldheid bij een nalatenschap die aan verscheidene personen toevalt, terwijl de onverdeeldheid tussen echtgenoten bij scheiding van goederen meestal vrijwillig is doordat de echtgenoten samen een goed gekocht hebben of nagelaten hebben zich het bewijs van hun eigendomsrecht voor te behouden. Omdat een der echtgenoten zijn onverdeeld aandeel ook zou kunnen overdragen aan een derde die dan ook de verdeling zou kunnen vorderen, besluit de Commissie te bepalen dat alle of sommige onverdeelde goederen te allen tijde verdeeld mogen worden. Binnen de grenzen van |
toutefois convenir dans les limites de l'article 815, alinéa 2, de | artikel 815, tweede lid, kunnen de echtgenoten evenwel overeenkomen de |
suspendre le partage pour un temps limité; l'article 215, § 1er, | verdeling voor een bepaalde tijd uit te stellen. Volgens artikel 215, |
concernant les actes de disposition de la maison servant au logement de la famille, permettra aussi à l'un des époux de s'opposer pour des motifs graves à l'action en partage de cet immeuble. La sortie d'indivision peut-elle se réaliser par la cession à l'un des époux des droits de l'autre dans le bien indivis ? Cette opération pourrait se réaliser dans des conditions telles que les intérêts des tiers se trouveraient lésés; elle pourrait aussi dissimuler une donation d'un époux à l'autre. Un contrôle du tribunal paraît nécessaire et devrait porter essentiellement sur les modalités de la cession et, notamment, sur le prix. | § 1, betreffende de daden van beschikking i.v.m. het huis dat het gezin tot woning dient, kan een der echtgenoten zich ook om gewichtige redenen verzetten tegen de vordering tot verdeling van dat goed. Kan uit onverdeeldheid worden getreden door de rechten van een der echtgenoten in het onverdeelde goed over te dragen aan de andere echtgenoot ? Deze verrichting kan in bepaalde omstandigheden tot gevolg hebben dat de belangen van derden worden geschaad en kan ook dienen om een schenking van de ene echtgenoot aan de andere te vermommen. Toezicht van de rechtbank lijkt noodzakelijk en zou vooral betrekking moeten hebben op de wijze van overdracht en inzonderheid op de prijs. |
L'article 1595 du Code civil devra être complété pour prévoir la | Artikel 1595 van het Burgerlijk moet worden aangevuld om te voorzien |
possibilité de la cession entre époux de droits indivis (voir art. IV, | in de mogelijkheid van overdracht van onverdeelde rechten tussen |
art. 13). | echtgenoten (zie art. IV, art. 13). |
[...] » (Doc. parl., Sénat, S.E. 1974, n° 683/2, pp. 88-89). | [...] » (Parl. St., Senaat, B.Z. 1974, nr. 683/2, pp. 88-89). |
B.4.2. A la Chambre des représentants, il a encore été déclaré ce qui | B.4.2. In de Kamer van volksvertegenwoordigers werd met betrekking tot |
suit concernant cette disposition : | die bepaling nog het volgende verklaard : |
« Un membre demande si la terminologie employée au deuxième alinéa de | « Een lid vraagt of de terminologie in het tweede lid van dit artikel |
cet article est bien adéquate : strictement parlant il ne s'agit pas | wel adekwaat is : strikt genomen gaat het hier immers niet over een |
ici d'une vente, mais bien d'un partage. | verkoop, doch wel over een verdeling. |
Le rachat, par un co-propriétaire, de la part d'un autre | Het inkopen door een medeëigenaar van het aandeel van de andere |
co-propriétaire est, en effet, un mode de partage. Cela peut être | medeëigenaar is inderdaad een wijze van verdeling. Dit kan van belang |
important, par exemple pour les droits d'enregistrement. | zijn, b.v. voor de registratierechten. |
La commission marque son accord pour comprendre cette disposition | De Commissie gaat ermee akkoord dit aldus te begrijpen : ondanks het |
comme suit : malgré l'emploi du terme ' vente ', il s'agit en réalité | gebruik van de term ' verkoop ' gaat het in werkelijkheid om een ' |
d'un ' partage ' » (Doc. parl., Chambre, 1975-1976, n° 869/3, p. 19). | verdeling ' » (Parl. St., Kamer, 1975-1976, nr. 869/3, p. 19). |
B.4.3. En ce qui concerne la modification de l'article 1595 du Code | B.4.3. Wat de wijziging van artikel 1595 van het Burgerlijk Wetboek |
civil, il a été observé ce qui suit : | betreft, werd het volgende opgemerkt : |
« Il s'agit d'introduire dans l'article 1595 du Code civil une | « In artikel 1595 van het Burgerlijk Wetboek moet een vierde |
quatrième exception à l'interdiction de la vente entre époux. Celle-ci | uitzondering worden gesteld op de regel dat verkoop tussen echtgenoten |
verboden is. Verkoop is voortaan toegelaten om een einde te kunnen | |
sera dorénavant permise en vue de mettre fin à une indivision existant | maken aan een onverdeeldheid tussen echtgenoten die gescheiden zijn |
entre époux séparés de biens (voir ci-avant art. 1469, rapport page | van goederen (zie hiervoren, artikel 1469, verslag blz. 89) » (Parl. |
89) » (Doc. parl., Sénat, S.E. 1974, n° 683/2, p. 102). | St., Senaat, B.Z. 1974, nr. 683/2, p. 102). |
B.4.4. A la Chambre, lors de la discussion de cette disposition, il a | B.4.4. In de Kamer werd bij de bespreking van die bepaling naar de |
été fait référence aux observations concernant le nouvel article 1469 | opmerkingen bij het nieuwe artikel 1469 van het Burgerlijk Wetboek |
du Code civil (B.4.2) (Doc. parl., Chambre, 1975-1976, n° 869/3, p. | (B.4.2) verwezen (Parl. St., Kamer, 1975-1976, nr. 869/3, p. 22). |
22). B.5. Il ressort de ce qui précède que les articles 1469, alinéa 2, et | B.5. Uit wat voorafgaat blijkt dat de artikelen 1469, tweede lid, en |
1595, alinéa 1er, 4°, du Code civil poursuivent un double objectif. D'une part, ces dispositions visent à protéger les éventuels créanciers contre un transfert, par un des époux à l'autre époux, de ses droits indivis, les créanciers n'étant plus en mesure d'opérer une saisie et de demander le partage du bien indivis. L'intervention du tribunal se justifie par la volonté de contrôler les modalités du rachat. D'autre part, ces dispositions ont pour but d'éviter que le rachat dissimule une donation afin d'échapper au caractère révocable des donations entre époux (article 1096, alinéa 1er, du Code civil) et à la limitation des donations à la part dont un conjoint peut disposer | 1595, eerste lid, 4°, van het Burgerlijk Wetboek een dubbel doel nastreven. Enerzijds, beogen die bepalingen de eventuele schuldeisers te beschermen tegen een overdracht door één van de echtgenoten aan de andere van zijn of haar ondeelbare rechten, waardoor die schuldeisers niet langer beslag kunnen leggen en de verdeling van het onverdeelde goed kunnen vragen. Het optreden van de rechtbank wordt gerechtvaardigd door de wil om de inkoopmodaliteiten in het oog te houden. Anderzijds, hebben die bepalingen tot doel te vermijden dat de inkoop een schenking verbergt, teneinde te ontsnappen aan het herroepbaar karakter van schenkingen tussen echtgenoten (artikel 1096, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek) en aan de beperking van schenkingen tot het gedeelte waarover een echtgenoot kan beschikken zonder de |
sans léser les héritiers réservataires. | reservataire erfgenamen te benadelen. |
B.6.1. Par cohabitation légale, il y a lieu d'entendre la situation de | B.6.1. Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de toestand van |
vie commune de deux personnes ayant fait une déclaration écrite de | samenleven van twee personen die een schriftelijke verklaring van |
cohabitation légale (article 1475 du Code civil). | wettelijke samenwoning hebben afgelegd (artikel 1475 van het |
Burgerlijk Wetboek). | |
De verklaring wordt overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke | |
La déclaration est remise à l'officier de l'état civil du domicile | stand van de gemeenschappelijke woonplaats, die nagaat of beide |
commun, qui vérifie si les deux parties ne sont pas liées par un | partijen niet zijn verbonden door een huwelijk of door een andere |
mariage ou par une autre cohabitation légale et sont capables de | wettelijke samenwoning en bekwaam zijn om contracten aan te gaan |
contracter conformément aux articles 1123 et 1124 du Code civil. La | overeenkomstig de artikelen 1123 en 1124 van het Burgerlijk Wetboek. |
déclaration est actée dans le registre de la population. | De verklaring wordt vermeld in het bevolkingsregister. |
La cohabitation légale cesse lorsque l'une des parties se marie ou | De wettelijke samenwoning houdt op wanneer een van de partijen in het |
décède. Il peut également être mis fin à la cohabitation légale par | huwelijk treedt of overlijdt. Zij kan tevens door de samenwonenden |
les cohabitants, soit de commun accord, soit unilatéralement, au moyen | worden beëindigd, in onderlinge overeenstemming of eenzijdig, door |
d'une déclaration écrite qui est remise à l'officier de l'état civil, | middel van een schriftelijke verklaring bij de ambtenaar van de |
qui acte la cessation de la cohabitation légale dans le registre de la | burgerlijke stand, die daarvan melding maakt in het bevolkingsregister |
population (article 1476 du Code civil). | (artikel 1476 van het Burgerlijk Wetboek). |
B.6.2. Les dispositions suivantes s'appliquent à la cohabitation | B.6.2. Op de wettelijke samenwoning zijn de volgende bepalingen |
légale : la protection légale du domicile familial (articles 215, 220, | toepasselijk : de wettelijke bescherming van de gezinswoning |
§ 1er, et 224, § 1er, 1, du Code civil) s'applique par analogie à la | (artikelen 215, 220, § 1, en 224, § 1, 1, van het Burgerlijk Wetboek) |
cohabitation légale; les cohabitants légaux contribuent aux charges de | wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de wettelijke |
samenwoning; de wettelijk samenwonenden dragen bij in de lasten van | |
la vie commune en proportion de leurs facultés et toute dette non | het samenleven naar evenredigheid van hun mogelijkheden en iedere |
excessive contractée par l'un des cohabitants légaux pour les besoins | niet-buitensporige schuld die door een der wettelijk samenwonenden |
wordt aangegaan ten behoeve van het samenleven en van de kinderen die | |
de la vie commune et des enfants qu'ils éduquent oblige solidairement | door hen worden opgevoed, verbindt de andere partner hoofdelijk |
l'autre cohabitant (article 1477 du Code civil). | (artikel 1477 van het Burgerlijk Wetboek). |
Pour le surplus, il est prévu un régime des biens des cohabitants et | Voor het overige is voorzien in een regeling van de goederen van de |
la possibilité de régler par convention les modalités de la | samenwonenden en in de mogelijkheid om de wettelijke samenwoning door |
cohabitation légale, pour autant que cette convention ne contienne | middel van een overeenkomst te regelen, voor zover die geen beding |
aucune clause contraire à l'article 1477 du Code civil, à l'ordre | bevat dat strijdig is met artikel 1477 van het Burgerlijk Wetboek, met |
public, aux bonnes moeurs ou aux règles relatives à l'autorité | de openbare orde of de goede zeden, noch met de regels betreffende het |
parentale, à la tutelle et aux règles déterminant l'ordre légal de la | ouderlijk gezag en de voogdij, noch met de regels die de wettelijke |
succession. Cette convention est passée en la forme authentique devant | orde van de erfopvolging bepalen. Die overeenkomst wordt in |
notaire, et fait l'objet d'une mention au registre de la population | authentieke vorm verleden voor de notaris en wordt in het |
(article 1478 du Code civil). B.6.3. Il résulte de ce qui précède que les dispositions du Code civil applicables aux cohabitants légaux créent une protection patrimoniale limitée qui s'inspire partiellement de dispositions applicables aux époux. B.7. La différence de traitement entre conjoints et cohabitants légaux se fonde sur un élément objectif, à savoir que leur situation juridique diffère aussi bien en ce qui concerne les obligations mutuelles qu'en ce qui concerne leur situation patrimoniale. Cette situation juridique différente peut, dans certains cas, lorsqu'elle est liée au but de la mesure, justifier une différence de traitement entre conjoints et cohabitants légaux. B.8.1. Le régime de la cohabitation légale prévu aux articles 1475 à 1479 du Code civil est comparable à celui de la séparation de biens | bevolkingsregister vermeld (artikel 1478 van het Burgerlijk Wetboek). B.6.3. Uit hetgeen voorafgaat blijkt dat de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek die gelden ten aanzien van wettelijk samenwonenden een beperkte vermogensrechtelijke bescherming creëren die gedeeltelijk is geïnspireerd door bepalingen die gelden ten aanzien van echtgenoten. B.7. Het verschil in behandeling tussen echtgenoten en wettelijk samenwonenden steunt op het objectieve gegeven dat hun juridische toestand verschilt, zowel wat hun verplichtingen jegens elkaar, als wat hun vermogensrechtelijke toestand betreft. Die verschillende juridische toestand kan in bepaalde gevallen, wanneer zij verband houdt met het doel van de maatregel, een verschil in behandeling tussen gehuwden en wettelijk samenwonenden verantwoorden. B.8.1. Het stelsel van de wettelijke samenwoning zoals bepaald in de artikelen 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek is vergelijkbaar met het stelsel van scheiding van goederen bepaald in de artikelen |
inscrit aux articles 1466 à 1469 du Code civil. | 1466 tot 1469 van het Burgerlijk Wetboek. |
B.8.2. Dans le régime de la séparation de biens, chaque époux reste | B.8.2. In het stelsel van scheiding van goederen blijft elke |
propriétaire de ce qu'il possédait avant le mariage et de ce qu'il | echtgenoot eigenaar van wat hij vóór het huwelijk bezit en van wat hij |
acquiert au cours du mariage. L'article 1466 du Code civil dispose à | tijdens het huwelijk verkrijgt. Artikel 1466 van het Burgerlijk |
cet égard : | Wetboek bepaalt dienaangaande het volgende : |
« Lorsque les époux ont stipulé par contrat de mariage qu'ils seront | « Wanneer de echtgenoten bij huwelijkscontract bedingen dat zij |
séparés de biens, chacun d'eux a seul tous pouvoirs d'administration, | gescheiden van goederen zullen zijn, bezit ieder van hen de |
de jouissance et de disposition, sans préjudice de l'application de | bevoegdheid van beheer, genot en beschikking alleen, onverminderd de |
l'article 215, § 1er; il garde propres ses revenus et économies ». | toepassing van artikel 215, § 1; zijn inkomsten en besparingen blijven eigen goed ». |
A défaut de convention contraire, il en va de même pour les | Bij gebrek aan een andersluidende overeenkomst geldt hetzelfde ten |
cohabitants légaux. L'article 1478, alinéa 1er, du Code civil dispose | aanzien van wettelijk samenwonenden. Artikel 1478, eerste lid, van het |
que « chacun des cohabitants légaux conserve les biens dont il peut | Burgerlijk Wetboek bepaalt dat « elk van de wettelijk samenwonenden |
prouver qu'ils lui appartiennent, les revenus que procurent ces biens | [...] de goederen [behoudt] waarvan hij de eigendom kan bewijzen, de |
et les revenus du travail ». | inkomsten uit deze goederen en de opbrengsten uit arbeid ». |
B.8.3. En ce qui concerne la preuve de la propriété, l'article 1468, | B.8.3. Wat het bewijs van de eigendom betreft, bepaalt artikel 1468, |
alinéa 2, du Code civil dispose, à l'égard des époux mariés selon le | tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek ten aanzien van echtgenoten |
régime de la séparation de biens, que « les biens meubles dont la | gehuwd volgens het stelsel van scheiding van goederen dat « roerende |
goederen waarvan niet kan worden bewezen dat ze eigendom zijn van een | |
propriété dans le chef d'un seul des époux n'est pas établie, sont | der echtgenoten, [...] als onverdeeld [worden beschouwd] tussen de |
considérés comme indivis entre eux ». | echtgenoten ». |
En ce qui concerne les cohabitants légaux, l'article 1478, alinéa 2, | Wat de wettelijk samenwonenden betreft, bepaalt artikel 1478, tweede |
du Code civil dispose que « les biens dont aucun des cohabitants | lid, van het Burgerlijk Wetboek dat « de goederen waarvan geen van |
légaux ne peut prouver qu'ils lui appartiennent et les revenus que | beide wettelijk samenwonenden de eigendom kan bewijzen en de inkomsten |
ceux-ci procurent sont réputés être en indivision ». B.9.1. Bien que la situation patrimoniale des cohabitants légaux et des époux mariés sous le régime de la séparation de biens soit comparable, la restriction prévue par les dispositions en cause ne s'applique pas à la première catégorie de personnes. B.9.2. La crainte du législateur que le rachat dissimule une donation afin de contourner le caractère révocable de cette donation ne peut, il est vrai, concerner les cohabitants légaux, étant donné que les donations entre ces parties sont soumises au droit commun et sont donc | daarvan worden geacht in onverdeeldheid te zijn ». B.9.1. Ofschoon de vermogensrechtelijke situatie van wettelijk samenwonenden en die van echtgenoten gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen vergelijkbaar zijn, geldt de in de in het geding zijnde bepalingen vervatte beperking niet ten aanzien van de eerste categorie van personen. B.9.2. Weliswaar kan de vrees van de wetgever dat de inkoop een schenking zou verbergen teneinde het herroepelijk karakter van die schenking te omzeilen, geen betrekking hebben op wettelijk samenwonenden, vermits schenkingen tussen die partijen aan het gemeen recht zijn onderworpen en derhalve in beginsel onherroepbaar zijn |
en principe irrévocables (article 894 du Code civil). | (artikel 894 van het Burgerlijk Wetboek). |
B.9.3. Il n'empêche que le souci du législateur, mentionné en B.5, de | B.9.3. Dit neemt niet weg dat de zorg van de wetgever, vermeld in B.5, |
protéger les héritiers réservataires contre les donations déguisées | reservataire erfgenamen te beschermen tegen verdoken schenkingen, |
s'applique tout autant aux cohabitants légaux. Le législateur était | evenzeer geldt ten aanzien van wettelijk samenwonenden. De wetgever |
d'ailleurs conscient de la nécessité de protéger ces héritiers, étant | was zich overigens bewust van de noodzaak die erfgenamen te beschermen |
donné que l'article 1478, alinéa 3, du Code civil dispose que « si le | vermits artikel 1478, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek bepaalt |
cohabitant légal survivant est un héritier du cohabitant prémourant, l'indivision visée à l'alinéa précédent [de cet article] sera tenue, à l'égard des héritiers réservataires du prémourant, comme une libéralité, sauf preuve du contraire ». L'article 1478, alinéa 3, précité n'est cependant plus applicable lorsqu'un cohabitant légal rachète la part de l'autre cohabitant légal dans un bien indivis entre eux. Par le rachat de la part d'un cohabitant légal, l'autre cohabitant légal pourra prouver son droit de propriété sur l'ensemble du bien et il ne sera plus question d'indivision. B.9.4. Par ailleurs, les éventuels créanciers d'un cohabitant légal qui transfère ses droits indivis à l'autre cohabitant légal ne sont pas protégés à défaut d'une obligation soit d'organiser une vente publique, soit de demander l'autorisation du juge. Certes, les créanciers peuvent « attaquer les actes faits par leur débiteur en fraude de leurs droits » (article 1167, alinéa 1er, du Code civil). Dans ce cas, ils doivent cependant prouver la fraude. Une telle exigence n'est pas applicable lorsqu'un conjoint transfère ses droits indivis dans un bien à l'autre conjoint sans vente publique ou sans l'autorisation du juge. B.10.1. Eu égard à ce qui précède, la différence de traitement | dat « indien de overlevende wettelijk samenwonende een erfgenaam is van de vooroverledene, [...] de in het vorige lid [van dat artikel] bedoelde onverdeeldheid ten aanzien van de erfgenamen met voorbehouden erfdeel als een schenking [wordt] beschouwd, behoudens tegenbewijs ». Het voormelde artikel 1478, derde lid, is evenwel niet langer van toepassing wanneer een wettelijk samenwonende het aandeel inkoopt van de andere wettelijk samenwonende in een goed dat onverdeeld tussen hen is. Door de inkoop van het aandeel van de ene wettelijk samenwonende zal de andere wettelijk samenwonende zijn eigendomsrecht over gans het goed kunnen bewijzen en is er niet langer sprake van een onverdeeldheid. B.9.4. Bovendien worden de eventuele schuldeisers van een wettelijk samenwonende die zijn of haar ondeelbare rechten overdraagt aan de andere wettelijk samenwonende niet beschermd bij gebrek aan een verplichting om hetzij een openbare verkoping te organiseren, hetzij de machtiging van de rechter te vragen. Weliswaar kunnen schuldeisers « opkomen tegen de handelingen die hun schuldenaar verricht heeft met bedrieglijke benadeling van hun rechten » (artikel 1167, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek). In dat geval dienen zij evenwel bedrog aan te tonen. Een dergelijke vereiste geldt niet wanneer een echtgenoot zijn of haar ondeelbare rechten in een goed overdraagt aan de andere echtgenoot zonder openbare verkoping of machtiging van de rechter. B.10.1. Gelet op het voorgaande, is het in B.2 vermelde verschil in |
mentionnée en B.2 n'est pas raisonnablement justifiée. | behandeling niet redelijk verantwoord. |
B.10.2. Cette discrimination n'a cependant pas son siège dans les | B.10.2. Die discriminatie is echter niet te wijten aan de artikelen |
articles 1469, alinéa 2, et 1595, alinéa 1er, 4°, du Code civil. Elle | 1469, tweede lid, en 1595, eerste lid, 4°, van het Burgerlijk Wetboek. |
découle du fait que le législateur n'a pas prévu une restriction | Zij vloeit voort uit het feit dat de wetgever niet in de artikelen |
analogue pour les cohabitants légaux dans les articles 1475 à 1479 du | 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek ten aanzien van wettelijk |
Code civil. Il s'ensuit que la question préjudicielle appelle une | samenwonenden in een soortgelijke beperking heeft voorzien. Daaruit |
réponse négative. | volgt dat de prejudiciële vraag ontkennend dient te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
La discrimination constatée en B.10 ne résidant pas dans les articles | Vermits de in B.10 vastgestelde discriminatie niet berust op de |
1469, alinéa 2, et 1595, alinéa 1er, 4°, du Code civil, ces | artikelen 1469, tweede lid, en 1595, eerste lid, 4°, van het |
dispositions ne violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | Burgerlijk Wetboek, schenden die bepalingen de artikelen 10 en 11 van |
de Grondwet niet. | |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 23 juin 2010. | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 23 juni 2010. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |