← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 48/2010 du 29 avril 2010 Numéro du rôle : 4854 En cause :
la question préjudicielle relative à l'article 1 er , alinéa 6, de loi du 20 juillet 1971
instituant des prestations familiales garanties, tel qu'il ét La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Melchior
et M. Bossuyt, et des juges J.-P.(...)"
Extrait de l'arrêt n° 48/2010 du 29 avril 2010 Numéro du rôle : 4854 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1 er , alinéa 6, de loi du 20 juillet 1971 instituant des prestations familiales garanties, tel qu'il ét La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Melchior et M. Bossuyt, et des juges J.-P.(...) | Uittreksel uit arrest nr. 48/2010 van 29 april 2010 Rolnummer 4854 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1, zesde lid, van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, zoals van toepassing vóór de wij Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de rechter(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 48/2010 du 29 avril 2010 | Uittreksel uit arrest nr. 48/2010 van 29 april 2010 |
Numéro du rôle : 4854 | Rolnummer 4854 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1er, alinéa | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1, zesde lid, van |
6, de loi du 20 juillet 1971 instituant des prestations familiales | de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, |
garanties, tel qu'il était applicable avant sa modification par | zoals van toepassing vóór de wijziging ervan bij artikel 34 van de wet |
l'article 34 de la loi du 30 décembre 2009 portant des dispositions | van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen, gesteld door de |
diverses, posée par le Tribunal du travail de Bruxelles. | Arbeidsrechtbank te Brussel. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents M. Melchior et M. Bossuyt, et des juges J.-P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de |
Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels et T. Merckx-Van Goey, | rechters J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels en T. |
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. | Merckx-Van Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder |
Melchior, | voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 19 janvier 2010 en cause de Marie-Rose Uwamwesi contre | Bij vonnis van 19 januari 2010 in zake Marie-Rose Uwamwesi tegen de |
l'Office national d'allocations familiales pour travailleurs salariés, | Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers, waarvan de expeditie |
dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 26 janvier | ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 januari 2010, heeft de |
2010, le Tribunal du travail de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : | Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 1er, alinéa 6, de la loi du 20 juillet 1971 instituant des | « Schendt artikel 1, zesde lid, van de wet van 20 juli 1971 tot |
prestations familiales garanties viole-t-il les articles 10 et 11 de | instelling van gewaarborgde gezinsbijslag de artikelen 10 en 11 van de |
la Constitution, combinés avec l'article 191 de la Constitution et | Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 191 van de Grondwet en met |
avec les articles 12 et 17 du Traité CE, devenus articles 18 et 20 | de artikelen 12 en 17 van het EG-Verdrag, die de artikelen 18 en 20 |
van het Verdrag betreffende de werking van Europese Unie zijn | |
TFUE, en ce qu'il s'applique au demandeur étranger de prestations | geworden, in zoverre het van toepassing is op de buitenlandse |
familiales garanties qui est autorisé à séjourner en Belgique mais qui | aanvrager van gewaarborgde gezinsbijslag die gemachtigd is om in |
n'est pas citoyen de l'Union européenne et qui ne peut bénéficier des | België te verblijven maar die geen burger van de Europese Unie is en |
dispenses prévues par l'alinéa 7 de l'article 1er de cette loi (dans | die de in het zevende lid van artikel 1 van die wet (in de versie |
ervan die van toepassing was vóór 1 maart 2009) bedoelde | |
sa version applicable avant le 1er mars 2009), alors que l'enfant dont | vrijstellingen niet kan genieten, terwijl het kind dat hij ten laste |
il a la charge réside effectivement en Belgique et a la nationalité | heeft, werkelijk in België verblijft en de nationaliteit van een |
d'un autre Etat membre de l'Union européenne ? ». | andere lidstaat van de Europese Unie heeft ? ». |
Le 18 février 2010, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la | Op 18 februari 2010 hebben de rechters-verslaggevers M. Melchior en T. |
Merckx-Van Goey, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de | |
loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les | bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, het Hof |
juges-rapporteurs M. Melchior et T. Merckx-Van Goey ont informé la | ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht |
Cour qu'ils pourraient être amenés à proposer de rendre un arrêt de | voor te stellen een arrest van onmiddellijk antwoord te wijzen. |
réponse immédiate. | |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) B.1. Dans sa version applicable au litige pendant devant la juridiction a quo, l'article 1er, alinéas 1er, 6 et 7, de la loi du 20 juillet 1971 instituant des prestations familiales garanties disposait : « Sans préjudice des dispositions de l'article 10, les prestations familiales sont accordées, dans les conditions fixées par ou en vertu de la présente loi, en faveur de l'enfant qui est exclusivement ou principalement à la charge d'une personne physique qui réside en Belgique. | (...) B.1. In de versie die van toepassing was op het voor het verwijzende rechtscollege hangende geschil, bepaalde artikel 1, eerste, zesde en zevende lid, van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag : « Onverminderd de bepalingen van artikel 10, wordt gezinsbijslag toegekend, onder de bij of krachtens deze wet bepaalde voorwaarden, ten behoeve van het kind dat uitsluitend of hoofdzakelijk ten laste is van een natuurlijke persoon die in België verblijft. |
[...] | [...] |
La personne physique visée à l'alinéa 1er doit avoir résidé | De natuurlijke persoon bedoeld in het eerste lid moet werkelijk en |
effectivement en Belgique de manière non interrompue pendant au moins | ononderbroken verbleven hebben in België gedurende minstens de laatste |
les cinq dernières années qui précèdent l'introduction de la demande | vijf jaar die de indiening van de aanvraag om gewaarborgde |
de prestations familiales garanties. | gezinsbijslag voorafgaan. |
Sont dispensés de cette condition : | Van deze voorwaarde worden vrijgesteld : |
1° la personne qui tombe sous l'application du Règlement (CEE) n° | 1° de persoon die onder de toepassing valt van de Verordening (EEG) |
1408/71 du 14 juin 1971 du Conseil des Communautés européennes relatif | nr. 1408/71 van 14 juni 1971 van de Raad van de Europese |
à l'application des régimes de sécurité sociale aux travailleurs | Gemeenschappen betreffende de toepassing van de sociale |
salariés, aux travailleurs non salariés, ainsi qu'aux membres de leur | verzekeringsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun |
famille, qui se déplacent à l'intérieur de la Communauté; | gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen; |
2° l'apatride; | 2° de staatloze; |
3° le réfugié au sens de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au | 3° de vluchteling in de zin van de wet van 15 december 1980 |
territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers; | betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging |
en de verwijdering van de vreemdelingen; | |
4° la personne non visée au 1° qui est ressortissante d'un Etat qui a | 4° de persoon die niet bedoeld is onder 1° en die onderdaan is van een |
ratifié la Charte sociale européenne ou la Charte sociale européenne | Staat die het Europees Sociaal Handvest of het Herziene Europees |
révisée ». | Sociaal Handvest heeft geratificeerd ». |
B.2. A partir du 1er mars 2009, date de l'entrée en vigueur de | B.2. Vanaf 1 maart 2009, datum van inwerkingtreding van artikel 34 van |
l'article 34 de la loi du 30 décembre 2009 portant des dispositions | de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen, wordt de |
diverses, la liste des catégories de personnes dispensées de remplir | lijst van de categorieën van personen die worden vrijgesteld van de |
la condition d'une résidence de cinq ans en Belgique préalablement à | voorwaarde van een aan de aanvraag voorafgaand verblijf van vijf jaar |
la demande est complétée d'un 5° ainsi rédigé : | in België, aangevuld met een 5°, luidende als volgt : |
« 5° la personne qui demande les prestations familiales garanties en | « 5° de persoon die gewaarborgde gezinsbijslag aanvraagt ten behoeve |
faveur d'un enfant : | van een kind : |
a) ressortissant d'un Etat auquel s'applique le Règlement (CEE) n° | a) dat onderdaan is van een Staat die onder de toepassing valt van de |
1408/71 du 14 juin 1971 du Conseil des Communautés européennes relatif | Verordening (EEG) nr. 1408/71 van 14 juni 1971 van de Raad van de |
à l'application des régimes de sécurité sociale aux travailleurs salariés, aux travailleurs non salariés, ainsi qu'aux membres de leur famille, qui se déplacent à l'intérieur de la Communauté, ou, à défaut, ressortissant d'un Etat qui a ratifié la Charte sociale européenne ou la Charte sociale européenne (révisée); b) ou apatride ou réfugié au sens de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers ». Cette disposition n'est pas applicable à l'affaire pendante devant le juge a quo. B.3. Il ressort des motifs du jugement qui interroge la Cour que l'affaire pendante devant le juge a quo concerne une demande de prestations familiales garanties au bénéfice d'une enfant de nationalité espagnole. La mère de l'enfant, qui a la qualité d'attributaire, est de nationalité rwandaise. La demande de prestations familiales concerne une période d'environ trois mois au | Europese Gemeenschappen betreffende de toepassing van de sociale verzekeringsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, of indien dit niet het geval is, dat onderdaan is van een Staat die het Europees Sociaal Handvest of het (Herziene) Europees Sociaal Handvest heeft geratificeerd; b) dat staatloze is of vluchteling in de zin van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen ». Die bepaling is niet van toepassing op de zaak die voor de verwijzende rechter hangende is. B.3. Uit de motieven van het vonnis waarbij aan het Hof de vraag wordt gesteld, blijkt dat de zaak die hangende is voor de verwijzende rechter, betrekking heeft op een aanvraag tot gewaarborgde gezinsbijslag ten voordele van een kind van Spaanse nationaliteit. De moeder van het kind, die de hoedanigheid van rechthebbende heeft, is van Rwandese nationaliteit. De aanvraag tot gezinsbijslag betreft een periode van ongeveer drie maanden tijdens welke de rechthebbende, die |
cours de laquelle l'attributaire, qui ne remplissait pas la condition | niet voldeed aan de voorwaarde van vijf jaar verblijf voorafgaand aan |
de résidence de cinq ans précédant la demande, n'en avait pas encore été dispensée par le service public fédéral Sécurité sociale. La différence de traitement qui doit faire l'objet de l'examen de la Cour est celle qui existe entre, d'une part, les enfants qui, étant à charge soit d'une personne de nationalité belge soit d'une personne de nationalité étrangère résidant depuis plus de cinq ans en Belgique au moment de l'introduction de la demande de prestations familiales garanties, bénéficient desdites prestations et, d'autre part, les enfants qui ne peuvent en bénéficier, étant à charge d'une personne de nationalité étrangère qui ne satisfait pas à cette condition de résidence. B.4. Pour répondre à la question préjudicielle, il y a lieu d'examiner si le critère de différenciation retenu par le législateur, tiré de l'exigence d'une condition de résidence préalable de cinq années en Belgique, est justifié au regard du but poursuivi par lui et s'il existe un rapport raisonnable de proportionnalité entre le moyen employé et le but visé. | de aanvraag, daarvan nog niet was vrijgesteld door de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid. Het verschil in behandeling dat door het Hof moet worden onderzocht, is het verschil dat bestaat tussen, enerzijds, de kinderen die, ten laste zijnde van hetzij een persoon van Belgische nationaliteit, hetzij een persoon van vreemde nationaliteit die sedert meer dan vijf jaar in België verblijft op het ogenblik waarop de aanvraag voor gewaarborgde gezinsbijslag wordt ingediend, die bijslag genieten, en, anderzijds, de kinderen die de desbetreffende bijslag niet kunnen genieten omdat zij ten laste zijn van een persoon van vreemde nationaliteit die die verblijfsvoorwaarde niet vervult. B.4. Om de prejudiciële vraag te beantwoorden, dient te worden onderzocht of het door de wetgever in aanmerking genomen criterium van onderscheid, dat is afgeleid uit de vereiste van een voorafgaand verblijf van vijf jaar in België, verantwoord is ten aanzien van het door hem nagestreefde doel en of een redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen het aangewende middel en het beoogde doel. |
B.5. Il ressort des travaux préparatoires de la loi du 20 juillet 1971 | B.5. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 20 juli 1971 |
que l'objectif poursuivi par le législateur était d'instaurer un | blijkt dat de wetgever de bedoeling had in de sector van de |
régime résiduaire dans le secteur des allocations familiales : | kinderbijslagen een residuair stelsel in te voeren : |
« dans l'état actuel de la législation, certains enfants ne peuvent | « er zijn sommige kinderen voor wie momenteel de kinderbijslag niet |
bénéficier des allocations familiales du fait qu'il n'y a, de leur | kan worden uitbetaald omdat er in hunnen hoofde geen rechthebbende is |
chef, aucun attributaire, ni dans le régime des salariés ou des | noch in het stelsel der werknemers noch in het stelsel der |
employés, ni dans celui des indépendants. D'où la nécessité de créer | zelfstandigen. Het is derhalve nodig een residuair stelsel van |
un régime résiduaire dans le secteur des allocations familiales » | kinderbijslag in te richten » (Parl. St., Senaat, 1970-1971, nr. 576, |
(Doc. parl., Sénat, 1970-1971, n° 576, rapport, p. 1). | verslag, p. 1). |
B.6. Dès lors que le législateur visait, par l'instauration de | B.6. Nu de wetgever met de instelling van een gewaarborgde |
prestations familiales garanties, à instituer un régime résiduaire | gezinsbijslag de bedoeling had een residuair stelsel in te voeren |
permettant d'assurer le bénéfice des prestations familiales aux | zodat de kinderen die van een verplicht stelsel zijn uitgesloten ook |
enfants exclus d'un régime obligatoire, la question se pose de savoir | het voordeel van gezinsbijslag zouden genieten, rijst de vraag of de |
si la mesure aboutissant à refuser le bénéfice de cette législation | maatregel die ertoe leidt dat het voordeel van die wetgeving wordt |
aux enfants à charge d'une personne ne résidant pas depuis plus de | geweigerd aan de kinderen die ten laste zijn van een persoon die niet |
cinq ans en Belgique et ne pouvant être dispensée de cette condition | sedert meer dan vijf jaar in België verblijft en die op basis van het |
sur la base de l'article 1er, alinéa 7, précité ne va pas à l'encontre | voormelde artikel 1, zevende lid, niet van die voorwaarde kan worden |
de l'objectif poursuivi par le législateur. | vrijgesteld, niet tegen de door de wetgever nagestreefde doelstelling ingaat. |
B.7. Le législateur a pu, eu égard au caractère non contributif du | B.7. Gelet op het niet-contributieve karakter van het residuaire |
régime résiduaire, en subordonner le bénéfice à l'existence d'un lien | stelsel, vermocht de wetgever dat voordeel afhankelijk te stellen van |
suffisant avec la Belgique. Les articles 1er et 2 de la loi du 20 | het bestaan van een voldoende band met België. De artikelen 1 en 2 van |
juillet 1971, nonobstant les modifications successives, ont toujours | de wet van 20 juli 1971, niettegenstaande de opeenvolgende wijzigingen |
imposé des conditions - nationalité ou résidence - d'obtention des | ervan, hebben steeds voorwaarden - van nationaliteit of van verblijf - |
voor het verkrijgen van een gewaarborgde gezinsbijslag opgelegd. De | |
prestations familiales garanties. La loi du 29 avril 1996 dont est | wet van 29 april 1996 die tot de in het geding zijnde bepaling heeft |
issue la disposition en cause n'a tempéré ces exigences que pour | geleid, heeft die vereisten enkel gemilderd om de Belgen en de |
traiter de manière identique les Belges et les ressortissants de | onderdanen van de Europese Economische Ruimte (Parl. St., Kamer, |
l'Espace économique européen (Doc. parl., Chambre, 1995-1996, n° | 1995-1996, nr. 352/1, p. 40) alsook de staatlozen en vluchtelingen op |
352/1, p. 40) ainsi que les apatrides et les réfugiés. | identieke wijze te behandelen. |
Ainsi l'article 1er, alinéa 8, de la loi en cause dispose-t-il : | Aldus bepaalt artikel 1, achtste lid, van de in het geding zijnde wet |
« Si la personne physique visée à l'alinéa 1er est étrangère, elle | : « Als de natuurlijke persoon bedoeld in het eerste lid vreemdeling is, |
doit être admise ou autorisée à séjourner en Belgique ou à s'y | moet hij toegelaten of gemachtigd zijn in België te verblijven of zich |
établir, conformément aux dispositions de la loi du 15 décembre 1980 | er te vestigen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 |
sur l'accès au territoire, le séjour l'établissement et l'éloignement | december 1980, betreffende de toegang tot het grondgebied, het |
des étrangers ». | verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen ». |
Dans son arrêt n° 110/2006 du 28 juin 2006, la Cour a jugé que le | In zijn arrest nr. 110/2006 van 28 juni 2006 heeft het Hof geoordeeld |
législateur pouvait subordonner le bénéfice du régime résiduaire à la | dat de wetgever het voordeel van het residuaire stelsel afhankelijk |
condition d'un séjour régulier en Belgique. | kon stellen van de voorwaarde van een regelmatig verblijf in België. |
B.8. L'article 2 de la loi du 20 juillet 1971 - non visé par la | B.8. Artikel 2 van de wet van 20 juli 1971 - dat in de prejudiciële |
question préjudicielle - subordonne le droit au bénéfice des | vraag niet wordt beoogd - stelt het recht op een gewaarborgde |
allocations familiales garanties à la résidence effective de l'enfant | gezinsbijslag afhankelijk van het werkelijke verblijf van het kind in |
en Belgique, en ajoutant, pour certains d'entre eux, d'autres | België, en voegt er, voor sommigen onder hen, nog andere eisen aan |
exigences. | toe. |
B.9. Dans son arrêt n° 62/2009 du 25 mars 2009, la Cour a jugé que | B.9. In zijn arrest nr. 62/2009 van 25 maart 2009 heeft het Hof |
l'exigence complémentaire d'une résidence de cinq années au moins dans | geoordeeld dat de bijkomende vereiste van een verblijf van ten minste |
le chef de l'attributaire qui ne peut bénéficier des dispenses prévues | vijf jaar voor de rechthebbende die de in artikel 1, zevende lid, |
à l'article 1er, alinéa 7, s'ajoutant à cette condition de résidence | bedoelde vrijstellingen niet kan genieten, naast de voorwaarde van |
effective de l'enfant, apparaît, lorsque l'enfant est Belge, comme | werkelijk verblijf van het kind, wanneer het kind Belg is, onevenredig |
disproportionnée par rapport au souci d'étendre le bénéfice du régime | lijkt met de bedoeling om het voordeel van het residuaire stelsel uit |
résiduaire tout en exigeant de voir établi un lien suffisant avec | te breiden wanneer een voldoende band met de Belgische Staat is |
l'Etat belge. | vastgesteld. |
Het is om zich aan dat arrest te conformeren dat de wetgever het | |
C'est en vue de se conformer à cet arrêt que le législateur a complété | zevende lid van de in het geding zijnde bepaling heeft aangevuld, |
l'alinéa 7 de la disposition en cause comme il est dit en B.2. A cette | zoals vermeld in B.2. Bij die gelegenheid heeft hij geoordeeld dat |
occasion, il a jugé qu'il convenait d'adopter le même régime « lorsque | hetzelfde stelsel moest worden aangenomen « als het kind Belg is of |
l'enfant est Belge ou assimilé à un enfant belge en vertu des normes | gelijkgesteld is met een Belgisch kind volgens de toepasselijke |
internationales applicables » (Doc. parl., Chambre, 2009-2010, DOC | internationale normen » (Parl. St., Kamer, 2009-2010, DOC 52-2299/001, |
52-2299/001, p. 28), de sorte que sont désormais également dispensés | p. 28), zodat voortaan, sinds 1 maart 2009, eveneens van die vereiste |
de cette exigence, depuis le 1er mars 2009, notamment les | worden vrijgesteld, onder anderen, de rechthebbenden die een kind ten |
attributaires ayant la charge d'un enfant ressortissant d'un Etat | laste hebben dat onderdaan is van een Staat die onder de toepassing |
auquel s'applique le règlement (CEE) n° 1408/71 du 14 juin 1971 du | valt van de verordening (EEG) nr. 1408/71 van 14 juni 1971 van de Raad |
Conseil des Communautés européennes ou ressortissant d'un Etat qui a | van de Europese Gemeenschappen, of onderdaan van een Staat die het |
ratifié la Charte sociale européenne ou la Charte sociale européenne | Europees Sociaal Handvest of het herziene Europees Sociaal Handvest |
révisée. | heeft geratificeerd. |
B.10. L'article 18 du Traité sur le fonctionnement de l'Union | B.10. Artikel 18 van het Verdrag betreffende de werking van de |
européenne (ancien article 12 du Traité CE) dispose : | Europese Unie (het vroegere artikel 12 van het EG-Verdrag) bepaalt : |
« Dans le domaine d'application des traités, et sans préjudice des | « Binnen de werkingssfeer van de Verdragen en onverminderd de |
dispositions particulières qu'ils prévoient, est interdite toute | bijzondere bepalingen, daarin gesteld, is elke discriminatie op grond |
discrimination exercée en raison de la nationalité. | van nationaliteit verboden. |
Le Parlement européen et le Conseil, statuant conformément à la | Het Europees Parlement en de Raad kunnen, volgens de gewone |
procédure législative ordinaire, peuvent prendre toute réglementation | wetgevingsprocedure, regelingen treffen met het oog op het verbod van |
en vue de l'interdiction de ces discriminations ». | bedoelde discriminaties ». |
L'article 20 (ancien article 17 du Traité CE) du même Traité dispose : | Artikel 20 (het vroegere artikel 17 van het EG-Verdrag) van hetzelfde |
Verdrag bepaalt : | |
« 1. Il est institué une citoyenneté de l'Union. Est citoyen de | « 1. Er wordt een burgerschap van de Unie ingesteld. Burger van de |
l'Union toute personne ayant la nationalité d'un Etat membre. La | Unie is een ieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit. Het |
citoyenneté de l'Union s'ajoute à la citoyenneté nationale et ne la | burgerschap van de Unie komt naast het nationale burgerschap doch komt |
remplace pas. | niet in de plaats daarvan. |
2. Les citoyens de l'Union jouissent des droits et sont soumis aux | 2. De burgers van de Unie genieten de rechten en hebben de plichten |
devoirs prévus par les traités. [...] ». | die bij de Verdragen zijn bepaald. [...] ». |
B.11. Dès lors que la disposition en cause a été jugée contraire aux | B.11. Vermits de in het geding zijnde bepaling strijdig werd geacht |
articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'elle s'appliquait à | met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat zij van toepassing |
was op de rechthebbende die een kind van Belgische nationaliteit ten | |
l'attributaire ayant la charge d'un enfant de nationalité belge, elle | laste heeft, moet zij eveneens strijdig worden geacht met de artikelen |
doit également être jugée contraire aux articles 10 et 11 de la | 10 en 11 van de Grondwet in samenhang gelezen met de artikelen 18 en |
Constitution combinés avec les articles 18 et 20 du Traité sur le | 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
fonctionnement de l'Union européenne, en ce qu'elle s'applique à | doordat zij van toepassing is op de rechthebbende die een kind ten |
l'attributaire ayant la charge d'un enfant possédant la citoyenneté de | laste heeft dat het burgerschap van de Unie bezit. |
l'Union. B.12. La question préjudicielle appelle une réponse positive. | B.12. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 1er, alinéa 6, de la loi du 20 juillet 1971 instituant des | Artikel 1, zesde lid, van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van |
prestations familiales garanties, dans sa version antérieure au 1er | gewaarborgde gezinsbijslag, in de versie ervan van vóór 1 maart 2009, |
mars 2009, viole les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés | schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen |
avec les articles 18 et 20 du Traité sur le fonctionnement de l'Union | met de artikelen 18 en 20 van het Verdrag betreffende de werking van |
européenne, en ce qu'il s'applique au demandeur étranger de | de Europese Unie, doordat het van toepassing is op de buitenlandse |
prestations familiales garanties qui est admis ou autorisé à séjourner | aanvrager van gewaarborgde gezinsbijslag die toegelaten of gemachtigd |
en Belgique ou à s'y établir et qui ne peut bénéficier des dispenses | is in België te verblijven of zich er te vestigen en die de in het |
prévues par l'alinéa 7 de cet article, alors que l'enfant dont il a la | zevende lid van dat artikel bedoelde vrijstellingen niet kan genieten, |
charge réside effectivement en Belgique et est ressortissant d'un Etat | terwijl het kind dat hij ten laste heeft, werkelijk in België |
membre de l'Union européenne. | verblijft en onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 29 avril 2010. | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 29 april 2010. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |