← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 13/2010 du 18 février 2010 Numéro du rôle : 4714 En cause
: les questions préjudicielles relatives aux articles 350, 356-1, alinéa 2, et 370, § 4, du Code
civil, posées par le Tribunal de première instance de Bru La Cour constitutionnelle, composée
du président M. Bossuyt, du juge M. Melchior, faisant foncti(...)"
Extrait de l'arrêt n° 13/2010 du 18 février 2010 Numéro du rôle : 4714 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 350, 356-1, alinéa 2, et 370, § 4, du Code civil, posées par le Tribunal de première instance de Bru La Cour constitutionnelle, composée du président M. Bossuyt, du juge M. Melchior, faisant foncti(...) | Uittreksel uit arrest nr. 13/2010 van 18 februari 2010 Rolnummer 4714 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 350, 356-1, tweede lid, en 370, § 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanle Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit voorzitter M. Bossuyt, rechter M. Melchior, waarnemend (...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 13/2010 du 18 février 2010 | Uittreksel uit arrest nr. 13/2010 van 18 februari 2010 |
Numéro du rôle : 4714 | Rolnummer 4714 |
En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 350, | In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 350, 356-1, |
356-1, alinéa 2, et 370, § 4, du Code civil, posées par le Tribunal de | tweede lid, en 370, § 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de |
première instance de Bruges. | Rechtbank van eerste aanleg te Brugge. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée du président M. Bossuyt, du juge M. Melchior, faisant | samengesteld uit voorzitter M. Bossuyt, rechter M. Melchior, |
fonction de président, et des juges R. Henneuse, E. De Groot, L. | waarnemend voorzitter, en de rechters R. Henneuse, E. De Groot, L. |
Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. | Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. |
Spreutels, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le | Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder |
président M. Bossuyt, | voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par jugement du 8 mai 2009 en cause de Ludwig Van Wambeke contre | Bij vonnis van 8 mei 2009 in zake Ludwig Van Wambeke tegen Lucienne |
Lucienne Van Ryckeghem et autres, dont l'expédition est parvenue au | Van Ryckeghem en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof |
greffe de la Cour le 26 mai 2009, le Tribunal de première instance de | is ingekomen op 26 mei 2009, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te |
Bruges a posé les questions préjudicielles suivantes : | Brugge de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. L'article 350 (nouveau) ainsi que l'article 370, § 4, (ancien) et | « 1. Schendt artikel 350 (nieuw) alsook artikel 370, § 4 (oud) en |
l'article 356-1, alinéa 2, (nouveau) du Code civil violent-ils les | artikel 356 - 1, tweede lid van het Burgerlijk Wetboek (nieuw) de |
articles 10 et 11 de la Constitution et l'article 8 de la Convention | artikelen 10 en 11 van de Grondwet en artikel 8 E.V.R.M. in de mate |
européenne des droits de l'homme dans la mesure où l'établissement de | aan de vaststelling van de afstamming van een natuurlijk en nadien |
la filiation d'un enfant naturel et adopté par la suite n'a pas | geadopteerd kind geen ander gevolg toekomt dan de verbodsbepalingen |
d'autre effet que les prohibitions prévues aux articles 161 à 164 du | van de artikelen 161 tot 164 van het Burgerlijk Wetboek, dit in |
Code civil, contrairement à l'établissement de la filiation à l'égard | tegenstelling tot een dergelijke vaststelling van de afstamming ten |
d'un enfant naturel non adopté, auquel sont liés tous les effets de | aanzien van een niet geadopteerd natuurlijk kind waaraan alle gevolgen |
l'article 334 du Code civil ? | verbonden zijn van artikel 334 van het Burgerlijk Wetboek ? |
2. L'article 350 (nouveau) ainsi que l'article 370, § 4, (ancien) et | 2. Schendt artikel 350 (nieuw) alsook artikel 370, § 4 (oud) en |
l'article 356-1, alinéa 2, (nouveau) du Code civil violent-ils les | artikel 356 - 1, 2° lid van het Burgerlijk Wetboek (nieuw) de |
articles 10 et 11 de la Constitution et l'article 8 de la Convention | artikelen 10 en 11 van de Grondwet en artikel 8 E.V.R.M. in de mate |
européenne des droits de l'homme dans la mesure où l'adoption plénière | dat de volle adoptie wel kan herroepen worden wanneer een tweede volle |
peut être révoquée lorsque suit une deuxième adoption plénière, alors | adoptie volgt, terwijl de volle adoptie niet kan herroepen worden |
que l'adoption plénière ne peut être révoquée lorsque l'adopté, après | wanneer de geadopteerde, na vaststelling van de vaderlijke afstamming |
établissement de la filiation paternelle, souhaite à nouveau être lié | terug met zijn biologische vader wenst verbonden te worden op basis |
à son père biologique sur la base de l'article 334 du Code civil ? ». | van artikel 334 van het Burgerlijk Wetboek ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. L'article 334 du Code civil dispose : | B.1. Artikel 334 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : |
« Quel que soit le mode d'établissement de la filiation, les enfants | « Ongeacht de wijze waarop de afstamming is vastgesteld, hebben de |
et leurs descendants ont les mêmes droits et les mêmes obligations à | kinderen en hun afstammelingen dezelfde rechten en dezelfde |
verplichtingen ten opzichte van de ouders en hun bloed- en | |
l'égard des père et mère et de leurs parents et alliés, et les père et | aanverwanten en hebben de ouders en hun bloed- en aanverwanten |
mère et leurs parents et alliés ont les mêmes droits et les mêmes | dezelfde rechten en dezelfde verplichtingen ten opzichte van de |
obligations à l'égard des enfants et de leurs descendants ». | kinderen en hun afstammelingen ». |
L'article 350 du même Code dispose : | Artikel 350 van hetzelfde Wetboek bepaalt : |
« L'établissement de la filiation de l'adopté à l'égard de l'adoptant | « Vaststelling van de afstamming van de geadopteerde ten aanzien van |
ou de l'un des adoptants après que le jugement d'adoption soit coulé | de adoptant of van een van de adoptanten nadat het vonnis van adoptie |
en force de chose jugée met fin dès ce moment et pour l'avenir à | in kracht van gewijsde is gegaan, maakt vanaf dat tijdstip en voor de |
l'adoption à l'égard de cet adoptant ou de ces adoptants. | toekomst een einde aan de adoptie ten aanzien van die adoptant of van |
die adoptanten. | |
L'établissement de la filiation de l'adopté à l'égard d'une personne | Vaststelling van de afstamming van de geadopteerde ten aanzien van een |
autre que l'adoptant ou les adoptants après que le jugement d'adoption | andere persoon dan de adoptant of de adoptanten nadat het vonnis van |
soit coulé en force de chose jugée ne met pas fin à celle-ci. S'il | adoptie in kracht van gewijsde is gegaan, maakt daaraan geen einde. |
s'agit d'une adoption simple, cette filiation ne produit ses effets | Indien het om een gewone adoptie gaat, heeft deze afstamming gevolgen |
que dans la mesure où ils ne sont pas en opposition avec ceux de | voorzover deze niet strijdig zijn met die van de adoptie. Indien het |
l'adoption. S'il s'agit d'une adoption plénière, cette filiation ne | een volle adoptie betreft, heeft die afstamming slechts de toepassing |
produit d'autre effet que les empêchements à mariage prévus aux | van de verbodsbepalingen inzake het huwelijk bedoeld in de artikelen |
articles 161 à 164 ». | 161 tot 164 tot gevolg ». |
L'article 356-1 du même Code dispose : | Artikel 356-1 van hetzelfde Wetboek bepaalt : |
« L'adoption plénière confère à l'enfant et à ses descendants un | « De volle adoptie verleent aan het kind en zijn afstammelingen een |
statut comportant des droits et obligations identiques à ceux qu'ils | statuut met dezelfde rechten en verplichtingen, als ware het kind |
geboren uit de adoptant of uit de adoptanten. | |
auraient si l'enfant était né de l'adoptant ou des adoptants. | Onder voorbehoud van de huwelijksbeletsels omschreven in de artikelen |
Sous réserve des empêchements à mariage prévus aux articles 161 à 164, | 161 tot 164, houdt het kind dat ten volle is geadopteerd, op tot zijn |
l'enfant qui fait l'objet d'une adoption plénière cesse d'appartenir à | oorspronkelijke familie te behoren. |
sa famille d'origine. | Kinderen of adoptieve kinderen van de echtgenoot van de adoptant of |
Toutefois, l'enfant ou l'enfant adoptif du conjoint ou cohabitant, | van de persoon met wie hij samenwoont, zelfs overleden, houden evenwel |
même décédé, de l'adoptant ne cesse pas d'appartenir à la famille de | niet op te behoren tot de familie van die echtgenoot of van de persoon |
ce conjoint ou cohabitant. Si ce dernier vit encore, l'autorité | met wie wordt samengewoond. Indien deze nog in leven is, wordt het |
parentale sur l'adopté est exercée conjointement par l'adoptant et ce | ouderlijk gezag over de geadopteerde gezamenlijk uitgeoefend door de |
conjoint ou cohabitant ». | adoptant en die echtgenoot of persoon met wie wordt samengewoond ». |
L'article 370, § 4, du même Code, qui est également mentionné dans la | Artikel 370, § 4, van hetzelfde Wetboek, dat eveneens in de |
question préjudicielle, mais qui a été abrogé par l'article 3 de la | prejudiciële vraag wordt vermeld maar dat werd opgeheven bij artikel 3 |
loi du 24 avril 2003 réformant l'adoption, disposait : | van de wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie, bepaalde : |
« L'établissement de la filiation d'un enfant après le jugement ou | « De vaststelling van de afstamming van een kind na het vonnis of het |
l'arrêt homologuant ou prononçant l'adoption plénière, ne produit | arrest dat de volle adoptie homologeert of uitspreekt, heeft geen |
d'autre effet que les prohibitions au mariage prévues aux articles 161 | ander gevolg dan de verbodsbepalingen van de artikelen 161 tot 164 |
à 164 ». | inzake huwelijk ». |
B.2. Le juge a quo demande à la Cour si les dispositions précitées | B.2. De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of de |
violent les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison | vermelde bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in samenhang |
avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en | gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de |
mens schenden doordat de vaststelling van de afstamming van een | |
ce que l'établissement de la filiation d'un enfant adopté n'a d'autre | geadopteerd kind geen ander gevolg heeft dan dat de verbodsbepalingen |
effet que de rendre applicables les empêchements à mariage, alors que | inzake het huwelijk van toepassing worden, terwijl de vaststelling van |
l'établissement de la filiation d'un enfant non adopté fait naître | de afstamming van een niet-geadopteerd kind alle gevolgen inzake |
tous les effets liés à la filiation (première question) et en ce que | afstamming doet ontstaan (eerste vraag) en doordat de volle adoptie |
l'adoption plénière peut être révoquée lorsqu'une seconde adoption | kan worden herroepen wanneer een tweede volle adoptie volgt, terwijl |
plénière suit, alors qu'elle ne peut l'être après l'établissement de | de volle adoptie niet kan worden herroepen na vaststelling van de |
la filiation de l'adopté (seconde question). | afstamming van de geadopteerde (tweede vraag). |
B.3. L'action dont est saisi le juge a quo est intentée par une | B.3. De vordering voor de verwijzende rechter is ingesteld door een |
personne adoptée majeure. La Cour limite son examen à cette situation. | meerderjarige geadopteerde. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die |
B.4. Etant donné que les personnes majeures ne peuvent plus bénéficier | situatie. B.4. Aangezien meerderjarigen niet meer voor volle adoptie in |
d'une adoption plénière (article 355 du Code civil), l'hypothèse visée | aanmerking komen (artikel 355 van het Burgerlijk Wetboek), kan de |
dans la seconde question préjudicielle (révocation de l'adoption plénière lorsqu'une seconde adoption plénière suit) ne peut se réaliser. Dès lors, les dispositions en cause n'engendrent pas, à l'égard des personnes adoptées majeures, la différence de traitement évoquée. La seconde question préjudicielle appelle une réponse négative. B.5. En établissant la règle selon laquelle l'adoption plénière confère à l'enfant et à ses descendants un statut comportant des droits et obligations identiques à ceux qu'ils auraient si l'enfant était né de l'adoptant ou des adoptants et selon laquelle, sous réserve des empêchements à mariage, l'enfant qui fait l'objet d'une adoption plénière cesse d'appartenir à sa famille d'origine (article 356-1, alinéas 1er et 2, du Code civil), même lorsque la filiation de l'adopté à l'égard d'une personne autre que l'adoptant ou les | hypothese bedoeld in de tweede prejudiciële vraag (herroeping van volle adoptie wanneer een tweede volle adoptie volgt) zich niet voordoen. De in het geding zijnde bepalingen doen derhalve ten aanzien van meerderjarige geadopteerden niet het voorgelegde verschil in behandeling ontstaan. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. B.5. Met de regel dat de volle adoptie aan het kind en zijn afstammelingen een statuut met dezelfde rechten en verplichtingen verleent, als ware het kind geboren uit de adoptant of uit de adoptanten, en dat het ten volle geadopteerde kind ophoudt tot zijn oorspronkelijke familie te behoren, onder voorbehoud van de huwelijksbeletsels (artikel 356-1, eerste en tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek), zelfs indien achteraf de afstamming van de geadopteerde ten aanzien van een andere persoon dan de adoptant of de |
adoptants est établie ultérieurement (article 350, alinéa 2, du Code | adoptanten wordt vastgesteld (artikel 350, tweede lid, van het |
civil), le législateur a, d'une part, recherché l'assimilation avec le | Burgerlijk Wetboek), heeft de wetgever, enerzijds, de gelijkstelling |
lien de filiation ordinaire et, d'autre part, voulu garantir la | met de gewone afstammingsband nagestreefd en, anderzijds, de |
stabilité des liens de parenté et de l'entourage familial de l'adopté. La différence de traitement, en ce qui concerne les effets en matière d'établissement de la filiation, entre les personnes ayant bénéficié d'une adoption plénière et celles qui n'ont pas bénéficié d'une adoption repose sur un critère objectif qui est pertinent, eu égard au but mentionné ci-dessus. Dès lors que la personne qui a bénéficié d'une adoption plénière est totalement assimilée aux enfants nés de l'adoptant ou des adoptants, les dispositions en cause n'ont pas d'effets disproportionnés en ce qu'elles l'empêchent, lorsque sa filiation à l'égard d'une personne | stabiliteit van de verwantschapsbanden en de gezinsomgeving van de geadopteerde willen waarborgen. Het verschil in behandeling, wat de gevolgen inzake vaststelling van de afstamming betreft, tussen ten volle geadopteerden en niet-geadopteerden steunt op een objectief criterium, dat relevant is ten aanzien van de voormelde doelstelling. Aangezien de ten volle geadopteerde een volledige gelijkstelling geniet met de kinderen geboren uit de adoptant of de adoptanten, doen de in het geding zijnde bepalingen geen onevenredige gevolgen ontstaan in zoverre zij hem verhinderen, wanneer de afstamming van de geadopteerde ten aanzien van een andere persoon dan de adoptant of de |
autre que l'adoptant ou les adoptants est établie, d'avoir les mêmes | adoptanten wordt vastgesteld, dezelfde rechten en verplichtingen te |
droits et obligations que ceux des enfants de cette autre personne. | hebben als de andere kinderen van de voormelde andere persoon. |
La différence de traitement évoquée dans la première question | Het in de eerste prejudiciële vraag voorgelegde verschil in |
préjudicielle n'est donc pas incompatible avec les articles 10 et 11 | behandeling is derhalve niet onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 |
de la Constitution. | van de Grondwet. |
B.6. L'examen des dispositions en cause au regard des articles 10 et | B.6. Het onderzoek van de in het geding zijnde bepalingen ten aanzien |
11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 8 de la | van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met |
Convention européenne des droits de l'homme, ne conduit pas à une | artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, leidt |
autre conclusion. | niet tot een andere conclusie. |
B.7. La première question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.7. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
A l'égard de la personne adoptée majeure, l'article 350, l'article | Ten aanzien van een meerderjarige geadopteerde schenden artikel 350, |
artikel 356-1, tweede lid, en het bij de wet van 24 april 2003 | |
356-1, alinéa 2, et l'article 370, § 4, abrogé par la loi du 24 avril | opgeheven artikel 370, § 4, van het Burgerlijk Wetboek niet de |
2003, du Code civil ne violent pas les articles 10 et 11 de la | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen |
Constitution, combinés ou non avec l'article 8 de la Convention | met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. |
européenne des droits de l'homme. | |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare |
l'audience publique du 18 février 2010. | terechtzitting van 18 februari 2010. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |