Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 203/2009 du 23 décembre 2009 Numéros du rôle : 4680 et 4694 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 38, § 5, des lois relatives à la police de la circulation routière, coordonnées par arrêté r La Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Martens et M. Bossuyt, et des juges M. Mel(...)"
Extrait de l'arrêt n° 203/2009 du 23 décembre 2009 Numéros du rôle : 4680 et 4694 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 38, § 5, des lois relatives à la police de la circulation routière, coordonnées par arrêté r La Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Martens et M. Bossuyt, et des juges M. Mel(...) Uittreksel uit arrest nr. 203/2009 van 23 december 2009 Rolnummers 4680 en 4694 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 38, § 5, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 1 Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Martens en M. Bossuyt, en de rechters(...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 203/2009 du 23 décembre 2009 Uittreksel uit arrest nr. 203/2009 van 23 december 2009
Numéros du rôle : 4680 et 4694 Rolnummers 4680 en 4694
En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 38, § 5, In zake : de prejudiciële vragen over artikel 38, § 5, van de wetten
des lois relatives à la police de la circulation routière, coordonnées betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij
par arrêté royal du 16 mars 1968, tel qu'il a été inséré par la loi du koninklijk besluit van 16 maart 1968, zoals ingevoegd bij de wet van
21 avril 2007, posées par le Tribunal de police de Bruxelles. 21 april 2007, gesteld door de Politierechtbank te Brussel.
La Cour constitutionnelle, Het Grondwettelijk Hof,
composée des présidents P. Martens et M. Bossuyt, et des juges M. samengesteld uit de voorzitters P. Martens en M. Bossuyt, en de
Melchior, A. Alen, J.-P. Moerman, E. Derycke et T. Merckx-Van Goey, rechters M. Melchior, A. Alen, J.-P. Moerman, E. Derycke en T.
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président P. Merckx-Van Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder
Martens, voorzitterschap van voorzitter P. Martens,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet des questions préjudicielles et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging
a. Par jugement du 11 mars 2009 en cause du ministère public contre a. Bij vonnis van 11 maart 2009 in zake het openbaar ministerie tegen
Fayçal Nberri, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le Fayçal Nberri, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is
6 avril 2009, le Tribunal de police de Bruxelles a posé la question ingekomen op 6 april 2009, heeft de Politierechtbank te Brussel de
préjudicielle suivante : volgende prejudiciële vraag gesteld :
« La disposition de l'article 38, § 5, de la loi du 16 mars 1968 « Schendt de bepaling van artikel 38, § 5, van de wet van 16 maart
relative à la police de la circulation routière insérée par la loi du 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, ingevoegd bij de wet
21 avril 2007 (M.B., 26 juillet 2007), entrée en vigueur le 01.09.2007 van 21 april 2007 (Belgisch Staatsblad van 26 juli 2007), in werking
viole-t-elle les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'elle ne getreden op 1 september 2007, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet,
s'applique pas aux titulaires des permis de conduire provisoire B in zoverre zij niet van toepassing is op de houders van een voorlopig
valable 18 mois permettant la conduite sans guide ou 36 mois avec rijbewijs B dat 18 maanden geldig is voor het sturen zonder begeleider
guide et qu'en conséquence, elle n'impose pas l'obligation au juge de of 36 maanden met begeleider, en zij bijgevolg de rechter niet ertoe
prononcer à l'encontre de ces conducteurs la déchéance et de rendre la verplicht ten aanzien van die bestuurders het verval uit te spreken en
réintégration dans la conduite dépendante d'au moins la réussite de het herstel van het recht tot sturen afhankelijk te maken van minstens
l'examen théorique ? ». het slagen voor het theoretisch examen ? ».
b. Par jugement du 25 mars 2009 en cause du ministère public contre b. Bij vonnis van 25 maart 2009 in zake het openbaar ministerie tegen
Kenny Camassi, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le Kenny Camassi, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is
30 avril 2009, le Tribunal de police de Bruxelles a posé les questions ingekomen op 30 april 2009, heeft de Politierechtbank te Brussel de
préjudicielles suivantes : volgende prejudiciële vragen gesteld :
« 1. L'article 38, § 5, de la loi du 16 mars 1968 relative à la police « 1. Schendt artikel 38, § 5, van de wet van 16 maart 1968 betreffende
de la circulation routière lu en combinaison avec les articles 21 et de politie over het wegverkeer, in samenhang gelezen met de artikelen
23 de la même loi, avec l'article 2 de l'arrêté royal du 23 mars 1998 21 en 23 van dezelfde wet, met artikel 2 van het koninklijk besluit
relatif au permis de conduire et, plus généralement, avec l'ensemble van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs en, algemener, met het
de l'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire, gehele koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs,
viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre artikel 38, § 5, van
l'article 38, § 5, de la loi du 16 mars 1968 ne vise que les permis de de wet van 16 maart 1968 enkel betrekking heeft op de rijbewijzen van
catégorie B et non les permis appartenant aux catégories A3, A, B+E, categorie B en niet op de rijbewijzen die tot de categorieën A3, A,
B+E, C, C+E, D, G en D+E behoren, zoals bedoeld in het koninklijk
C, C+E, D, G et D+E, tels que visés à l'arrêté royal du 23 mars 1998 besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs en meer in het
relatif au permis de conduire et plus particulièrement à l'article 2 bijzonder in artikel 2 van dat koninklijk besluit ?
dudit arrêté royal ?
2. L'article 38, § 5, de la loi du 16 mars 1968 relative à la police 2. Schendt artikel 38, § 5, van de wet van 16 maart 1968 betreffende
de la circulation routière lu en combinaison avec les articles 21 et de politie over het wegverkeer, in samenhang gelezen met de artikelen
23 de la même loi, avec les articles 6, 7, 8 et 9 de l'arrêté royal du 21 en 23 van dezelfde wet, met de artikelen 6, 7, 8 en 9 van het
23 mars 1998 relatif au permis de conduire et, plus généralement, avec koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs en,
l'ensemble de l'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de algemener, met het gehele koninklijk besluit van 23 maart 1998
conduire et lu en combinaison avec les articles 3 et 4 de l'arrêté betreffende het rijbewijs en in samenhang gelezen met de artikelen 3
royal du 10 juillet 2007 [lire : 2006] relatif au permis de conduire en 4 van het koninklijk besluit van 10 juli 2007 [lees : 2006]
pour les véhicules de catégorie B et, plus généralement, avec betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B en,
l'ensemble de l'arrêté royal du 10 juillet 2007 [lire : 2006] relatif algemener, met het gehele koninklijk besluit van 10 juli 2007 [lees :
au permis de conduire pour les véhicules de catégorie B, viole-t-il 2006] betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B, de
les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que l'article 38, § 5, artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre artikel 38, § 5, van de
de la loi du 16 mars 1968 ne vise que les permis de catégorie B et non wet van 16 maart 1968 enkel betrekking heeft op de rijbewijzen van
les permis de conduire provisoires, tels que visés aux arrêtés royaux categorie B en niet op de voorlopige rijbewijzen, zoals bedoeld in de
du 23 mars 1998 et du 10 juillet 2007 [lire : 2006] ? koninklijke besluiten van 23 maart 1998 en van 10 juli 2007 [lees :
3. L'article 38, § 5, de la loi du 16 mars 1968 relative à la police 2006] ? 3. Schendt artikel 38, § 5, van de wet van 16 maart 1968 betreffende
de la circulation routière lu en combinaison avec les articles 21 et de politie over het wegverkeer, in samenhang gelezen met de artikelen
23 de la même loi, avec les article 53, 54, 55 et 56 de l'arrêté royal 21 en 23 van dezelfde wet, met de artikelen 53, 54, 55 en 56 van het
du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire et, plus généralement, koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs en,
avec l'ensemble de l'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de algemener, met het gehele koninklijk besluit van 23 maart 1998
conduire, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce betreffende het rijbewijs, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in
que l'article 38, § 5, de la loi du 16 mars 1968 ne vise que les zoverre artikel 38, § 5, van de wet van 16 maart 1968 enkel betrekking
permis de catégorie B et non les permis de conduire internationaux, heeft op de rijbewijzen van categorie B en niet op de internationale
tels que visés à l'article 23 de la loi du 16 mars 1968 et aux rijbewijzen, zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 16 maart 1968
articles 53, 54, 55 et 56 de l'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au en in de artikelen 53, 54, 55 en 56 van het koninklijk besluit van 23
permis de conduire ? ». maart 1998 betreffende het rijbewijs ? ».
Ces affaires, inscrites sous les numéros 4680 et 4694 du rôle de la Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4680 en 4694 van de rol van
Cour, ont été jointes. het Hof, werden samengevoegd.
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1. Les questions préjudicielles portent sur l'article 38, § 5, de la B.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op artikel 38, § 5, van
loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière, de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer,
qui dispose : dat bepaalt :
« Le juge doit prononcer la déchéance du droit de conduire et rendre « De rechter moet het verval van het recht tot sturen uitspreken en
la réintégration du droit de conduire dépendante au moins de la het herstel van het recht tot sturen minstens afhankelijk maken van
réussite des examens théorique ou pratique s'il condamne du chef d'une het slagen voor het theoretisch of praktisch examen indien hij
infraction commise avec un véhicule à moteur pouvant donner lieu à une veroordeelt wegens een overtreding begaan met een motorvoertuig die
déchéance du droit de conduire, et que le coupable est titulaire tot een verval van het recht tot sturen kan leiden en de schuldige
depuis moins de deux ans du permis de conduire B. sinds minder dan twee jaar houder is van het rijbewijs B.
L'alinéa 1er n'est pas d'application à l'article 38, § 1er, 2°, en cas Het eerste lid is niet van toepassing op artikel 38, § 1, 2°, in geval
d'un accident de la circulation avec seulement des blessés légers. van een verkeersongeval met enkel lichtgewonden.
L'alinéa 1er n'est pas d'application aux infractions du deuxième degré Het eerste lid is niet van toepassing op de overtredingen van de
visées à l'article 29, § 1er ». tweede graad, zoals bedoeld in artikel 29, § 1 ».
B.2. Les questions préjudicielles invitent la Cour à comparer la B.2. In de prejudiciële vragen wordt het Hof verzocht de situatie van
situation des personnes qui sont titulaires d'un permis de conduire de personen die sinds minder dan twee jaar houder zijn van een rijbewijs
catégorie B depuis moins de deux ans, qui sont visées par cette van categorie B, die door die bepaling worden beoogd, te vergelijken
disposition, avec la situation des personnes suivantes, auxquelles met de situatie van de volgende personen, op wie die bepaling niet van
cette disposition n'est pas applicable : toepassing is :
- celles qui sont titulaires d'un permis de conduire provisoire de - die houder zijn van een voorlopig rijbewijs van categorie B dat 18
catégorie B valable 18 mois permettant la conduite sans guide ou 36 maanden geldig is en waarmee zonder begeleider mag worden gestuurd, of
mois permettant la conduite avec guide; dat 36 maanden geldig is en waarmee met begeleider mag worden
- celles qui sont titulaires d'un permis de conduire de catégorie A3, gestuurd; - die houder zijn van een rijbewijs van categorie A3, A, B+E, C, C+E,
A, B+E, C, C+E, D ou D+E; D of D+E;
- celles qui sont titulaires d'un permis de conduire international. - die houder zijn van een internationaal rijbewijs.
B.3. Lorsqu'il condamne un conducteur qui dispose du permis de B.3. Wanneer de rechter een bestuurder die sinds minder dan twee jaar
conduire de catégorie B depuis moins de deux ans du chef de certaines een rijbewijs van categorie B bezit, wegens bepaalde overtredingen
infractions, le juge est obligé, en application de la disposition en veroordeelt, is hij, met toepassing van de in het geding zijnde
cause, de prononcer la déchéance du droit de conduire et de rendre la bepaling, ertoe verplicht het verval van het recht tot sturen uit te
réintégration du droit de conduire dépendante de la réussite de spreken en het herstel van het recht tot sturen afhankelijk te maken
l'examen théorique et/ou de l'examen pratique. En revanche, lorsqu'il van het slagen voor het theoretisch en/of praktisch examen. Wanneer de
condamne, du chef des mêmes infractions, une personne titulaire d'un rechter daarentegen een persoon die houder is van een voorlopig
permis de conduire provisoire, d'un permis de conduire d'une autre rijbewijs, van een rijbewijs van een andere categorie dan categorie B
catégorie que la catégorie B, ou d'un permis de conduire of van een internationaal rijbewijs, wegens dezelfde overtredingen
international, le juge peut, en application de l'article 38, §§ 1er, 2 veroordeelt, kan hij, met toepassing van artikel 38, §§ 1, 2 en 3, van
et 3, des lois relatives à la police de la circulation routière, prononcer la déchéance du droit de conduire, et peut rendre la réintégration du droit de conduire dépendante de la réussite de l'examen théorique et/ou de l'examen pratique. B.4. Les questions préjudicielles portent dès lors sur la différence des sanctions prises à l'égard de plusieurs catégories de personnes, le juge étant tenu à la sévérité à l'égard de la catégorie des conducteurs disposant d'un permis B définitif depuis moins de deux ans, alors qu'il dispose d'un pouvoir d'appréciation à l'égard des autres catégories de conducteurs qui se rendent coupables des mêmes infractions. B.5. Au cours des travaux préparatoires de la disposition en cause, le choix du législateur a été expliqué comme suit : « La connaissance et l'habileté sont des éléments qui peuvent être testés de manière fiable lors de l'examen de conduite mais ce n'est pas le cas de l'attitude et du comportement. C'est pourquoi la première année suivant l'obtention du permis de conduire est considérée comme une année lors de laquelle la pratique doit démontrer si le nouveau, et souvent jeune, conducteur a développé un style de conduite sûr. Si ce n'est pas le cas, il doit alors repasser ses examens de conduite théorique et/ou pratique. Voici entre autres les infractions qui, selon la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière, entrent en ligne de compte pour une déchéance du droit de conduire : - alcool et ivresse au volant; - infractions du deuxième, troisième ou quatrième degré; de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, het verval van het recht tot sturen uitspreken en het herstel van het recht tot sturen afhankelijk maken van het slagen voor het theoretisch en/of praktisch examen. B.4. De prejudiciële vragen hebben bijgevolg betrekking op een verschil in bestraffing van verschillende categorieën van personen, waarbij de rechter tot gestrengheid is gehouden ten aanzien van de categorie van bestuurders die sinds minder dan twee jaar in het bezit zijn van een definitief rijbewijs B, terwijl hij over een beoordelingsvrijheid beschikt ten aanzien van de andere categorieën van bestuurders die dezelfde overtredingen begaan. B.5. De keuze van de wetgever wordt in de parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde bepaling als volgt uiteengezet : « Kennis en vaardigheid zijn betrouwbaar te testen op het rijexamen, maar attitude en gedrag zijn dat niet. Daarom wordt het eerste jaar dat men zijn rijbewijs heeft behaald beschouwd als een jaar waarbinnen de praktijk moet uitwijzen of de nieuwe, meestal ook jonge, bestuurder een veilige rijstijl heeft ontwikkeld. Is dat niet het geval, dan moet hij zijn theoretisch en/of praktisch rijexamen opnieuw afleggen. Onder meer de volgende overtredingen komen volgens de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer in aanmerking voor een verval van het recht tot sturen : - alcohol en dronkenschap in het verkeer; - overtredingen van de tweede, derde of vierde graad;
- drogues au volant; - drugs in het verkeer;
- disposer d'un détecteur de radar à bord; - een radarverklikker aan boord hebben;
- causer des accidents de la route avec tués ou blessés graves; - verkeersongevallen met doden of ernstige gewonden veroorzaken;
- récidive (déjà trois condamnations dans l'année précédant - recidive (reeds drie keer veroordeeld in het jaar voorafgaand aan de
l'infraction); overtreding);
- rouler sans être titulaire d'un permis de conduire ou rouler alors - rijden zonder houder te zijn van een rijbewijs of rijden terwijl men
que l'on est médicalement inapte; medisch ongeschikt is;
- délit de fuite; - vluchtmisdrijf;
- dépasser de plus de 30 kilomètres par heure la vitesse maximale - de toegelaten maximumsnelheid met meer dan 30 kilometer per uur
autorisée; overschrijden;
- dépasser de plus de 20 kilomètres par heure la vitesse maximale - de toegelaten maximumsnelheid met meer dan 20 kilometer per uur
autorisée dans une agglomération, zone 30 ou zone résidentielle » overschrijden in een bebouwde kom, zone 30 of woonerf » (Parl. St.,
(Doc. parl., Chambre, 2006-2007, DOC 51-2836/001, p. 4). Kamer, 2006-2007, DOC 51-2836/001, p. 4).
Un amendement portant à deux ans le délai précité d'un an a été adopté Een amendement werd aangenomen dat de vermelde termijn van een op twee
(Doc. parl., Chambre, 2006-2007, DOC 51-2836/002). jaar brengt (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2836/002).
B.6. La mesure de la déchéance du droit de conduire un véhicule à B.6. De maatregel van het verval van het recht tot besturen van een
moteur est justifiée par le souci de diminuer les accidents de la motorvoertuig wordt verantwoord door de bekommernis verkeersongevallen
route et de favoriser ainsi la sécurité routière. te verminderen en op die manier de verkeersveiligheid te bevorderen.
La mesure en cause vise à soumettre les conducteurs ayant peu De in het geding zijnde maatregel strekt ertoe bestuurders met een
d'expérience de la circulation routière à un contrôle plus sévère que geringe ervaring in het wegverkeer aan een strenger toezicht te
d'autres conducteurs. En obligeant les premiers, lorsqu'ils sont onderwerpen dan andere bestuurders. Door de eerstgenoemde bestuurders
condamnés pour avoir commis certaines infractions déterminées, à te verplichten, wanneer zij wegens bepaalde overtredingen zijn
prouver à nouveau leur connaissance théorique ou leurs aptitudes veroordeeld, hun theoretische kennis of praktische vaardigheden
pratiques, la mesure contribue à améliorer la sécurité des autres opnieuw te bewijzen, draagt de maatregel bij tot een verbetering van
usagers de la route et à augmenter la sécurité routière en général. La mesure est en outre limitée aux conducteurs qui ont commis certaines infractions de roulage graves. Les autres conducteurs qui sont condamnés pour les mêmes infractions peuvent se voir imposer la même obligation, sous cette réserve qu'il appartient dans ce cas au juge d'apprécier si cette obligation doit être imposée ou non. Par ailleurs, les conducteurs qui ne sont titulaires, au moment de l'infraction, que d'un permis de conduire provisoire devront en toute hypothèse encore présenter et réussir l'examen pratique pour obtenir un permis de conduire définitif. Eu égard à l'objectif de la mesure en cause, le choix du législateur consistant à exclure le pouvoir d'appréciation du juge à l'égard d'une catégorie déterminée de condamnés ne conduit pas à une différence de traitement manifestement déraisonnable ou à une sanction pénale manifestement disproportionnée. La circonstance que le législateur n'a pas obligé le juge à la même sévérité à l'égard d'autres catégories de conducteurs n'a pas pour effet d'ôter sa justification à la disposition en cause. Il en va d'autant plus ainsi que le juge peut, s'il l'estimejustifié, appliquer la même mesure aux conducteurs de veiligheid van de andere weggebruikers en van de verkeersveiligheid in het algemeen. De maatregel is bovendien beperkt tot bestuurders die bepaalde ernstige verkeersovertredingen hebben begaan. Aan de andere bestuurders die wegens dezelfde overtredingen zijn veroordeeld, kan precies dezelfde verplichting worden opgelegd, alleen behoort het dan tot de beoordelingsvrijheid van de rechter om die verplichting al dan niet op te leggen. De bestuurders die op het ogenblik van de overtreding slechts houder zijn van een voorlopig rijbewijs, zullen overigens in elk geval nog moeten deelnemen aan en slagen voor het praktisch examen om een definitief rijbewijs te verkrijgen. Gelet op de doelstelling van de in het geding zijnde maatregel, leidt de keuze van de wetgever om de beoordelingsvrijheid van de rechter ten aanzien van een bepaalde categorie van veroordeelden uit te sluiten, niet tot een kennelijk onredelijk verschil in behandeling of tot een kennelijk onevenredige straf. Het gegeven dat de wetgever de rechter niet tot dezelfde gestrengheid heeft verplicht ten aanzien van andere categorieën van bestuurders, ontneemt de in het geding zijnde bepaling niet haar verantwoording. Dat geldt des te meer daar de rechter, indien hij dat verantwoord acht, dezelfde maatregel kan toepassen op
n'appartenant pas à la catégorie visée dont le comportement démontre de bestuurders die niet behoren tot de beoogde categorie en uit wier
qu'ils n'ont pas adopté un « style de conduite sûr ». gedrag blijkt dat zij geen « veilige rijstijl » hebben aangenomen.
B.7. Les questions préjudicielles appellent une réponse négative. B.7. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
L'article 38, § 5, des lois relatives à la police de la circulation Artikel 38, § 5, van de wetten betreffende de politie over het
routière, coordonnées par arrêté royal du 16 mars 1968, ne viole pas wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart
les articles 10 et 11 de la Constitution. 1968, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare
l'audience publique du 23 décembre 2009. terechtzitting van 23 december 2009.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
Le président, De voorzitter,
P. Martens. P. Martens.
^