← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 44/2009 du 11 mars 2009 Numéros du rôle : 4447 et 4483 En cause
: les questions préjudicielles relatives à l'article 479 du Code d'instruction criminelle, posées par
la Cour de cassation et par la chambre du conseil du La
Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. Ma(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 44/2009 du 11 mars 2009 Numéros du rôle : 4447 et 4483 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 479 du Code d'instruction criminelle, posées par la Cour de cassation et par la chambre du conseil du La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. Ma(...) | Uittreksel uit arrest nr. 44/2009 van 11 maart 2009 Rolnummers 4447 en 4483 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 479 van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie en door de raadkamer van de Rechtbank Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechter(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Extrait de l'arrêt n° 44/2009 du 11 mars 2009 | Uittreksel uit arrest nr. 44/2009 van 11 maart 2009 |
| Numéros du rôle : 4447 et 4483 | Rolnummers 4447 en 4483 |
| En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 479 du | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 479 van het |
| Code d'instruction criminelle, posées par la Cour de cassation et par | Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie en door |
| la chambre du conseil du Tribunal de première instance de Nivelles. | de raadkamer van de Rechtbank van eerste aanleg te Nijvel. |
| La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
| composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de |
| Martens, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. | rechters P. Martens, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, |
| Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du greffier P.-Y. | J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier |
| Dutilleux, présidée par le président M. Bossuyt, | P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
| a. Par arrêt du 18 mars 2008 en cause de J.J. contre M.B., dont | a. Bij arrest van 18 maart 2008 in zake J.J. tegen M.B., waarvan de |
| l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 28 mars 2008, la | expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 maart 2008, heeft |
| Cour de cassation a posé la question préjudicielle suivante : | het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 479 du Code d'instruction criminelle viole-t-il les | « Schendt artikel 479 Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 |
| articles 10 et 11 de la Constitution en ce que le conseiller social | Grondwet, in zoverre het de raadsheer in sociale zaken niet begrijpt |
| n'est pas compté parmi les magistrats et titulaires d'une fonction | onder de magistraten en ambtsdragers welke voor de misdaden en |
| qui, pour les crimes et délits par eux commis hors de leurs fonctions, | wanbedrijven door hen gepleegd buiten hun ambt, slechts op vordering |
| ne peuvent être cités à comparaître devant la cour d'appel que sur la | van de procureur-generaal bij het hof van beroep kunnen worden |
| réquisition du procureur général près la cour d'appel, alors que le | gedagvaard voor het hof van beroep, terwijl de raadsheer in sociale |
| conseiller social, conformément à l'article 103 du Code judiciaire, | zaken toch overeenkomstig artikel 103 Gerechtelijk Wetboek deel |
| fait néanmoins partie de la cour du travail et, conformément à | |
| l'article 104 du Code judiciaire, connaît avec un conseiller à la cour | uitmaakt van het arbeidshof en overeenkomstig artikel 104 Gerechtelijk |
| Wetboek samen met een raadsheer in het arbeidshof mede kennisneemt van | |
| du travail des affaires qui relèvent de la compétence de cette cour et | zaken die tot de bevoegdheid van dit hof behoren, en voor hem dezelfde |
| que les mêmes garanties que celles qui sont applicables au conseiller | waarborgen als voor de raadsheer in het arbeidshof verantwoord kunnen |
| à la cour du travail peuvent sembler justifiées à son égard ? ». | lijken ? ». |
| b. Par ordonnance du 23 juin 2008 en cause de J.-P. R., dont | b. Bij beschikking van 23 juni 2008 in zake J.-P. R., waarvan de |
| l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 30 juin 2008, la | expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 juni 2008, heeft |
| chambre du conseil du Tribunal de première instance de Nivelles a posé | de raadkamer van de Rechtbank van eerste aanleg te Nijvel de volgende |
| la question préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 474 [lire : 479] du Code d'instruction criminelle | « Schendt artikel 474 [lees : 479] van het Wetboek van strafvordering |
| viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que le | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de raadsheer in |
| conseiller social n'est pas compté parmi les magistrats et titulaires | sociale zaken niet begrijpt onder de magistraten en ambtsdragers welke |
| d'une fonction qui, pour les crimes et délits commis hors de leurs | voor de misdaden en wanbedrijven door hen gepleegd buiten hun ambt, |
| fonctions, ne peuvent être cités à comparaître devant la cour d'appel | slechts op vordering van de procureur-generaal bij het hof van beroep |
| que sur réquisition du procureur général près la cour d'appel, alors | kunnen worden gedagvaard voor het hof van beroep, terwijl de raadsheer |
| qu'en vertu de l'article 103 du Code judiciaire, le conseiller social | in sociale zaken krachtens artikel 103 van het Gerechtelijk Wetboek |
| fait partie de la cour du travail et qu'en vertu de l'article 104 du | deel uitmaakt van het arbeidshof en krachtens artikel 104 van het |
| Code judiciaire, il connaît avec un conseiller à la cour du travail | Gerechtelijk Wetboek samen met een raadsheer in het arbeidshof mede |
| des affaires qui relèvent de la compétence de cette cour et que les | kennisneemt van zaken die tot de bevoegdheid van dat hof behoren, en |
| mêmes garanties que celles applicables au conseiller à la cour du | voor hem dezelfde waarborgen als voor de raadsheer in het arbeidshof |
| travail peuvent sembler justifiées à son égard ? ». | verantwoord kunnen lijken ? ». |
| Ces affaires, inscrites sous les numéros 4447 et 4483 du rôle de la | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4447 en 4483 van de rol van |
| Cour, ont été jointes. | het Hof, werden samengevoegd. |
| (...) | (...) |
| III. En droit | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. Depuis sa dernière modification par l'article 205 de la loi du 15 | B.1. Sinds de laatste wijziging ervan bij artikel 205 van de wet van |
| septembre 2006 réformant le Conseil d'Etat et créant un Conseil du | 15 september 2006 « tot hervorming van de Raad van State en tot |
| oprichting van een Raad voor Vreemdelingenbetwistingen » bepaalt | |
| Contentieux des étrangers, l'article 479 du Code d'instruction | artikel 479 van het Wetboek van strafvordering : |
| criminelle dispose : « Lorsqu'un juge de paix, un juge au tribunal de police, un juge au | « Wanneer een vrederechter, een rechter in de politierechtbank, een |
| tribunal de première instance, au tribunal du travail ou au tribunal | rechter in de rechtbank van eerste aanleg, in de arbeidsrechtbank of |
| de commerce, un conseiller à la cour d'appel ou à la cour du travail, un conseiller à la Cour de cassation, un magistrat du parquet près un tribunal ou une cour, un référendaire près la Cour de cassation, un membre de la Cour des comptes, un membre du Conseil d'Etat, de l'auditorat ou du bureau de coordination près le Conseil d'Etat, un membre de la Cour d'arbitrage, un référendaire près cette Cour, les membres du Conseil du Contentieux des étrangers, un gouverneur de province est prévenu d'avoir commis, hors de ses fonctions, un délit emportant une peine correctionnelle, le procureur général près la cour d'appel le fait citer devant cette cour, qui prononce sans qu'il | in de rechtbank van koophandel, een raadsheer in het hof van beroep of in het arbeidshof, een raadsheer in het Hof van Cassatie, een magistraat van het parket bij een rechtbank of een hof, een referendaris bij het Hof van Cassatie, een lid van het Rekenhof, een lid van de Raad van State, van het auditoraat of van het coördinatiebureau bij de Raad van State, een lid van het Arbitragehof, een referendaris bij dat Hof, de leden van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, een provinciegouverneur, ervan beschuldigd wordt buiten zijn ambt een misdrijf gepleegd te hebben dat een correctionele straf meebrengt, laat de procureur-generaal bij het hof van beroep hem dagvaarden voor dat hof, dat uitspraak doet, zonder dat |
| puisse y avoir appel ». | beroep kan worden ingesteld ». |
| B.2. La Cour est invitée à statuer sur la compatibilité de cette | B.2. Het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de |
| disposition avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'elle établit une différence de traitement entre deux catégories de membres de la cour du travail : d'une part, le conseiller à la cour du travail et, d'autre part, le conseiller social. En cas de délit ou de crime correctionnalisé commis hors de ses fonctions, seul le premier ne peut être jugé que par la cour d'appel. B.3. Le conseiller social est, au regard des règles particulières du système dit du privilège de juridiction, suffisamment comparable au conseiller à la cour du travail. En effet, le conseiller social fait | bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij een verschil in behandeling invoert tussen twee categorieën van leden van het arbeidshof : enerzijds, de raadsheer in het arbeidshof en, anderzijds, de raadsheer in sociale zaken. In geval van een wanbedrijf of een gecorrectionaliseerde misdaad gepleegd buiten zijn ambt, kan alleen de eerstgenoemde slechts door het hof van beroep worden berecht. B.3. De raadsheer in sociale zaken is ten aanzien van de bijzondere regeling van het zogeheten systeem van het voorrecht van rechtsmacht, voldoende vergelijkbaar met de raadsheer in het arbeidshof. De raadsheer in sociale zaken maakt immers deel uit van het arbeidshof |
| partie de la cour du travail (article 103 du Code judiciaire) et | (artikel 103 van het Gerechtelijk Wetboek) en neemt, samen met een |
| connaît avec un conseiller à la cour du travail des affaires relevant | raadsheer in het arbeidshof, kennis van zaken die tot de bevoegdheid |
| de la compétence de cette cour (article 104 du même Code). | van dat hof behoren (artikel 104 van dat Wetboek). |
| B.4.1. Le privilège de juridiction applicable aux magistrats et à certains autres titulaires de fonctions publiques a été instauré en vue de garantir, à l'égard de ces personnes, une administration de la justice impartiale et sereine. Les règles spécifiques en matière d'instruction, de poursuite et de jugement qu'implique le privilège de juridiction entendent éviter, d'une part, que des poursuites téméraires, injustifiées ou vexatoires soient intentées contre les personnes auxquelles ce régime est applicable et, d'autre part, que ces mêmes personnes soient traitées avec trop de sévérité ou trop de clémence. L'ensemble de ces motifs peut en principe raisonnablement justifier que les personnes auxquelles s'applique le privilège de juridiction | B.4.1. Het voorrecht van rechtsmacht, dat van toepassing is op de magistraten en op bepaalde andere titularissen van een openbaar ambt, is ingesteld met het oog op het verzekeren van een onpartijdige en serene rechtsbedeling ten aanzien van die personen. De bijzondere regels op het gebied van onderzoek, vervolging en berechting die het voorrecht van rechtsmacht inhoudt, beogen te vermijden dat, enerzijds, ondoordachte, onverantwoorde of tergende vervolgingen jegens de ambtsdragers op wie dat stelsel van toepassing is, op gang zouden worden gebracht, anderzijds, die ambtsdragers hetzij te streng, hetzij met te veel toegevendheid zouden worden behandeld. Het geheel van die motieven kan in beginsel redelijkerwijze verantwoorden dat de personen op wie het voorrecht van rechtsmacht van |
| soient, en matière d'instruction, de poursuite et de jugement, | toepassing is, op het gebied van het onderzoek, de vervolging en de |
| traitées différemment des justiciables auxquels s'appliquent les | berechting anders worden behandeld dan de rechtsonderhorigen op wie de |
| règles ordinaires de la procédure pénale. | gewone regels van de strafrechtspleging van toepassing zijn. |
| B.4.2. Les règles relatives au privilège de juridiction ont été | B.4.2. De regels betreffende het voorrecht van rechtsmacht zijn |
| instaurées pour des motifs d'intérêt général et non dans l'intérêt | ingesteld om redenen van algemeen belang en niet in het persoonlijk |
| personnel des personnes auxquelles le régime est applicable. | belang van de personen op wie het stelsel van toepassing is. |
| Ces règles sont d'ordre public, de sorte que ces personnes ne peuvent | Die regels zijn van openbare orde, zodat die personen niet eraan |
| y renoncer, même si elles estiment que l'application des règles | kunnen verzaken, ook niet wanneer zij oordelen dat de toepassing van |
| ordinaires de la procédure pénale leur est plus favorable. | de gewone regels van de strafrechtspleging hun gunstiger uitvalt. |
| B.5. Il appartient en principe au législateur de décider pour quelles | B.5. Het staat in beginsel aan de wetgever om te beoordelen voor welke |
| fonctions publiques il y a lieu de prévoir des règles dérogatoires aux | overheidsambten dient te worden voorzien in van de gewone regels van |
| règles ordinaires de la procédure pénale afin d'atteindre les | de strafrechtspleging afwijkende regels om de door hem nagestreefde - |
| objectifs d'intérêt général - cités en B.4.1 - qu'il poursuit. La Cour | in B.4.1 aangehaalde - doelstellingen van algemeen belang te bereiken. |
| ne peut mettre en cause les choix opérés par le législateur dans ce | Het Hof kan de door de wetgever op dat vlak gemaakte keuzes slechts in |
| domaine que s'ils sont manifestement déraisonnables ou s'ils | het geding brengen indien ze kennelijk onredelijk zijn of indien ze |
| aboutissent à une limitation disproportionnée des droits des personnes | leiden tot een onevenredige beperking van de rechten van de daarbij |
| concernées. | betrokken personen. |
| B.6.1. Les conseillers sociaux sont nommés par le Roi, sur la | B.6.1. De raadsheren in sociale zaken worden benoemd door de Koning, |
| proposition, selon le cas, du ministre qui a le Travail dans ses | |
| attributions ou du ministre qui a les Classes moyennes dans ses | op voordracht van, al naargelang, de voor Arbeid bevoegde minister of |
| attributions (article 216, alinéas 1er et 2, du Code judiciaire). Les | de voor Middenstand bevoegde minister (artikel 216, eerste en tweede |
| candidatures sont en principe présentées au ministre respectivement | lid, van het Gerechtelijk Wetboek). De kandidaten worden in principe |
| par les organisations représentatives d'employeurs, de travailleurs | aan de minister voorgedragen door de representatieve organisaties van |
| ouvriers, de travailleurs employés et de travailleurs indépendants | werkgevers, werknemers-arbeiders, werknemers-bedienden en |
| (articles 199, 201, et 216, alinéa 3, du Code judiciaire). Les | zelfstandigen (artikelen 199, 201 en 216, derde lid, van het |
| conseillers sociaux sont nommés pour un mandat de cinq ans | Gerechtelijk Wetboek). De raadsheren in sociale zaken worden benoemd |
| renouvelable (articles 202, alinéa 2, et 216, alinéa 3, du Code | voor een hernieuwbaar mandaat van vijf jaar (artikelen 202, tweede |
| judiciaire). | lid, en 216, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek). |
| B.6.2. Les conseillers à la cour du travail sont, eux, nommés sur | B.6.2. De raadsheren in het arbeidshof worden van hun kant benoemd op |
| présentation motivée de la commission de nomination et de désignation | gemotiveerde voordracht van de bevoegde benoemings- en |
| compétente du Conseil supérieur de la justice, après évaluation de | aanwijzingscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie, na afweging |
| leur compétence et de leur aptitude (article 259ter, § 4, alinéas 1er, | van hun bekwaamheid en geschiktheid (artikel 259ter, § 4, eerste, |
| 10 et 12, du Code judiciaire). Ils sont nommés à vie (article 152, | tiende en twaalfde lid, van het Gerechtelijk Wetboek). Hun benoeming |
| alinéa 1er, de la Constitution). | geldt voor het leven (artikel 152, eerste lid, van de Grondwet). |
| B.6.3. En ce qui concerne le régime disciplinaire, le législateur a pu | B.6.3. Ten aanzien van de tuchtregeling vermocht de wetgever ervan uit |
| considérer que les conseillers sociaux et les conseillers à la cour du | te gaan dat de raadsheren in sociale zaken en de raadsheren in het |
| travail devaient être soumis à la même discipline et que la même | arbeidshof aan dezelfde tuchtregeling moesten worden onderworpen en |
| procédure devait être appliquée, sans distinction, à « ceux qui | dat dezelfde procedure zonder onderscheid moest worden toegepast op « |
| manquent aux devoirs de leur charge, ou qui par leur conduite portent | diegenen die hun ambtsplichten verzuimen of door hun gedrag afbreuk |
| atteinte à la dignité de son caractère » et à ceux « qui négligent les | doen aan de waardigheid van hun ambt » en op diegenen « die de taken |
| tâches de leur charge et qui portent ainsi atteinte au bon | van hun ambt verwaarlozen en zodoende afbreuk doen aan de goede |
| fonctionnement de la justice ou à la confiance dans l'institution » | werking van de justitie of aan het vertrouwen in die instelling » |
| (articles 404, 410, § 1er, 1°, 412, § 2, 1°, et 415, §§ 2 et 3, du | (artikelen 404, 410, § 1, 1°, 412, § 2, 1°, en 415, §§ 2 en 3, van het |
| Code judiciaire). | Gerechtelijk Wetboek). |
| B.7. En revanche, en ce qui concerne le privilège de juridiction, le | B.7. Wat daarentegen het voorrecht van rechtsmacht betreft, vermocht |
| législateur a pu tenir compte de ce que les conseillers sociaux | de wetgever rekening ermee te houden dat de raadsheren in sociale |
| exercent, à titre principal, une profession qui est étrangère à | zaken in hoofdorde een beroep uitoefenen dat losstaat van de |
| l'administration de la justice. Si l'article 300, alinéa 2, du Code | rechtsbedeling. Hoewel artikel 300, tweede lid, van het Gerechtelijk |
| judiciaire dispose que les conseillers sociaux sont soumis aux mêmes | Wetboek bepaalt dat de raadsheren in sociale zaken aan dezelfde regels |
| règles d'incompatibilité que les juges effectifs, il prévoit à cette | van onverenigbaarheid als de werkende rechters zijn onderworpen, |
| règle d'importantes dérogations puisqu'elle s'applique « à l'exception | voorziet het in belangrijke afwijkingen van die regel, vermits die |
| », notamment « de l'exercice d'un commerce, l'administration, la | laatste van toepassing is « met uitzondering van » met name « het |
| direction ou la surveillance de sociétés commerciales et | drijven van een handel, het beheer of de leiding van of het toezicht |
| d'établissements industriels et commerciaux », de « la conclusion et | op handelsvennootschappen en nijverheids- of handelsinrichtingen », « |
| l'exécution d'un contrat de travail » et « de l'exercice de la | het aangaan en de uitvoering van een arbeidsovereenkomst » en « de |
| profession de réviseur d'entreprise et de comptable et des activités | uitoefening van het beroep van bedrijfsrevisor en van accountant en de |
| qui leur sont autorisées en cette qualité ». | bezigheden die hen daardoor geoorloofd zijn ». |
| B.8. Il existe donc entre les conseillers à la cour du travail et les | B.8. Tussen de raadsheren in het arbeidshof en de raadsheren in |
| conseillers sociaux des différences telles qu'elles justifient qu'ils | sociale zaken bestaan dus zodanige verschillen die verantwoorden dat |
| soient traités différemment quant au privilège de juridiction. | zij ten aanzien van het voorrecht van rechtsmacht verschillend worden behandeld. |
| B.9. Les questions préjudicielles appellent une réponse négative. | B.9. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord. |
| Par ces motifs, | Om die redenen, |
| la Cour | het Hof |
| dit pour droit : | zegt voor recht : |
| L'article 479 du Code d'instruction criminelle ne viole pas les | Artikel 479 van het Wetboek van strafvordering schendt de artikelen 10 |
| articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il ne vise pas le | en 11 van de Grondwet niet, in zoverre het de raadsheer in sociale |
| conseiller social. | zaken niet beoogt. |
| Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare |
| l'audience publique du 11 mars 2009. | terechtzitting van 11 maart 2009. |
| Le greffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
| Le président, | De voorzitter, |
| M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |