← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 29/2009 du 18 février 2009 Numéro du rôle : 4456 En cause
: la question préjudicielle concernant l'article 35, § 4, alinéa 5, de la loi du 20 juillet 1990
relative à la détention préventive, posée par la Cour d'ap La Cour constitutionnelle, composée
des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. Ma(...)"
Extrait de l'arrêt n° 29/2009 du 18 février 2009 Numéro du rôle : 4456 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 35, § 4, alinéa 5, de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive, posée par la Cour d'ap La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. Ma(...) | Uittreksel uit arrest nr. 29/2009 van 18 februari 2009 Rolnummer 4456 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 35, § 4, vijfde lid, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, gesteld door het Hof van Beroep te Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechter(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 29/2009 du 18 février 2009 | Uittreksel uit arrest nr. 29/2009 van 18 februari 2009 |
Numéro du rôle : 4456 | Rolnummer 4456 |
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 35, § 4, | In zake : de prejudiciële vraag over artikel 35, § 4, vijfde lid, van |
alinéa 5, de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention | de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, gesteld |
préventive, posée par la Cour d'appel d'Anvers. | door het Hof van Beroep te Antwerpen. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de |
Martens, R. Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Moerman et E. Derycke, | rechters P. Martens, R. Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Moerman en E. |
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. | Derycke, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder |
Bossuyt, | voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt du 10 avril 2008 en cause du ministère public contre J. | Bij arrest van 10 april 2008 in zake het openbaar ministerie tegen J. |
D.R., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 16 avril | D.R., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 |
2008, la Cour d'appel d'Anvers a posé la question préjudicielle | april 2008, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende |
suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 35, § 4, alinéa 5, de la loi du 20 juillet 1990 relative à | « Schendt artikel 35, § 4, 5de alinea, van de wet van 20 juli 1990 |
la détention préventive viole-t-il les articles 10 et 11 de la | betreffende de voorlopige hechtenis de artikelen 10 en 11 van de |
Constitution en ce que le prévenu (ou l'inculpé) qui, sans motif | Grondwet in die mate dat de beklaagde (of inverdenkinggestelde) die |
légitime d'excuse, est resté en défaut de se présenter à un acte | zonder wettige reden van verschoning niet is verschenen bij enige |
quelconque de la procédure et qui bénéficie d'un renvoi des | proceshandeling en die buiten vervolging wordt gesteld, die wordt |
poursuites, d'un acquittement, d'une absolution ou d'une condamnation | vrijgesproken, die ontslag van rechtsvervolging bekomt of die |
conditionnelle obtient la restitution du cautionnement, sauf | voorwaardelijk wordt veroordeeld de teruggave van de borgstelling |
prélèvement des frais extraordinaires auxquels le défaut de se | bekomt, onder afhouding van de buitengewone kosten waartoe de |
présenter aura pu donner lieu, alors que, lorsque l'extinction de | niet-verschijning aanleiding mocht hebben gegeven, terwijl wanneer het |
l'action publique pour cause de prescription est constatée, le prévenu | verval van de strafvordering wegens verjaring wordt vastgesteld, de |
n'obtient pas ni ne peut obtenir la restitution du cautionnement ? ». | beklaagde geen teruggave van de borgstelling bekomt of kan bekomen ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. L'article 35, § 4, de la loi du 20 juillet 1990 relative à la | B.1. Artikel 35, § 4, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de |
détention préventive dispose : | voorlopige hechtenis bepaalt : |
« Le juge peut également exiger le paiement préalable et intégral d'un | « De rechter kan ook de voorafgaande en volledige betaling van een |
cautionnement, dont il fixe le montant. | borgsom vorderen, waarvan hij het bedrag bepaalt. |
Il peut motiver sa décision notamment sur la base de sérieux soupçons | Hij kan zijn beslissing met name gronden op ernstige vermoedens dat |
que des fonds ou des valeurs tirés de l'infraction ont été placés à | gelden of waarden afkomstig van het misdrijf in het buitenland zijn |
l'étranger ou dissimulés. | geplaatst ofwel verborgen gehouden. |
Le cautionnement est versé à la Caisse des dépôts et consignations, et | De borgsom wordt in de Deposito- en Consignatiekas gestort en het |
le ministère public, au vu du récépissé, fait exécuter l'ordonnance ou | openbaar ministerie doet, op vertoon van het ontvangbewijs, de |
l'arrêt de mise en liberté. | beschikking of het arrest van invrijheidstelling ten uitvoer leggen. |
Nonobstant le délai fixé à l'article 35, § 1er, et sans préjudice de | Niettegenstaande de termijn bepaald in artikel 35, § 1, en |
l'application de l'article 36, le cautionnement est restitué si l'inculpé s'est présenté à tous les actes de la procédure et pour l'exécution du jugement. Si la condamnation est conditionnelle, il suffit que l'inculpé se soit présenté à tous les actes de la procédure. Le cautionnement est attribué à l'Etat dès que l'inculpé, sans motif légitime d'excuse, est resté en défaut de se présenter à un acte quelconque de la procédure ou pour l'exécution du jugement. Néanmoins, en cas de renvoi des poursuites, d'acquittement, d'absolution ou de condamnation conditionnelle, le jugement ou l'arrêt en ordonne la restitution, sauf prélèvement des frais extraordinaires auxquels le défaut de se présenter aura pu donner lieu. | onverminderd de toepassing van artikel 36, wordt de borgsom teruggegeven indien de verdachte bij alle proceshandelingen, alsook ter tenuitvoerlegging van het vonnis, verschenen is. Wanneer de veroordeling voorwaardelijk is, is het voldoende dat de verdachte bij alle proceshandelingen verschenen is. De borgsom wordt toegewezen aan de Staat, zodra gebleken is dat de verdachte zonder wettige reden van verschoning niet verschenen is bij enige proceshandeling of ter tenuitvoerlegging van het vonnis. In geval echter van buitenvervolgingstelling, vrijspraak, ontslag van rechtsvervolging of voorwaardelijke veroordeling, beveelt het vonnis of het arrest de teruggave, onder afhouding van de buitengewone kosten |
Le défaut, par l'inculpé, de s'être présenté à un acte de la procédure | waartoe de niet-verschijning aanleiding mocht hebben gegeven. |
est constaté par le jugement ou l'arrêt de condamnation, lequel | De niet-verschijning van de verdachte bij een proceshandeling wordt |
déclare, en même temps, que le cautionnement est acquis à l'Etat. | vastgesteld door het vonnis of het arrest van veroordeling, waarbij |
Le défaut, par le condamné, de se présenter pour l'exécution du | eveneens verklaard wordt dat de borgsom aan de Staat vervalt. |
De niet-verschijning van de veroordeelde ter tenuitvoerlegging van het | |
jugement est constaté, sur les réquisitions du ministère public, par | vonnis wordt, op vordering van het openbaar ministerie, vastgesteld |
le tribunal qui a prononcé la condamnation. Le jugement déclare, en | door de rechtbank die de veroordeling heeft uitgesproken. Het vonnis |
même temps, que le cautionnement est acquis à l'Etat ». | verklaart tevens dat de borgsom aan de Staat vervalt ». |
B.2. La juridiction a quo demande si l'article 35, § 4, alinéa 5, de | B.2. Het verwijzende rechtscollege vraagt of artikel 35, § 4, vijfde |
la loi du 20 juillet 1990 est compatible avec les articles 10 et 11 de | lid, van de wet van 20 juli 1990 bestaanbaar is met de artikelen 10 en |
la Constitution, en ce que, en cas de renvoi des poursuites, | 11 van de Grondwet in zoverre in geval van buitenvervolgingstelling, |
d'acquittement, d'absolution ou de condamnation conditionnelle, la | vrijspraak, ontslag van rechtsvervolging of voorwaardelijke |
restitution du cautionnement est ordonnée, sauf prélèvement des frais | veroordeling, de teruggave van de borgsom wordt bevolen, onder |
extraordinaires auxquels le défaut de se présenter aura pu donner | afhouding van de buitengewone kosten waartoe de niet-verschijning |
lieu, alors qu'en cas d'extinction de l'action publique pour cause de | aanleiding mocht hebben gegeven, terwijl in geval van verval van de |
prescription, la restitution du cautionnement n'est pas prévue. | strafvordering wegens verjaring niet in de teruggave van de borgsom |
wordt voorzien. | |
B.3.1. Selon l'appelant devant la juridiction a quo, l'article 35, § | B.3.1. Volgens de appellant voor het verwijzende rechtscollege zou |
4, alinéa 4, de la loi du 20 juillet 1990 ne serait pas compatible | artikel 35, § 4, vierde lid, van de wet van 20 juli 1990 niet |
avec le principe d'égalité et de non-discrimination. | bestaanbaar zijn met het beginsel van gelijkheid en |
niet-discriminatie. | |
B.3.2. La Cour n'est toutefois pas interrogée au sujet de l'alinéa 4 | B.3.2. Het Hof wordt evenwel niet ondervraagd over het vierde, maar |
mais de l'alinéa 5 de l'article 35, § 4, de la loi du 20 juillet 1990. | over het vijfde lid van artikel 35, § 4, van de wet van 20 juli 1990. |
Les parties devant la Cour ne peuvent modifier ou étendre la portée de | De partijen voor het Hof vermogen de draagwijdte van de prejudiciële |
la question préjudicielle. | vraag niet te wijzigen of uit te breiden. |
B.4.1. La disposition en cause correspond à l'article 14 de la loi du | B.4.1. De in het geding zijnde bepaling stemt overeen met artikel 14 |
20 avril 1874 relative à la détention préventive avant son abrogation | van de wet van 20 april 1874 betreffende de voorlopige hechtenis, vóór |
par l'article 48, alinéa 1er, 2°, de la loi du 20 juillet 1990. Selon | het werd opgeheven bij artikel 48, eerste lid, 2°, van de wet van 20 |
cette disposition, la restitution du cautionnement est ordonnée en cas | juli 1990. Luidens die bepaling wordt de teruggave van de borgsom |
de renvoi des poursuites, d'acquittement, d'absolution ou de condamnation conditionnelle, et ce sauf prélèvement des frais extraordinaires auxquels le défaut de se présenter aura pu donner lieu. Cette disposition prévoit donc une restitution obligatoire du cautionnement, alors qu'auparavant, l'article 23 de la loi du 18 février 1852 sur la détention préventive disposait que le jugement ou l'arrêt pouvait ordonner la restitution « en cas de renvoi des poursuites ou d'acquittement ». | bevolen in geval van buitenvervolgingstelling, vrijspraak, ontslag van rechtsvervolging of voorwaardelijke veroordeling, en dit onder de afhouding van de buitengewone kosten waartoe de niet-verschijning aanleiding zou hebben gegeven. Aldus voorziet die bepaling in een verplichte teruggave van de borgsom, terwijl voorheen artikel 23 van de wet van 18 februari 1852 over de voorlopige hechtenis bepaalde dat « in geval van ontslag van rechtsvervolging of vrijspraak », het vonnis of het arrest de teruggave kon bevelen. B.4.2. In de Kamer van volksvertegenwoordigers werd het voormelde |
B.4.2. A la Chambre des représentants, l'article 14 précité a été | artikel 14 als volgt verantwoord : |
justifié comme suit : | |
« Si l'inculpé est resté en défaut de se présenter à un ou plusieurs | « Indien de verdachte niet is verschenen bij één of meer |
actes de la procédure, les juges peuvent, en vertu de l'article 23 de | proceshandelingen kunnen de rechters, krachtens artikel 23 van de wet |
la loi du 18 février 1852, ordonner la restitution de la partie du | van 18 februari 1852, de teruggave gelasten van het deel van de |
cautionnement qui était destinée à garantir sa représentation, quand | borgsom dat was bestemd om zijn vertegenwoordiging te garanderen, |
il est renvoyé des poursuites ou acquitté. | wanneer hij buiten vervolging wordt gesteld of wordt vrijgesproken. |
Le paragraphe 2 de l'article 14 du projet convertit cette faculté en | Paragraaf 2 van artikel 14 van het ontwerp maakt die mogelijkheid tot |
obligation. Il exige que les juges ordonnent la restitution du | een verplichting. Hij eist dat de rechters de teruggave van de borgsom |
cautionnement, en cas de renvoi des poursuites, d'acquittement ou | gelasten in geval van buitenvervolgingstelling, vrijspraak of ontslag |
d'absolution. | van rechtsvervolging. |
Sans se dissimuler les objections que ce système peut rencontrer, la | Zonder de bezwaren waarop dat systeem kan stuiten te ontveinzen, heeft |
Commission a cru devoir s'y rallier. Dès l'instant que le seul fait de | de Commissie gemeend zich daarbij te moeten aansluiten. Vanaf het |
l'absence de l'accusé à un ou plusieurs actes de la procédure n'entraîne pas, de plein droit, l'attribution du cautionnement à l'Etat, il est difficile, en effet, de laisser aux juges la faculté de faire une distinction entre les divers inculpés renvoyés des poursuites ou acquittés. Il en résulterait un inconvénient réel pour ceux d'entre eux à qui la restitution du cautionnement serait refusée. Devant la cour d'assises surtout, ce refus affaiblirait incontestablement l'effet moral de l'ordonnance d'acquittement ou de l'arrêt d'absolution. Ce serait une sorte de flétrissure imprimée à des hommes légalement réputés innocents » (Doc. parl., Chambre, | ogenblik dat het enkele feit van de afwezigheid van de beschuldigde bij een of meer proceshandelingen niet van rechtswege de toekenning van de borgsom aan de Staat met zich meebrengt, is het immers moeilijk aan de rechters de mogelijkheid te laten om een onderscheid te maken onder de verschillende verdachten die buiten vervolging worden gesteld of worden vrijgesproken. Daaruit zou een reëel nadeel voortvloeien voor diegenen onder hen aan wie de teruggave van de borgsom zou worden geweigerd. Vooral voor het hof van assisen zou die weigering ontegenzeggelijk het morele gezag van de beschikking van vrijspraak of van het arrest van ontslag van rechtsvervolging verzwakken. Dat zou erop neerkomen dat wettelijk onschuldig geachte mensen worden gebrandmerkt » (eigen vertaling) (Parl. St., Kamer, 1873-1874, nr. 90, |
1873-1874, n° 90, pp. 17-18). | pp. 17-18). |
B.4.3. Au Sénat, il a été ajouté : « On pourrait soutenir qu'à la rigueur la partie du cautionnement, destinée à garantir la comparution de l'inculpé, doit être acquise définitivement dès qu'il a été en défaut de comparaître; mais si la solution de la poursuite a prouvé l'innocence de l'inculpé, n'est-il pas plus juste, puisqu'il est renvoyé sans frais, de l'exonérer aussi de la perte de son cautionnement ? Il nous paraît, du reste, qu'il faut une règle fixe et unique et que la restitution ou la confiscation ne doit pas être laissée à la décision arbitraire du tribunal. Où pourrait-il, en effet, trouver une raison de différence pour autoriser dans un cas et pour refuser dans un autre la restitution du cautionnement ? Il ne se déciderait que par des considérations tirées de la prévention même, et alors vient se placer l'objection présentée | B.4.3. In de Senaat werd nog het volgende toegevoegd : « Men zou kunnen betogen dat desnoods het deel van de borgsom dat is bestemd om de verschijning van de verdachte te garanderen definitief verworven moet zijn zodra die verdachte in gebreke is gebleven te verschijnen; maar is het, wanneer op het einde van de strafvervolging de onschuld van de verdachte is bewezen, niet rechtvaardiger, vermits hij zonder kosten buiten vervolging is gesteld, hem ook vrij te stellen van het verlies van zijn borgsom ? Het komt ons overigens voor dat een vaste en unieke regel nodig is en dat de teruggave of de verbeurdverklaring niet moet worden overgelaten aan de willekeurige beslissing van de rechtbank. Waar zou zij immers een reden van verschil kunnen vinden om de teruggave van de borgsom in het ene geval toe te staan en in het andere te weigeren ? Zij zou haar beslissing enkel nemen op grond van de overwegingen afgeleid uit de tenlastelegging zelf en daar bovenop zou dan het bezwaar komen dat werd geuit in het in de Kamer |
dans le rapport fait à la Chambre, objection fondée sur l'effet moral | uitgebrachte verslag, een bezwaar dat is gebaseerd op het kwalijke |
fâcheux que produirait sur le jugement d'acquittement le refus de la | morele gevolg dat de weigering van de teruggave van de borgsom op het |
restitution du cautionnement » (Doc. parl., Sénat, 1873-1874, n° 64, | vonnis van vrijspraak zou hebben » (eigen vertaling) (Parl. St., |
p. 8). | Senaat, 1873-1874, nr. 64, p. 8). |
B.5.1. L'article 14, alinéa 2, de la loi du 20 avril 1874 prévoyait à | B.5.1. Artikel 14, tweede lid, van de wet van 20 april 1874 voorzag |
l'origine la restitution obligatoire du cautionnement en cas de renvoi | oorspronkelijk in de verplichte teruggave van de borgsom in geval van |
des poursuites, d'acquittement ou d'absolution. L'article unique de la | buitenvervolgingstelling, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging. |
loi du 23 juillet 1895 « complétant les articles 13 et 14 de la loi du | Het enige artikel van de wet van 23 juli 1895 « tot aanvulling van de |
20 avril 1874 sur la détention préventive » a ajouté à ces cas la « condamnation conditionnelle ». B.5.2. Cet ajout a été justifié comme suit : « Le cautionnement, en effet, n'a pour but que de substituer la détention de la fortune à la détention de la personne. Dans les cas où celle-ci doit cesser, le cautionnement perd sa raison d'être. Or, lorsqu'une décision passée en force de chose jugée accorde au condamné détenu préventivement le bénéfice d'un sursis, la détention préventive prend fin; la libération du condamné n'a plus le caractère d'une mise en liberté provisoire, elle devient définitive en vertu d'un droit que le condamné puise dans le jugement lui-même. Dès lors, le cautionnement, qui n'est qu'une modalité de la mise en liberté provisoire, ne peut être maintenu davantage » (Doc. parl., Chambre, | artikelen 13 en 14 der wet van 20 april 1874 over gevangenhouding van betichten » heeft aan die gevallen « de voorwaardelijke veroordeling » toegevoegd. B.5.2. Die toevoeging werd als volgt verantwoord : « De borgsom heeft immers enkel tot doel het vasthouden van het fortuin in de plaats te stellen van de hechtenis van de persoon. In de gevallen waarin die hechtenis moet worden beëindigd, verliest de borgsom haar bestaansreden. Wanneer echter een in kracht van gewijsde gegane beslissing aan de veroordeelde die in voorlopige hechtenis is genomen, het voordeel van uitstel toekent, neemt de voorlopige hechtenis een einde; de vrijlating van de veroordeelde heeft niet langer het karakter van een voorlopige invrijheidstelling, maar ze wordt definitief krachtens een recht dat de veroordeelde uit het vonnis zelf put. Bijgevolg kan de borgsom, die slechts een modaliteit van de voorlopige invrijheidstelling is, niet langer worden gehandhaafd » (eigen vertaling) (Parl. St., Kamer, 1894-1895, nr. 184, |
1894-1895, n° 184, p. 2). | p. 2). |
A la Chambre, il fut ajouté : | In de Kamer werd nog het volgende toegevoegd : |
« Le cautionnement prévu par l'article 10 de la loi du 20 avril 1874 | « De borgsom waarin artikel 10 van de wet van 20 april 1874 |
sur la détention préventive, comme condition à laquelle peut être | betreffende de voorlopige hechtenis voorziet, als voorwaarde waarvan |
subordonnée la mise en liberté provisoire des inculpés, a pour but de | de voorlopige invrijheidstelling van de verdachten afhankelijk kan |
worden gemaakt, heeft tot doel het vasthouden van het fortuin in de | |
substituer la détention de la fortune à la détention de la personne. | plaats te stellen van de hechtenis van de persoon. De memorie van |
toelichting bij het wetsontwerp zegt dus, overigens zeer terecht, dat | |
L'Exposé des motifs du projet de loi dit donc, avec toute raison, que, | wanneer die hechtenis moet worden beëindigd, de borgsom haar |
lorsque celle-ci doit cesser, le cautionnement perd sa raison d'être, | bestaansreden verliest, zowel in het geval van voorwaardelijke |
aussi bien dans le cas de condamnation conditionnelle, que dans les | veroordeling als in de gevallen van vrijspraak, ontslag van |
cas d'acquittement, d'absolution ou de renvoi des poursuites » (Doc. | rechtsvervolging of buitenvervolgingstelling » (eigen vertaling) |
parl., Chambre, 1894-1895, n° 194, p. 1). | (Parl. St., Kamer, 1894-1895, nr. 194, p. 1) |
B.6. En ce que le cautionnement garantit la comparution de l'inculpé, | B.6. In zoverre de borgsom dient als waarborg voor de verschijning van |
de verdachte, is het niet onredelijk dat in geval van de | |
il n'est pas déraisonnable qu'en cas de non-comparution d'un inculpé à | niet-verschijning van een verdachte bij een proceshandeling de borgsom |
un acte de la procédure, le cautionnement soit attribué à l'Etat, même | aan de Staat vervallen wordt verklaard, ook al wordt de betrokkene |
si l'intéressé n'est pas condamné pour les faits qui sont mis à sa | niet veroordeeld voor de feiten die hem ten laste worden gelegd. Die |
charge. Cette attribution, qui n'est pas une peine, est, en effet, | toewijzing, die geen straf is, is immers verbonden aan de |
liée à la non-comparution. | niet-verschijning. |
B.7. La disposition en cause prévoit toutefois que le cautionnement | B.7. De in het geding zijnde bepaling bepaalt evenwel dat de borgsom |
sera restitué à une catégorie de personnes qui ne se sont pas | moet worden teruggegeven aan een categorie van personen die niet bij |
présentées à tous les actes de la procédure, en raison du fait que les | alle proceshandelingen zijn verschenen, op grond van het feit dat de |
intéressés bénéficient d'un renvoi des poursuites, d'un acquittement, | betrokkenen buitenvervolgingstelling, vrijspraak, ontslag van |
d'une absolution ou d'une condamnation conditionnelle. Il ressort des | rechtsvervolging of voorwaardelijke veroordeling genieten. Uit de in |
travaux préparatoires mentionnés en B.5.2 que le législateur estimait | B.5.2 vermelde parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever van |
que le cautionnement devait être restitué lorsque, à la suite d'une | oordeel was dat de borgsom moest worden teruggegeven wanneer, ten |
décision de justice, la détention de l'intéressé ne pouvait plus être | gevolge van een rechterlijke beslissing, de hechtenis van de |
ordonnée. | betrokkene niet langer kon worden bevolen. |
B.8. Lorsque la juridiction de jugement constate la prescription de | B.8. Wanneer het vonnisgerecht de verjaring van de strafvordering |
l'action publique, le prévenu se trouve dans une situation comparable. | vaststelt, bevindt de beklaagde zich in een vergelijkbare situatie. |
Du fait de la prescription de l'action publique, sa détention ne peut | Door de verjaring van de strafvordering kan zijn hechtenis niet langer |
plus être ordonnée. | worden bevolen. |
B.9. En outre, du fait de la prescription, qui est d'ordre public, | B.9. Bovendien vervalt door de verjaring, die van openbare orde is, de |
l'action publique s'éteint sans que le juge pénal puisse se prononcer sur le fond de l'affaire. Par conséquent, le prévenu n'est pas condamné pour les faits qui sont mis à sa charge. Dans les cas mentionnés dans la disposition en cause, l'intéressé, soit n'est pas condamné pour les faits qui sont mis à sa charge, soit est déclaré coupable de ces faits sans être condamné à un emprisonnement effectif. B.10. La disposition en cause établit en outre une différence de traitement selon que la prescription de l'action publique est constatée par une juridiction d'instruction ou par une juridiction de jugement. En effet, une juridiction d'instruction peut ordonner le renvoi des poursuites lorsqu'une cause d'extinction de l'action publique est | strafvordering, zonder dat de strafrechter zich over de grond van de zaak kan uitspreken. Bijgevolg wordt de beklaagde niet veroordeeld voor de feiten die hem ten laste worden gelegd. In de gevallen die in de in het geding zijnde bepaling zijn vermeld, wordt de betrokkene hetzij niet veroordeeld voor de feiten die hem ten laste worden gelegd, hetzij schuldig bevonden aan die feiten, zonder dat hij tot een effectieve gevangenisstraf wordt veroordeeld. B.10. De in het geding zijnde bepaling doet tevens een verschil in behandeling ontstaan naargelang de verjaring van de strafvordering wordt vastgesteld door een onderzoeksgerecht of door een vonnisgerecht. Een onderzoeksgerecht kan immers de buitenvervolgingstelling bevelen wanneer een grond van verval van de strafvordering wordt vastgesteld |
constatée (Cass., 3 février 1949, Pas., 1949, I, p. 104). Etant donné | (Cass., 3 februari 1949, Pas., 1949, I, p. 104). Vermits door de |
que, du fait de la prescription, l'action publique s'éteint, la | verjaring de strafvordering vervalt, kan de raadkamer of de kamer van |
chambre du conseil ou la chambre des mises en accusation peut par | inbeschuldigingstelling bijgevolg op die grond de |
conséquent ordonner le renvoi des poursuites pour ce motif. Dans cette | buitenvervolgingstelling bevelen. In die hypothese beveelt, |
hypothèse, conformément à la disposition en cause, la juridiction | overeenkomstig de in het geding zijnde bepaling, het onderzoeksgerecht |
d'instruction ordonne la restitution du cautionnement. | de teruggave van de borgsom. |
En revanche, lorsque la juridiction de jugement constate l'extinction | Wanneer daarentegen, het vonnisgerecht het verval van de |
de l'action publique par suite de la prescription, il découle de la | strafvordering op grond van de verjaring vaststelt, vloeit uit de in |
disposition en cause que la juridiction de jugement ne doit pas | het geding zijnde bepaling voort dat het vonnisgerecht de teruggave |
ordonner la restitution. | daarentegen niet moet bevelen. |
B.11. Il résulte de ce qui précède que la différence de traitement qui | B.11. Uit het voorgaande volgt dat het verschil in behandeling dat uit |
découle de la disposition en cause n'est pas raisonnablement | de in het geding zijnde bepaling voortvloeit, niet redelijk is |
justifiée. | verantwoord. |
La question préjudicielle appelle une réponse affirmative. | De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 35, § 4, alinéa 5, de la loi du 20 juillet 1990 relative à | Artikel 35, § 4, vijfde lid, van de wet van 20 juli 1990 betreffende |
la détention préventive viole les articles 10 et 11 de la Constitution. | de voorlopige hechtenis schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare |
l'audience publique du 18 février 2009. | terechtzitting van 18 februari 2009. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |