← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 24/2009 du 18 février 2009 Numéro du rôle : 4390 En cause
: la question préjudicielle relative à l'article 171, 6°, premier tiret, du Code des impôts sur les revenus
1992, tel qu'il a été modifié par l'article 123 de l La Cour constitutionnelle, composée des présidents M.
Melchior et M. Bossuyt, et des juges P. Ma(...)"
Extrait de l'arrêt n° 24/2009 du 18 février 2009 Numéro du rôle : 4390 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 171, 6°, premier tiret, du Code des impôts sur les revenus 1992, tel qu'il a été modifié par l'article 123 de l La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Melchior et M. Bossuyt, et des juges P. Ma(...) | Uittreksel uit arrest nr. 24/2009 van 18 februari 2009 Rolnummer 4390 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 171, 6°, eerste streepje, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals gewijzigd bij artikel 123 van de pro Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de rechter(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 24/2009 du 18 février 2009 | Uittreksel uit arrest nr. 24/2009 van 18 februari 2009 |
Numéro du rôle : 4390 | Rolnummer 4390 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 171, 6°, | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 171, 6°, eerste |
premier tiret, du Code des impôts sur les revenus 1992, tel qu'il a | streepje, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals |
été modifié par l'article 123 de la loi-programme du 8 avril 2003, | gewijzigd bij artikel 123 van de programmawet van 8 april 2003, |
posée par le Tribunal de première instance de Liège. | gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Luik. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents M. Melchior et M. Bossuyt, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de |
Martens, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. | rechters P. Martens, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. |
Derycke, J. Spreutels et T. Merckx-Van Goey, assistée du greffier | Moerman, E. Derycke, J. Spreutels en T. Merckx-Van Goey, bijgestaan |
P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, | door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 6 décembre 2007 en cause de René Van de Wiele et | Bij vonnis van 6 december 2007 in zake René Van de Wiele en Francine |
Francine Verhaege contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue | Verhaege tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie |
au greffe de la Cour le 17 décembre 2007, le Tribunal de première | van het Hof is ingekomen op 17 december 2007, heeft de Rechtbank van |
instance de Liège a posé la question préjudicielle suivante : | eerste aanleg te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Dans sa version applicable à l'exercice 2004, l'article 171, 6°, premier tiret, du CIR 1992 viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'en pratique, le bénéfice du taux distinct pour le pécule de vacances qui est acquis et payé au travailleur ou au dirigeant d'entreprise occupé dans le cadre d'un contrat de travail, durant l'année où il quitte son employeur, ne peut s'appliquer aux ouvriers, même si la formulation du texte laisse croire qu'il est pareillement applicable aux ouvriers et aux employés, parce qu'en règle générale, le pécule de vacances des ouvriers afférent à l'année | « Schendt artikel 171, 6°, eerste streepje, van het WIB 1992, in de versie ervan die op het aanslagjaar 2004 van toepassing is, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het voordeel van de afzonderlijke aanslagvoet voor het vakantiegeld dat tijdens het jaar dat de werknemer of de bedrijfsleider die met een arbeidsovereenkomst is tewerkgesteld, zijn werkgever verlaat, is opgebouwd en aan hem wordt betaald, in de praktijk niet kan gelden voor de arbeiders, ook al laat de formulering van de tekst uitschijnen dat die gelijkelijk van toepassing is op de arbeiders en de bedienden, daar het vakantiegeld van de arbeiders met betrekking tot het jaar van de brugpensionering hun over het algemeen het daaropvolgende jaar wordt |
de la mise à la prépension [leur] est versé l'année suivante ? ». | uitgekeerd ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. La Cour est invitée à se prononcer sur la compatibilité, avec les | B.1. Het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de |
articles 10 et 11 de la Constitution, de l'article 171, 6°, premier | bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van |
artikel 171, 6°, eerste streepje, van het Wetboek van de | |
tiret, du Code des impôts sur les revenus 1992 (ci-après : CIR 1992) | inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 1992), in zoverre het in de |
en ce qu'il aurait pour effet, en pratique, de ne pas faire bénéficier | praktijk ertoe zou leiden dat de arbeiders geen aanspraak kunnen maken |
les ouvriers du taux distinct pour le pécule de vacances afférent à | op de afzonderlijke aanslagvoet voor het vakantiegeld met betrekking |
l'année de leur mise à la prépension, alors que la formulation de | tot het jaar van hun brugpensionering, terwijl de formulering van die |
ladite disposition permet de supposer qu'elle s'applique aussi bien | bepaling laat veronderstellen dat zij zowel op de arbeiders als op de |
aux ouvriers qu'aux employés. | bedienden van toepassing is. |
B.2. L'article 171, 6°, premier tiret, du CIR 1992 dispose : | B.2. Artikel 171, 6°, eerste streepje, van het WIB 1992 bepaalt : |
« Par dérogation aux articles 130 à 168, sont imposables | « In afwijking van de artikelen 130 tot 168, zijn afzonderlijk |
distinctement, sauf si l'impôt ainsi calculé, majoré de l'impôt | belastbaar, behalve wanneer de aldus berekende belasting, vermeerderd |
met de belasting betreffende de andere inkomsten, meer bedraagt dan | |
afférent aux autres revenus, est supérieur a celui que donnerait | die welke zou voortvloeien uit de toepassing van de evenvermelde |
l'application desdits articles à l'ensemble des revenus imposables : | artikelen op het geheel van de belastbare inkomsten : |
[...] | [...] |
6° au taux afférent à l'ensemble des autres revenus imposables : | 6° tegen de aanslagvoet met betrekking tot het geheel van de andere belastbare inkomsten : |
- le pécule de vacances acquis et payé au travailleur durant l'année | - het vakantiegeld dat, tijdens het jaar dat de werknemer zijn |
où il quitte son employeur; | werkgever verlaat, is opgebouwd en aan hem wordt betaald; |
[...] ». | [...] ». |
B.3.1. La disposition en cause a fait l'objet d'une modification par | B.3.1. De in het geding zijnde bepaling is bij artikel 123 van de |
l'article 123 de la loi-programme du 8 avril 2003 (Moniteur belge du | programmawet van 8 april 2003 (Belgisch Staatsblad van 17 april 2003) |
17 avril 2003) en vue de supprimer la distinction entre ouvriers et | gewijzigd om het onderscheid tussen arbeiders en bedienden op het |
employés qui résultait du texte de l'article 171, 6°, premier tiret, | heffen dat voortvloeide uit de vorige versie van artikel 171, 6°, |
dans sa version antérieure. | eerste streepje. |
L'article 123 précité a été introduit dans la loi-programme par la | Het voormelde artikel 123 is in de programmawet ingevoegd via een |
voie d'un amendement n° 56 du Gouvernement justifié comme suit : | amendement nr. 56 van de Regering, dat als volgt is verantwoord : |
« L'arrêt de la Cour d'Arbitrage n° 185/2002 du 11 décembre 2002 a | « Het arrest van het Arbitragehof nr. 185/2002 van 11 december 2002 |
relevé les deux discriminations suivantes : | heeft op de volgende twee discriminaties gewezen : |
- en ce que l'article 171, 6°, 1er tiret, du Code des impôts sur les | - in zoverre artikel 171, 6°, eerste streepje, van het Wetboek van de |
revenus 1992 (CIR 92) (taxation distincte au taux afférent à | inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) (afzonderlijke taxatie van het |
l'ensemble des autres revenus imposables du pécule de vacances | vervroegd vakantiegeld tegen de aanslagvoet met betrekking tot het |
anticipé) s'applique aux seuls employés, il n'est pas compatible avec | geheel van de andere belastbare inkomsten) enkel van toepassing is op |
les articles 10 et 11 de la Constitution; | de bedienden, is het niet verenigbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet; |
[...] | [...] |
Afin d'éliminer ces discriminations constatées par la Cour | |
d'Arbitrage, il est proposé de remplacer l'article 171, 6°, 1er tiret, | Teneinde die door het Arbitragehof vastgestelde discriminaties uit te |
CIR 92 afin qu'y soit désormais visé explicitement le pécule de | sluiten, wordt voorgesteld artikel 171, 6°, eerste streepje, WIB 92 te |
vervangen zodat hier voortaan uitdrukkelijk het vakantiegeld wordt | |
vacances payé à un travailleur qui quitte son employeur et afférent à | beoogd dat is betaald aan een werknemer die zijn werkgever verlaat, en |
la partie de l'année au cours de laquelle ce travailleur a été occupé | dat betrekking heeft op de periode van het jaar waarin de werknemer is |
par cet employeur, pour autant qu'il soit payé pendant cette même | tewerkgesteld door die werkgever, in zoverre het in het jaar zelf is |
année, donc sans faire de distinction entre les employés et les | uitbetaald, dus zonder een onderscheid te maken tussen bedienden en |
ouvriers. | arbeiders. |
Par ailleurs, ce texte reflète mieux la philosophie qui sous-tend | Bovendien geeft die tekst beter de filosofie weer die achter de |
l'imposition distincte, à savoir ne pas aggraver la progressivité de | afzonderlijk taxatie zit, namelijk de progressiviteit van de belasting |
l'impôt suite au cumul du pécule de vacances anticipé calculé sur la | niet verzwaren door de samenvoeging van het vervroegd vakantiegeld |
base des prestations de l'année du départ avec le pécule de vacances | berekend op grond van de prestaties van het jaar van vertrek met het |
ordinaire calculé sur la base des prestations de l'année antérieure. | gewone vakantiegeld berekend op grond van de prestaties van het vorige jaar. |
Le nouvel article 171, 6°, 1er tiret, CIR 92 met ainsi fin à la double | Het nieuwe artikel 171, 6°, eerste streepje, WIB 92 stelt op die wijze |
discrimination dénoncée par la Cour d'Arbitrage. | een einde aan de dubbele discriminatie die door het Arbitragehof wordt aangeklaagd. |
Il est en outre proposé que la nouvelle disposition produise ses | Er wordt voorgesteld de nieuwe bepaling uitwerking te laten hebben |
effets à partir de l'exercice d'imposition 2003 » (Doc. parl., | vanaf aanslagjaar 2003 » (Parl. St., Kamer, 2002-2003, DOC |
Chambre, 2002-2003, DOC 50-2343/022, pp. 2-3). | 50-2343/022, pp. 2-3). |
B.3.2. Par l'arrêt n° 185/2002 du 11 décembre 2002, la Cour a jugé que | B.3.2. In het arrest nr. 185/2002 van 11 december 2002 heeft het Hof |
l'article 171, 6°, premier tiret, du CIR 1992, tel qu'il était rédigé | geoordeeld dat artikel 171, 6°, eerste streepje, van het WIB 1992, |
avant sa modification par l'article 123 de la loi-programme précitée, | vóór de wijziging ervan bij artikel 123 van de voormelde programmawet, |
violait les articles 10 et 11 de la Constitution pour les motifs suivants : « Par ailleurs, en ce que l'article 171, 6°, réserve aux seuls employés le bénéfice du taux distinct auquel il soumet le pécule de vacances acquis et payé à l'employé qui quitte l'entreprise, il prive du bénéfice d'une imposition à ce même taux préférentiel le pécule de vacances payé aux ouvriers se trouvant dans la même situation. Le Conseil des ministres n'établit pas, et la Cour n'aperçoit pas davantage ce qui justifierait raisonnablement une telle différence de traitement opérée entre travailleurs prépensionnés. L'argument avancé par le Conseil des ministres - à savoir le souci d'éviter l'effet de | om de volgende redenen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schond : « Overigens, in zoverre artikel 171, 6°, het voordeel van de afzonderlijke aanslagvoet waaraan het verkregen vakantiegeld dat wordt betaald aan een bediende die de onderneming verlaat is onderworpen, uitsluitend aan de bedienden voorbehoudt, ontzegt het het vakantiegeld dat wordt betaald aan de arbeiders die zich in dezelfde situatie bevinden, het voordeel van een aanslag tegen diezelfde preferentiële aanslagvoet. De Ministerraad toont niet aan, en het Hof ziet niet in, wat een dergelijk verschil in behandeling tussen werknemers met brugpensioen redelijk zou verantwoorden. Zo het door de Ministerraad aangevoerde argument - namelijk de zorg om het gevolg te vermijden van de |
la progressivité de l'impôt lié au cumul du pécule de vacances avec | progressiviteit van de belasting verbonden met de samenvoeging van het |
les autres revenus de l'année durant laquelle ce pécule est payé -, | vakantiegeld met de andere inkomsten van het jaar waarin dat |
s'il est de nature à justifier l'application à ce pécule d'un taux | vakantiegeld wordt betaald - de toepassing van een afzonderlijke |
d'imposition distinct, n'est toutefois pas de nature à justifier que | aanslagvoet op dat vakantiegeld kan verantwoorden, is het evenwel niet |
van die aard dat het kan verantwoorden dat het voordeel van die | |
le bénéfice de ce taux soit réservé aux seuls employés qui quittent | aanslagvoet uitsluitend wordt voorbehouden aan de bedienden die een |
une entreprise ». | onderneming verlaten ». |
B.4. D'après le juge a quo, la discrimination constatée par la Cour | B.4. Volgens de verwijzende rechter is de door het Hof vastgestelde |
n'a pas été supprimée par la modification de l'article 171, 6°, premier tiret, intervenue le 8 avril 2003. | discriminatie niet opgeheven door de wijziging, op 8 april 2003, van artikel 171, 6°, eerste streepje. |
De verwijzende rechter merkt immers op dat het vakantiegeld met | |
betrekking tot de arbeidsprestaties die de arbeider in het verleden | |
Le juge a quo relève, en effet, qu'en vertu de l'article 23 de | heeft verricht, op grond van artikel 23 van het koninklijk besluit van |
l'arrêté royal du 30 mars 1967 déterminant les modalités générales | 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van |
d'exécution des lois relatives aux vacances annuelles des travailleurs | |
salariés, le pécule afférent aux prestations de travail que l'ouvrier | de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers hem pas |
a accomplies par le passé ne lui est versé que l'année qui suit celle | wordt uitgekeerd in het jaar dat volgt op dat van zijn |
de sa mise à la prépension. A défaut pour les ouvriers de percevoir un | brugpensionering. Aangezien de arbeiders geen vervroegd vakantiegeld |
pécule de vacances anticipé, ils ne seraient donc pas concernés par | ontvangen, zou artikel 171, 6°, eerste streepje, van het WIB 1992 geen |
l'article 171, 6°, premier tiret, du CIR 1992. | betrekking hebben op hen. |
B.5.1. Le Conseil des ministres soutient, dans son mémoire, que la | B.5.1. In zijn memorie voert de Ministerraad aan dat het Hof niet |
Cour ne serait pas compétente pour répondre à la question qui lui est | bevoegd zou zijn om de voorgelegde vraag te beantwoorden. Hij is |
soumise. Il estime, en effet, que la différence de traitement dénoncée | immers van mening dat het aangeklaagde verschil in behandeling niet |
trouve son origine non pas dans l'article 171, 6°, premier tiret, du | voortvloeit uit artikel 171, 6°, eerste streepje, van het WIB 1992, |
CIR 1992 mais dans l'article 23 de l'arrêté royal précité. | maar uit artikel 23 van het voormelde koninklijk besluit. |
B.5.2. Lorsqu'une exception d'irrecevabilité concerne également la | B.5.2. Wanneer een exceptie van onontvankelijkheid tevens betrekking |
portée qu'il y a lieu de donner à la disposition en cause, l'examen de | heeft op de draagwijdte die aan de in het geding zijnde bepaling dient |
la recevabilité se confond avec celui du fond de l'affaire. | te worden gegeven, valt het onderzoek van de ontvankelijkheid samen |
met dat van de grond van de zaak. | |
B.6.1. Het in het geding zijnde artikel 171, 6°, eerste streepje, van | |
B.6.1. L'article 171, 6°, premier tiret, du CIR 1992 en cause exige | het WIB 1992 vereist dat het vakantiegeld, voor de toepassing van de |
que le pécule de vacances soit versé durant l'année où le travailleur | afzonderlijke aanslagvoet waarin het voorziet, wordt uitgekeerd in het |
quitte son employeur pour l'application du taux distinct qu'il | jaar waarin de werknemer zijn werkgever verlaat. |
prévoit. B.6.2. En remplaçant le terme « employé » par celui de « travailleur » | B.6.2. Door de term « hoofdarbeider » te vervangen door die van « |
à l'article 171, 6°, premier tiret, du CIR 1992, le législateur | werknemer » in artikel 171, 6°, eerste streepje, van het WIB 1992 |
entendait manifestement mettre fin à la différence de traitement jugée | wilde de wetgever klaarblijkelijk een einde maken aan het door het Hof |
discriminatoire par la Cour dans son arrêt n° 185/2002 précité, en | in zijn voormeld arrest nr. 185/2002 discriminerend bevonden verschil |
in behandeling, door het de arbeiders mogelijk te maken om net als de | |
permettant aux ouvriers de bénéficier, au même titre que les employés, | bedienden de afzonderlijke aanslagvoet te genieten waarin artikel 171, |
du taux distinct prévu à l'article 171, 6°, premier tiret, du CIR 1992 | 6°, eerste streepje, van het WIB 1992 voorziet voor de belasting van |
pour la taxation du pécule de vacances acquis et payé à l'ouvrier | het vakantiegeld opgebouwd en betaald aan de arbeider in het jaar dat |
durant l'année où il quitte son employeur. | hij zijn werkgever verlaat. |
En ce qu'il a pour effet de traiter de manière identique l'ouvrier et | |
l'employé dans l'hypothèse où ils acquièrent et perçoivent leur pécule | |
de vacances afférent à l'année où ils quittent leur employeur, durant | |
l'année de leur départ, l'article 171, 6°, premier tiret, du CIR 1992 | Artikel 171, 6°, eerste streepje, van het WIB 1992 is bestaanbaar met |
est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. B.7.1. La Cour doit encore examiner l'hypothèse dans laquelle le pécule de vacances afférent à l'année où l'ouvrier quitte son employeur, lui est versé l'année qui suit celle de sa mise à la prépension. En effet, comme le relève le juge a quo, en vertu de l'article 23 de l'arrêté royal du 30 mars 1967 déterminant les modalités générales d'exécution des lois relatives aux vacances annuelles des travailleurs salariés, le pécule afférent aux prestations de travail que l'ouvrier a accomplies ne lui est versé que l'année qui suit celle de sa mise à la prépension. B.7.2. Il résulte de la disposition réglementaire précitée qu'en principe un ouvrier qui est admis à la prépension perçoit le pécule de vacances afférent à l'année où il quitte son employeur l'année qui suit sa mise à la prépension, de sorte que ce pécule de vacances ne sera pas cumulé avec celui afférent à l'année qui précède celle où il quitte son employeur. Dans cette mesure, la situation de l'ouvrier diffère de celle de l'employé, qui perçoit, quant à lui, deux pécules de vacances l'année où il quitte son employeur, en l'occurrence celui afférent à l'année qui précède son départ et celui afférent à l'année de son admission à la prépension. | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het tot gevolg heeft dat de arbeider en de bediende identiek worden behandeld wanneer zij hun vakantiegeld met betrekking tot het jaar waarin zij hun werkgever verlaten, verwerven en ontvangen in het jaar van hun vertrek. B.7.1. Het Hof moet voorts de hypothese onderzoeken waarbij het vakantiegeld met betrekking tot het jaar waarin de arbeider zijn werkgever verlaat, hem wordt uitgekeerd in het jaar dat volgt op dat van zijn brugpensionering. Immers, zoals de verwijzende rechter opmerkt, wordt het vakantiegeld met betrekking tot de arbeidsprestaties die de arbeider heeft verricht, op grond van artikel 23 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers hem pas uitgekeerd in het jaar dat volgt op zijn brugpensionering. B.7.2. Uit de voormelde reglementaire bepaling vloeit voort dat een op brugpensioen gestelde arbeider het vakantiegeld met betrekking tot het jaar waarin hij zijn werkgever verlaat, in beginsel ontvangt in het jaar dat volgt op de brugpensionering, zodat dat vakantiegeld niet zal worden samengevoegd met het vakantiegeld dat betrekking heeft op het jaar dat voorafgaat aan dat waarin hij zijn werkgever verlaat. In die mate verschilt de situatie van de arbeider van die van de bediende, die van zijn kant in het jaar dat hij zijn werkgever verlaat twee vakantiegelden ontvangt, namelijk dat met betrekking tot het jaar dat voorafgaat aan zijn vertrek en dat met betrekking tot het jaar van zijn brugpensionering. |
B.7.3. Dès lors que, comme il a été rappelé en B.3.1, l'objectif du | B.7.3. Aangezien, zoals eraan is herinnerd in B.3.1, het doel van de |
législateur était de ne pas aggraver la progressivité de l'impôt en | wetgever erin bestond de progressiviteit van de belasting niet te |
raison du cumul du pécule de vacances anticipé calculé sur la base des | verzwaren door de samenvoeging van het vervroegde vakantiegeld |
prestations de l'année du départ avec le pécule de vacances ordinaire | berekend op grond van de prestaties van het jaar van vertrek met het |
calculé sur la base des prestations de l'année antérieure, il est | gewone vakantiegeld berekend op grond van de prestaties van het vorige |
raisonnablement justifié de ne pas permettre à l'ouvrier de bénéficier | jaar, is het redelijk verantwoord het de arbeider niet mogelijk te |
du taux distinct prévu par la disposition en cause. Celui-ci se | maken de afzonderlijke aanslagvoet te genieten waarin de in het geding |
trouve, en effet, dans une situation objectivement différente de celle | zijnde bepaling voorziet. Die arbeider bevindt zich immers in een |
de l'employé dans la mesure où il ne cumule pas la perception des deux | situatie die objectief verschilt van die van de bediende, in zoverre |
pécules de vacances pour lesquels le législateur a entendu éviter | hij niet de inning cumuleert van twee vakantiegelden waarvoor de |
l'aggravation de la progressivité de l'impôt, de sorte qu'il est | wetgever de verzwaring van de progressiviteit van de belasting heeft |
raisonnablement justifié qu'il soit traité différemment. | willen voorkomen, zodat het redelijk verantwoord is dat hij |
verschillend wordt behandeld. | |
B.8. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 171, 6°, premier tiret, du Code des impôts sur les revenus | Artikel 171, 6°, eerste streepje, van het Wetboek van de |
1992 ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | inkomstenbelastingen 1992 schendt de artikelen 10 en 11 van de |
Grondwet niet. | |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare |
l'audience publique du 18 février 2009. | terechtzitting van 18 februari 2009. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |