Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 86/2008 du 27 mai 2008 Numéro du rôle : 4285 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 7, § 1 er , 2°, c), du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par le Tribunal de première instan La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Melchior et M. Bossuyt, et des juges P. Ma(...)"
Extrait de l'arrêt n° 86/2008 du 27 mai 2008 Numéro du rôle : 4285 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 7, § 1 er , 2°, c), du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par le Tribunal de première instan La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Melchior et M. Bossuyt, et des juges P. Ma(...) Uittreksel uit arrest nr. 86/2008 van 27 mei 2008 Rolnummer 4285 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 7, § 1, 2°, c), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Luik. Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de rechter(...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 86/2008 du 27 mai 2008 Uittreksel uit arrest nr. 86/2008 van 27 mei 2008
Numéro du rôle : 4285 Rolnummer 4285
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 7, § 1er, In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 7, § 1, 2°, c),
2°, c), du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par le Tribunal van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de
de première instance de Liège. Rechtbank van eerste aanleg te Luik.
La Cour constitutionnelle, Het Grondwettelijk Hof,
composée des présidents M. Melchior et M. Bossuyt, et des juges P. samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de
Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, rechters P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen,
J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels et T. Merckx-Van Goey, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels en T. Merckx-Van
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder
Melchior, voorzitterschap van voorzitter M. Melchior,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par jugement du 6 septembre 2007 en cause de Arthur De Crucq contre Bij vonnis van 6 september 2007 in zake Arthur De Crucq tegen de
l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is
13 septembre 2007, le Tribunal de première instance de Liège a posé la ingekomen op 13 september 2007, heeft de Rechtbank van eerste aanleg
question préjudicielle suivante : te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 7, § 1er, 2°, c) du Code des impôts sur les revenus 1992 « Is artikel 7, § 1, 2°, c), van het Wetboek van de
qui prévoit la taxation des revenus des biens immobiliers sur la base, inkomstenbelastingen 1992, dat voorziet in het belasten van de
en principe, du montant total du loyer et des avantages locatifs (en inkomsten uit onroerende goederen op basis van, in principe, het
d'autres termes, des revenus locatifs réels) lorsque le bien donné en totale bedrag van de huurprijs en de huurvoordelen (met andere woorden
van de werkelijke huurinkomsten) wanneer het verhuurde goed (geheel of
location est affecté (en tout ou en partie) à l'exercice de l'activité gedeeltelijk) wordt gebruikt voor het uitoefenen van de
professionnelle du locataire est-il ou non conforme aux principes beroepsactiviteit van de huurder, al dan niet bestaanbaar met de
consacrés par les articles 11 et 172 de la Constitution si l'on beginselen die zijn vastgelegd bij de artikelen 11 en 172 van de
considère qu'il doit s'appliquer de manière identique d'une part au Grondwet wanneer men ervan uitgaat dat het op identieke wijze moet
propriétaire qui donne en location son bien en parfaite connaissance worden toegepast op, enerzijds, de eigenaar die zijn goed verhuurt en
du fait que son locataire l'affectera ou pourra l'affecter en tout ou ervan op de hoogte is dat zijn huurder het geheel of gedeeltelijk zal
gebruiken of zal kunnen gebruiken voor het uitoefenen van zijn
en partie à l'exercice de son activité professionnelle et d'autre part beroepsactiviteit en, anderzijds, de eigenaar die zijn goed verhuurt
au propriétaire qui donne son bien en location en interdisant son maar daarbij verbiedt het te gebruiken voor het uitoefenen van welke
affectation à l'exercice d'une activité professionnelle quelconque ou beroepsactiviteit ook, of die zijn goed verhuurt zonder te weten dat
qui donne son bien en location dans l'ignorance qu'une activité (de er een activiteit (die bovendien strafbaar is) zou kunnen worden
surcroît délictueuse) pourrait y être exercée par son locataire ? ». uitgeoefend door zijn huurder ? ».
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1. La question préjudicielle porte sur la compatibilité avec les B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid, met
articles 11 et 172 de la Constitution de l'article 7, § 1er, 2°, c), de artikelen 11 en 172 van de Grondwet, van artikel 7, § 1, 2°, c),
du Code des impôts sur les revenus 1992 (ci-après : CIR 1992). van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 1992).
L'article 7 du CIR 1992 dispose : Artikel 7 van het WIB 1992 bepaalt :
« § 1er. Les revenus des biens immobiliers sont : « § 1. Inkomsten van onroerende goederen zijn :
[...] [...]
2° pour les biens immobiliers qui sont donnés en location : 2° voor verhuurde onroerende goederen :
a) pour les biens sis en Belgique donnés en location à une personne a) voor in België gelegen goederen verhuurd aan een natuurlijke
physique qui ne les affecte ni totalement ni partiellement à persoon die ze noch geheel, noch gedeeltelijk gebruikt voor het
l'exercice de son activité professionnelle : uitoefenen van zijn beroepswerkzaamheid :
- le revenu cadastral lorsqu'il s'agit de biens immobiliers non bâtis; - het kadastraal inkomen wanneer het ongebouwde onroerende goederen betreft;
- le revenu cadastral majoré de 40 p.c. lorsqu'il s'agit d'autres - het kadastraal inkomen verhoogd met 40 pct. wanneer het andere
biens; goederen betreft;
[...] [...]
c) le montant total du loyer et des avantages locatifs, sans pouvoir c) het totale bedrag van de huurprijs en de huurvoordelen dat niet
être inférieur au revenu cadastral, quand il s'agit d'autres biens lager mag zijn dan het kadastraal inkomen, wanneer het andere in
immobiliers non bâtis sis en Belgique, ou au revenu cadastral majoré België gelegen ongebouwde onroerende goederen betreft, of het
de 40 p.c. lorsqu'il s'agit d'autres biens immobiliers bâtis sis en kadastraal inkomen verhoogd met 40 pct. wanneer het andere in België
Belgique; gelegen gebouwde onroerende goederen betreft;
[...] ». [...] ».
B.2. Le juge a quo interroge la Cour sur une éventuelle discrimination B.2. De verwijzende rechter stelt het Hof een vraag over een mogelijke
discriminatie onder belastingplichtigen wanneer artikel 7, § 1, 2°,
entre les contribuables, si l'article 7, § 1er, 2°, c), du CIR 1992 c), van het WIB 1992 wordt geïnterpreteerd in die zin dat het op
est interprété comme s'appliquant de manière identique, d'une part, au identieke wijze van toepassing is op, enerzijds, de eigenaar die zijn
propriétaire qui donne en location son bien en parfaite connaissance goed verhuurt en ervan op de hoogte is dat de huurder het geheel of
du fait que le locataire l'affecte ou pourra l'affecter en tout ou en gedeeltelijk gebruikt of zal kunnen gebruiken voor zijn
partie à son activité professionnelle, et, d'autre part, au beroepsactiviteit en, anderzijds, de eigenaar die zijn goed verhuurt
propriétaire qui donne en location son bien en interdisant son maar daarbij verbiedt het te gebruiken voor het uitoefenen van een
affectation à l'exercice d'une activité professionnelle ou qui donne beroepsactiviteit, of die zijn goed verhuurt zonder te weten dat er
son bien en location dans l'ignorance qu'une activité (de surcroît een activiteit (die bovendien strafbaar is) zou kunnen worden
délictueuse) pourrait y être exercée par son locataire. uitgeoefend door zijn huurder.
B.3. Il ressort de la motivation du jugement et des faits de la cause B.3. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing en de feiten van
que la question préjudicielle concerne la situation d'un contribuable de zaak blijkt dat de prejudiciële vraag betrekking heeft op de
propriétaire qui avait loué un bien immobilier bâti - en l'espèce, un situatie van een belastingplichtige die, eigenaar zijnde, een gebouwd
appartement - en excluant expressément dans le bail, qui avait fait onroerend goed had verhuurd - te dezen een appartement - en daarbij in
l'objet d'un enregistrement, l'affectation du bien loué à une activité de huurovereenkomst, die werd geregistreerd, uitdrukkelijk het gebruik
professionnelle. van het verhuurde goed voor een beroepsactiviteit had uitgesloten.
B.4.1. Lorsque les revenus immobiliers proviennent d'un bien B.4.1. Wanneer de onroerende inkomsten voortvloeien uit een in België
immobilier bâti sis en Belgique et donné en location à une personne gelegen gebouwd onroerend goed dat wordt verhuurd aan een natuurlijke
physique qui ne l'affecte ni totalement ni partiellement à son persoon die het noch geheel, noch gedeeltelijk, gebruikt voor zijn
activité professionnelle, l'article 7, § 1er, 2°, a), du CIR 1992 beroepsactiviteit, bepaalt artikel 7, § 1, 2°, a), van het WIB 1992
prévoit que le montant imposable est le revenu cadastral majoré de 40 dat het belastbare bedrag het kadastraal inkomen is, verhoogd met 40
p.c. pct.
Lorsque, par contre, les revenus immobiliers proviennent d'un bien Wanneer daarentegen de onroerende inkomsten voortkomen uit een in
bâti sis en Belgique et donné en location à une personne physique qui België gelegen gebouwd onroerend goed dat wordt verhuurd aan een
l'affecte totalement ou partiellement à son activité professionnelle, natuurlijke persoon die het geheel of gedeeltelijk gebruikt voor zijn
l'article 7, § 1er, 2°, c), du CIR 1992 prévoit que le montant beroepsactiviteit, bepaalt artikel 7, § 1, 2°, c), van het WIB 1992
dat het belastbare bedrag het totaalbedrag is van de huurprijs en de
imposable est le montant total du loyer et des avantages locatifs, huurvoordelen, dat niet lager mag zijn dan het kadastraal inkomen
sans pouvoir être inférieur au revenu cadastral majoré de 40 p.c. verhoogd met 40 pct.
Lorsque le locataire affecte le bien donné en location en partie à son Wanneer de huurder het verhuurde goed gedeeltelijk gebruikt voor zijn
activité professionnelle et en partie à des fins privées, l'article 8 beroepsactiviteit en gedeeltelijk voor privédoeleinden, bepaalt
du CIR 1992 prévoit que, lorsque les loyers et les avantages locatifs artikel 8 van het WIB 1992 dat, indien de huurprijs en de
sont déterminés, dans un contrat de location soumis à la formalité huurvoordelen in een aan registratie onderworpen huurovereenkomst
d'enregistrement, séparément pour la partie professionnelle et pour la afzonderlijk zijn vastgesteld voor het beroepsmatige gedeelte en voor
partie privée, les revenus afférents à chacune des parties sont het privégedeelte, de inkomsten van ieder gedeelte afzonderlijk worden
déterminés séparément conformément à l'article 7, § 1er, 2°, a) ou c), bepaald overeenkomstig artikel 7, § 1, 2°, a) of c), naar gelang van
selon le cas. het geval.
B.4.2. La taxation des revenus immobiliers provenant d'un même bien B.4.2. De belasting van de onroerende inkomsten uit eenzelfde in
immobilier bâti sis en Belgique et donné en location varie donc selon België gelegen gebouwd onroerend goed dat wordt verhuurd, verschilt
que le locataire affecte ou non, ne fût-ce que partiellement, le bien dus naargelang de huurder het gehuurde goed al dan niet, zelfs
loué à son activité professionnelle : l'affectation, par le locataire, gedeeltelijk, gebruikt voor zijn beroepsactiviteit : het gebruik, door
du bien loué à une activité professionnelle a donc pour conséquence de de huurder, van het gehuurde goed voor een beroepsactiviteit leidt dus
modifier le montant imposable dans le chef du propriétaire bailleur du tot een wijziging van het belastbare bedrag in hoofde van de
bien immobilier. eigenaar-verhuurder van het onroerende goed.
B.5.1. La différence de taxation des revenus immobiliers, selon que le B.5.1. Het verschil in belasting van de onroerende inkomsten
bien sert ou non à l'activité professionnelle du locataire, trouve son naargelang het goed al dan niet wordt gebruikt voor de
fondement dans la volonté de tenir compte de la possibilité pour le beroepsactiviteit van de huurder, vindt zijn oorsprong in de wil om
locataire de déduire, au titre de frais professionnels visés par rekening te houden met de mogelijkheid, voor de huurder, om de
huurprijs en de huurlasten betreffende het gehuurde goed dat voor zijn
l'article 52, 1°, du CIR 1992, les loyers et charges locatives beroepsactiviteit wordt gebruikt, in aftrek te brengen als
afférents au bien loué affecté à son activité professionnelle. beroepskosten bedoeld in artikel 52, 1°, van het WIB 1992.
B.5.2. La différence de taxation des revenus immobiliers, selon que le B.5.2. Het verschil in belasting van de onroerende inkomsten
locataire l'affecte ou non à son activité professionnelle, trouve son naargelang de huurder het gehuurde goed al dan niet voor zijn
origine dans l'article 4 de la loi du 20 novembre 1962 portant réforme beroepsactiviteit gebruikt, gaat terug op artikel 4 van de wet van 20
des impôts sur les revenus. november 1962 houdende hervorming van de inkomstenbelastingen.
Afin de lutter contre la fraude fiscale, le législateur avait choisi Om fiscale fraude te bestrijden had de wetgever ervoor gekozen om, in
de définir forfaitairement, dans la disposition concernant le revenu de bepaling betreffende het belastbaar onroerend inkomen, het begrip «
immobilier imposable, la notion de « loyer anormalement élevé », mais abnormaal hoge huurwaarde » forfaitair te bepalen, maar alleen wanneer
uniquement dans le cas où le bien donné en location est occupé par le het verhuurde goed door de huurder wordt gebruikt voor
locataire à des fins professionnelles : bedrijfsdoeleinden :
« Le présent projet prévoit que le revenu cadastral des immeubles « Onderhavig voorstel bepaalt dat het kadastraal inkomen van de in
donnés en location et occupés par le locataire à des fins huur gegeven en door de huurder tot bedrijfsdoeleinden gebruikte
professionnelles sera majoré de la partie nette du loyer qui dépasse onroerende goederen verhoogd zal worden met het netto gedeelte van
200 % du revenu cadastral » (Doc. parl., Chambre, 1961-1962, n° 264/1, huurprijs dat het kadastraal inkomen met 200 % te boven gaat » (Parl.
p. 15). St., Kamer, 1961-1962, nr. 264/1, p. 15).
Cette disposition visait ainsi à prendre en compte la situation du « Die bepaling strekte aldus ertoe de situatie in aanmerking te nemen
contribuable exerçant son activité professionnelle dans un immeuble van « de belastingplichtige die zijn bedrijf in een gehuurd gebouw
loué dont le loyer et les charges locatives peuvent être comptés en uitoefent en die derhalve de huurprijs en de huurlasten in zijn
frais généraux » (Doc. parl., Sénat, 1961-1962, n° 366, p. 62). algemene onkosten mag opnemen » (Parl. St., Senaat, 1961-1962, nr. 366, p. 62).
En ce qui concerne cette disposition, la section de législation du Wat die bepaling betreft, had de afdeling wetgeving van de Raad van
Conseil d'Etat avait d'ailleurs constaté que « l'impôt mis à charge du State overigens vastgesteld dat « [...] de belasting ten laste van de
propriétaire sera différent selon que le locataire exercera ou non eigenaar [zal] verschillen naargelang de huurder al dan niet
dans les lieux loués une activité professionnelle » (Doc. parl., beroepsarbeid in het verhuurde goed verricht » (Parl. St., Kamer,
Chambre, 1961-1962, n° 264/1, pp. 126-127). 1961-1962, nr. 264/1, pp. 126-127).
B.5.3. Le contenu de l'article 4 de la loi du 20 novembre 1962 précité B.5.3. De inhoud van het voormelde artikel 4 van de wet van 20
a été repris dans la version initiale de l'article 7 du CIR 1964. november 1962 werd overgenomen in de oorspronkelijke versie van artikel 7 van het WIB 1964.
L'article 7 du CIR 1964, remplacé par l'article 1er de la loi du 19 Artikel 7 van het WIB 1964, zoals vervangen door artikel 1 van de wet
juillet 1979 « modifiant le Code des impôts sur les revenus et le Code van 19 juli 1979 « houdende wijziging van het Wetboek van de
des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe, en matière de inkomstenbelastingen en van het Wetboek der registratie-, hypotheek-
fiscalité immobilière », dispose : en griffierechten, op het stuk van onroerende fiscaliteit », bepaalt :
« § 1er. Le revenu net des propriétés foncières s'entend : « § 1. Onder netto inkomsten uit onroerende goederen wordt verstaan :
[...] [...]
2° pour les immeubles qui sont donnés en location : 2° voor de in huur gegeven onroerende goederen :
a) du revenu cadastral quand il s'agit d'immeubles sis en Belgique dont le locataire est une personne physique qui n'affecte ni totalement ni partiellement l'immeuble pris en location à l'exercice de son activité professionnelle. b) du revenu cadastral augmenté de la partie du montant net du loyer et des charges locatives qui dépasse le revenu cadastral, quand il s'agit d'immeubles sis en Belgique dont le locataire est soit une personne physique qui affecte totalement ou partiellement l'immeuble pris en location à l'exercice de son activité professionnelle, soit une personne morale de droit public ou privé belge ou étranger, soit une société, association ou groupement ne possédant pas la personnalité juridique. c) du montant net du loyer et des charges locatives, quand il s'agit d'immeubles sis à l'étranger. a) het kadastraal inkomen, wanneer het gaat om in België gelegen onroerende goederen waarvan de huurder een natuurlijk persoon is, die het in huur genomen onroerend goed noch geheel, noch gedeeltelijk gebruikt voor het uitoefenen van zijn beroepswerkzaamheid. b) het kadastraal inkomen verhoogd met het gedeelte van het nettobedrag van de huurprijs en de huurlasten dat hoger ligt dan het kadastraal inkomen, wanneer het gaat om in België gelegen onroerende goederen waarvan de huurder ofwel een natuurlijk persoon is die het in huur genomen onroerend goed geheel of gedeeltelijk gebruikt voor het uitoefenen van zijn beroepswerkzaamheid, ofwel een rechtspersoon naar Belgisch of buitenlands publiek of privaatrecht, ofwel een vennootschap, vereniging of groepering zonder rechtspersoonlijkheid. c) het nettobedrag van de huurprijs en de huurlasten wanneer het gaat om in het buitenland gelegen onroerende goederen.
[...] ». [...] ».
B.5.4. L'article 7, § 1er, 2°, a) et c), du CIR 1992 a donc repris les B.5.4. In artikel 7, § 1, 2°, a) en c), van het WIB 1992 werden dus de
principes contenus dans l'article 7 du CIR 1964, tel qu'il a été beginselen overgenomen van artikel 7 van het WIB 1964, zoals het werd
remplacé par la loi précitée du 19 juillet 1979. vervangen bij de voormelde wet van 19 juli 1979.
Les travaux préparatoires de la loi du 19 juillet 1979 exposent : De parlementaire voorbereiding van de wet van 19 juli 1979 vermeldt :
« Comme il est évident que le revenu cadastral - qui, par définition « Daar het kadastraal inkomen, per definitie een forfaitair inkomen is
est un revenu forfaitaire représentant le revenu moyen normal net dat het normaal gemiddeld netto-inkomen van een goed vertegenwoordigt
annuel d'un bien - ne correspondra pas toujours aux réalités, il est en derhalve niet steeds met de werkelijkheid overeenstemt, is het
apparu équitable et rationnel de substituer le ' revenu réel ' au ' billijk en rationeel gebleken het ' werkelijk inkomen ' in de plaats
revenu forfaitaire ' dans tous les cas où les services de taxation van het ' forfaitair inkomen ' te stellen in al de gevallen waarin de
peuvent contrôler les loyers et charges locatives réellement supportés belastingdiensten, op grond van de boekhoudkundige geschriften van de
par le locataire, dans les écritures comptables de celui-ci » (Doc. huurder kunnen nagaan, welke de huur en huurlasten zijn die werkelijk
parl., Chambre, S.E. 1979, n° 126/1, p. 7). door hem worden gedragen » (Parl. St., Kamer, B.Z. 1979, nr. 126/1, p. 7).
La loi précitée de 1979 visait à rendre imposable, outre le revenu De voormelde wet van 19 juli 1979 strekte ertoe, naast het kadastraal
cadastral, la partie du loyer net et des charges « chaque fois que le inkomen, ook het gedeelte van de nettohuur en huurlasten belastbaar te
loyer est ou doit être comptabilisé quelque part » (Doc. parl., stellen « telkens wanneer de huur ergens is of moet worden geboekt »
Chambre, S.E. 1979, n° 126/10, p. 12). (Parl. St., Kamer, B.Z. 1979, nr. 126/10, p.12).
En ce qui concerne un éventuel risque de distorsion du marché locatif Met betrekking tot een mogelijk risico van scheeftrekking van de
résultant de la taxation différenciée des biens loués selon qu'ils huurmarkt als gevolg van het verschillend belasten van verhuurde
sont à usage professionnel ou privé, le ministre des Finances avait goederen naargelang zij voor beroeps- of particuliere doeleinden
worden gebruikt, oordeelde de minister van Financiën dat, « indien het
considéré que « s'il est logique et équitable de prendre en logisch en billijk is de werkelijke huurprijs in aanmerking te nemen
considération le loyer effectif chaque fois que celui-ci apparaît dans telkens wanneer deze blijkt uit boekhoudkundige geschriften van de
des écritures comptables du locataire, il n'est pas opportun d'aller huurder, [...] het niet aangewezen [is] verder te gaan » (Parl. St.,
plus loin » (Doc. parl., Chambre, S.E. 1979, n° 126/10, p. 53), car Kamer, B.Z. 1979, nr. 126/10, p. 53), want zulks « zou [...] een
cela nécessiterait « un système de contrôle très lourd qui n'offrirait omslachtig controlesysteem vergen, dat trouwens geen volledige
d'ailleurs aucune garantie complète » (ibid.). waarborg biedt » (ibid. ).
B.6.1. Il résulte de ce qui précède que la taxation, sur la base des B.6.1. Uit hetgeen voorafgaat volgt dat het belasten, op grond van de
loyers et avantages locatifs, des revenus d'un bien immobilier loué huurprijs en de huurvoordelen, van de inkomsten uit een verhuurd
affecté à l'activité professionnelle du locataire permet à onroerend goed dat wordt gebruikt voor de beroepsactiviteit van de
l'administration fiscale de contrôler la réalité de ces montants, à huurder, de belastingadministratie toelaat de werkelijkheid van die
l'égard du propriétaire, en raison de l'obligation du locataire de comptabiliser ces montants, en vue d'une déduction au titre de frais professionnels. B.6.2. Cette taxation des revenus immobiliers sur la base des loyers et avantages locatifs, lorsque le bien loué est affecté à l'activité professionnelle du locataire, a été interprétée par la jurisprudence comme s'appliquant chaque fois qu'une activité professionnelle est effectivement exercée dans les lieux loués, pour autant que l'administration démontre la réalité de cette activité professionnelle, et même si le propriétaire ignore cette activité. B.7.1. La taxation des revenus immobiliers sur la base des loyers et avantages locatifs permet de tenir compte des revenus immobiliers réellement perçus, et la taxation sur la base du revenu cadastral ne constitue qu'une dérogation, pour des raisons principalement d'ordre pratique et administratif, au principe de taxation sur la base des revenus réels; cette dérogation ne vaut que dans les cas limitativement énumérés, dont l'article 7, § 1er, 2°, a), du CIR 1992. bedragen te controleren, ten aanzien van de eigenaar, als gevolg van de verplichting, voor de huurder, die bedragen te boeken met het oog op een aftrek als beroepskosten. B.6.2. Die belasting van de onroerende inkomsten op basis van de huurprijs en de huurvoordelen wanneer het verhuurde goed voor de beroepsactiviteit van de huurder wordt gebruikt, werd door de rechtspraak geïnterpreteerd in die zin dat zij wordt toegepast telkens wanneer in het verhuurde goed daadwerkelijk een beroepsactiviteit wordt uitgeoefend, voor zover de administratie de werkelijkheid van die beroepsactiviteit aantoont, en zelfs wanneer de eigenaar niet van die activiteit op de hoogte is. B.7.1. De belasting van de onroerende inkomsten op basis van de huurprijs en de huurvoordelen maakt het mogelijk rekening te houden met de werkelijk ontvangen onroerende inkomsten, terwijl de belasting op basis van het kadastraal inkomen slechts een afwijking vormt, om redenen die hoofdzakelijk van praktische en administratieve aard zijn, van het beginsel van belasting op basis van de werkelijke inkomsten; die afwijking geldt alleen in de limitatief opgesomde gevallen, waaronder de gevallen bedoeld in artikel 7, § 1, 2°, a), van het WIB 1992.
Dans le système de taxation des revenus immobiliers provenant de la In het systeem van belasting van de onroerende inkomsten uit verhuur,
location, c'est l'activité professionnelle réellement exercée dans les is het de beroepsactiviteit die werkelijk wordt uitgeoefend in het
lieux loués qui constitue le critère déterminant pour apprécier si la verhuurde goed die het doorslaggevende criterium vormt om te bepalen
taxation doit se faire sur la base du a) ou du c) de l'article 7, § 1er, of de belasting dient te worden berekend op grond van artikel 7, § 1,
2°, du CIR 1992, indépendamment du fait que cette activité viole une 2°, a) of c), van het WIB 1992, los van het feit dat die activiteit
clause contractuelle du bail ou que l'activité professionnelle een clausule van de huurovereenkomst schendt of dat de
constitue une activité illicite. beroepsactiviteit onwettig is.
B.7.2. Pour le surplus, une taxation sur la base du loyer et des B.7.2. Voor het overige worden bij een belasting op basis van de
avantages locatifs, en raison de l'activité professionnelle réellement huurprijs en de huurvoordelen, wegens een werkelijk uitgeoefende
exercée, se limite à prendre en considération comme montant imposable beroepsactiviteit, voor het belastbare bedrag alleen de werkelijk
les revenus immobiliers réellement perçus, de sorte que cette taxation ontvangen onroerende inkomsten in aanmerking genomen, zodat die
ne pourrait être considérée comme disproportionnée, dès lors que c'est belasting niet als onevenredig zou kunnen worden beschouwd, vermits
la taxation du revenu cadastral fixé forfaitairement qui constitue une dérogation au principe de réalité en droit fiscal. B.8. L'article 7, § 1er, 2°, c), ne crée donc pas, dans son principe, une différence de traitement entre contribuables, incompatible avec les articles 11 et 172 de la Constitution. B.9.1. La Cour constate cependant que, dans l'espèce soumise au juge a quo, c'est l'administration qui a déduit les loyers des revenus professionnels du locataire, lequel n'avait pas déclaré ses revenus, qui provenaient d'une activité illicite, et que, par voie de conséquence, l'administration a imposé avec effet rétroactif le propriétaire sur le montant total du loyer et des avantages locatifs. B.9.2. Si la taxation des revenus immobiliers sur la base des loyers et avantages locatifs permet de tenir compte des revenus immobiliers réellement perçus, cette taxation n'est toutefois pas justifiée, au regard de l'objectif poursuivi par la disposition en cause, lorsque la déductibilité des loyers et charges locatives, dans le chef du locataire, a été opérée par l'administration fiscale elle-même dans les circonstances décrites en B.9.1. L'application de l'article 7, § 1er, 2°, c), dans de telles circonstances, porterait une atteinte disproportionnée au principe selon lequel tout contribuable doit pouvoir déterminer, avec un degré minimal de prévisibilité, le régime fiscal qui lui sera appliqué. B.10. Si la disposition en cause est interprétée comme s'appliquant à la situation décrite en B.9.1, la question préjudicielle appelle une réponse affirmative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : Interprété comme s'appliquant à la situation décrite en B.9.1, l'article 7, § 1er, 2°, c), du Code des impôts sur les revenus 1992 viole les articles 11 et 172 de la Constitution. Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à l'audience publique du 27 mai 2008. Le greffier, Le président, het de belasting van het forfaitair vastgestelde kadastraal inkomen is die een afwijking vormt van het realiteitsbeginsel in het fiscale recht. B.8. Artikel 7, § 1, 2°, c), creëert in beginsel dus geen verschil in behandeling tussen belastingplichtigen dat onbestaanbaar is met de artikelen 11 en 172 van de Grondwet. B.9.1. Het Hof stelt evenwel vast dat, in de zaak die aan de verwijzende rechter is voorgelegd, het de administratie is die de huurgelden heeft afgetrokken van de beroepsinkomsten van de huurder, die zijn inkomsten - die voortkwamen uit een onwettige activiteit - niet had aangegeven, en dat bijgevolg de administratie de eigenaar met terugwerkende kracht heeft belast op het totale bedrag van de huurprijs en de huurvoordelen. B.9.2. Ook al laat het belasten van de onroerende inkomsten op basis van de huurprijs en de huurvoordelen toe rekening te houden met de werkelijk ontvangen onroerende inkomsten, toch is die belasting niet verantwoord, in het licht van het doel van de in het geding zijnde bepaling, wanneer de aftrekbaarheid van de huurprijs en de huurlasten, ten aanzien van de huurder, werd doorgevoerd door de belastingadministratie zelf in de in B.9.1 beschreven omstandigheden. De toepassing van artikel 7, § 1, 2°, c), van het WIB 1992 zou in die omstandigheden op onevenredige wijze afbreuk doen aan het beginsel volgens hetwelk iedere belastingplichtige met een minimaal niveau van voorzienbaarheid het belastingstelsel moet kunnen bepalen dat op hem zal worden toegepast. B.10. Indien de in het geding zijnde bepaling wordt geïnterpreteerd in de zin dat zij van toepassing is op de in B.9.1 omschreven situatie, dient de prejudiciële vraag bevestigend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Geïnterpreteerd in die zin dat het van toepassing is op de situatie vermeld in B.9.1, schendt artikel 7, § 1, 2°, c), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 11 en 172 van de Grondwet. Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare terechtzitting van 27 mei 2008. De griffier, De voorzitter,
P.-Y. Dutilleux. M. Melchior. P.-Y. Dutilleux. M. Melchior.
^