← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 42/2008 du 4 mars 2008 Numéro du rôle : 4246 En cause : la
question préjudicielle concernant l'article 6 des décrets de la Communauté flamande relatifs aux structures
destinées aux personnes âgées, coordonnés le 18 déc La Cour constitutionnelle, composée
des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. Ma(...)"
Extrait de l'arrêt n° 42/2008 du 4 mars 2008 Numéro du rôle : 4246 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 6 des décrets de la Communauté flamande relatifs aux structures destinées aux personnes âgées, coordonnés le 18 déc La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. Ma(...) | Uittreksel uit arrest nr. 42/2008 van 4 maart 2008 Rolnummer 4246 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 6 van de decreten van de Vlaamse Gemeenschap inzake voorzieningen voor bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991, zoals Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechter(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 42/2008 du 4 mars 2008 | Uittreksel uit arrest nr. 42/2008 van 4 maart 2008 |
Numéro du rôle : 4246 | Rolnummer 4246 |
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 6 des | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 6 van de decreten |
décrets de la Communauté flamande relatifs aux structures destinées | van de Vlaamse Gemeenschap inzake voorzieningen voor bejaarden, |
aux personnes âgées, coordonnés le 18 décembre 1991, tel qu'il a été | gecoördineerd op 18 december 1991, zoals gewijzigd bij het decreet van |
modifié par le décret du 23 février 1994, posée par le Conseil d'Etat. | 23 februari 1994, gesteld door de Raad van State. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de |
Martens, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen et J.-P. Moerman, assistée | rechters P. Martens, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen en J.-P. |
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Bossuyt, | Moerman, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt n° 172.261 du 14 juin 2007 en cause de l'ASBL « Federatie | Bij arrest nr. 172.261 van 14 juni 2007 in zake de vzw « Federatie |
voor Onafhankelijke Seniorenzorg » et la SPRL « Pinxteren-Cineger » | voor Onafhankelijke Seniorenzorg » en de bvba « Pinxteren-Cineger » |
contre la Communauté flamande, dont l'expédition est parvenue au | tegen de Vlaamse Gemeenschap, waarvan de expeditie ter griffie van het |
greffe de la Cour le 28 juin 2007, le Conseil d'Etat a posé la | Hof is ingekomen op 28 juni 2007, heeft de Raad van State de volgende |
question préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 6 des décrets relatifs aux structures destinées aux | « Schendt artikel 6 van de decreten inzake voorzieningen voor |
personnes âgées, coordonnés le 18 décembre 1991, tel qu'il a été | bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991, zoals gewijzigd bij |
modifié par le décret du 23 février 1994, viole-t-il les articles 10 | decreet van 23 februari 1994, de artikelen 10 en 11 van de op 17 |
et 11 de la Constitution coordonnée le 17 février 1994 en ce que le | februari 1994 gecoördineerde Grondwet, doordat de Vlaamse regering |
Gouvernement flamand ne peut, par l'effet de la référence ' suivant | andere vormen van huisvesting, verzorging en dienstverlening aan |
les modalités prévues à l'article 5, § 1er ', subventionner d'autres | bejaarden, georganiseerd door een krachtens dit decreet erkende |
formes de logement, de soins et de services pour personnes âgées, | inrichting, door de verwijzing ' volgens de modaliteiten bepaald in |
organisées par un établissement agréé en vertu de ce décret, que | artikel 5, § 1 ', enkel kan subsidiëren wanneer het gaat om |
lorsqu'il s'agit d'établissements d'administrations locales et | inrichtingen van lokale en provinciale besturen, verenigingen zonder |
provinciales, d'associations sans but lucratif et d'établissements | winstoogmerk en instellingen van openbaar nut in de zin van de wet van |
d'utilité publique au sens de la loi du 27 juin 1921, et donc pas | 27 juni 1921, en dus niet wanneer het gaat om inrichtingen van andere |
lorsqu'il s'agit d'établissements d'autres personnes physiques ou | natuurlijke of rechtspersonen, zelfs wanneer zij onderworpen zijn aan |
morales, même s'ils sont soumis aux mêmes normes d'agrément ? ». | dezelfde erkenningsnormen ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. La question préjudicielle porte sur l'article 6 des décrets de la | B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 6 van de |
Communauté flamande relatifs aux structures destinées aux personnes | decreten van de Vlaamse Gemeenschap inzake voorzieningen voor |
âgées, coordonnés le 18 décembre 1991, tel qu'il a été modifié par le | bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991, zoals gewijzigd bij het |
décret du 23 février 1994, (ci-après : les décrets coordonnés relatifs | decreet van 23 februari 1994, (hierna : gecoördineerde decreten inzake |
aux structures destinées aux personnes âgées), qui énonce : | voorzieningen voor bejaarden), dat luidt : |
« Suivant les modalités prévues à l'article 5, § 1er, et § 2, 1°, 2°, | « De regering kan volgens de modaliteiten bepaald in artikel 5, § 1 en |
4° et 5°, le Gouvernement peut subventionner d'autres formes de | § 2, 1°, 2°, 4° en 5° andere vormen van huisvesting, verzorging en |
logement, de soins et de services pour personnes âgées, organisées par | dienstverlening aan bejaarden, georganiseerd door een krachtens dit |
un établissement agréé en vertu du présent décret pour autant que ces | decreet erkende inrichting subsidiëren voor zover deze vormen geen |
formes ne constituent pas des investissements, conformément aux | investeringen betreffen, overeenkomstig de bepalingen van het decreet |
dispositions du décret relatif à l'infrastructure affectée aux matières personnalisables ». | van inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden ». |
L'article 5, § § 1er et 2, des mêmes décrets, auquel la disposition en | Artikel 5, § 1 en 2, van dezelfde decreten, waarnaar de in het geding |
cause se réfère, énonce : | zijnde bepaling verwijst, luidt : |
« § 1er. Seuls les administrations locales et provinciales, les | « § 1. Alleen lokale en provinciale besturen, verenigingen zonder |
associations sans but lucratif et les [établissements d'utilité | winstoogmerk en instellingen van openbaar nut in de zin van de wet van |
publique] au sens de la loi du 27 juin 1921 peuvent bénéficier de | 27 juni 1921 kunnen subsidies krijgen voor het bouwen, het uitbreiden, |
subventions pour la construction, l'extension, la transformation et | het verbouwen en het inrichten van serviceflatgebouwen, |
l'aménagement des résidences-services, de complexes résidentiels | woningcomplexen met dienstverlening, en rusthuizen of voor de aankoop |
proposant des services, et de maisons de repos ou pour l'achat d'immeubles destinés à être aménagés comme résidences-services, complexes résidentiels proposant des services, ou comme maisons de repos ou à titre d'intervention dans les frais de location, location-vente, crédit-bail ou prêt pour l'achat, la construction, l'aménagement et la mise en service de résidences-services, de complexes résidentiels proposant des services et de maisons de repos. Les deux subventions ne sont pas cumulables. § 2. Pour pouvoir bénéficier de subventions, l'établissement visé au § 1er doit : 1° s'inscrire dans le cadre du programme établi par le Gouvernement; | van gebouwen bestemd om als serviceflatgebouw, als woningcomplex met dienstverlening, of als rusthuis te worden ingericht of als tegemoetkoming in de kosten van huur, huurkoop, leasing of lening voor het aankopen, het bouwen, het inrichten en het in gebruik nemen van serviceflatgebouwen, woningcomplexen met dienstverlening en rusthuizen. Beide subsidies kunnen niet gecumuleerd worden. § 2. Om voor subsidiëring in aanmerking te komen moet de in § 1 bedoelde inrichting aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° passen in het kader van het programma dat door de Regering wordt vastgesteld; |
2° être localisé dans ou près d'un quartier résidentiel; | 2° ingeplant zijn in of bij een bewoonde wijk; |
3° comprendre au moins dix logements particuliers en cas d'une | 3° ten minste 10 individuele wooneenheden omvatten wanneer het een |
résidence-services ou d'un complexe résidentiel proposant des services | serviceflatgebouw of een woningcomplex met dienstverlening betreft en |
et pouvoir héberger 40 personnes âgées s'il s'agit d'une maison de | 40 bejaarden kunnen herbergen wanneer het een rusthuis betreft; dit |
repos; ce dernier chiffre est réduit à 30 lorsque la maison de repos | laatste aantal wordt tot 30 teruggebracht wanneer het rusthuis in |
est érigée conjointement avec une résidence-services ou un complexe | combinatie met een serviceflatgebouw of een woningcomplex met |
résidentiel proposant des services. La capacité totale ne peut | dienstverlening wordt opgericht. De totale capaciteit mag wat |
serviceflatgebouwen of woningcomplexen met dienstverlening betreft | |
dépasser 90 logements pour ce qui concerne les résidences-services ou | echter niet meer dan 90 wooneenheden bedragen en voor wat rusthuizen |
complexes résidentiels proposant des services et 180 logements en cas | betreft niet meer dan 180 woongelegenheden, welke maxima evenwel niet |
de maisons de repos; toutefois ces maxima ne sont pas applicables aux | |
initiatives pour lesquelles une autorisation préalable a été accordée | |
le 16 mars 1991 ou qui sont reprises dans la programmation; | van toepassing zijn op initiatieven waarvoor op 16 maart 1991 reeds |
een voorafgaande vergunning werd afgeleverd of die in de programmatie | |
zijn opgenomen; | |
4° satisfaire aux conditions établies par le Gouvernement; | 4° beantwoorden aan de voorwaarden die door de Regering worden |
5° les demandeurs doivent produire une déclaration dans laquelle ils | vastgelegd; 5° de aanvragers moeten een verklaring overleggen waarbij zij zich |
s'engagent à respecter toutes les conditions d'agrément; ». | ertoe verbinden aan alle erkenningsvoorwaarden te zullen voldoen; ». |
B.2.1. Le juge a quo estime que, par la référence, dans la disposition | B.2.1. De verwijzende rechter is van oordeel dat met de verwijzing in |
de in het geding zijnde bepaling naar de « de modaliteiten bepaald in | |
en cause, aux « modalités prévues à l'article 5, § 1er et § 2, 1°, 2°, | artikel 5, § 1 en § 2, 1°, 2°, 4° en 5° » tevens de begunstigden van |
4° et 5° », les bénéficiaires de la subvention visée à l'article 6 | de in artikel 6 bedoelde subsidie worden bepaald. In die interpretatie |
sont également désignés. Dans cette interprétation, les maisons de | |
repos agréées qui peuvent être subventionnées sur la base de l'article | |
6 des décrets coordonnés relatifs aux structures destinées aux | worden de erkende bejaardentehuizen die op basis van artikel 6 van de |
personnes âgées, sont limitées aux établissements des administrations | gecoördineerde decreten inzake voorzieningen voor bejaarden kunnen |
worden gesubsidieerd, beperkt tot de inrichtingen van de lokale en | |
locales et provinciales, des associations sans but lucratif et « | provinciale besturen, verenigingen zonder winstoogmerk en « |
établissements d'utilité publique », désormais dénommés « fondations | instellingen van openbaar nut », thans « stichtingen » genaamd, in de |
», au sens de la loi du 27 juin 1921 (sur les associations sans but | zin van de wet van 27 juni 1921 (betreffende de verenigingen zonder |
lucratif, les associations internationales sans but lucratif et les | winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de |
fondations). Il pose ensuite la question de savoir si la disposition | stichtingen). Hij stelt daarop de vraag of de in het geding zijnde |
en cause viole les articles 10 et 11 de la Constitution « en ce que le | bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt « doordat de |
Gouvernement flamand ne peut, par l'effet de la référence ' suivant | Vlaamse regering andere vormen van huisvesting, verzorging en |
les modalités prévues à l'article 5, § 1er ', subventionner d'autres | dienstverlening aan bejaarden, georganiseerd door een krachtens dit |
formes de logement, de soins et de services pour personnes âgées, | decreet erkende inrichting, door de verwijzing ' volgens de |
organisées par un établissement agréé en vertu de ce décret, que | modaliteiten bepaald in artikel 5, § 1 ', enkel kan subsidiëren |
lorsqu'il s'agit d'établissements d'administrations locales et | wanneer het gaat om inrichtingen van lokale en provinciale besturen, |
provinciales, d'associations sans but lucratif et d'établissements | verenigingen zonder winstoogmerk en instellingen van openbaar nut |
d'utilité publique [lire : fondations] au sens de la loi du 27 juin | [lees : stichtingen] in de zin van de wet van 27 juni 1921, en dus |
1921, et donc pas lorsqu'il s'agit d'établissements d'autres personnes | niet wanneer het gaat om inrichtingen van andere natuurlijke of |
physiques ou morales, même s'ils sont soumis aux mêmes normes | rechtspersonen, zelfs wanneer zij zijn onderworpen aan dezelfde |
d'agrément ». | erkenningsnormen ». |
B.2.2. Les faits de l'instance principale font apparaître que la | B.2.2. Uit de feiten van het bodemgeschil blijkt dat de tweede |
seconde partie requérante devant le juge a quo est une société privée | verzoekende partij voor de verwijzende rechter een besloten |
à responsabilité limitée ayant pour objet notamment l'exploitation | vennootschap met beperkte aansprakelijkheid is met als doel onder meer |
d'une maison de repos pour personnes âgées. La Cour limite son examen | het uitbaten van een rusthuis voor bejaarden. Het Hof beperkt zijn |
à cette catégorie de personnes morales. | onderzoek tot die categorie van rechtspersonen. |
B.3.1. Le Gouvernement flamand objecte que les établissements dotés de | B.3.1. De Vlaamse Regering werpt op dat inrichtingen met voorzieningen |
structures pour personnes âgées exploités par des administrations | voor bejaarden uitgebaat door lokale en provinciale besturen, |
locales et provinciales, des associations sans but lucratif et des | verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen in de zin van de wet |
fondations au sens de la loi du 27 juin 1921, d'une part, et les établissements exploités par d'autres personnes physiques ou morales, d'autre part, ne peuvent être utilement comparés, dès lors que le statut et la finalité des deux catégories d'établissements sont indéniablement et fondamentalement différents. B.3.2. Il ne faut pas confondre différence et non-comparabilité. En l'espèce, la Cour doit comparer les homes pour personnes âgées agréés, exploités par des administrations locales et provinciales, des associations sans but lucratif et des fondations avec les homes pour personnes âgées agréés, exploités par des sociétés privées à responsabilité limitée, seuls les premiers entrant en considération pour un subventionnement pour d'autres formes de logement, de soins et de services pour personnes âgées. Ces établissements se trouvent dans des situations qui ne sont pas à ce point différentes qu'elles ne pourraient être comparées entre elles. | van 27 juni 1921, enerzijds, en inrichtingen uitgebaat door andere natuurlijke of rechtspersonen, anderzijds, niet pertinent met elkaar kunnen worden vergeleken, nu het statuut en het opzet van beide categorieën van inrichtingen onmiskenbaar en fundamenteel verschillend zijn. B.3.2. Verschil en niet-vergelijkbaarheid mogen niet met elkaar worden verward. Te dezen dient het Hof de erkende bejaardentehuizen, uitgebaat door lokale en provinciale besturen, verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen, te vergelijken met de erkende bejaardentehuizen, uitgebaat door besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, waarbij de eerste in aanmerking komen voor subsidiëring voor andere vormen van huisvesting, verzorging en dienstverlening aan bejaarden en de tweede niet. Die inrichtingen bevinden zich niet in situaties die in die mate van elkaar verschillen dat zij niet met elkaar zouden kunnen worden vergeleken. |
B.3.3. L'exception est rejetée. | B.3.3. De exceptie wordt verworpen. |
B.4.1. L'article 5 des décrets coordonnés relatifs aux structures | B.4.1. Artikel 5 van de gecoördineerde decreten inzake voorzieningen |
destinées aux personnes âgées trouve son origine dans l'article 5 du | voor bejaarden vindt zijn oorsprong in artikel 5 van het decreet van 5 |
décret du 5 mars 1985 « portant réglementation de l'agrément et de | maart 1985 houdende regeling van de erkenning en subsidiëring van |
l'octroi de subventions relatifs aux structures destinées aux | voorzieningen voor bejaarden. Dat decreet had hoofdzakelijk betrekking |
personnes âgées ». Ce décret portait principalement sur le | |
subventionnement de l'infrastructure des structures pour personnes | op de subsidiëring van de infrastructuur van de voorzieningen voor |
âgées (Doc. parl., Conseil flamand, 1983-1984, n° 279/2, p. 2). | bejaarden (Parl. St., Vlaamse Raad, 1983-1984, nr. 279/2, p. 2). |
L'article 5 de ce décret visait spécifiquement à subventionner | Artikel 5 van dat decreet beoogde specifiek de serviceflats en de |
parallèlement aux maisons de repos les résidences-services et les | woningcomplexen met dienstverlening als aparte voorziening voor |
complexes résidentiels fournissant des services en tant que structure | bejaarden naast de rusthuizen te subsidiëren (Parl. St., Vlaamse Raad, |
distincte pour personnes âgées (Doc. parl., Conseil flamand, | |
1983-1984, n° 279/1, p. 6). | 1983-1984, nr. 279/1, p. 6). |
Les travaux préparatoires de ce décret font apparaître que le | Uit de parlementaire voorbereiding van dat decreet blijkt dat de |
législateur décrétal se sentait tenu par la situation financière de la | decreetgever zich gebonden voelde door de financiële situatie van de |
Communauté flamande qui « impose de grandes restrictions à la | Vlaamse Gemeenschap die « grote beperkingen op [legt] aan het te |
politique à mener » et s'estimait contraint de fixer des priorités en | voeren beleid » en zich genoodzaakt voelde dienaangaande prioriteiten |
la matière (Doc. parl., Conseil flamand, 1983-1984, n° 279/1, p. 4). | te bepalen (Parl. St., Vlaamse Raad, 1983-1984, nr. 279/1, p. 4). Ook |
La section de législation du Conseil d'Etat observa aussi, dans son | de afdeling wetgeving van de Raad van State wees in haar advies bij |
het voorontwerp van decreet erop dat « moet worden onderstreept dat | |
avis relatif à l'avant-projet de décret, qu'« il convient de souligner | het gaat om een toekenning van premies en subsidies binnen de grenzen |
qu'il s'agit de l'octroi de primes et de subventions dans les limites | van de budgettaire mogelijkheden en mits de gestelde voorwaarden |
des possibilités budgétaires et moyennant le respect des conditions | vervuld zijn : de regeling is derhalve niet geconcipieerd als een |
posées : le régime n'est dès lors pas conçu comme un octroi | onvoorwaardelijke toekenning van een subjectief recht op een premie of |
inconditionnel d'un droit subjectif à une prime ou à une subvention. | een subsidie. Deze opvatting komt duidelijk tot uiting in de artikelen |
Cette conception est clairement exprimée aux articles 3 et suivants : | 3 en volgende : een premie of subsidie ' kan ' worden toegekend » |
une prime ou subvention ' peut ' être allouée » (Doc. parl., Conseil | |
flamand, 1983-1984, n° 279/1, p. 13). | (Parl. St., Vlaamse Raad, 1983-1984, nr. 279/1, p. 13). |
Les travaux préparatoires de l'article 5 révèlent ensuite que le | De parlementaire bespreking van artikel 5 maakt verder duidelijk dat |
ministre compétent a estimé qu'il n'était pas souhaitable de limiter | de bevoegde minister het niet wenselijk achtte de subsidiëring voor |
le subventionnement pour la construction, la transformation et | het bouwen, verbouwen en inrichten van serviceflats en woningcomplexen |
l'équipement de résidences-services et de complexes résidentiels | met dienstverlening en rusthuizen, te beperken tot de openbare |
fournissant des services et des maisons de repos, aux administrations | |
publiques, comme c'était le cas à l'article 3 du décret en ce qui | besturen zoals dat het geval was in artikel 3 van het decreet |
concerne la construction et la transformation d'habitations pour | betreffende het bouwen en verbouwen van woningen voor bejaarden maar |
personnes âgées mais souhaitait également, eu égard à l'évolution | tevens, gelet op de demografische evolutie en de problematiek van de |
démographique et au problème du vieillissement de la population, | vergrijzing van de bevolking, bepaalde initiatieven in de |
associer certaines initiatives du secteur privé non-commercial, et | niet-commerciële privésector, en met name de VZW's, erbij wenste te |
notamment les ASBL (Doc. parl., Conseil flamand, 1983-1984, n° 279/2, pp. 8-10). | betrekken (Parl. St., Vlaamse Raad, 1983-1984, nr. 279/2, pp. 8-10). |
B.4.2. La disposition en cause elle-même fut insérée, par le décret du | B.4.2. De in het geding zijnde bepaling zelf werd bij het decreet van |
20 février 1991 « modifiant le décret du 5 mars 1985 portant | 20 februari 1991 tot wijziging van het decreet van 5 maart 1985 |
réglementation de l'agrément et de l'octroi de subventions relatifs | houdende regeling van de erkenning en subsidiëring van voorzieningen |
aux structures destinées aux personnes âgées », en tant qu'article | voor bejaarden als een artikel 5bis in het in B.4.1 bedoelde decreet |
5bis dans le décret visé en B.4.1, afin de pouvoir réagir de manière | ingevoegd, teneinde op een flexibele manier te kunnen inspelen op de |
flexible aux nouveaux développements que connaît le secteur des | nieuwe ontwikkelingen die zich in de sector voorzieningen voor |
structures pour personnes âgées, comme « les maisons pour un séjour de | bejaarden aandienen, zoals daar waren « tehuizen voor kortverblijf, |
courte durée, les centres d'accueil de nuit, l'accueil spécifique pour | |
personnes démentes et autres » (Doc. parl., Conseil flamand, | centra voor nachtopvang, specifieke opvang voor dementen, en andere » |
1990-1991, n° 447/1, p. 3). Du fait que le législateur décrétal a | (Parl. St., Vlaamse Raad, 1990-1991, nr. 447/1, p. 3). Omdat de |
considéré qu'il était prématuré de réglementer ces nouvelles formules | decreetgever oordeelde dat het voorbarig was die nieuwe ontwikkelingen |
par voie décrétale, eu égard à leur « caractère expérimental », le | decretaal te regelen, gelet op het « experimenteel karakter » ervan, |
Gouvernement a pu organiser, réglementer et subventionner de nouvelles | werd aan de Regering de mogelijkheid geboden om nieuwe initiatieven |
initiatives en ce qui concerne le logement, les soins et les services | met betrekking tot huisvesting, verzorging en dienstverlening voor |
aux personnes âgées (ibid. ). | bejaarden te organiseren, te reglementeren en te subsidiëren (ibid. ). |
A la suite de l'avis du Conseil d'Etat, selon lequel l'habilitation au | In navolging van het advies van de Raad van State, volgens welke de in |
Gouvernement prévue dans l'avant-projet était trop large (Doc. parl., | het voorontwerp vervatte machtiging aan de Regering te ruim was (Parl. |
Conseil flamand, 1990-1991, n° 447/1, p. 17), le législateur décrétal | St., Vlaamse Raad, 1990-1991, nr. 447/1, p. 17), beperkte de |
en a limité la portée en se référant expressément aux modalités visées | decreetgever de draagwijdte ervan door uitdrukkelijk te verwijzen naar |
à l'article 5, § 1er et § 2, 1°, 2°, 4° et 5°. | de modaliteiten bepaald in artikel 5, § 1 en § 2, 1°, 2°, 4° en 5°. |
B.4.3. Par arrêté du Gouvernement flamand du 18 décembre 1991, | B.4.3. Bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1991 |
plusieurs décrets et dispositions relatifs aux structures destinées | werden diverse decreten en bepalingen inzake de voorziening voor |
aux personnes âgées ont été coordonnés. L'article 5bis du décret du 5 | bejaarden gecoördineerd. Artikel 5bis van het decreet van 5 maart 1985 |
mars 1985 est devenu l'article 6 des décrets coordonnés relatifs aux | werd hierbij hernummerd tot artikel 6 van de gecoördineerde decreten |
structures destinées aux personnes âgées. L'article 5 des mêmes | inzake voorzieningen voor bejaarden. Artikel 5 van dezelfde decreten, |
décrets, tel qu'il a été modifié par le décret du 20 février 1991, a | zoals gewijzigd bij het decreet van 20 februari 1991, bleef als een |
été maintenu comme article 5 des décrets coordonnés relatifs aux | artikel 5 van de gecoördineerde decreten inzake voorzieningen voor |
structures destinées aux personnes âgées. | bejaarden behouden. |
B.4.4. En modifiant les articles 5 et 6 des décrets coordonnés | B.4.4. Met de wijzingen in de artikelen 5 en 6 van de gecoördineerde |
relatifs aux structures destinées aux personnes âgées par le décret du | decreten inzake voorzieningen voor bejaarden, aangebracht bij het |
23 février 1994 relatif à l'infrastructure affectée aux matières | decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor |
personnalisables, le législateur décrétal a confirmé clairement les | persoonsgebonden aangelegenheden, herbevestigde de decreetgever |
initiatives subventionnables en précisant que « seuls les | duidelijk welke initiatiefnemers voor subsidiëring in aanmerking komen |
administrations locales et provinciales, les associations sans but | door te preciseren dat « alleen lokale en provinciale besturen, |
lucratif et les [établissements d'utilité publique; désormais ' | verenigingen zonder winstoogmerk en instellingen van openbaar nut |
fondations '] au sens de la loi du 27 juin 1921 peuvent bénéficier de | [thans ' stichtingen '] in de zin van de wet van 27 juni 1921 [...] |
subventions [...] ». B.5.1. Le subventionnement ne vise pas seulement à financer une initiative privée mais à réaliser l'objectif social qui se trouve à la base de cette initiative. C'est au législateur décrétal qu'il revient d'apprécier si et à quelles conditions il entend, compte tenu des limites budgétaires contraignantes, subventionner certaines initiatives ou certains établissements au moyen de deniers publics. Il n'appartient pas à la Cour de critiquer l'appréciation du législateur décrétal, pour autant que celle-ci ne soit pas contraire au principe d'égalité et de non-discrimination. La Cour ne saurait censurer un tel choix que s'il était manifestement déraisonnable. B.5.2. La mesure consistant à ne subventionner d'autres formes de logement, de soins et de services organisées par un établissement agréé en vertu du décret que lorsqu'il s'agit de structures destinées aux personnes âgées exploitées par des administrations locales et provinciales, des associations sans but lucratif et des fondations, repose sur un critère objectif, à savoir le statut juridique de | subsidies [kunnen] krijgen [...] ». B.5.1. Subsidiëring strekt niet louter tot financiering van een particulier initiatief maar tot verwezenlijking van de maatschappelijke doelstelling die aan dat initiatief ten grondslag ligt. Het komt de decreetgever toe om, rekening houdend met dwingende budgettaire beperkingen, te beslissen of en onder welke voorwaarden hij bepaalde initiatieven of instellingen met overheidsmiddelen wil subsidiëren. Het komt het Hof niet toe het oordeel van de bevoegde wetgever te bekritiseren voor zover het niet strijdig is met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. Het Hof zou een dergelijke keuze alleen kunnen afkeuren indien die kennelijk onredelijk zou zijn. B.5.2. De maatregel om andere vormen van huisvesting, verzorging en dienstverlening georganiseerd door een krachtens het decreet erkende inrichting alleen te subsidiëren wanneer het inrichtingen met voorzieningen voor bejaarden uitgebaat door lokale en provinciale besturen, verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen betreft, berust op een objectief criterium, namelijk het juridisch statuut van |
l'exploitant de l'établissement, et est pertinente par rapport à | de uitbater van de inrichting, en is pertinent ten opzichte van de |
l'objectif poursuivi par le législateur décrétal consistant à aborder | door de decreetgever nagestreefde doelstelling om de problematiek van |
la problématique du vieillissement de la population d'une manière | de vergrijzing van de bevolking op een efficiënte manier, binnen het |
efficace, dans les limites des moyens budgétaires. Le choix de ne | kader van de budgettaire middelen, aan te pakken. De keuze om slechts |
subventionner que ces établissements et non les établissements | die instellingen te subsidiëren en niet de inrichtingen uitgebaat door |
exploités par des sociétés privées à responsabilité limitée est | besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, is |
justifié par la circonstance que les premiers sont gérés sans but | verantwoord door het feit dat de eerste worden beheerd zonder |
lucratif et ne sont pas axés sur l'enrichissement des membres de la | winstoogmerk en niet zijn gericht op de verrijking van de leden van de |
personne morale. | rechtspersoon. |
Il n'est pas manifestement déraisonnable qu'une autorité subventionnante opte, afin d'octroyer son aide financière, pour les exploitants de fondations dont la forme juridique offre la garantie que leurs activités poursuivent l'intérêt général et non un enrichissement personnel. En outre, la circonstance que les établissements exploités dans un but lucratif par des personnes physiques ou morales sont soumis aux mêmes normes d'agrément que les établissements subventionnables n'est pas pertinente en l'espèce, dès lors qu'il n'existe pas de corrélation nécessaire, quant à la mesure en cause, entre l'agrément et la subvention. | Het is niet kennelijk onredelijk dat een subsidiërende overheid voor het verlenen van haar financiële steun opteert voor de uitbaters van inrichtingen waarvan de rechtsvorm de waarborg biedt dat hun activiteiten op het algemeen belang zijn gericht en dat zij geen persoonlijke verrijking nastreven. Bovendien is het gegeven dat de inrichtingen die, met winstoogmerk, worden uitgebaat door natuurlijke of rechtspersonen, zijn onderworpen aan dezelfde erkenningsnormen als de instellingen die wel voor subsidiëring in aanmerking komen, te dezen niet relevant, nu er, ten aanzien van de in het geding zijnde maatregel, geen noodzakelijk verband bestaat tussen erkenning en subsidiëring. |
B.5.3. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.5.3. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 6 des décrets de la Communauté flamande relatifs aux | Artikel 6 van de decreten van de Vlaamse Gemeenschap inzake |
structures destinées aux personnes âgées, coordonnés le 18 décembre | voorzieningen voor bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991, zoals |
1991, tel qu'il a été modifié par le décret du 23 février 1994, ne | gewijzigd bij het decreet van 23 februari 1994, schendt de artikelen |
viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare |
l'audience publique du 4 mars 2008. | terechtzitting van 4 maart 2008. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |