← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 44/2008 du 4 mars 2008 Numéro du rôle : 4260 En cause : les
questions préjudicielles concernant l'article 36 du décret flamand du 22 décembre 1995 contenant diverses
mesures d'accompagnement du budget 1996, posées par La
Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. Ma(...)"
Extrait de l'arrêt n° 44/2008 du 4 mars 2008 Numéro du rôle : 4260 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 36 du décret flamand du 22 décembre 1995 contenant diverses mesures d'accompagnement du budget 1996, posées par La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. Ma(...) | Uittreksel uit arrest nr. 44/2008 van 4 maart 2008 Rolnummer 4260 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 36 van het Vlaamse decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, gesteld door d Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechter(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 44/2008 du 4 mars 2008 | Uittreksel uit arrest nr. 44/2008 van 4 maart 2008 |
Numéro du rôle : 4260 | Rolnummer 4260 |
En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 36 du | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 36 van het |
décret flamand du 22 décembre 1995 contenant diverses mesures | Vlaamse decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot |
d'accompagnement du budget 1996, posées par le Tribunal de première | begeleiding van de begroting 1996, gesteld door de Rechtbank van |
instance de Bruxelles. | eerste aanleg te Brussel. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de |
Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, | rechters P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, |
J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels et T. Merckx-Van Goey, | J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels en T. Merckx-Van |
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. | Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder |
Bossuyt, | voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par jugement du 27 juin 2007 en cause de André Deketelaere contre la | Bij vonnis van 27 juni 2007 in zake André Deketelaere tegen het |
Région flamande, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is |
le 4 juillet 2007, le Tribunal de première instance de Bruxelles a | ingekomen op 4 juli 2007, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te |
posé les questions préjudicielles suivantes : | Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
1. « Les dispositions de l'article 36 du décret du 22 décembre 1995 | 1. « Schenden de bepalingen van artikel 36 van het decreet van 22 |
contenant diverses dispositions d'accompagnement du budget 1996 | december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting |
violent-elles l'article 11 de la loi spéciale du 16 janvier 1989 | 1996, het artikel 11 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 op de |
relative au financement des communautés et des régions en ce que | financiering van de gemeenschappen en de gewesten doordat het artikel |
l'article 36 du décret du 22 décembre 1995 utilise le revenu cadastral | 36 van het decreet van 22 december 1995 het kadastraal inkomen als |
comme base de calcul de l'impôt et taxe ainsi, en contradiction avec | basis gebruikt voor het berekenen van de belasting en hiermee in |
les dispositions de l'article 11 de la loi spéciale de financement, la | strijd met de bepalingen van artikel 11 van de bijzondere |
même matière imposable ou la même assiette imposable que le précompte | financieringswet dezelfde belastbare materie of belastbare grondslag |
immobilier ? »; | belast als de onroerende voorheffing ? »; |
2. « Les dispositions de l'article 36 du décret du 22 décembre 1995 | 2. « Schenden de bepalingen van artikel 36 van het decreet van 22 |
contenant diverses mesures d'accompagnement du budget 1996 | december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting |
violent-elles les articles 10 et 11 de la Constitution en ce sens que | 1996 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in die zin dat dit artikel |
cet article prend le revenu cadastral comme base de calcul du montant | het kadastraal inkomen als basis voor het berekenen van het bedrag van |
de la redevance d'inoccupation flamande, alors que par suite de la | Vlaamse leegstandsheffing hanteert terwijl de huidige kadastrale |
non-application d'une péréquation générale des revenus cadastraux | inkomens ingevolge het niet toepassen van een algemene perequatie van |
depuis le 1er janvier 1975 et par suite de l'application non | de kadastrale inkomens sinds 1 januari 1975 en ingevolge het niet |
systématique de la révision individuelle des revenus cadastraux, les | systematisch toepassen van de individuele herziening van de kadastrale |
inkomens, absoluut niet meer zijn afgestemd op de werkelijke | |
revenus cadastraux actuels ne sont plus du tout alignés sur la valeur | huurwaarde van de onroerende goederen zodat er in de loop der jaren |
locative réelle des biens immobiliers, de sorte qu'au fil des ans, une | een ongelijke situatie is ontstaan tussen de belastingplichtigen die |
situation inégale est apparue entre les contribuables, situation que | door de jaarlijkse indexering van de kadastrale inkomens alleen maar |
l'indexation annuelle des revenus cadastraux ne fait qu'aggraver ? ». | scherper wordt gesteld ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Le décret du 22 décembre 1995 contenant diverses mesures | B.1. Het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot |
d'accompagnement du budget 1996 instaure une taxe (dénommée ci-après : | begeleiding van de begroting 1996 voert een heffing in op leegstaande |
taxe d'inoccupation) sur les bâtiments désaffectés ou laissés à | of verwaarloosde gebouwen en op leegstaande, verwaarloosde, |
l'abandon et les habitations désaffectées, laissées à l'abandon, | ongeschikte of onbewoonbare woningen die zijn opgenomen in een daartoe |
inadaptées ou inhabitables, figurant dans un inventaire destiné à | bestemde inventaris (hierna leegstandheffing genoemd). |
cette fin. Les redevables de la taxe sont les titulaires d'un droit réel (pleine | De belastingplichtigen van de heffing zijn de houders van een zakelijk |
propriété, usufruit, droit de superficie ou d'emphytéose) sur les | recht (volle eigendom, vruchtgebruik, recht van opstal of van |
bâtiments et habitations concernés. | erfpacht) op de betrokken gebouwen en woningen. |
Les questions préjudicielles portent sur l'article 36 de ce décret, | De prejudiciële vragen hebben betrekking op artikel 36 van dat |
tel qu'il était d'application pour l'exercice fiscal 2001. Cette | decreet, zoals het van toepassing was voor het heffingsjaar 2001. Die |
disposition était alors libellée comme suit : | bepaling luidde toen : |
« Le montant de la redevance est égal au résultat de la formule | « Het bedrag van de heffing is gelijk aan het resultaat van de |
suivante : | volgende formule : |
(KI x V + M) x (P + 1), dans laquelle : | (KI x V + M) x (P + 1), waarbij : |
- KI représente le revenu cadastral du bâtiment et/ou de l'habitation, | - KI staat voor het kadastraal inkomen van het gebouw en/of de woning, |
déterminé conformément aux articles 255 et 256 du Code des impôts sur | vastgesteld overeenkomstig de artikelen 255 en 256 van het Wetboek van |
les revenus tels qu'ils s'appliquent en Région flamande en vertu de | de Inkomstenbelastingen, zoals die van toepassing zijn op het Vlaamse |
l'article 60 du décret du 21 décembre 1990, et indexé conformément à | Gewest ingevolge het artikel 60 van het decreet van 21 december 1990, |
l'article 518 du même Code. Lorsque plusieurs bâtiments et/ou | en geïndexeerd overeenkomstig artikel 518 van hetzelfde wetboek. Als |
habitations sont établies sur une parcelle cadastrale, KI équivaut au | zich meerdere gebouwen en/of woningen bevinden op een kadastraal |
revenu cadastral du terrain et des élévations de la parcelle entière, | perceel staat KI voor het kadastraal inkomen van de grond en de |
calculé conformément à la disposition précédente et multiplié par une | opstanden van het gehele perceel, berekend overeenkomstig de vorige |
fraction dont le numérateur représente la superficie du bâtiment et/ou | bepaling, vermenigvuldigd met een breuk waarin de teller gelijk is aan |
de l'habitation porté dans l'inventaire et le dénominateur représente | de oppervlakte van het geïnventariseerde gebouw en/of woning en de |
la superficie totale des bâtiments et/ou habitations établis sur la | noemer gelijk is aan de totale oppervlakte van de gebouwen en/of |
parcelle cadastrale; | woningen die zich op het kadastraal perceel bevinden; |
- V est égal à 1/2 lorsque le bâtiment et/ou l'habitation figure | - V staat voor 1/2, als het gebouw en/of de woning enkel op de lijst |
uniquement sur la liste des bâtiments et/ou habitations laissés à l'abandon et à 1 dans tous les autres cas; | van de verwaarloosde gebouwen en/of woningen voorkomt, en voor 1 in de andere gevallen; |
- M équivaut au nombre dont le résultat de la multiplication de KI par | - M staat voor het bedrag waarmee het resultaat van de |
V doit être augmenté le cas échéant pour atteindre le montant de | vermenigvuldiging van KI met V in voorkomend geval moet worden |
20.000 F ou de 40.000 F lorsque le bâtiment et/ou l'habitation figure | verhoogd om het bedrag van 20.000 frank te bereiken, of om het bedrag |
sur la liste des bâtiments et/ou habitations désaffectés et sur la | van 40.000 frank te bereiken als het gebouw en/of de woning voorkomt |
liste des bâtiments et/ou habitations laissés à l'abandon; | op de lijst van leegstaande gebouwen en/of woningen en op de lijst van |
- P représente le nombre de périodes de douze mois pendant lesquelles | verwaarloosde gebouwen en/of woningen; |
le bâtiment et/ou l'habitation est enregistré sans interruption dans | - P staat voor het aantal periodes van 12 maanden dat het gebouw en/of |
l'inventaire visé par l'article 28, ce nombre ne pouvant être | de woning zonder onderbreking is opgenomen in de inventaris, bedoeld |
supérieur à 4 ». | in artikel 28, zonder echter meer te bedragen dan 4 ». |
Quant à l'intérêt des parties intervenantes | Ten aanzien van het belang van de tussenkomende partijen |
B.2.1. Le Gouvernement flamand conteste l'intérêt des parties | B.2.1. De Vlaamse Regering betwist het belang van de tussenkomende |
intervenantes. | partijen. |
B.2.2. L'article 87, § 1er, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | B.2.2. Artikel 87, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 |
dispose : | bepaalt : |
« Lorsque la Cour d'arbitrage statue, à titre préjudiciel, sur les | « Wanneer het Arbitragehof, bij wijze van prejudiciële beslissing, |
questions visées à l'article 26, toute personne justifiant d'un | uitspraak doet op vragen als bedoeld in artikel 26, kan ieder die van |
intérêt dans la cause devant la juridiction qui ordonne le renvoi, | een belang doet blijken in de zaak voor de rechter die de verwijzing |
peut adresser un mémoire à la Cour dans les trente jours de la | gelast, een memorie aan het Hof richten binnen dertig dagen na de |
publication prescrite par l'article 74. Elle est, de ce fait, réputée | bekendmaking voorgeschreven in artikel 74. Hij wordt daardoor geacht |
partie au litige ». | partij in het geding te zijn ». |
B.2.3. Ainsi que l'observe le Gouvernement flamand, la Cour a | B.2.3. Zoals de Vlaamse Regering opmerkt, heeft het Hof aanvankelijk |
considéré, dans un premier temps, que la simple qualité de partie à | geoordeeld dat de enkele hoedanigheid van partij bij een procedure die |
une procédure analogue à celle dont la Cour est saisie à titre | analoog is met die welke bij het Hof prejudicieel aanhangig is, niet |
préjudiciel ne suffisait pas pour établir l'intérêt à intervenir dans | volstaat om te doen blijken van het belang om in een procedure |
une procédure sur question préjudicielle (voy. notamment arrêt n° | betreffende een prejudiciële vraag tussen te komen (onder meer arrest |
82/95, B.1.2). | nr. 82/95, B.1.2). |
Dans son arrêt n° 56/93 du 8 juillet 1993, la Cour a donné à sa | In zijn arrest nr. 56/93 van 8 juli 1993 heeft het Hof daarvoor een |
position une justification de principe, à l'occasion d'une exception | principiële verantwoording gegeven naar aanleiding van een exceptie |
d'inconstitutionnalité soulevée à l'encontre de l'article 87, § 1er : | van ongrondwettigheid van artikel 87, § 1 : |
« Dès lors qu'il limitait la portée de l'arrêt rendu sur question préjudicielle au litige à l'occasion duquel a été posée la question, le législateur pouvait limiter l'intervention devant la Cour aux personnes pouvant intervenir dans ce litige. Sans doute est-il exact que l'arrêt rendu sur question préjudicielle pourrait avoir un effet indirect sur des litiges comparables puisque le juge saisi pourrait estimer ne pas devoir poser une question à la Cour parce que celle-ci a déjà statué sur une question ayant le même objet. Rien n'empêche cependant les parties de développer des arguments devant ce juge pour le convaincre de poser à son tour une question à la Cour ». (B.2.7) | « Nu de wetgever de draagwijdte van het arrest dat is gewezen op de prejudiciële vraag in het geschil naar aanleiding waarvan de vraag is gesteld, heeft beperkt, kon hij de tussenkomst voor het Hof beperken tot de personen die in dat geschil mochten tussenkomen. Het is weliswaar juist dat het arrest, gewezen op prejudiciële vraag, een indirect effect zou kunnen hebben op soortgelijke geschillen aangezien de geadieerde rechter van oordeel zou kunnen zijn dat hij geen vraag aan het Hof hoeft te stellen omdat het Hof reeds op een vraag met hetzelfde onderwerp uitspraak heeft gedaan. Niets belet echter de partijen voor die rechter argumenten uiteen te zetten om hem te overtuigen op zijn beurt een vraag aan het Hof te stellen » (B.2.7). |
B.2.4. Dans des arrêts ultérieurs, la Cour a toutefois nuancé son | B.2.4. In latere arresten heeft het Hof zijn standpunt evenwel |
point de vue et a accepté l'intérêt dans une procédure analogue, à | genuanceerd en het belang in een analoge procedure aanvaard, namelijk |
savoir : | : |
- lorsque cette procédure a été arrêtée pour une durée indéterminée | - wanneer die procedure voor onbepaalde tijd werd stilgelegd in |
dans l'attente de la réponse à la question préjudicielle soumise à la | afwachting van het antwoord op de door een andere rechter (arrest nr. |
Cour par un autre juge (arrêt n° 126/2000, B.1.2) ou par le même juge | 126/2000, B.1.2) of door dezelfde rechter in een andere zaak (arrest |
dans une autre affaire (arrêt n° 55/99, B.1.2; arrêt n° 57/2002, A.1; | nr. 55/99, B.1.2; arrest nr. 57/2002, A.1; arrest nr. 141/2006, B.3.2) |
arrêt n° 141/2006, B.3.2); | aan het Hof voorgelegde prejudiciële vraag; |
- lorsque le requérant en intervention a simplement demandé, dans une | - wanneer de verzoeker tot tussenkomst louter in een analoge procedure |
procédure analogue, qu'une question préjudicielle soit posée à la Cour | heeft gevraagd aan het Hof een prejudiciële vraag over hetzelfde |
concernant le même problème, et donc sans qu'une décision judiciaire | probleem te stellen, dus zonder dat een rechterlijke beslissing is |
ne soit intervenue en vue de suspendre la procédure en attendant une | genomen om de procedure te schorsen in afwachting van een uitspraak |
décision de la Cour (arrêt n° 13/2004, B.2.2); | van het Hof (arrest nr. 13/2004, B.2.2); |
- lorsque le requérant en intervention fait simplement valoir que son | - wanneer de verzoeker tot tussenkomst louter doet gelden dat zijn |
affaire, qui a un objet identique à celui qui est soumis au juge a | zaak, die een identiek onderwerp heeft als die welke is voorgelegd aan |
quo, ne saurait être jugée avant que la Cour ait répondu à la question | de verwijzende rechter, niet kan worden beslecht vooraleer het Hof |
préjudicielle, de sorte qu'il ne peut pas demander utilement qu'une | heeft geantwoord op de prejudiciële vraag, zodat hij niet op dienstige |
wijze kan verzoeken een vraag te stellen aan het Hof teneinde zich te | |
question préjudicielle soit posée à la Cour afin de se joindre à la | kunnen voegen bij de voor het Hof hangende procedure (arrest nr. |
procédure pendante devant celle-ci (arrêt n° 73/2006, B.2.3); | 73/2006, B.2.3); |
- et même lorsque le requérant en intervention fait simplement valoir | - en zelfs wanneer de verzoeker tot tussenkomst louter doet gelden dat |
que son conseil d'administration a décidé d'intenter une procédure | zijn raad van bestuur heeft beslist een analoge procedure in te |
analogue dans l'intention de demander au tribunal compétent de poser | stellen met de intentie de bevoegde rechtbank te verzoeken dezelfde |
la même question préjudicielle (arrêt n° 162/2005, A.12 et B.2.2). | prejudiciële vraag te stellen (arrest nr. 162/2005, A.12 en B.2.2). |
La Cour a néanmoins, dans son arrêt n° 82/2005 du 27 avril 2005, | Niettemin heeft het Hof in zijn arrest nr. 82/2005 van 27 april 2005 |
maintenu le principe qu'une affaire analogue devait déjà être | het principe gehandhaafd dat reeds een analoge zaak hangende moet |
zijn. De omstandigheid dat een arrest van het Hof een invloed zou | |
pendante. La circonstance qu'un arrêt de la Cour pourrait avoir une | kunnen hebben op de beslissing van een rechter aan wie later analoge |
influence sur la décision d'un juge saisi ultérieurement de questions | vragen worden voorgelegd, wordt niet van dien aard geacht dat daaruit |
analogues n'est pas de nature à justifier un intérêt, car il peut en | een belang blijkt, omdat zulks voor elke rechtzoekende kan gelden |
être ainsi de tout justiciable (B.2.3). | (B.2.3). |
B.2.5. Si la Cour doit éviter que n'interviennent devant elle des | B.2.5. Ofschoon moet worden vermeden dat voor het Hof personen in |
personnes qui n'ont qu'un intérêt hypothétique aux questions | rechte treden die slechts een hypothetisch belang hebben bij de aan |
préjudicielles qui lui sont posées, elle doit avoir égard à l'autorité | het Hof gestelde prejudiciële vragen, dient het rekening te houden met |
de chose jugée renforcée qui découle de l'article 26, § 2, alinéa 2, | het versterkte gezag van gewijsde dat voortvloeit uit artikel 26, § 2, |
2°, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 et prévenir la multiplication de questions préjudicielles portant sur des problèmes identiques. En permettant que toute personne justifiant d'un intérêt puisse demander l'annulation d'une disposition dont la Cour, statuant sur question préjudicielle, a constaté qu'elle violait la Constitution, l'article 4, alinéa 2, qui a été introduit dans la loi spéciale du 6 janvier 1989 par la loi spéciale du 9 mars 2003, a accru l'effet que peut avoir un arrêt préjudiciel sur des personnes qui n'étaient pas parties à cet arrêt. B.2.6. Il convient donc d'admettre que justifient d'un intérêt à intervenir devant la Cour les personnes qui font la preuve suffisante de l'effet direct que peut avoir sur leur situation personnelle la réponse que va donner la Cour à une question préjudicielle. B.2.7. La première partie intervenante fait valoir qu'elle est propriétaire d'un immeuble qui a été soumis à la taxe d'inoccupation | tweede lid, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 en ervoor te zorgen dat prejudiciële vragen met betrekking tot identieke problemen niet worden vermenigvuldigd. Door toe te staan dat elke persoon die doet blijken van een belang de vernietiging kan vorderen van een bepaling waarvan het Hof, uitspraak doende op een prejudiciële vraag, heeft vastgesteld dat ze de Grondwet schendt, heeft artikel 4, tweede lid, dat in de bijzondere wet van 6 januari 1989 is ingevoerd bij de bijzondere wet van 9 maart 2003, het gevolg versterkt dat een op prejudiciële vraag gewezen arrest kan hebben voor de personen die geen partij waren bij dat arrest. B.2.6. Er dient dus te worden aangenomen dat de personen die het afdoende bewijs leveren van het rechtstreekse gevolg dat het antwoord dat het Hof op een prejudiciële vraag zal geven, op hun persoonlijke situatie kan hebben, doen blijken van een belang om voor het Hof tussen te komen. B.2.7. De eerste tussenkomende partij voert aan dat zij eigenaar is van een pand dat onderworpen is geweest aan de leegstandheffing, |
visée dans le décret du 22 décembre 1995 contenant diverses mesures | bedoeld in het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot |
d'accompagnement du budget 1996 et qu'elle a contesté cette taxe. Elle | begeleiding van de begroting 1996, en dat zij die heffing heeft |
justifie dès lors d'un intérêt dans l'affaire présente. | betwist. Zij doet derhalve blijken van een belang in de voorliggende |
Dès lors que l'intérêt de la première partie intervenante est établi, | zaak. Nu het belang van de eerste tussenkomende partij vaststaat, is de |
le mémoire commun des parties intervenantes est recevable et il n'y a | gezamenlijke memorie van de tussenkomende partijen ontvankelijk en |
pas lieu d'examiner si la seconde partie intervenante justifie | dient niet te worden onderzocht of ook de tweede tussenkomende partij |
également de l'intérêt requis. | doet blijken van het vereiste belang. |
B.2.8. L'exception est rejetée. | B.2.8. De exceptie wordt verworpen. |
Quant à la première question préjudicielle | Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag |
B.3. Il est demandé dans la première question préjudicielle si la | B.3. De eerste prejudiciële vraag luidt of de in B.1 vermelde bepaling |
disposition mentionnée en B.1 viole l'article 11 de la loi spéciale du | artikel 11 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de |
16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions | financiering van de gemeenschappen en de gewesten schendt doordat zij |
en ce qu'elle utilise le revenu cadastral comme base de calcul de la | het kadastraal inkomen gebruikt als basis voor het berekenen van de |
taxe. | heffing. |
Pour répondre à cette question, la Cour prend en considération les | Voor het beantwoorden van die vraag neemt het Hof de |
règles répartitrices de compétence telles qu'elles étaient en vigueur | bevoegdheidverdelende regels in aanmerking zoals zij van kracht waren |
au moment où la disposition en cause a été adoptée. | op het tijdstip waarop de in het geding zijnde bepaling werd |
B.4.1. En vertu de l'article 170, § 2, alinéa 2, de la Constitution, | aangenomen. B.4.1. Krachtens artikel 170, § 2, tweede lid, van de Grondwet |
les communautés et les régions disposent d'une compétence fiscale | beschikken de gemeenschappen en de gewesten over een eigen fiscale |
propre. Cette disposition attribue toutefois au législateur fédéral le | bevoegdheid. Die bepaling kent aan de federale wetgever evenwel de |
pouvoir de déterminer, en ce qui concerne la compétence fiscale des | bevoegdheid toe om, wat de fiscale bevoegdheid van de gemeenschappen |
communautés et des régions, les exceptions « dont la nécessité est | en de gewesten betreft, de uitzonderingen te bepalen « waarvan de |
démontrée ». Le législateur fédéral peut dès lors déterminer quels | noodzakelijkheid blijkt ». De federale wetgever kan derhalve bepalen |
impôts ne peuvent pas être levés par les communautés et les régions. | welke belastingen niet door de gemeenschappen en de gewesten mogen |
worden geheven. | |
B.4.2. En application de l'article 1er, § 2, de la loi spéciale du 16 | B.4.2. Met toepassing van artikel 1, § 2, van de bijzondere wet van 16 |
janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, | januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de |
les régions disposent des moyens financiers suivants : | gewesten, beschikken de gewesten over de volgende financiële middelen |
a) les taxes instaurées sur la base de la fiscalité propre prévue par | : a) de belastingen ingesteld op basis van de bij artikel 170, § 2, van |
l'article 170, § 2, de la Constitution; | de Grondwet voorgeschreven eigen fiscaliteit; |
b) les recettes non fiscales; | b) de niet-fiscale ontvangsten; |
c) les recettes fiscales visées par la loi spéciale précitée du 16 | c) de fiscale ontvangsten bedoeld in de voormelde bijzondere wet van |
janvier 1989 (les « impôts régionaux »); | 16 januari 1989 (de « gewestelijke belastingen »); |
d) les parties attribuées du produit d'impôts et de perceptions; | d) de toegewezen gedeelten van de opbrengst van belastingen en heffingen; |
e) une intervention de solidarité nationale; | e) een nationale solidariteitstussenkomst; |
f) les emprunts. | f) de leningen. |
B.4.3. L'article 11, alinéa 2, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 | B.4.3. Artikel 11, tweede lid, van de bijzondere wet van 16 januari |
relative au financement des communautés et des régions dispose : | 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten |
« Sous la réserve des cas prévus par la présente loi, les Communautés | bepaalt : « Onder voorbehoud van de bij deze wet bepaalde gevallen zijn de |
et les Régions ne sont pas autorisées à lever des impôts dans les | Gemeenschappen en de Gewesten niet gemachtigd belastingen te heffen op |
matières qui font l'objet d'une imposition visée par la présente loi | de materies waarop een bij deze wet bedoelde belasting wordt geheven |
». | ». |
B.4.4. En application de l'article 170, § 2, alinéa 2, de la | B.4.4. Met toepassing van artikel 170, § 2, tweede lid, van de |
Constitution, l'article 1er de la loi du 23 janvier 1989 dispose : | Grondwet, bepaalt artikel 1 van de wet van 23 januari 1989 : |
« Dans les cas non prévus par l'article 11 de la loi spéciale du 16 | « In de gevallen die niet voorzien zijn in artikel 11 van de |
janvier 1989 relative au financement des Communautés et des Régions, | bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de |
les Conseils ne sont pas autorisés à lever des impôts dans les | Gemeenschappen en de Gewesten, zijn de Raden niet gemachtigd om |
matières qui font l'objet d'une imposition par l'Etat, ni à percevoir | belastingen te heffen op de materies die het voorwerp uitmaken van een |
des centimes additionnels aux impôts et perceptions au profit de | belasting door de Staat, noch opcentiemen te heffen op belastingen en |
l'Etat, ni à accorder des remises sur ceux-ci ». | heffingen ten voordele van de Staat, noch kortingen hierop toe te staan ». |
B.4.5. Il résulte de ce qui précède que : | B.4.5. Uit wat voorafgaat blijkt dat : |
a) la Constitution elle-même attribue aux communautés et aux régions | a) aan de gemeenschappen en de gewesten door de Grondwet zelf een |
une compétence fiscale propre, sous la réserve que la loi n'ait pas | eigen fiscale bevoegdheid is toegekend, onder het voorbehoud dat de |
déterminé ou ne détermine pas ultérieurement les exceptions dont la | wet de uitzonderingen waarvan de noodzakelijkheid blijkt, niet heeft |
nécessité est démontrée; | bepaald of nadien niet bepaalt; |
b) la loi spéciale du 16 janvier 1989 attribue en outre aux | b) bovendien aan de gemeenschappen en de gewesten de opbrengst van |
communautés et aux régions le produit de certains impôts fédéraux | bepaalde federale belastingen alsmede een bijkomende en beperkte |
ainsi qu'une compétence fiscale complémentaire et limitée; | fiscale bevoegdheid is toegekend door de bijzondere wet van 16 januari 1989; |
c) les communautés et les régions ne sont cependant pas autorisées à | c) de gemeenschappen en de gewesten evenwel geen belastingen mogen |
percevoir des impôts à l'égard de matières qui font l'objet d'un impôt | heffen ten aanzien van materies die het voorwerp zijn van een federale |
fédéral. Elles « peuvent lever des impôts dans des matières vierges » | belasting. Zij « kunnen belastingen heffen op de ' maagdelijke ' |
(Doc. parl., Sénat, 1988-1989, n° 562-2, p. 160). | materies » (Parl. St., Senaat, 1988-1989, nr. 562-2, p. 160). |
B.5. La Cour doit dès lors examiner si le décret en cause frappe une | B.5. Het Hof dient derhalve te onderzoeken of het in het geding zijnde |
matière qui fait déjà l'objet d'une imposition fédérale. | decreet een materie belast die reeds het voorwerp is van een federale |
B.6. La matière imposable est l'élément générateur de l'impôt, la | belasting. B.6. De belastbare materie is het element dat aanleiding geeft tot de |
situation ou le fait qui donne lieu à la débition de l'impôt. La | belasting, de situatie die of het feit dat leidt tot het verschuldigd |
matière imposable se distingue de la base imposable, qui est le | zijn van de belasting. De belastbare materie onderscheidt zich van de |
montant sur lequel est calculé l'impôt. C'est à l'égard de matières | belastbare grondslag, die het bedrag is waarop de belasting wordt |
qui font déjà l'objet d'un impôt fédéral que les communautés et les | berekend. Het is ten aanzien van materies die reeds het voorwerp van |
régions ne sont pas autorisées à établir une imposition nouvelle. | een federale belasting uitmaken, dat de gemeenschappen en de gewesten |
geen nieuwe belastingen mogen heffen. | |
B.7. Le précompte immobilier est un « impôt régional » (article 3, | B.7. De onroerende voorheffing is een zogenaamde « gewestelijke |
alinéa 1er, 5°, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au | belasting » (artikel 3, eerste lid, 5°, van de bijzondere wet van 16 |
financement des communautés et des régions). | januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de |
Les régions sont compétentes pour modifier le taux d'imposition, les | gewesten). De gewesten zijn bevoegd om de aanslagvoet, de vrijstellingen en |
exonérations et, depuis le 1er janvier 2002, également la base | sedert 1 januari 2002 ook de heffingsgrondslag van de onroerende |
d'imposition du précompte immobilier (article 4, § 2, de la même loi). | voorheffing te wijzigen (artikel 4, § 2, van dezelfde wet). |
B.8. La matière imposable du précompte immobilier est constituée par | B.8. De belastbare materie van de onroerende voorheffing zijn de |
les revenus d'immeubles situés en Belgique (article 249 du CIR 1992). | inkomsten uit in België gelegen onroerende goederen (artikel 249 van |
La base d'imposition est le revenu cadastral. Le revenu cadastral est | het WIB 1992). De heffingsgrondslag is het kadastraal inkomen. Dat |
censé correspondre au revenu moyen normal net d'une année que serait | wordt verondersteld overeen te stemmen met de gemiddelde normale, |
susceptible de procurer un bien immobilier selon l'estimation de l'Administration du cadastre. B.9. La matière imposable visée par le décret en cause est le droit réel exercé sur des bâtiments désaffectés ou laissés à l'abandon et sur des habitations désaffectées, laissées à l'abandon, inadaptées ou inhabitables, figurant à l'inventaire à ce destiné. Etant donné que cette matière n'est pas imposée par le législateur fédéral, la Région flamande a pu valablement la taxer. B.10. La première question préjudicielle appelle une réponse négative. Quant à la seconde question préjudicielle | jaarlijkse nettohuur die een onroerend goed volgens de raming van de Administratie van het kadaster zou kunnen opleveren. B.9. De belastbare materie die door het in het geding zijnde decreet wordt beoogd, is het zakelijke recht op leegstaande of verwaarloosde gebouwen en op leegstaande, verwaarloosde, ongeschikte of onbewoonbare woningen die zijn opgenomen in een daartoe bestemde inventaris. Aangezien die materie door de federale wetgever niet wordt belast, kon het Vlaamse Gewest ze op geldige wijze belasten. B.10. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag |
B.11. La seconde question préjudicielle porte sur le point de savoir | B.11. De tweede prejudiciële vraag luidt of de in het geding zijnde |
si la disposition en cause viole les articles 10 et 11 de la | bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat zij « |
Constitution en ce qu'elle « prend le revenu cadastral comme base de | het kadastraal inkomen als basis voor het berekenen van het bedrag van |
calcul du montant de la redevance d'inoccupation flamande, alors que | Vlaamse leegstandsheffing hanteert terwijl de huidige kadastrale |
par suite de la non-application d'une péréquation générale des revenus | inkomens ingevolge het niet toepassen van een algemene perequatie van |
cadastraux depuis le 1er janvier 1975 et par suite de l'application | de kadastrale inkomens sinds 1 januari 1975 en ingevolge het niet |
non systématique de la révision individuelle des revenus cadastraux, | systematisch toepassen van de individuele herziening van de kadastrale |
les revenus cadastraux actuels ne sont plus du tout alignés sur la | inkomens, absoluut niet meer zijn afgestemd op de werkelijke |
valeur locative réelle des biens immobiliers, de sorte qu'au fil des | huurwaarde van de onroerende goederen zodat er in de loop der jaren |
ans, une situation inégale est apparue entre les contribuables, | een ongelijke situatie is ontstaan tussen de belastingplichtigen die |
situation que l'indexation annuelle des revenus cadastraux ne fait | door de jaarlijkse indexering van de kadastrale inkomens alleen maar |
qu'aggraver ». | scherper wordt gesteld ». |
B.12. Pour les biens immobiliers bâtis, le revenu cadastral est fixé | B.12. Voor de gebouwde onroerende goederen wordt het kadastraal |
en principe sur la base des valeurs locatives normales nettes à | inkomen in beginsel vastgesteld op grond van de normale |
l'époque de référence définie à l'article 486 du CIR 1992. A défaut de | nettohuurwaarden op het in artikel 486 van het WIB 1992 bepaalde |
pouvoir être établi sur cette base ou lorsqu'il doit être fixé ou | referentietijdstip. Wanneer het niet op die wijze kan worden |
révisé en dehors d'une péréquation générale, le revenu cadastral peut | vastgesteld, of indien het moet worden vastgesteld of herzien buiten |
de algemene perequatie, kan het kadastraal inkomen eveneens worden | |
aussi être établi par comparaison avec des parcelles bâties similaires | bepaald door vergelijking met soortgelijke gebouwde percelen (artikel |
(article 477 du CIR 1992). Lorsqu'il ne se trouve aucune parcelle de | 477 van het WIB 1992). Wanneer geen gepast referentieperceel |
référence adéquate, le revenu cadastral est calculé en appliquant le | voorhanden is, wordt het kadastraal inkomen berekend door het tarief |
taux de 5,3 p.c. à la valeur vénale normale de la parcelle à l'époque | van 5,3 pct. toe te passen op de normale verkoopwaarde van het perceel |
de référence définie à l'article 486 (article 478 du CIR 1992). | op het referentietijdstip bepaald in artikel 486 (artikel 478 van het |
L'époque de référence est le 1er janvier de l'année qui précède celle | WIB 1992). Het referentietijdstip is de eerste januari van het jaar vóór datgene |
de la mise en application des revenus cadastraux résultant d'une | waarin de ingevolge een algemene perequatie vastgestelde kadastrale |
péréquation générale (article 486 du CIR 1992). | inkomens van kracht worden (artikel 486 van het WIB 1992). |
Outre les péréquations générales, qui doivent en principe avoir lieu | Buiten de algemene perequaties, die in beginsel om de tien jaar dienen |
tous les dix ans (article 487, § 1er, du CIR 1992), l'Administration | plaats te vinden (artikel 487, § 1, van het WIB 1992), gaat de |
du cadastre procède à la réévaluation du revenu cadastral lorsque | Administratie van het kadaster over tot de herschatting van het |
l'immeuble a été agrandi, reconstruit ou notablement modifié (article | kadastraal inkomen wanneer het onroerend goed vergroot, herbouwd of |
494, § 1er, 2°, du CIR 1992). | aanzienlijk is gewijzigd (artikel 494, § 1, 2°, van het WIB 1992). |
B.13. Lorsque le législateur décrétal établit des règles en vue de | B.13. Wanneer de decreetgever regels vaststelt om de leegstandheffing |
fixer la taxe d'inoccupation, il doit utiliser des critères de | te bepalen, dient hij criteria van onderscheid te gebruiken die |
objectief en redelijk zijn verantwoord. Die berekeningsregels moeten | |
distinction objectivement et raisonnablement justifiés. Ces règles de | gelijk zijn voor alle goederen die zich ten aanzien van de maatregel |
calcul doivent être égales pour tous les biens se trouvant dans une | en het nagestreefde doel in een soortgelijke situatie bevinden, met |
situation équivalente au regard de la mesure considérée et du but poursuivi, sous la réserve que le législateur décrétal peut devoir appréhender la diversité des situations individuelles en faisant usage de catégories qui, nécessairement, ne correspondent aux réalités qu'avec un certain degré d'approximation. B.14. Le revenu cadastral constitue un critère objectif et pertinent pour le calcul d'une taxe qui tend à combattre l'état non souhaité (inoccupation, abandon, etc.) dans lequel se trouvent des immeubles et des habitations. Il n'apparaît pas que l'utilisation de ce critère ait des effets disproportionnés. | dit voorbehoud dat de fiscale wetgever mogelijkerwijs de diversiteit van de individuele situaties enkel in aanmerking kan nemen door gebruik te maken van categorieën die noodzakelijkerwijs slechts bij benadering met de werkelijkheid overeenstemmen. B.14. Het kadastraal inkomen vormt een objectief en pertinent criterium voor de berekening van een heffing die ertoe strekt een ongewenste toestand (leegstand, verwaarlozing enz.) waarin gebouwen en woningen zich bevinden, te ontmoedigen. Het blijkt niet dat het gebruik van dat criterium onevenredige gevolgen doet ontstaan. |
Le fait que, selon les termes de la question préjudicielle, les | Het feit dat de huidige kadastrale inkomens, volgens de bewoordingen |
revenus cadastraux actuels « ne sont plus du tout alignés sur la | van de prejudiciële vraag, « niet meer zijn afgestemd op de werkelijke |
valeur locative réelle des biens immobiliers » et le traitement inégal | huurwaarde van de onroerende goederen » en de ongelijke behandeling |
des redevables qui en serait la conséquence ne découlent pas de la | van belastingplichtigen die daarvan het gevolg zou zijn, vloeien niet |
disposition en cause mais « de la non-application d'une péréquation | voort uit de in het geding zijnde bepaling maar uit « het niet |
générale des revenus cadastraux depuis le 1er janvier 1975 » et « de | toepassen van een algemene perequatie van de kadastrale inkomens sinds |
l'application non systématique de la révision individuelle des revenus | 1 januari 1975 » en « het niet systematisch toepassen van de |
cadastraux ». | individuele herziening van de kadastrale inkomens ». |
B.15. La seconde question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.15. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 36 du décret flamand du 22 décembre 1995 contenant diverses | Artikel 36 van het Vlaamse decreet van 22 december 1995 houdende |
mesures d'accompagnement du budget 1996 ne viole ni l'article 11 de la | bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 schendt noch artikel |
loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des | 11 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de |
financiering van de gemeenschappen en de gewesten, noch de artikelen | |
communautés et des régions ni les articles 10 et 11 de la | 10 en 11 van de Grondwet, doordat het het kadastraal inkomen in |
Constitution, en ce qu'il prend en considération le revenu cadastral | aanmerking neemt voor het berekenen van het bedrag van de |
pour calculer le montant de la taxe d'inoccupation. | leegstandheffing. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare |
l'audience publique du 4 mars 2008. | terechtzitting van 4 maart 2008. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |